***
De dag na de begrafenis van Rosalinde werd Emerald met
treurige gevoelens wakker. Ze had Rosalinde altijd graag gemogen en
hoewel ze een stuk in leeftijd scheelden, waren ze in het begin van
de jaren zeventig goed bevriend met elkaar geweest. Emerald
herinnerde zich die smoorhete zomer toen ze allebei in het Byblos
Hotel in St.-Tropez verbleven. Emerald verkeerde in een fase tussen
de ene echtgenoot en de volgende en ze was aan het bijkomen van
filmopnamen in Spanje; in die tijd was ze niet alleen naar bed
geweest met twee mannelijke tegenspelers, maar en passant ook met
de cameraman die verantwoordelijk was voor de belichting, een
handige zet waardoor ze de mooiste close-ups kreeg die een actrice
zich maar kon wensen. Rosalinde was op jacht naar mannen, waarbij
ze een keus maakte uit de tientallen gebruinde, knappe jonge kerels
die de stranden, bistro's en disco's bevolkten en net als zij op
zoek waren naar aangename tijdspassering. De beide dames hadden een
mooie tijd gehad. Emeralds seksuele honger was wat bescheidener dan
die van haar vriendin, maar als Rosalinde, opgewonden van het
vrijen met het een of andere Franse stuk, haar over haar erotische
avonturen vertelde, moest ze daar meestal vreselijk om lachen, vaak
onder het nuttigen van croissants en café au lait op Emeralds
balkonnetje dat uitzag op de Middellandse Zee.
Emerald was Rosalindes filmidool geweest toen ze nog in Mexico
op school ging en ze vond het geweldig dat ze haar in Frankrijk
elke dag bij zich had. Emerald vond het leuk een beetje de oudere
zus over Rosalinde te spelen en ze gaf haar altijd wijze adviezen
aan de ontbijttafel. 'Er is niets verkeerds aan dat je zo bezeten
bent van mannen. Ik heb zelf ook van een paar gehouden, maar ik ben
met ze getrouwd of ik leefde met hen samen. Je maakt de fout, lieve
schat, dat je er een beetje te vrijpostig in bent.' 'Ja, ik weet
het.' Er kwam een frons op Rosalindes knappe gezichtje. 'Ik weet
hoe ze me soms noemen: het open Mexicaanse jachtgebied! Wat een
belediging, hè? Schelden ze Errol Flynn of Warren Beatty soms ook
uit? Die zijn net zo gek op vrouwen als ik op mannen. O! Kijk die
daar eens!' Opeens boog Rosalinde zich over de karmozijnrode
bougainvillea om naar een gebruinde jongeman te kijken die op de
hoge plank van het hotelzwembad op en neer sprong. Hij had krachtig
ontwikkelde spieren en een ontzag inboezemende bobbel in zijn
zwembroek. 'Mmm... héél aardig. Wat vind je van 'm, Emerald?'
'Je hebt gelijk, dus waar wachtje nog op?' Emerald lachte.
'Dan zie ik je in de Tahiti voor de lunch.' Toen het zover was, had
Rosalinde als gewoonlijk gekregen wat ze wilde. Ze was zesentwintig
jaar, een schoonheid en een filmster die weinig temperamentvolle
mannen konden weerstaan.
Emerald zuchtte toen ze weer aan die tijd terugdacht. Ze
voelde zich bedroefd. En wanneer ze bedroefd was, waren er maar
twee dingen die haar konden opmonteren: winkelen of een bezoek
brengen aan 'Bekins Storage'. Ze belde haar goede oude vriend Sol
die haar kwam afhalen, waarna ze naar een groot, lelijk gebouw aan
Western Avenue reden. Emerald had hem wel eens over Bekins Storage
verteld, maar hij was er nooit met haar geweest. De mensen die er
werkten, kenden haar goed. 'Goedemiddag, mevrouw Barrymore,' zei de
man van de receptie eerbiedig. 'Alles staat klaar voor u.' In een
oude goederenlift gingen ze omhoog naar de derde verdieping en
liepen door gangen waar kartonnen dozen, kratten en metalen kisten
van allerlei afmetingen langs de muren stonden.
