10
Zondagochtend werd Jack wakker met een van Clares armen over zijn borst. Hij bleef even stil liggen, met zijn ogen op de smalle kier tussen de gordijnen: er kletterde regen tegen het raam. Weer zo'n akelige, natte dag, dacht hij. Duizenden kilometers verderop zouden Amber en Lucy genieten van een blauwe hemel en een zonovergoten Florida.
Hij keek op de digitale wekker op het nachtkastje en zag dat het nog geen zeven uur was. Hij hoefde niet vroeg op - het was geen werkdag - maar hij wist dat hij niet meer zou kunnen slapen. Om Clare niet te storen tilde hij voorzichtig haar arm op en liet zich uit bed glijden.
Hij sloot zich op in de badkamer en nam een douche om zich door de krachtige straal bij bewustzijn te laten brengen. Toch vroeg hij zich af of dit wel zo'n goed idee was. Misschien kwam hij de dag beter door in een toestand van wazige afstandelijkheid.
Toen hij onder de douche uit kwam, sloeg hij een grote handdoek om, veegde de condens van de spiegel en pakte zijn scheerapparaat. Als hij niet werkte, sloeg hij die vervelende scheerbeurt liever over, maar Clare was zeer gesteld op een gladde kin, zeker als ze uitgingen. Vandaag hadden ze afgesproken met Des en Julie te gaan lunchen bij de Italiaan in het centrum. Het was Clares idee geweest om te vieren dat hij partner was geworden, maar Jack verheugde zich er niet op. Hij wist dat Des dezelfde promotie had verwacht, maar dat was niet gebeurd, en nu zou hij daar met zijn neus bovenop worden gedrukt. Erger nog: een tree hoger op de carrièreladder zou voor Des een welkome meevaller zijn geweest, want zes maanden geleden was zijn vrouw bevallen van Desmond junior. Maar Clare had het achter Jacks rug om geregeld en had hem de vorige avond voor het voldongen feit gesteld. 'Ik had het als verrassing bedoeld,' had ze gezegd, terwijl ze haar vingers om zijn nek had gehaakt en hem had gekust, 'maar je weet hoe ik ben met geheimen: hopeloos.' Ze had hem naar de bank geloodst en voordat hij wist wat hij deed, was hij haar aan het uitkleden, niet langzaam en teder zoals anders, maar ruw, opeens vervuld van de behoefte om het effect van zijn eigen kracht te voelen. Om ook maar iéts te voelen. Toen hij naderhand in slaap was gevallen, was hij bekropen door een beklemmend gevoel van troosteloosheid.
Op de dag van de eerste bijeenkomst van de schrijfgroep was hij er eindelijk toe gekomen om Clare over zijn partnerschap te vertellen. Ze spraken elkaar aan het eind van de middag via de telefoon en ze had meteen voorgesteld om uit eten te gaan. 'Sorry,' had hij gezegd, 'dat moet dan maar een ander keertje, vanavond ben ik bezet.'
'O? Heb je een beter iets of iemand op het programma staan?' Haar woorden hadden speels geklonken, maar met een ondertoon van jaloezie.
Hij had haar niet over Verborgen Talent willen vertellen en had gezegd: 'Nu ik partner ben, vrees ik dat ik 's avonds wel vaker laat zal zijn, vanwege reguliere vergaderingen die ik zal moeten bijwonen.' Zodra hij dat had gezegd, had hij beseft dat hij zichzelf een plausibel alibi had gegeven voor elke donderdagavond dat hij naar de groep zou gaan.
'O, nou ja,' had ze opgewekter geantwoord, 'dat is de prijs van succes, neem ik aan.'
Hij glipte de slaapkamer weer in, pakte wat kleren uit de kast en ging terug naar de badkamer. Toen hij was aangekleed, ging hij naar beneden. De keuken lag op de middelste verdieping van het huis en keek uit op de rivier. Toen hij het pand had bekeken, was dit het enige pluspunt geweest. Hij hield niet van moderne huizen - een mening die hij in zijn vak maar voor zich hield. Maar noodgedwongen had hij zijn esthetische voorkeuren opzij moeten zetten: hij had een betaalbare woning nodig gehad die gunstig lag ten opzichte van zijn werk. Maywood was nu eenmaal een welwarend gebied waar de vraag al jaren groter was dan het aanbod. Wie als arme sloeber in Maywood wilde wonen, kon niet kieskeurig zijn.
