38
Jaz had vandaag meer dan eens overwogen om de gemakkelijkste uitweg te nemen en weg te lopen. Haar vaders laatste woorden die ochtend waren geweest: 'Ik ben op het moment te boos om te besluiten wat je straf zal zijn, maar tegen vanavond ben ik wel voldoende afgekoeld om goed te kunnen nadenken. En vergis je niet, Jaz Rafferty: deze keer kom je er niet licht vanaf.'
Deze keer. Hij had het gezegd alsof ze altijd in de problemen zat. Alsof hij haar op één hoop veegde met Tamzin en Lulu. Als mam zich boven niet zo beroerd had gevoeld, had Jaz misschien een bondgenoot gehad, maar zoals de zaken er nu voor stonden, had haar moeder geen idee van wat er aan de hand was. En bovendien had pap haar gewaarschuwd dat ze haar moeder er niet bij moest betrekken. 'Als je dat doet, jongedame, zul je daar nog spijt van krijgen. Je moeder heeft het al moeilijk genoeg zonder zich ook nog zorgen te hoeven maken over dit alles.'
Vicki had haar vanochtend al een paar keer gevraagd wat er aan de hand was, en aanvankelijk had ze net gedaan of alles in orde was. Maar tegen lunchtijd had ze toegegeven en haar vriendin in vertrouwen genomen. Vicki had ervan gesmuld. 'Dus bij jou thuis denken ze dat je het stiekem met een ouwe kerel houdt? Helemaal te gek, zeg! Maar het is toch niet waar, hè?'
'Néé!'
Ze keek bijna teleurgesteld. 'Wat vindt Nathan ervan?'
'Hij weet het niet. En... hij mag het niet weten ook. Je mag niets zeggen. En tegen Billy ook niet, want die loopt er toch alleen maar mee naar Nathan.'
'Zoals je wilt. Maar het is misschien geen gek idee om je ouders nu over Nathan te vertellen. Ik bedoel maar, je vader zal wel opgelucht zijn dat je met iemand van je eigen leeftijd gaat en hij zal Nathan een geschenk uit de hemel vinden. En dat is hij natuurlijk ook.'
Nu Jaz in de laatste pauze bij haar kluisje op Nathan stond te wachten om hem te vertellen dat hij alleen naar huis zou moeten, dacht ze na over wat Vicki had gezegd. Zou het zo'n slecht idee zijn om te doen wat zij voorstelde?
Ja, het was een slecht idee. Ze zag het al voor zich: haar vader die Nathan wilde ontmoeten om hem te kunnen ondervragen, en haar handenwrijvende broers die hem maar wat graag in verlegenheid zouden brengen. En wat zou Nathan van hen vinden, en dus van haar? O, het was zo oneerlijk!
'Hoi, Jaz. Wat kijk je ernstig. Is er iets?'
Het was Nathan.
'Er is niets,' zei ze. Ze zou hem het liefst in de armen vallen voor een knuffel en de verzekering dat de dag misschien toch niet zo beroerd zou eindigen als ze had gedacht.
'Echt niet?'
'Hé, wat is dit?' grapte ze, in een poging om hem ervan te overtuigen dat er niets aan de hand was. 'Komt dr. King tegenwoordig op schoolbezoek? Hoor eens, ik kan niet met je naar huis lopen, want ik blijf nog even.'
'Dan blijf ik ook, als je wilt. Wat moet je doen?'
'Dat hoeft niet. Ik weet trouwens niet hoe lang het gaat duren.' En voordat hij nog meer kon vragen, ging de bel voor het eind van de pauze en greep ze haar rugzak en nam de benen.
Het bleek een goed idee te zijn geweest om alleen naar huis te gaan. Ze was het hek nog niet uit, of Jimmy's zwarte Golf verscheen: hij reed langzaam met haar mee, met ronkende motor, waardoor ze zich net een gazelle voelde die werd beslopen door een hongerige panter. Daarom had ze niet met Nathan mee willen lopen: ze had gewoon gewéten dat haar broers zouden komen kijken of ze niet de benen nam voor weer een afspraakje met haar minnaar van middelbare leeftijd.
Jimmy draaide zijn raampje omlaag. 'Stap in, zusje,'
'Hoepel op. Ik loop liever.'
'Volgens mij gaat het regenen,' zei Phin.
'Al kwam er een tyfoon deze kant uit, ik ga nergens heen met jullie twee.' Ze versnelde haar pas, maar Jimmy bleef met ronkende motor naast haar rijden.
'We hebben vanochtend een vriend van je ontmoet,' zei hij. 'Hoe heette hij ook weer, Phin? Ik ben het vergeten. Was het John?'
'Nee, het was Jack.'
'O, dat is waar ook. Jack. Jack Solomon.'
