53
Jack had gezegd dat hij Victor s middags, tussen de klanten door, zou opzoeken, en omdat Beth tot laat moest werken, had Jaz gezegd dat zij de avond voor haar rekening zou nemen. Dat kwam goed uit, omdat ze toch naar haar moeder ging, die nog altijd in bed moest blijven omdat haar bloeddruk niet omlaag wilde.
Jaz was door Beth gewaarschuwd dat Victor er vreselijk uitzag, maar bij haar eerste bezoek was ze daar toch helemaal niet op voorbereid geweest. Het leek of hij zo uit een griezelfilm kwam. Ze had de vorige dag haar best gedaan om haar schrik te verbergen, had met hem zitten kletsen of er niets aan de hand was, en was zelfs onheus tegen hem geweest om hem ervan te overtuigen dat ze niet uit medelijden kwam. Toen hij was gaan huilen, had ze niet geweten wat ze moest zeggen of doen, behalve weggaan, zoals hij had gevraagd.
Maar vandaag ging ze hem weer opzoeken, zoals ze had gezegd. Ze had mam gevraagd hoe ze het moest aanpakken en had de raad gekregen om zichzelf te zijn. 'Anders weet hij dat je je er ongemakkelijk bij voelt en gaat hij zich nog beroerder voelen. Wees maar gewoon jezelf, Jaz. En als hij weer gaat huilen, voel je dan niet gegeneerd, maar geef hem een zakdoek.'
Het was geweldig om zo openhartig met haar moeder te kunnen praten. Het was weer net als vroeger.
Het huis zag er inmiddels beter uit: de schilders waren bijna klaar en de vloerbedekking kwam volgende week. Maar ze waren bijna door de mand gevallen. Tamzin en Lulu hadden zitten kibbelen op het voeteneind van mams bed en pap had gezegd dat ze zich rustig moesten houden. Toen Lulu Tamzin van het bed had geduwd, had pap gebulderd: 'Wacht maar tot we thuis zijn, apen! Dan sla ik jullie met je stomme koppen tegen elkaar!'
'Bedoel je niet als we weer in het hotel zijn?' had Tamzin gezegd.
Jaz had gedacht dat haar vader zou ontploffen en haar zusje ter plaatse zou wurgen, dus was ze tussenbeide gekomen en had gezegd: 'Horen jullie dat? Ze gedraagt zich of ons huis een hotel is en nu nóémt ze het zelfs een hotel.' Met veel afkeurend gemompel en ogengerol had ze haar zusjes de kamer uit getrokken en gezegd dat hun bloedsuikerspiegel wel heel erg laag zou zijn en dat ze een blikje cola met hen ging halen. Later die avond had haar vader haar bedankt dat ze zo snel had gereageerd. Hij had zich zelfs verontschuldigd dat hij haar zo streng had gestraft voor Verborgen Talent. 'Je moeder heeft me de les gelezen,' had hij toegegeven. 'Ze zegt dat ik je meer moet behandelen als de volwassene die je bent. Feit is, Jaz, dat ik je nog steeds in mijn zak wil houden, omdat ik weet dat je daar veilig bent.'
'O, pap, hou op met dat sentimentele gedoe.'
'Het is waar. Jij bent in ons gezin heel bijzonder, en ik wil niet dat jou iets overkomt. Tamzin en Lulu zijn van nature vechtjassen, net als de jongens, maar jij bent zo klein. Zo'n sprietje die iemand nodig heeft om op haar te passen.'
'Pap, ik kan heus heel goed op mezelf passen. Dat doe ik al jaren. Jij kunt me niets meer leren.'
Hij had gelachen en haar aan haar huiswerk gelaten, en was bij Tamzin en Lulu gaan kijken, in de kamer naast de hare.
Nu kwam Jaz op de derde verdieping van het ziekenhuis uit de lift en volgde de pijlen naar de brandwondenafdeling. Victor lag net als de vorige dag plat op zijn rug naar het plafond te staren.
'Hoi, Victor,' zei ze. 'Ik heb gedreigd met een volgend bezoek en hier ben ik dan. Zeg dus nooit dat ik je tekort doe. Wat heb je voor nieuws? Ik vrees dat ik dit keer met lege handen ben gekomen.' Ze zag dat de doos bonbons die ze hem gisteren had gegeven open op het kastje naast zijn bed stond en dat er drie uit waren.
'Er is geen nieuws,' fluisterde hij somber.
Ze verzette de stoel naast zijn bed en ging zitten. 'Ik ben net bij mijn moeder geweest - had ik je al verteld dat ze hier ligt? Nee? Nou, ze ligt hier al veel langer dan jij. Ze verwacht een tweeling en ze heeft te horen gekregen dat ze de baby's kan verliezen als ze niet doet wat de dokters zeggen. Nogal ernstig, hè? Hé, weet je wat we zouden kunnen doen? Jullie een paar walkietalkies geven, dan kunnen jullie je bij elkaar beklagen over hoe vreselijk het hier is.'
Ze ratelde maar door en praatte honderduit, maar kreeg maar af en toe een reactie van Victor - dan rolde hij met zijn ogen of zei met schorre stem iets afkeurends. Ze vertelde hem over de inbraak en dat het huis kort en klein geslagen was. 'Ze hebben al mijn schoolwerk vernield, maar het is me gelukt om er een oplossing voor te vinden.'