Hij had iets kunnen huren in een goedkopere buurt, maar dat had hij niet gewild. Je hoefde geen makelaar te zijn om te weten dat ligging, ligging, ligging alles was. Wat zou hij er niet voor geven om aan Bloom Street te wonen. Of aan Maywood Park Road.
Toen hij toast met koffie voor zichzelf maakte, was hij jaloers op Beth King en Dulcie Ballantyne. Hij kende hun omstandigheden niet en wist alleen dat ze allebei weduwe waren, maar ze leken het goed te hebben verwerkt en waren doorgegaan met hun leven. Als hij hen beter leerde kennen, kon hij misschien nog iets van hen leren. Hij had het opgegeven om in zijn eigen vriendenkring om hulp en advies te vragen: iedereen was gelukkig getrouwd en ze hadden er geen idee van wat hij doormaakte. Bovendien had hij het gevoel dat ze dat soort gesprekken zat waren. Dat nam hij hun niet kwalijk. Niets was immers zo erg als de obsessie van een ander. Want daar had het tegenwoordig veel van weg. Hoe lang, vroeg hij zich af, had het geduurd voordat Beth King met zichzelf in het reine was gekomen? Of Dulcie?
Het was interessant geweest om Beth afgelopen donderdagavond te zien: ze had een heel andere vrouw geleken dan degene die hij een paar dagen eerder had ontmoet toen ze er vastberaden voor had gezorgd dat de oude juffrouw Waterman niet zou worden afgezet. Donderdagavond had ze minder zeker van zichzelf geleken.
Misschien vond ze dat ook wel van hem. Hij had de groep verteld dat hij met het idee speelde om een dagboek te gaan bijhouden, en toen hij die avond naar huis was gereden nadat hij zowel Beth als Jaz een lift had gegeven, had hij een oud opschrijfboekje opgeduikeld en zijn eerste aantekening gemaakt. Na een paar zinnen had hij besloten het toch maar op zijn laptop te doen. Dat was persoonlijker - minder kans dat Clare op zijn zielenroerselen zou stuiten.
Hij stond naar de rivier te kijken: die was net zo grijs als de lucht. Het was nog harder gaan regenen. Geen dag om lekker naar buiten te gaan. Hoe graag hij Des en Julie ook mocht, het stond hem meer aan vandaag languit op de bank door te brengen met de kranten en een fles wijn. Hij wilde ook een tijdje schrijven. Hij moest de oefening nog maken voor aanstaande donderdagavond. Hij had nog geen tijd gehad om eraan te beginnen, maar hij had er reuze zin in.Het vervelende was dat Clare sinds vrijdag was blijven slapen en hij wilde niet dat zij wist wat hij aan het doen was. Hij wilde iets helemaal voor hemzelf. Hij werkte zijn toast weg en bedacht dat Clare en hij daarom samen geen toekomst hadden. Ze wilde te veel van hem: als ze bij elkaar bleven, zou ze verwachten dat hij zich met huid en haar aan haar overgaf, en daar was hij niet toe bereid. Zoveel kon hij niet met een ander delen; daar was hij, zo kort na Maddie, nog niet aan toe.
Of zag hij het te simplistisch, zoals die aanmatigende idioot, Victor Blackmore? Hij schonk zichzelf nog een kop koffie in en glimlachte ondanks zijn sombere bui. Dat was typisch een vent die eens een toontje lager zou moeten zingen. Wie in de groep zou hem eens goed de les lezen?
Hij wedde dat het Jaz zou zijn. Toen hij die avond naast haar had gezeten, had hij gewoon gevoeld hoe ze haar stekels opzette als Victor zijn mond opendeed. Ze had hem aan Amber doen denken, of, juister: aan hoe zijn oudste dochter zou kunnen zijn als zij zeventien was. Amber was pas elf, maar er waren al tekenen dat ze een opvliegende tiener ging worden. Hij hoopte dat ze nooit zo gestoord of afstandelijk zou worden dat ze niet meer met elkaar konden praten. Bij het idee dat iets de relatie met zijn geliefde dochters zou kunnen verstoren kneep hij zo hard in zijn beker dat hij het oor er bijna afbrak.