'Hier is het,' zei de bewaker die met hen was meegelopen, toen
ze bij een grote deur met een hangslot erop kwamen. 'Kan ik weer
gaan, mevrouw Barrymore?' Hij opende de deur. 'Ja, gaat u
maar.'
De man maakte een beleefd buiginkje en ging heen. Sal kon zijn
ogen niet geloven. In de ruimte stonden tientallen kartonnen
kledingdozen. De deksels waren open en de inhoud glinsterde en
fonkelde in het harde neonlicht. Het waren Emeralds kostuums, alle
kledij die ze in haar speelfilms, maar ook daarbuiten had gedragen.
Iedere doos was keurig van een etiket met opschrift voorzien. 'Is
het niet grandioos, schat?' Emeralds gezicht straalde van een bijna
religieuze extase. 'Zijn ze niet schitterend?' fluisterde ze,
terwijl ze van doos naar doos ging en de kledingstukken van zijde,
chiffon, satijn, gingang en alle mogelijke andere soorten stof
liefkozend in haar handen nam.
Sol knikte verbijsterd. Emerald had hem weieens gezegd dat ze
'een paar dingen' had opgeslagen, maar de omvang van haar collectie
was verbazingwekkend.
'Kijk eens, Sol! Van mijn eerste film!' zei ze opgewonden. Op
de doos stond: 'Little Miss Marzipan, 1940. Columbia'. Bijna als in
trance nam Emerald een paar van de met lovertjes versierde
kinderjurkjes. 'Ik was toen zes,' zei ze zacht. 'Zes jaar...' Ze
zuchtte diep. 'Kijk, hier ben ik met Melvyn Douglas en Paulette
Goddard. Moetje zien, was ik niet aanbiddelijk?' Ze haalde een paar
glansfoto's van de film uit een kartonnen map aan de binnenzijde
van de doos en liet ze aan Sol zien. Emerald was inderdaad een
schattig meisje geweest met goudblond krulhaar, mollige wangetjes
met kuiltjes erin en een mondje als een cupidoboogje. Op de foto
had ze het witte jurkje met lovertjes aan dat ze nu in haar
strelende handen hield. In gedachten keerde ze meer dan veertig
jaar terug toen ze keek naar de glimlachende gezichten van Melvyn
Douglas en Paulette Goddard die de rollen van haar oom en tante
hadden gespeeld.
'Ze wilden dat ik in die film een musicalsterretje was en dat
gebeurde ook,' zei ze zacht. 'Ik zong en danste en niemand wilde
geloven dat ik pas zes jaar was! Er waren mensen die ervan
overtuigd waren dat ik een vijfentwintigjarige dwerg moest zijn.
Stel je eens voor, Sol!' Ze lachte hardop. Sol keek naar haar en
opeens zag hij het lieve kleine meisje Emerald voor zich dat ze was
geweest. 'Paulette Goddard was altijd zo fantastisch voor me,'
fluisterde Emerald. 'Ze liet me zien hoe ik oogschaduw en rouge
moest opbrengen en ik mocht altijd haar parfum gebruiken. Een heel
sterke en sexy geur. Het heette "Je reviens" en ze liet er altijd
een heleboel flessen van uit Parijs komen. Ze heeft me eens een
klein flesje voor mezelf gegeven.'
'En heb je dat flesje nog?' vroeg Sol, zijn gewoonlijk
spontane en drukke Newyorkse manier van doen een beetje intomend,
onder de indruk van deze hem onbekende Emerald.
'Natuurlijk!' Haar groene ogen glansden. 'Kom maar even mee.'