Zijn gezicht vertoonde een sprankje van iets, misschien was het wel begrip, en hij zei: 'En je schrijfwerk?'
'Ah. Lang verhaal. Ik ben ermee gestopt. Het was trouwens toch troep. Ik wacht op inspiratie om aan iets nieuws te beginnen. Wat ga jij hierna doen?' Jaz zag zijn mond bewegen, maar verstond niet wat hij zei. Ze boog zich naar hem toe. 'Sorry, Victor, ik verstond je niet. Wat zei je?'
'Ik zei dat ik het opgeef.'
Ze was geschokt en voelde hevig met Victor mee: de pompeuze Victor met zijn opgeblazen ego. 'Dat ga je helemaal niet doen,' zei ze. 'Als ik opnieuw kan beginnen, kun jij het zeker.'
'Ik denk dat we met een gerust hart kunnen zeggen dat onze omstandigheden nogal verschillen.'
'Dat heb je dan verkeerd. We hebben één heel belangrijke eigenschap gemeen: we zijn schrijvers. En eens een schrijver, altijd een schrijver. Je moet alleen weer op gang komen. Het zou een geweldige therapie voor je zijn. Als je je hersens weer gaat gebruiken, voel je je ook niet meer zo zielig.'
'Zielig?' herhaalde hij hees fluisterend. 'Straks ga je me nog vertellen dat ik me moet vermannen.'
Ze glimlachte. 'Daar had ik nog niet aan gedacht. Maar het is geen slecht idee, hè?' Ze wachtte op zijn reactie, om te zien of ze te ver was gegaan. Ze dacht eigenlijk van wel. Maar iets in zijn verslagen manier van doen maakte dat ze hem wel door elkaar wilde rammelen om hem weer in zichzelf te laten geloven. Ze hoefde geen hersenchirurg te zijn om te weten dat hij, als hij niet geloofde dat zijn lichaam zou genezen, vanbinnen ook niet zou herstellen.Wat haar ertoe aanzette om zo zakelijk tegen hem te blijven praten, was de hoop dat hij, als hij naar haar luisterde, niet aan zijn vreselijke verwondingen zou denken. Het zag er tenminste niet naar uit dat hij zou gaan huilen, zoals de vorige keer.
Omdat hij niet op haar opmerking reageerde, zei ze: 'Wist je dat de schrijfgroep al een tijdje niet meer bij elkaar is geweest?'
'Nee, dat wist ik niet,' mompelde hij. 'Ik had belangrijker dingen aan mijn hoofd.'
'Dat klopt, dat is waar. Hoe dan ook, Jack en Beth vonden dat we, nu Dulcie nog met vakantie is en jij hier ligt, maar niet bij elkaar moesten komen.'
'Ik ben diep geroerd dat de groep zo attent is, en dat zal Dulcie ook wel zijn.'
'Goed, en nou moet ik weg. Ik heb nog een hoop huiswerk voor vanavond.' Ze stond op. 'Zal ik morgen weer komen?'
Ze moest een tevreden glimlachje onderdrukken toen hij met een vermoeide, gespannen stem zei: 'Als het niet te veel moeite is, kun je misschien een boek voor me meebrengen.'
'Uw wens is mijn bevel.'
Toen ze op de lift naar haar moeders afdeling stond te wachten, waar haar vader haar opwachtte om haar mee terug te nemen naar het hotel, had ze een vreemde gedachte: Uw wens is mijn bevel. Dat zou Popeye Rafferty ook zo zeggen.
Wat een eng idee. Was het mogelijk dat ze meer op haar vader leek dan ze had gedacht?
Hoewel Richard wist wat hem te wachten stond als Dulcie en hij naar huis gingen, had hij een heerlijke dag gehad. Of misschien was het wel zo'n heerlijke dag juist omdat ze wisten dat ze er zoveel mogelijk van moesten maken. Heel even waren Dulcie en hij een gewoon stel geweest. Geen verstoppertje spelen, geen angst dat ze iemand zouden tegenkomen die een van hen beiden kende. En zo zou het de rest van hun leven zijn, als de eerste ellende van Angela vertellen dat hij wilde scheiden voorbij was. Ze gingen morgen naar huis. Paradoxaal genoeg gingen ze terug naar de toekomst. Hun toekomst.Terwijl Dulcie een bad nam, keek hij of er op zijn mobieltje berichten voor hem waren - hij had het expres in het hotel laten liggen omdat hij geen moment van hun dag wilde laten verpesten. Er was maar één bericht, van Juliette van kantoor. De eerste keer dat hij het afluisterde, fronste hij vanwege de cryptische inhoud. Toen hij het nogmaals afluisterde, werd de frons dieper en ging hij op de rand van het bed zitten.
'Sorry dat ik je bel, Richard, maar ik moest je te pakken zien te krijgen. Ik vond dat je moest weten dat ik je vrouw net heb gesproken en - nou ja, ik heb de boel verpest omdat ik geen idee had dat je op cursus was in Bristol. Ik dacht dat je met vakantie was. Maar goed dat je je vrouw zo goed had ingelicht, anders was ik wel heel onnozel overgekomen. Hoe dan ook: sorry, ik hoop dat ik je niet in de problemen heb gebracht. O, en we hebben hier een beetje een crisis, maar dat kan wel wachten tot je terug bent. We sukkelen wel door zonder jou. Tot gauw. Dag.'
O, verdorie. Het was begonnen!