***

De dag na de begrafenis van Rosalinde werd  Emerald met treurige gevoelens wakker. Ze had Rosalinde altijd graag gemogen en hoewel ze een stuk in leeftijd scheelden, waren ze in het begin van de jaren zeventig goed bevriend met elkaar geweest. Emerald herinnerde zich die smoorhete zomer toen ze allebei in het Byblos Hotel in St.-Tropez verbleven. Emerald verkeerde in een fase tussen de ene echtgenoot en de volgende en ze was aan het bijkomen van filmopnamen in Spanje; in die tijd was ze niet alleen naar bed geweest met twee mannelijke tegenspelers, maar en passant ook met de cameraman die verantwoordelijk was voor de belichting, een handige zet waardoor ze de mooiste close-ups kreeg die een actrice zich maar kon wensen. Rosalinde was op jacht naar mannen, waarbij ze een keus maakte uit de tientallen gebruinde, knappe jonge kerels die de stranden, bistro's en disco's bevolkten en net als zij op zoek waren naar aangename tijdspassering. De beide dames hadden een mooie tijd gehad. Emeralds seksuele honger was wat bescheidener dan die van haar vriendin, maar als Rosalinde, opgewonden van het vrijen met het een of andere Franse stuk, haar over haar erotische avonturen vertelde, moest ze daar meestal vreselijk om lachen, vaak onder het nuttigen van croissants en café au lait op Emeralds balkonnetje dat uitzag op de Middellandse Zee.
Emerald was Rosalindes filmidool geweest toen ze nog in Mexico op school ging en ze vond het geweldig dat ze haar in Frankrijk elke dag bij zich had. Emerald vond het leuk een beetje de oudere zus over Rosalinde te spelen en ze gaf haar altijd wijze adviezen aan de ontbijttafel. 'Er is niets verkeerds aan dat je zo bezeten bent van mannen. Ik heb zelf ook van een paar gehouden, maar ik ben met ze getrouwd of ik leefde met hen samen. Je maakt de fout, lieve schat, dat je er een beetje te vrijpostig in bent.' 'Ja, ik weet het.' Er kwam een frons op Rosalindes knappe gezichtje. 'Ik weet hoe ze me soms noemen: het open Mexicaanse jachtgebied! Wat een belediging, hè? Schelden ze Errol Flynn of Warren Beatty soms ook uit? Die zijn net zo gek op vrouwen als ik op mannen. O! Kijk die daar eens!' Opeens boog Rosalinde zich over de karmozijnrode bougainvillea om naar een gebruinde jongeman te kijken die op de hoge plank van het hotelzwembad op en neer sprong. Hij had krachtig ontwikkelde spieren en een ontzag inboezemende bobbel in zijn zwembroek. 'Mmm... héél aardig. Wat vind je van 'm, Emerald?'
'Je hebt gelijk, dus waar wachtje nog op?' Emerald lachte. 'Dan zie ik je in de Tahiti voor de lunch.' Toen het zover was, had Rosalinde als gewoonlijk gekregen wat ze wilde. Ze was zesentwintig jaar, een schoonheid en een filmster die weinig temperamentvolle mannen konden weerstaan.
Emerald zuchtte toen ze weer aan die tijd terugdacht. Ze voelde zich bedroefd. En wanneer ze bedroefd was, waren er maar twee dingen die haar konden opmonteren: winkelen of een bezoek brengen aan 'Bekins Storage'. Ze belde haar goede oude vriend Sol die haar kwam afhalen, waarna ze naar een groot, lelijk gebouw aan Western Avenue reden. Emerald had hem wel eens over Bekins Storage verteld, maar hij was er nooit met haar geweest. De mensen die er werkten, kenden haar goed. 'Goedemiddag, mevrouw Barrymore,' zei de man van de receptie eerbiedig. 'Alles staat klaar voor u.' In een oude goederenlift gingen ze omhoog naar de derde verdieping en liepen door gangen waar kartonnen dozen, kratten en metalen kisten van allerlei afmetingen langs de muren stonden.
'Hier is het,' zei de bewaker die met hen was meegelopen, toen ze bij een grote deur met een hangslot erop kwamen. 'Kan ik weer gaan, mevrouw Barrymore?' Hij opende de deur. 'Ja, gaat u maar.'