Ze ging hem voor naar een aangrenzend vertrek waar het volstond met
kleinere dozen, ook allemaal van etiketten voorzien. Ze opende de
eerste doos waarin poppen, teddybeertjes en tapdansschoentjes
zaten. 'Kijk eens?' Triomfantelijk pakte ze een klein blauw flesje,
waar nu niets meer in zat. Ze rook eraan en haalde diep adem. 'Ja,
ik kan het nog ruiken. Dit was "Je reviens". Ik heb dat parfum nog
tien jaar na die tijd gebruikt. Paulette Goddard was altijd zo
aardig voor me. Ik was heel erg gek op haar.' Ze liepen weer terug
naar de kostuumkamer en Emerald zocht een doos met het opschrift:
lDaisy Did It, Fox, 1951'. Er kwamen jurken uit met crinoline,
zoals die in die tijd door tot balkoningin gekozen schoolmeisjes
werden gedragen. 'Janet Leigh en ik waren hierin de sterren.' Ze
maakte de kartonnen map zorgvuldig open. 'Moetje kijken wat een
foto's! Dat klopt ook, want in 1951 kwamen we minstens drie keer op
de omslag van de fantijdschriften te staan. Kijk toch eens, Sol,
moetje zien! Alle tienermeisjes in Amerika wilden er uitzien zoals
wij!'
Sol keek naar de twee blonde meisjes in shorts en op
gymschoenen op het winderige strand en naar nog een foto waarop ze
in strapless avondjurk naast een jonge Robert Stack stonden. 'En
kijk eens, ik stond zelfs op het omslag van Life.' Ze liet hem een
zwart-witfoto zien van een zorgeloos lachende jonge Emerald in een
wit, tweedelig badpakje neerknielend op het strand, haar hoofd
achterovergebogen, haar blonde haar wapperend in de wind. 'Hier is
er nog een. Deze was voor het blad Look. Het was heel moeilijk om
op het omslag daarvan te komen. Milton Greene heeft deze foto
gemaakt.' Een ernstige jonge Emerald die met een pruilend mondje
nadenkend in de lens keek. Ze droeg een ingetogen, hooggesloten
blouse en een brede leren ceintuur die de indruk wekte of je haar
middel met twee handen kon omspannen. 'Maar wat moetje in 's
hemelsnaam met al die spullen, Emerald?' vroeg Sol verbaasd. Hij
had een eenvoudige smaak en maakte deel uit van de
wegwerp-generatie: als je iets niet meer gebruikt, dan weg ermee.
Hij vond het merkwaardig dat Emerald al dit soort dingen had
bewaard. 'Het is rommel, schat.'
'Rommel? Dit is geen rommel! Je bent niet goed wijs, Sol! Dit
is Hollywoodse geschiedenis! Zulke dingen heeft geen mens meer,
niemand! Noem ze maar op: Mary Pickford, Gloria Swanson, Greta
Garbo, Joan Crawford, Liz Taylor, Lana Turner... geen van die
actrices heeft ooit iets bewaard. Ze hadden geen van allen
voldoende aandacht voor dit facet van ons mooie vak om je kleren en
je accessoires voor het nageslacht te bewaren. Besef je wel wat dit
voor filmhistorici over honderd jaar betekent, Sol?'
Hij knikte om haar niet nog bozer te maken. Hij kon niet
begrijpen wat er zo boeiend was aan een verzameling ouderwets
geworden dameskleding en oude foto's uit speelfilms voor
tijdschriftomslagen. Wie wilde die rommel in huis hebben?
'Kijk eens, Sol, 1962. Toen maakte ik Les Amies de Montmartre
in Parijs. Het was mijn eerste Franse film, met Alain Delon. Hij
was toen natuurlijk nog onbekend. Ik was de ster. De grootste ster
die Frankrijk toen had! Was ik niet prachtig, toen?' 'Dat ben je
nog steeds, schat.' Sol staarde gefascineerd naar een exemplaar van
Paris Match uit 1960, waarop Emerald met ongekamd platinakleurig
haar en lange witte laarzen bij een ultra-mini- rokje en
visnetkousen over de leuning van de Pont-Neuf over de Seine boog.
