***

De begrafenis van Philippe kwam in alle kranten  van de wereld en kreeg bijna evenveel aandacht  als de dood van Rosalinde en Sam. Hoewel de tragedie van de moord op Philippe de aanleiding vormde, vlogen de kijkcijfers van Saga weer omhoog. Abby en Gertrude waren bijzonder tevreden, want hun serie werd iedere keer hoger gewaardeerd dan America.
Maar Chloe voelde zich melancholiek en diep terneergeslagen. Zij leefde omdat Philippe was vermoord. Ze rouwde om hem en om de liefde die ze samen hadden gedeeld. Ze dacht niet meer aan zijn ge- mok en zijn koppigheden. Ze dacht alleen aan hun gelukkige tijden.
Het was een warme zondagmiddag in juni 1987. Langzaam liep Chloe langs het strand van Malibu, op haar hielen gevolgd door haar hijgende kleine terrier. Over twee weken sloot het vijfde seizoen van Saga af en wat dan? Wat moest ze doen in de periode van drie maanden rust tot het volgende seizoen aanbrak? Een aanbod voor een film accepteren of een reis om de wereld maken met Annabel die na de dood van Philippe zo'n troost voor haar was geweest? Na het vernemen van het slechte nieuws was Annabel onmiddellijk uit Londen naar haar moeder in Californië gekomen en ze was sindsdien gebleven. Ze was nu in het huis aan zee bezig iets te koken dat haar moeder heel lekker vond.
Chloe schopte tegen een steentje langs de branding, denkend aan haar toekomst, terwijl de hond er vrolijk achteraan rende. 'Goeiemiddag, Chlo. Wat een weertje, hè? Doet een Engelsman in Californië deugd.' De bekende stem verbrak haar gedachten. 'Josh! Wat doe jij hier op het strand? Ik dacht dat je in de stad woonde.' Ze was heel blij hem te zien.
Het zonlicht weerspiegelde in zijn ogen. Zijn zwarte haar, hier en daar met wat grijs erin, zat in de war. Het was een tikje te lang en een tikje te slordig, maar daar had ze altijd van gehouden. Ze keek hem met glanzende ogen aan en nam hem helemaal in zich op. 'O, ik heb verderop een huis gekocht.' Hij wees langs spelende kleuters en tieners die een bal naar Chloe's hond gooiden, naar een klein, roodhouten strandhuisje. Uit de schoorsteen kringelde rook van een open haard. Het zag er heel gezellig uit en had iets Engels, en in de tuin groeiden stokrozen. 'Wat een schattig huis!' zei Chloe.
Wat heeft ze toch een lief gezicht, dacht hij, kijkend naar haar turkooiskleurige ogen en naar de bruine sproetjes op haar wipneus. Ze droeg een spijkerbroek en een eenvoudig wit T-shirt. Ze had haar haar in een paardestaart gebonden en ze had geen lippenstift op haar bleke, volle lippen. Hij wilde haar in zijn armen nemen en de pijn die hij zag in de diepten van haar ogen wegkussen. 'Ik heb je bloemen en je briefje ontvangen,' zei ze zacht. 'Bedankt, Josh.'
Hij kneep teder in haar arm. Er hoefde niets meer gezegd te worden. De zon scheen, de golven spoelden over hun blote voeten en ze was bij hem.
'Voel je iets voor een kopje thee?' vroeg hij. 'Engelse thee? O ja, lekker. Heb je Earl Grey?' 'Natuurlijk, schat. Je denkt toch zeker niet dat ik Amerikaanse thee drink, hè, in van die builtjes die aan een draadje uit je kopje hangen? Dat vind ik maar niks. Ik heb zelfs een splinternieuwe porseleinen theepot van Harrods, en biscuitjes en cakejes.' •'Ja? Echte Engelse biscuitjes?' glimlachte Chloe toen ze door het zand in de richting van zijn huisje slenterden. 'Van die lekkere Engelse koekjes om in je thee te soppen?'
'Nou en of ik die heb'. Hij keek haar aan met opgetrokken wenkbrauwen en een veelbetekenende glimlach. 'Noem al die merken maar op, schat, ik heb ze allemaal. McVities-chocolade-koekjes, frou-frou, gemberkoekjes en echt Schots zandgebak van Fortnum...' Chloe luisterde glimlachend naar hem. 'Ja, en bruinbrood met boter zonder korst, alles watje lekker vindt, Chloe. Al die dingen waar je altijd zo dol op was.'
'Toch ook suiker, hè?' Ze genoot ervan. Ze hield van hem en ging steeds meer van hem houden, dat hield nooit op. Ze wist het. De vlam brandde vurig. 'Ik hoop dat je de goede soort hebt.' 'Ja hoor, die heb ik. Geen zoetmiddeltjes of van die rare bruine kristalsuiker, want daar krijgt je thee de verkeerde kleur van. Nee, klontjes, natuurlijk! Witte. Ook al is het niet goed voor je, dat kan me geen donder schelen. Ik ben Engelsman en mijn thee moet ook Engels zijn!'
Ze keken elkaar lang en diep in de ogen en liepen weer langzaam door het natte zand.
De branding speelde over hun blote voeten en ze rolden lachend hun broekspijpen op. Zeemeeuwen doken in volmaakte vliegformatie in de verte naar de golven. Het hondje joeg ze kwispelstaartend op, dartelend in de golfslag. De zee achter de branding was glad, als donkerblauw fluweel dat tegen de vleug in is gestreken. De namiddagzon deed de lichte branding fonkelen van goudkleurige reflecties. 'En is er ook nog honing bij de thee?' fluisterde ze. Josh sloeg zijn arm om Chloe's middel. Ze legde haar hoofd op zijn schouder en haar hand pakte de zijne en hield die stevig vast.