De man maakte een beleefd buiginkje en ging heen. Sal kon zijn ogen niet geloven. In de ruimte stonden tientallen kartonnen kledingdozen. De deksels waren open en de inhoud glinsterde en fonkelde in het harde neonlicht. Het waren Emeralds kostuums, alle kledij die ze in haar speelfilms, maar ook daarbuiten had gedragen. Iedere doos was keurig van een etiket met opschrift voorzien. 'Is het niet grandioos, schat?' Emeralds gezicht straalde van een bijna religieuze extase. 'Zijn ze niet schitterend?' fluisterde ze, terwijl ze van doos naar doos ging en de kledingstukken van zijde, chiffon, satijn, gingang en alle mogelijke andere soorten stof liefkozend in haar handen nam.
Sol knikte verbijsterd. Emerald had hem weieens gezegd dat ze 'een paar dingen' had opgeslagen, maar de omvang van haar collectie was verbazingwekkend.
'Kijk eens, Sol! Van mijn eerste film!' zei ze opgewonden. Op de doos stond: 'Little Miss Marzipan, 1940. Columbia'. Bijna als in trance nam Emerald een paar van de met lovertjes versierde kinderjurkjes. 'Ik was toen zes,' zei ze zacht. 'Zes jaar...' Ze zuchtte diep. 'Kijk, hier ben ik met Melvyn Douglas en Paulette Goddard. Moetje zien, was ik niet aanbiddelijk?' Ze haalde een paar glansfoto's van de film uit een kartonnen map aan de binnenzijde van de doos en liet ze aan Sol zien. Emerald was inderdaad een schattig meisje geweest met goudblond krulhaar, mollige wangetjes met kuiltjes erin en een mondje als een cupidoboogje. Op de foto had ze het witte jurkje met lovertjes aan dat ze nu in haar strelende handen hield. In gedachten keerde ze meer dan veertig jaar terug toen ze keek naar de glimlachende gezichten van Melvyn Douglas en Paulette Goddard die de rollen van haar oom en tante hadden gespeeld.
'Ze wilden dat ik in die film een musicalsterretje was en dat gebeurde ook,' zei ze zacht. 'Ik zong en danste en niemand wilde geloven dat ik pas zes jaar was! Er waren mensen die ervan overtuigd waren dat ik een vijfentwintigjarige dwerg moest zijn. Stel je eens voor, Sol!' Ze lachte hardop. Sol keek naar haar en opeens zag hij het lieve kleine meisje Emerald voor zich dat ze was geweest. 'Paulette Goddard was altijd zo fantastisch voor me,' fluisterde Emerald. 'Ze liet me zien hoe ik oogschaduw en rouge moest opbrengen en ik mocht altijd haar parfum gebruiken. Een heel sterke en sexy geur. Het heette "Je reviens" en ze liet er altijd een heleboel flessen van uit Parijs komen. Ze heeft me eens een klein flesje voor mezelf gegeven.'
'En heb je dat flesje nog?' vroeg Sol, zijn gewoonlijk spontane en drukke Newyorkse manier van doen een beetje intomend, onder de indruk van deze hem onbekende Emerald.
'Natuurlijk!' Haar groene ogen glansden. 'Kom maar even mee.' Ze ging hem voor naar een aangrenzend vertrek waar het volstond met kleinere dozen, ook allemaal van etiketten voorzien. Ze opende de eerste doos waarin poppen, teddybeertjes en tapdansschoentjes zaten. 'Kijk eens?' Triomfantelijk pakte ze een klein blauw flesje, waar nu niets meer in zat. Ze rook eraan en haalde diep adem. 'Ja, ik kan het nog ruiken. Dit was "Je reviens". Ik heb dat parfum nog tien jaar na die tijd gebruikt. Paulette Goddard was altijd zo aardig voor me. Ik was heel erg gek op haar.' Ze liepen weer terug naar de kostuumkamer en Emerald zocht een doos met het opschrift: lDaisy Did It, Fox, 1951'. Er kwamen jurken uit met crinoline, zoals die in die tijd door tot balkoningin gekozen schoolmeisjes werden gedragen. 'Janet Leigh en ik waren hierin de sterren.' Ze maakte de kartonnen map zorgvuldig open. 'Moetje kijken wat een foto's! Dat klopt ook, want in 1951 kwamen we minstens drie keer op de omslag van de fantijdschriften te staan. Kijk toch eens, Sol, moetje zien! Alle tienermeisjes in Amerika wilden er uitzien zoals wij!'