Naast haar stond een donkerharige, knappe jongeman met een
expressief gezicht die Sol herkende als een jeugdige Alain
Delon.
'In die film speelde ik een Engelse popster,' lachte Emerald.
'Moet je zien wat ik toen aan had. In Carnaby Street en op King's
Road in Londen gekocht. In Parijs hadden ze zoiets nog niet gezien,
want zulke korte minirokken droegen ze in heel Frankrijk niet. Kijk
maar.' Ze nam een hanger uit de doos met een stuk of acht heel
kleine rokjes van leer, vilt en spijkergoed. Ze waren hooguit
dertig centimeter lang en in elk rokje zat nauwelijks een halve
meter stof. 'Nou, nou, droeg jij die dingen?' Sol slikte. Tedere
keer als je je benen over elkaar sloeg, keken ze in je
poesje.'
'Ach nee, natuurlijk niet, ik had er toch een bijbehorend
broekje bij aan. Kijk maar.' Onder ieder rokje hing een broekje van
dezelfde kleur. 'En daarbij van die torenhoge witte laarzen van
Courrèges. Ik zag eruit als een tienermeisje, hoewel ik al bijna
dertig was. Zie je wel?' Ze stopte een stapeltje
zwart-wit-vergrotingen in zijn hand. 'Londen en Parijs in de
swinging sixties. Jezus, wat hebben we een lol gehad.'
Hij keek naar Emerald samen met Brigitte Bardot op de kade van
St.-Tropez. Ze droegen zulke korte rokjes dat hun ongetwijfeld
gebruinde billen bijna te zien waren. Een smachtend kijkende
Emerald met Belmondo op een caféterrasje aan de linkeroever van de
Seine, waarop ze een lange blonde pony had en een Franse baret
droeg. En daar was Emerald in Londen, met Mick en Bianca, en met
John Lennon bij een optreden van Bob Dylan, allebei met een platte
zwarte pet en een opoebrilletje. Verder met Michael Caine en
Terence Stamp en met het befaamdste model van Engeland, Jean
Shrimpton, aan de dis in de Club del Aretusa. Ze zagen er allemaal
nog zo jong en vitaal uit, en zo vrolijk. 'De jaren zestig...'
verzuchtte Emerald vertederd. 'Het was de mooiste maar ook de
rotste tijd voor me.' Ze nam weer een stapeltje foto's.
'Dat ben ik met mijn lord,' lachte ze. Ze toonde hem een
officiële trouwfoto in zwart-wit. 'Lord Litchfield heeft de foto's
gemaakt. Prinses Margaret was er en de hertogin van Argyll en de
hertog van Westminster waren er ook. De hele Engelse aristocratie,
de crème de la crème van Engeland gaf acte de présence. Het was in
St.-Mary's Church in Mayfair. Ik ben toch wel minstens twee öf
driejaar lady Haverstock geweest!'
Ze lachten allebei. Emerald maakte altijd grapjes over haar
vele huwelijken, waar ze toch steeds weer vol opwinding en met de
beste verwachtingen naar toe had geleefd. Ze begon altijd als een
toegewijde en plichtsgetrouwe echtgenote, tot dat leven
uiteindelijk niet helemaal bleek te zijn wat ze ervan verwacht had
en haar echtgenoot ook maar een gewoon mens bleek te zijn. Met
uitzondering van haar huwelijksleven met O'Herlihy hadden al haar
zes huwelijken nooit .langer dan driejaar standgehouden, maar
optimistisch als ze altijd was geweest, ging ze iedere keer weer
als blozend bruidje naar het altaar.
'Ben je in de jaren zeventig twéé keer getrouwd geweest?'
wilde Sol weten.