Jaz bleef stokstijf staan. Ze keek de auto na toen Jimmy langzaam doorreed. Haar maag draaide zich om en haar mond werd droog. Haar broers hadden Jack gesproken? Maar hoe waren ze erachter gekomen wie hij was? En wat hadden ze gezegd? Ze beet op haar lip. Als tiener had zowel Phin als Jimmy leren boksen en als volwassen kerels waren ze ooit, tot mams ontzetting, betrokken geraakt bij een vechtpartij in Manchester. Iemand als Jack - een man die ze maar wat graag een lesje wilden leren - zou geen schijn van kans hebben. 'Wacht!' riep ze de auto na. 'Wacht op mij!' Ze vloog hun achterna, met haar zware rugzak bonkend op haar rug. Phin stapte aan de passagierskant uit en liet haar instappen.
'Wat hebben jullie met Jack gedaan?' vroeg ze toen ze op adem was gekomen. 'Als jullie hem iets hebben gedaan, zweer ik dat ik zal zorgen dat hij naar de politie gaat en jullie laat opbergen.'
Jimmy grijnsde haar in het achteruitkijkspiegeltje toe. 'Rustig maar, met Jack is niets aan de hand. We hebben hem min of meer heel gelaten, maar waarom heb je ons niet verteld wat je aan het uitvreten was? We weten dat je het niet met een ouwe kerel hebt aangelegd.'
Ze aarzelde. Betekende dit wat ze dacht: dat ze van haar schrijven wisten? Of wisten ze van Nathan? Misschien bluften ze alleen maar. 'Ik weet niet waar jullie het over hebben,' mompelde ze. Toen zei ze, om te proberen hen af te leiden: 'Hoe hebben jullie Jack weten te vinden?'
'Niks an,' zei Jimmy opschepperig.
'Ja, zelfs niet voor een stel sufferds als wij,' voegde Phin eraan toe. 'Want dat is toch wat jij van ons vindt, een intellectueel als jij? Maar het ziet ernaar uit dat we je dit keer te slim af zijn geweest.'
Ze boog zich voorover. 'Vertel dan eens hoe.'
'Eén woord,' zei Jimmy. 'Kentekenplaat.'
De moed zonk Jaz in de schoenen. 'Wat zijn jullie een afschuwelijke hufters,' zei ze.
Maar wat had Jack hun verteld?
Haar vader was vroeg thuis; zijn Jaguar stond op de oprit naast Phins auto. Jimmy trok de handrem aan. Jaz hield zichzelf voor dat ze rustig moest blijven en niets moest zeggen tot ze wist waar ze eigenlijk van werd beschuldigd, tegen beter weten in wilde ze geloven dat ze niet zou hoeven toegeven waar ze sinds oktober mee bezig was geweest. Het idee dat ze belachelijk zou worden gemaakt om haar schrijven was al erg genoeg, maar ze moest er niet aan denken wat er zou gebeuren als haar vader lucht kreeg van de Clacketts - ze had overdag besloten dat ze Wie het laatst lacht van haar computer zou wissen en de papieren uitdraai zou weggooien. Ze vond het vreselijk om haar werk weg te doen, maar ze had geen keus.
Ze werd begroet door haar moeder, die thee aan het zetten was,terwijl ze naar de radio luisterde en meeneuriede. De heerlijke geur van gebraden kip met salie en ui herinnerde Jaz eraan dat ze die hele dag niet had gegeten: ze was veel te nerveus geweest. Nu wilde ze van honger en ellende wel door de keuken stuiven en zich aan haar moeder vastklampen. 'Het spijt me,' wilde ze zeggen. 'Het spijt me dat ik jullie heb voorgelogen. Vergeef me alsjeblieft.' En als haar broers niet achter haar de koelkast hadden staan plunderen, had ze het misschien nog gedaan ook.
'Hallo, Jaz,' zei haar moeder. 'Ik zie dat de jongens je hebben gevonden. We vroegen ons al af waar je bleef. Je had niet gezegd dat je laat zou zijn.'
'Sorry,' zei ze zacht. 'Het was iets van het laatste moment.' Zich ervan bewust dat ze weer had gelogen, deed ze haar jas uit en zei: 'Hoe voel je je? Kan ik iets doen?'
'Nee hoor. Het eten is bijna klaar, ga je dus maar opfrissen.'
Ze liep weifelend naar de deur. 'Waar is pap?'
'In zijn gelagkamer. Misschien wil je even je hoofd om de deur steken om te zeggen dat we over vijf minuten eten? O, dat is waar ook, hij had gezegd dat hij je wilde spreken als je thuiskwam.'
Ze vermeed de blikken van haar broers en ging haar vader opzoeken.
'Ah, daar ben je, Jaz,' zei hij, toen ze de kamer binnenkwam die hij zijn gelagkamer noemde. Hij had zijn eigen bar in de hoek; er stonden een paar leren leunstoelen, een enorme breedbeeldtelevisie - de grootste in huis - en een wandrek met rijen oude paarden- rentijdschriften en foto's van de verschillende renpaarden waarvan hij in de loop der jaren deels eigenaar was geweest. Sinds Tamzin en Lulu hadden verklaard dat ze de speelkamer waren ontgroeid, had hij er een eigen plekje van gemaakt. 'Doe de deur achter je dicht,' voegde haar vader er veelbetekenend aan toe.