Sol keek naar de twee blonde meisjes in shorts en op gymschoenen op het winderige strand en naar nog een foto waarop ze in strapless avondjurk naast een jonge Robert Stack stonden. 'En kijk eens, ik stond zelfs op het omslag van Life.' Ze liet hem een zwart-witfoto zien van een zorgeloos lachende jonge Emerald in een wit, tweedelig badpakje neerknielend op het strand, haar hoofd achterovergebogen, haar blonde haar wapperend in de wind. 'Hier is er nog een. Deze was voor het blad Look. Het was heel moeilijk om op het omslag daarvan te komen. Milton Greene heeft deze foto gemaakt.' Een ernstige jonge Emerald die met een pruilend mondje nadenkend in de lens keek. Ze droeg een ingetogen, hooggesloten blouse en een brede leren ceintuur die de indruk wekte of je haar middel met twee handen kon omspannen. 'Maar wat moetje in 's hemelsnaam met al die spullen, Emerald?' vroeg Sol verbaasd. Hij had een eenvoudige smaak en maakte deel uit van de wegwerp-generatie: als je iets niet meer gebruikt, dan weg ermee. Hij vond het merkwaardig dat Emerald al dit soort dingen had bewaard. 'Het is rommel, schat.'
'Rommel? Dit is geen rommel! Je bent niet goed wijs, Sol! Dit is Hollywoodse geschiedenis! Zulke dingen heeft geen mens meer, niemand! Noem ze maar op: Mary Pickford, Gloria Swanson, Greta Garbo, Joan Crawford, Liz Taylor, Lana Turner... geen van die actrices heeft ooit iets bewaard. Ze hadden geen van allen voldoende aandacht voor dit facet van ons mooie vak om je kleren en je accessoires voor het nageslacht te bewaren. Besef je wel wat dit voor filmhistorici over honderd jaar betekent, Sol?'
Hij knikte om haar niet nog bozer te maken. Hij kon niet begrijpen wat er zo boeiend was aan een verzameling ouderwets geworden dameskleding en oude foto's uit speelfilms voor tijdschriftomslagen. Wie wilde die rommel in huis hebben?
'Kijk eens, Sol, 1962. Toen maakte ik Les Amies de Montmartre in Parijs. Het was mijn eerste Franse film, met Alain Delon. Hij was toen natuurlijk nog onbekend. Ik was de ster. De grootste ster die Frankrijk toen had! Was ik niet prachtig, toen?' 'Dat ben je nog steeds, schat.' Sol staarde gefascineerd naar een exemplaar van Paris Match uit 1960, waarop Emerald met ongekamd platinakleurig haar en lange witte laarzen bij een ultra-mini- rokje en visnetkousen over de leuning van de Pont-Neuf over de Seine boog. Naast haar stond een donkerharige, knappe jongeman met een expressief gezicht die Sol herkende als een jeugdige Alain Delon.
'In die film speelde ik een Engelse popster,' lachte Emerald. 'Moet je zien wat ik toen aan had. In Carnaby Street en op King's Road in Londen gekocht. In Parijs hadden ze zoiets nog niet gezien, want zulke korte minirokken droegen ze in heel Frankrijk niet. Kijk maar.' Ze nam een hanger uit de doos met een stuk of acht heel kleine rokjes van leer, vilt en spijkergoed. Ze waren hooguit dertig centimeter lang en in elk rokje zat nauwelijks een halve meter stof. 'Nou, nou, droeg jij die dingen?' Sol slikte. Tedere keer als je je benen over elkaar sloeg, keken ze in je poesje.'
'Ach nee, natuurlijk niet, ik had er toch een bijbehorend broekje bij aan. Kijk maar.' Onder ieder rokje hing een broekje van dezelfde kleur. 'En daarbij van die torenhoge witte laarzen van Courrèges. Ik zag eruit als een tienermeisje, hoewel ik al bijna dertig was. Zie je wel?' Ze stopte een stapeltje zwart-wit-vergrotingen in zijn hand. 'Londen en Parijs in de swinging sixties. Jezus, wat hebben we een lol gehad.'