'Ja hoor. Eerst .met die Engelse lord en daarna met mijn
Italiaanse graaf, de conté, of "de kont" zoals mijn vrienden hem
noemden.' Glimlachend dook Emerald in een doos van het jaar 1971
met kledingstukken vol kant en bloem versiersels, met wijde,
wapperende mouwen en folkloristische borduursels. 'In 1971 werd ik
contessa Calimari. Dat duurde ruim zeven betoverende maanden. De
meeste tijd lag ik in de zon in Franco's marmeren villa op Ibiza,
terwijl hij achter de jonge jongens aanzat. En wanneer ik zeg jong,
dan bedoel ik dat ook, begrijp je wel. Hij was met me getrouwd als
fagade voor de buitenwereld. Want laten we wel wezen, een
Amerikaanse seksgodin van het witte doek is een ideale dekmantel
voor een geheide Italiaanse homo. Het huwelijk werd ongedaan
gemaakt. Door de paus, natuurlijk.'
'Vanzelfsprekend,' zei Sol, 'door wie anders.' 'Sol, hoor
eens?' 'Ja, schat?'
'Ik weet niet waarom ik dit eigenlijk doe. Ik ben hier nog
nooit met iemand geweest. Misschien vind je het raar, maar eh...'
Haar stem sloeg over, maar ze beheerste zich. 'Het is alles wat ik
hèb, weetje.' 'Maar je hebt mij toch, lieverd? Als je me tenminste
wilt,' zei Sol, die niet zou aarzelen meteen weer met haar te
trouwen als ze ja zei. 'Nee, Sol. Je bent heel lief, maar dit hier,
al die dozen met mijn spullen, die maken mijn echte bestaan uit.
Die dingen hebben voor mij meer reële betekenis dan alle mannen en
huwelijken die ik heb gehad. Hier zie je de échte Emerald
Barrymore. Dit pakhuis is mijn leven en daar woon ik.' Ze ging op
een doos zitten en barstte in hevig snikken uit.
Sol voelde zich hulpeloos. Ze had hem nooit zo in vertrouwen
genomen. Emerald Barrymore, meer dan veertig jaar vorstin van het
witte doek, verschilde in feite geen cent van iedere andere vrouw
van haar leeftijd. Hij wist niet goed wat hij moest doen. Tot
dusver waren hun huwelijk en echtscheiding gebaseerd geweest op
goede vriendschap, lichamelijke aantrekkingskracht en gemakkelijke
beschikbaarheid voor elkaar. Emerald had dikwijls een goede
metgezel nodig gehad. Ze vond het prettig om uit te gaan, maar niet
met een homofiele vriend als gezelschap. Voor Sol leek een droom
werkelijkheid te worden toen hij eindelijk persoonlijk kennismaakte
met de schoonheid van wie hij een foto aan zijn kastje boven zijn
soldatenbed had geplakt toen hij in Korea diende. Maar voor haar
had deze droom nog veel korter geduurd dan haar andere huwelijken.
Ze had zijn trouwring met smaragd en diamant van Van Cleef &
Arpels slechts drie maanden gedragen. Maar goddank waren ze nog
altijd vrienden. Nu kon hij als stevige schouder fungeren waarop ze
kon uithuilen.
En dat deed ze. 'Als ik maar kinderen had kunnen krijgen,'
snikte ze. De mascara liep in blauwe stroompjes langs haar wangen.
'Sol, ik had meer dan wat ook ter wereld kinderen willen hebben,
toen ik dertig was.'
'Wat is er dan gebeurd?' vroeg hij, strelend over haar mooie,
platinakleurige haar dat grijsachtig bruin was aan de wortels.
'Tussen de abortussen door stelde de studio me als eis dat ik aan
die verdomde pil moest. Jaren achtereen ben ik aan die rotpil
geweest, Sol, daardoor kwam het. Ik stopte ermee toen ik met mijn
lord trouwde. Ik wilde hem zo graag een erfgenaam geven, een kind
om met het zoontje van prinses Margaret te spelen terwijl ze samen
opgroeiden.' Ze depte haar vochtige wimpers met een kanten
zakdoekje. Sol kende geen enkele actrice die nog met kanten
zakdoekjes rondliep. 'Ja, vertel eens verder, schat.'
