Terug bij de kassa

-Dag juffrouw, ik heb uw kassa maar weer genomen, want u weet ervan. Hier is de venkel met de goeie bon, hoop ik. -Prima, meneer, (piep)

-En dan nog deze twee pakken melk en dit zakje lekkers. -Zakje lekkers? Op de bon staat zout. En wat zit er in het zakje?

- Wijnballen. En ik wilde helemaal geen wijnballen, maar ik kwam er langs en toen dacht ik: mmm! wat zien die wijnballen er heerlijk uit, ik heb in tijden geen wijnballen geproefd en toen heb ik me een zakje vol geschept. Ze zijn ook zo verleidelijk, die vaten met snoep. Ik had bijna ook een kilo Engelse drop geschept. Ik ben nog nooit in een snoepwinkel geweest waar je zelf aan het snoep mocht komen, ziet u. In mijn opwinding heb ik toen waarschijnlijk de verkeerde knop ingedrukt. Moet ik nu helemaal terug naar de weegschaal? -Daar zal niks anders opzitten. Anders wordt de bevoorradingscomputer in de war gestuurd. Als ik hier aangeef dat er een kilo zout wordt verkocht, maar het zijn in werkelijkheid

twee ons wijnballen, dan wordt het natuurlijk een janboel. -Die zou ik niet graag op mijn geweten willen hebben. Weet u wat, juffrouw? Ik zie af van de wijnballen. Houdt u de wijnballen.

-Nee, u moet toch echt even terug naar de weegschaal voor een goeie wijnballenbon. Tenzij een chef het goed vindt dat u de wijnballen terugstort.

-Als ik u nou een tientje extra geef… Ik moet namelijk plotseling heel snel weg. Sssst, niks zeggen, dan mag u de zak met wijnballen ook houden.

-Nee meneer, daar kan ik echt niet aan begin… - U bent mooi, wist u dat? Vooral uw oortjes en dan dat snoe-pie van een neusje… (ring, ring, ring) Wat gebeurt er nu? -Meneer Van der Steen, wilt u even naar kassa acht komen?