Hij keek naar Emerald samen met Brigitte Bardot op de kade van St.-Tropez. Ze droegen zulke korte rokjes dat hun ongetwijfeld gebruinde billen bijna te zien waren. Een smachtend kijkende Emerald met Belmondo op een caféterrasje aan de linkeroever van de Seine, waarop ze een lange blonde pony had en een Franse baret droeg. En daar was Emerald in Londen, met Mick en Bianca, en met John Lennon bij een optreden van Bob Dylan, allebei met een platte zwarte pet en een opoebrilletje. Verder met Michael Caine en Terence Stamp en met het befaamdste model van Engeland, Jean Shrimpton, aan de dis in de Club del Aretusa. Ze zagen er allemaal nog zo jong en vitaal uit, en zo vrolijk. 'De jaren zestig...' verzuchtte Emerald vertederd. 'Het was de mooiste maar ook de rotste tijd voor me.' Ze nam weer een stapeltje foto's.
'Dat ben ik met mijn lord,' lachte ze. Ze toonde hem een officiële trouwfoto in zwart-wit. 'Lord Litchfield heeft de foto's gemaakt. Prinses Margaret was er en de hertogin van Argyll en de hertog van Westminster waren er ook. De hele Engelse aristocratie, de crème de la crème van Engeland gaf acte de présence. Het was in St.-Mary's Church in Mayfair. Ik ben toch wel minstens twee öf driejaar lady Haverstock geweest!'
Ze lachten allebei. Emerald maakte altijd grapjes over haar vele huwelijken, waar ze toch steeds weer vol opwinding en met de beste verwachtingen naar toe had geleefd. Ze begon altijd als een toegewijde en plichtsgetrouwe echtgenote, tot dat leven uiteindelijk niet helemaal bleek te zijn wat ze ervan verwacht had en haar echtgenoot ook maar een gewoon mens bleek te zijn. Met uitzondering van haar huwelijksleven met O'Herlihy hadden al haar zes huwelijken nooit .langer dan driejaar standgehouden, maar optimistisch als ze altijd was geweest, ging ze iedere keer weer als blozend bruidje naar het altaar.
'Ben je in de jaren zeventig twéé keer getrouwd geweest?' wilde Sol weten.
'Ja hoor. Eerst .met die Engelse lord en daarna met mijn Italiaanse graaf, de conté, of "de kont" zoals mijn vrienden hem noemden.' Glimlachend dook Emerald in een doos van het jaar 1971 met kledingstukken vol kant en bloem versiersels, met wijde, wapperende mouwen en folkloristische borduursels. 'In 1971 werd ik contessa Calimari. Dat duurde ruim zeven betoverende maanden. De meeste tijd lag ik in de zon in Franco's marmeren villa op Ibiza, terwijl hij achter de jonge jongens aanzat. En wanneer ik zeg jong, dan bedoel ik dat ook, begrijp je wel. Hij was met me getrouwd als fagade voor de buitenwereld. Want laten we wel wezen, een Amerikaanse seksgodin van het witte doek is een ideale dekmantel voor een geheide Italiaanse homo. Het huwelijk werd ongedaan gemaakt. Door de paus, natuurlijk.'
'Vanzelfsprekend,' zei Sol, 'door wie anders.' 'Sol, hoor eens?' 'Ja, schat?'
'Ik weet niet waarom ik dit eigenlijk doe. Ik ben hier nog nooit met iemand geweest. Misschien vind je het raar, maar eh...' Haar stem sloeg over, maar ze beheerste zich. 'Het is alles wat ik hèb, weetje.' 'Maar je hebt mij toch, lieverd? Als je me tenminste wilt,' zei Sol, die niet zou aarzelen meteen weer met haar te trouwen als ze ja zei. 'Nee, Sol. Je bent heel lief, maar dit hier, al die dozen met mijn spullen, die maken mijn echte bestaan uit. Die dingen hebben voor mij meer reële betekenis dan alle mannen en huwelijken die ik heb gehad. Hier zie je de échte Emerald Barrymore. Dit pakhuis is mijn leven en daar woon ik.' Ze ging op een doos zitten en barstte in hevig snikken uit.
Sol voelde zich hulpeloos. Ze had hem nooit zo in vertrouwen genomen. Emerald Barrymore, meer dan veertig jaar vorstin van het witte doek, verschilde in feite geen cent van iedere andere vrouw van haar leeftijd. Hij wist niet goed wat hij moest doen. Tot dusver waren hun huwelijk en echtscheiding gebaseerd geweest op goede vriendschap, lichamelijke aantrekkingskracht en gemakkelijke beschikbaarheid voor elkaar. Emerald had dikwijls een goede metgezel nodig gehad. Ze vond het prettig om uit te gaan, maar niet met een homofiele vriend als gezelschap. Voor Sol leek een droom werkelijkheid te worden toen hij eindelijk persoonlijk kennismaakte met de schoonheid van wie hij een foto aan zijn kastje boven zijn soldatenbed had geplakt toen hij in Korea diende. Maar voor haar had deze droom nog veel korter geduurd dan haar andere huwelijken. Ze had zijn trouwring met smaragd en diamant van Van Cleef & Arpels slechts drie maanden gedragen. Maar goddank waren ze nog altijd vrienden. Nu kon hij als stevige schouder fungeren waarop ze kon uithuilen.