'In twee jaar tijd ben ik driemaal van hem in verwachting
geweest. Bij iedere zwangerschap lag ik plat op mijn rug, alsmaar
hopend dat het nu toch een keer zou lukken, maar nee hoor, telkens
ging het mis. Uiteindelijk stelde zijn mama een ultimatum: als
Emerald geen kind kan krijgen, dan stuur je haar maar de laan uit.
Haar zoon moest nu eenmaal een erfgenaam hebben. Nou, in ieder
geval verveelde ik me toch al dood bij dat Engelse paardenvolk,
maar het stemde me wel treurig, Sol. Heel erg treurig.' Ze snoot
haar neus hard in het kanten zakdoekje.
'En toen?' vroeg Sol. Hij kon nauwelijks geloven wat ze hem
vertelde. Tijdens hun huwelijk had ze hem nooit zo in vertrouwen
genomen.
'O, toen heb ik maar een paar honden gekocht!' Ze lachte hees.
'Ik had mijn honden en ik ging met Jan en alleman naar bed. Ik werd
telkens verliefd en dan verloofde ik me weer. En ik bleef maar
zwanger worden en elk kind weer verliezen, tot mijn gynaecoloog me
op de dag voor mijn veertigste verjaardag vertelde - ik was toen in
tien jaar tijd elf keer zwanger geweest - dat ik nooit een kind zou
kunnen krijgen en dat ik mezelf niet langer voor de gek moest
houden. Veertig was trouwens toch te oud.' 'Onzin,' zei Sol
vriendelijk.
'Te oud om nog moeder te worden!' zei Emerald verbitterd.
Tedere keer als ik zwanger werd, was ik een overjarige aanstaande
moeder van haar eersteling. Leuk, hè? Een overjarig aanstaand
moedertje van d'r eerste! Bah! Dus toen heb ik het binnenwerk maar
weggedaan.'
'Binnenwerk? Wat voor binnenwerk?' Sol snapte er niets van.
'Het binnenwerk van een vrouw, lieve schat! De eierstokken. Waar je
als vrouw twaalf of dertien keer per jaar chagrijnig en
onberekenbaar van wordt en dat altijd uitgerekend op het verkeerde
moment, wanneer je bijvoorbeeld aan een banket bij de ambassadeur
zit of weet ik veel waar en de gastheer is homofiel, dus dan weet
je al dat je in zijn badkamer geen tampons kunt vinden, alleen
vaseline en bananeolie.' Ze glimlachte triest. 'Vanaf dat moment
was het eigenlijk ook met mijn filmloopbaan gebeurd. Misschien
heeft mijn gynaecoloog heel Hollywood verteld dat ik geen "echte"
vrouw meer was.' Haar stem werd gemelijk. 'Dus kwamen er geen
aanbiedingen meer voor arme kleine Emerald. Maar ik moest wel mijn
alom befaamde stand ophouden, dus toen ben ik pornofilms gaan
doen.'
'Kom kom, het waren geen pornofilms, Emerald! Het waren
prachtige, kunstzinnige films, dat weetje heel goed.' 'Voor jou,
ja. Maar voor mij waren het pornofilms.' 'Je liet je tieten zien.
Is dat zo erg?' argumenteerde hij. 'Mijn kont ook.'
'Mankeert niets aan, schat!' zei hij, er liefhebbend in
knijpend, terwijl hij zich afvroeg of ze hem misschien een vlugge
wip tussen de toneeljurken wilde laten maken. 'Dat zijn toch
geweldige foto's, vind je niet, Sol?' 'O ja, schat, geweldig.'