Hij richtte de afstandsbediening op de tv en keek haar toen lang en doordringend aan. 'Kom eens bij me zitten, Jaz.' Hij wees naar de andere stoel.
Ze deed wat hij zei en voelde wel dat hij in een heel andere stemming was dan die morgen aan het ontbijt. Zijn stem klonk bijna vriendelijk. Het was belachelijk, maar het maakte haar bijna aan het huilen. Ze hield van haar vader en wilde niet dat hij boos op haar was. En ze wilde niet nog een dag als vandaag doormaken. Maar ze hield zich groot en bedacht dat het wel een list kon zijn om haar meer te laten opbiechten dan ze wilde.
'Jaz,' begon hij, 'van al onze kinderen hebben je moeder en ik jou altijd het verstandigst gevonden. De knappe kop die we konden vertrouwen. Maar nu...' Hij schudde zijn hoofd en ze zag de teleurstelling in zijn ogen. 'Tja, nu weet ik het zo net nog niet. Je bent zo veranderd. Ik weet niet wat van ik van je moet denken. Je hebt me teleurgesteld. Dat doet het meest pijn: dat we erachter moesten komen dat je het in je had om ons al die maanden te bedriegen.'
Hij stond op alsof hij zichzelf overwicht moest geven. Het werkte. Jaz voelde zich klein en onwaardig toen hij boven haar uittorende. 'Je zult inmiddels wel weten,' ging hij verder, en hij ging voor de tv staan, met zijn handen op zijn rug, 'dat je broers je zogenaamde vriend, Jack Solomon, hebben gesproken, en als we hem moeten geloven - en Phin en Jimmy denken dat hij koosjer was - ben je blijkbaar zonder dat wij ervan wisten naar een of andere groep geweest waar jullie zitten te schrijven.' Hij zweeg. 'Is dat waar?'
Dus dat wisten haar broers en hij. 'Je zegt het of ik iets heel stiekems heb gedaan, pap.'
Hij zette grote ogen op. 'O, neem me niet kwalijk, juffertje Arrogant, maar als jij iets doet zonder ons dat te vertellen, vind ik dat stiekem. Waarom zou je erover liegen als het zo onschuldig was? Tenzij het dat natuurlijk niet is. Nou? Ik wacht.'
'Tamzin en Lulu liegen zo vaak,' zei ze, om tijd te winnen. 'Tegen hen ga je nooit zo tekeer.'
Hij verwierp haar opmerking meteen. 'Zij vertellen kinderachtige leugens die zo doorzichtig zijn als wat. Terwijl jij ons week in week uit opzettelijk hebt misleid. Je hebt ons recht in de ogen gekeken en ons gewoon voor de gek gehouden.' Zijn gezicht betrok. 'Je zou toch moeten weten, Jaz, dat niemand mij ongestraft voor de gek houdt. En ik zou wel eens willen weten wat het effect van deze groep op je huiswerk is.'
'Ik heb school altijd laten voorgaan, pap.'
'En daar kun je maar beter de waarheid over spreken.' Hij ademde uit, en net toen Jaz ging denken dat ze er misschien genadig af kwam, zei hij: 'Maar je hebt me nog steeds niet verteld waarom je het hebt gedaan.'
Ze slikte. Haar vader zou het niet opgeven. De waarheid, besloot ze, was de enige manier om hem tevreden te stellen. 'Pap, ik heb het voor mam en jou geheimgehouden, omdat ik tegen jullie reactie opzag.'
'Reactie?' herhaalde hij. 'En wat bedoel je daarmee?'
'Phin en Jimmy zouden me er eindeloos mee hebben geplaagd dat ik schrijfster was, en wat Tamzin en Lulu betreft, die zouden voortdurend in mijn kamer gaan rondsnuffelen, op zoek naar wat ik had geschreven. Je weet hoe ze zijn: ze zitten altijd met hun neus in mijn spullen.'
Hij keek haar aan alsof hij haar niet had begrepen.
'Pap, je snapt het niet, hè? Ik heb in dit gezin geen privacy. Geen enkele.' Haar stem brak: de spanning van de dag begon haar te veel te worden. 'Met alles wat ik doe wordt de draak gestoken. Ik kan nog niet gapen zonder dat iemand me ervan beschuldigt dat ik anders gaap dan de anderen. Ik hoor er niet bij. Ik weet dat ik er niet bij hoor. Is het dan een wonder dat ik dingen voor mezelf houd?' Ze schoot overeind terwijl de tranen in haar ogen sprongen. 'Het spijt me dat ik tegen je heb gelogen en dat je teleurgesteld in me bent. Maar je moet je maar voorbereiden op nog meer teleurstelling, want ik zal volgend jaar wel zakken voor mijn examen en dan word ik nooit het geweldige succes dat jij van me verwacht. Waarom bewaar je die eer niet voor de volgende lading baby's die mam krijgt?'
Trillend vloog ze de kamer uit. Ze hoorde haar vader nog roepen, maar ze nam struikelend de trap naar haar kamer, wierp zich op bed en snikte het uit.