En dat deed ze. 'Als ik maar kinderen had kunnen krijgen,' snikte ze. De mascara liep in blauwe stroompjes langs haar wangen. 'Sol, ik had meer dan wat ook ter wereld kinderen willen hebben, toen ik dertig was.'
'Wat is er dan gebeurd?' vroeg hij, strelend over haar mooie, platinakleurige haar dat grijsachtig bruin was aan de wortels. 'Tussen de abortussen door stelde de studio me als eis dat ik aan die verdomde pil moest. Jaren achtereen ben ik aan die rotpil geweest, Sol, daardoor kwam het. Ik stopte ermee toen ik met mijn lord trouwde. Ik wilde hem zo graag een erfgenaam geven, een kind om met het zoontje van prinses Margaret te spelen terwijl ze samen opgroeiden.' Ze depte haar vochtige wimpers met een kanten zakdoekje. Sol kende geen enkele actrice die nog met kanten zakdoekjes rondliep. 'Ja, vertel eens verder, schat.'
'In twee jaar tijd ben ik driemaal van hem in verwachting geweest. Bij iedere zwangerschap lag ik plat op mijn rug, alsmaar hopend dat het nu toch een keer zou lukken, maar nee hoor, telkens ging het mis. Uiteindelijk stelde zijn mama een ultimatum: als Emerald geen kind kan krijgen, dan stuur je haar maar de laan uit. Haar zoon moest nu eenmaal een erfgenaam hebben. Nou, in ieder geval verveelde ik me toch al dood bij dat Engelse paardenvolk, maar het stemde me wel treurig, Sol. Heel erg treurig.' Ze snoot haar neus hard in het kanten zakdoekje.
'En toen?' vroeg Sol. Hij kon nauwelijks geloven wat ze hem vertelde. Tijdens hun huwelijk had ze hem nooit zo in vertrouwen genomen.
'O, toen heb ik maar een paar honden gekocht!' Ze lachte hees. 'Ik had mijn honden en ik ging met Jan en alleman naar bed. Ik werd telkens verliefd en dan verloofde ik me weer. En ik bleef maar zwanger worden en elk kind weer verliezen, tot mijn gynaecoloog me op de dag voor mijn veertigste verjaardag vertelde - ik was toen in tien jaar tijd elf keer zwanger geweest - dat ik nooit een kind zou kunnen krijgen en dat ik mezelf niet langer voor de gek moest houden. Veertig was trouwens toch te oud.' 'Onzin,' zei Sol vriendelijk.
'Te oud om nog moeder te worden!' zei Emerald verbitterd. Tedere keer als ik zwanger werd, was ik een overjarige aanstaande moeder van haar eersteling. Leuk, hè? Een overjarig aanstaand moedertje van d'r eerste! Bah! Dus toen heb ik het binnenwerk maar weggedaan.'
'Binnenwerk? Wat voor binnenwerk?' Sol snapte er niets van. 'Het binnenwerk van een vrouw, lieve schat! De eierstokken. Waar je als vrouw twaalf of dertien keer per jaar chagrijnig en onberekenbaar van wordt en dat altijd uitgerekend op het verkeerde moment, wanneer je bijvoorbeeld aan een banket bij de ambassadeur zit of weet ik veel waar en de gastheer is homofiel, dus dan weet je al dat je in zijn badkamer geen tampons kunt vinden, alleen vaseline en bananeolie.' Ze glimlachte triest. 'Vanaf dat moment was het eigenlijk ook met mijn filmloopbaan gebeurd. Misschien heeft mijn gynaecoloog heel Hollywood verteld dat ik geen "echte" vrouw meer was.' Haar stem werd gemelijk. 'Dus kwamen er geen aanbiedingen meer voor arme kleine Emerald. Maar ik moest wel mijn alom befaamde stand ophouden, dus toen ben ik pornofilms gaan doen.'