Evenals ontelbare andere mannen kon hij zich haar opmerkelijke
houding voor de bijzonder serieuze, maar niettemin erotische
Italiaanse film L 'innamorata levendig herinneren.
'Kijk, dat is hem, Sol. Alweer vijfjaar geleden. Vind je dat
ik veranderd ben?'
Ze hield een flinke kleurenfoto uit L'innamorata voor hem
omhoog. Emerald had de pet van een ss-officier koket schuin op haar
kortgeknipte blonde krullen gezet en ze droeg een zwart ss-uniform,
waarvan het opengeknoopte jasje haar niet al te grote, maar
perfecte boezem toonde. Het was een sensationele foto, temeer omdat
Emerald toen al drieënveertig jaar was geweest. De foto had op de
omslagen van People en Newsweek gestaan en was de aanzet geweest
voor veel nieuwe filmcontracten, voornamelijk spelend in Spanje,
Duitsland en Frankrijk.
'Nu begrijp je ook wel waarom ik die rol in Saga moet doen,
Sol. Ik heb ooit gezworen dat ik nooit iets voor de televisie zou
spelen. Ik heb het op mijn moeders graf gezworen, maar mijn tijd
gaat snel voorbij en het enige wat ik nog heb zijn mijn gezicht,
mijn lichaam en mijn roem.'
'Je bent nog altijd een schoonheid, schat,' troostte Sol. 'Ik
heb nog op de kop af tweehonderdvijftigduizend dollar op de bank en
als ik drastisch bezuinig en het een beetje slim aanleg, kan ik
daar een klein jaar van rondkomen. Dan heb ik het huis in het
bergland...'
'Dat is toch gauw een paar miljoen waard,' zei Sol. 'Zeker
wel.' 'Eén misschien, maximaal. Verder heb ik bont bij de vleet en
scheepsladingen prachtige juwelen; als ik die verkoop, kan ik
misschien nog een jaartje verder, maar wat dan? Wat moet ik dan,
Sol? Wat moet Emerald Barrymore doen om het nog een keer te
maken?'
'Weer met mij trouwen, schat. Doe dat maar.' 'Nee, dat kan ik
niet. Het spijt me, lieverd, maar ik hou niet genoeg van je. Je
bent een schat, hoor, best grappig en heel lief, maar ik moet er
wel het nodige vuur bij voelen. Voor mij moest er altijd hartstocht
aan te pas komen en ik kan nu eenmaal niet huichelen. Dat weet je,
en op dat punt kan ik gewoon niet toneelspelen.' Tussen de tastbare
herinneringen aan Emeralds veertigjarige filmcarrière keken ze
elkaar bedroefd aan. 'Nu weet je waarom ik die rol móét hebben,
Sol. Ze pakte zijn hand. 'Ik ben veertig jaar lang actrice geweest.
Ik weet niet wat ik anders zou moeten. Ik wil die rol. Ik wil dat
ik in mijn eigen kringen in deze stad wordt geaccepteerd. Ik wil
weer net als vroeger het geld, de roem en de foto's op de
tijdschriftomslagen, Sol. Als me dat niet lukt, lig ik voor altijd
op de schroothoop. Ik ben te moe en te oud...' 'Nee, schat, dat ben
je niet.'
Ze liet hem niet verder praten. 'Als ik iets door en door ken,
is het Hollywood. Ja, voor het grote publiek ben ik nog altijd een
grote ster, maar iedereen in het vak, iedere vervloekte producent
en impresario in deze hele gore rotstad weet dat mijn tijd voorbij
is, Sol, en daar laat ik het verdomme niet bij zitten! Ik zal die
rol van Miranda spelen, al ga ik er finaal aan kapot! Ik zal alles
wat in mijn vermogen ligt in het werk stellen om weer een echte
grote ster te worden! Iets anders accepteer ik gewoon niet.' Hij
knikte triest. Wat ze zei, was volkomen waar. 'Laten we hier zo
gauw mogelijk vandaan gaan, schat,' zei hij.