Toen kwam er een nog grotere angst bij hem op: stel dat zijn onvermogen om te accepteren wat Tony en Maddie hadden gedaan zijn relatie met zijn dochters in gevaar bracht, zoals Clare hem bij wijze van waarschuwing had gezegd? Hij zette beverig zijn beker op het aanrecht. Dat mag nooit gebeuren, hield hij zichzelf voor. Al is het het laatste wat je doet, Jack Solomon, je moet Amber en Lucy beschermen tegen degene die hun het meeste pijn kan doen: jij!Tijdens de lunch dronk Jack te veel en hij nam hapsnap aan het gesprek deel. Clare had nooit veel belangstelling voor de baby van Des en Julie gehad, maar vandaag leek het wel of ze echt alles over Desmond junior wilde weten: was zijn luieruitslag verdwenen, bezorgde hij hun veel slapeloze nachten nu hij tandjes kreeg? Eén of twee keer maakte Jack oogcontact met haar, en zij van haar kant wreef haar voet langs zijn been. Hij wilde bijna dat hij het tussen hen kon laten werken. Het zou zo gemakkelijk zijn. Het zou zo goed uitkomen. Ze was intelligent - ze was niet voor niets advocaat - en aantrekkelijk, en zeer wel in staat om een goede vrouw voor iemand te zijn. Heel wat mannen in zijn positie zou de kans om haar te krijgen met beide handen aangrijpen. Waarom kon hij dat dan niet?
Omdat hij niet van haar hield. En nooit van haar zou gaan houden. Zo eenvoudig was dat, en ze verdiende beter. Hoe eerder hij er een punt achter zette, hoe beter het voor iedereen zou zijn. Hij besloot dat het er veel toe zou doen hoe en wanneer hij het haar vertelde. Hij zou haar niet koud op haar dak vallen; hij zou er de tijd voor nemen om ervoor te zorgen dat ze als vrienden uit elkaar gingen. Hij nam nog dorstig een slok wijn, opeens geërgerd dat hij net deed of zijn korte relatie met Clare een huwelijk was. Vijf maanden, meer was het niet geweest.
'Hé, Jack, wakker worden. Waar droomt ge van?'
Hij kwam met een schok terug in de werkelijkheid. 'Da snapt ge toch nie, knul.'
Julie kreunde. 'O, daar gaan ze weer, Clare, met dat dialect van ze.'
Het was een grapje tussen hen vieren: Clare en Julie waren opgegroeid in het groene Cheshire, zoals zij het noemden, en Jack en Des stamden allebei uit een ruiger klimaat: Lancashire en het gebied rond Manchester. Als Jack en Des maar genoeg hadden gedronken, vervielen ze in een Monty Python-achtige act.
'O, laten we hen maar aan hun lot overlaten en naar de wc gaan,' zei Clare, die haar servet opvouwde en opstond. 'Dan kunnen we tenminste over hen roddelen,' voegde ze er met een glimlach aan toe.
Toen ze alleen waren, schonk Des hun glazen nog eens bij - de meisjes hadden aangeboden om te rijden. Jack had meer gedronken dan anders en voelde dat hij er licht in het hoofd en agressief van werd, maar hij liet Des zijn glas toch bijvullen.
'Alles goed met je, Jack? Je bent zo stil. Alles in orde chez Solomon?'
Toen Jack naar Des' bezorgde gezicht keek, kwam hij in de verleiding om hem in vertrouwen te nemen. Misschien was dat het enige wat hij hoefde te doen. Misschien was het gewoon angst die hem voor Clare deed weglopen. Hij kende Des nog niet zo lang pas twee jaar -, maar hij was een goede en trouwe vriend, iemand die hij zowel op kantoor als daarbuiten vertrouwde.
Iemand die hij vertrouwde.
De woorden tolden door zijn hoofd.
Iemand die hij vertrouwde.
Iemand als Tony.
Hij bracht het volle glas naar zijn lippen en sloeg de inhoud in één keer achterover. 'Niets aan de hand,' zij hij, en hij hield zijn glas bij om het nog eens te laten vullen. 'Wat zou er verdorie aan mijn leven moeten mankeren? Hè? Ik heb het toch helemaal gemaakt? Een fantastische vriendin - ik zou wel gek zijn om haar kwijt te raken - en nog een partnerschap op de koop toe. Wat zou daar verdorie mis mee moeten zijn?' Zijn stem klonk schril en veel te hard. Mensen aan een naburig tafeltje keken hun kant op.
Met de Hes Valpolicella nog in zijn hand keek Des hem aan. Toen zei hij: 'Geen idee, Jack.'