'Kom kom, het waren geen pornofilms, Emerald! Het waren prachtige, kunstzinnige films, dat weetje heel goed.' 'Voor jou, ja. Maar voor mij waren het pornofilms.' 'Je liet je tieten zien. Is dat zo erg?' argumenteerde hij. 'Mijn kont ook.'
'Mankeert niets aan, schat!' zei hij, er liefhebbend in knijpend, terwijl hij zich afvroeg of ze hem misschien een vlugge wip tussen de toneeljurken wilde laten maken. 'Dat zijn toch geweldige foto's, vind je niet, Sol?' 'O ja, schat, geweldig.' Evenals ontelbare andere mannen kon hij zich haar opmerkelijke houding voor de bijzonder serieuze, maar niettemin erotische Italiaanse film L 'innamorata levendig herinneren.
'Kijk, dat is hem, Sol. Alweer vijfjaar geleden. Vind je dat ik veranderd ben?'
Ze hield een flinke kleurenfoto uit L'innamorata voor hem omhoog. Emerald had de pet van een ss-officier koket schuin op haar kortgeknipte blonde krullen gezet en ze droeg een zwart ss-uniform, waarvan het opengeknoopte jasje haar niet al te grote, maar perfecte boezem toonde. Het was een sensationele foto, temeer omdat Emerald toen al drieënveertig jaar was geweest. De foto had op de omslagen van People en Newsweek gestaan en was de aanzet geweest voor veel nieuwe filmcontracten, voornamelijk spelend in Spanje, Duitsland en Frankrijk.
'Nu begrijp je ook wel waarom ik die rol in Saga moet doen, Sol. Ik heb ooit gezworen dat ik nooit iets voor de televisie zou spelen. Ik heb het op mijn moeders graf gezworen, maar mijn tijd gaat snel voorbij en het enige wat ik nog heb zijn mijn gezicht, mijn lichaam en mijn roem.'
'Je bent nog altijd een schoonheid, schat,' troostte Sol. 'Ik heb nog op de kop af tweehonderdvijftigduizend dollar op de bank en als ik drastisch bezuinig en het een beetje slim aanleg, kan ik daar een klein jaar van rondkomen. Dan heb ik het huis in het bergland...'
'Dat is toch gauw een paar miljoen waard,' zei Sol. 'Zeker wel.' 'Eén misschien, maximaal. Verder heb ik bont bij de vleet en scheepsladingen prachtige juwelen; als ik die verkoop, kan ik misschien nog een jaartje verder, maar wat dan? Wat moet ik dan, Sol? Wat moet Emerald Barrymore doen om het nog een keer te maken?'
'Weer met mij trouwen, schat. Doe dat maar.' 'Nee, dat kan ik niet. Het spijt me, lieverd, maar ik hou niet genoeg van je. Je bent een schat, hoor, best grappig en heel lief, maar ik moet er wel het nodige vuur bij voelen. Voor mij moest er altijd hartstocht aan te pas komen en ik kan nu eenmaal niet huichelen. Dat weet je, en op dat punt kan ik gewoon niet toneelspelen.' Tussen de tastbare herinneringen aan Emeralds veertigjarige filmcarrière keken ze elkaar bedroefd aan. 'Nu weet je waarom ik die rol móét hebben, Sol. Ze pakte zijn hand. 'Ik ben veertig jaar lang actrice geweest. Ik weet niet wat ik anders zou moeten. Ik wil die rol. Ik wil dat ik in mijn eigen kringen in deze stad wordt geaccepteerd. Ik wil weer net als vroeger het geld, de roem en de foto's op de tijdschriftomslagen, Sol. Als me dat niet lukt, lig ik voor altijd op de schroothoop. Ik ben te moe en te oud...' 'Nee, schat, dat ben je niet.'
Ze liet hem niet verder praten. 'Als ik iets door en door ken, is het Hollywood. Ja, voor het grote publiek ben ik nog altijd een grote ster, maar iedereen in het vak, iedere vervloekte producent en impresario in deze hele gore rotstad weet dat mijn tijd voorbij is, Sol, en daar laat ik het verdomme niet bij zitten! Ik zal die rol van Miranda spelen, al ga ik er finaal aan kapot! Ik zal alles wat in mijn vermogen ligt in het werk stellen om weer een echte grote ster te worden! Iets anders accepteer ik gewoon niet.' Hij knikte triest. Wat ze zei, was volkomen waar. 'Laten we hier zo gauw mogelijk vandaan gaan, schat,' zei hij.