Parkeergarage
-Vooral het eerste stuk na de pauze. Wat schitterend gedanst!
-Het tweede stuk vóór de pauze. Vond ik een hoogtepunt. Die derde Pas de Deux…!
-Gaan we goed? Hier zijn we er toch niet uitgekomen? -We kwamen eruit in het winkelcentrum. Met dat gammele liftje, weet je wel? Laten we daar op dit uur maar niet ingaan. We nemen gewoon de hoofdingang.
-Mag je te voet die tunnel in? Ik vind ‘t knap griezelig, zo’n zwart gat. Ach, we doen het gewoon. Wat een leuk café was dat, daarnet. Zouden die palmen echt zijn? -Die waren echt, ik heb eraan gevoeld. Maar de koffie was knap vies.
-Zetten we thuis nog een lekkere verse bak, hè schat? Het was een heerlijke avond. Móeten we nu wel de linkerbuis in? -Ja, hoor, links aanhouden. Want wat hebben we daar? Een betaalautomaat. Nondeju! De parkeerkaart in de auto laten liggen! In het handschoenenkastje gelegd. Ik leer het ook nooit!
-Geeft niet. Rijden we met de auto, op weg naar de uitgang, eerst even langs de betaalautomaat. Tegenover B4, goed onthouden.
-Je kan alleen met munten betalen. Hoe lang staat’ie nu? -Van half zes tot half twaalf is zes uur. Twaalf gulden kost het. Ai, ik heb maar drie guldens in m’n zak. -Ik twee. We moeten ergens tien gulden zien te wisselen. Zie jij iemand?
-Niemand. Bij de uitgang zal toch wel iemand zitten? -Hoeft niet. De uitgang bestaat vaak alleen uit een kastje en een slagboom.
-Laten we toch maar even bij de uitgang gaan kijken. -Zie jij een bordje met uit? We lopen nu al een kwartier die
pijlen op het wegdek achterna waar in bij staat. -En de weg loopt af. We gaan naar beneden. Kan niet goed zijn. We zitten nu al bij de H. Daar! Een bordje met uit. -Ja, met voetgangertjes en een trappetje, uitgang distel-hoefkwartier. Zegt me niets. We moeten de hoofduitgang hebben. Met een man erbij in een glazen hokje. -Laten we dan tegen de pijlen in lopen, dan komen we er wel uit.
-Tegen de iN-pijlen in? Ik pieker er niet over. Nee, ik geloof dat we heel dom bezig zijn. We zoeken de uitgang om geld te wisselen, niet? Dan gaan we naar de auto, met kaart en munten naar de betaalautomaat, en vervolgens weer naar de uitgang. Kunnen we eerst beter naar de auto lopen en meteen naar de uitgang rijden.
-En als daar niemand zit? Staan we met een niet betaalde kaart voor een dichte slagboom. In de uiT-tunnel. Wou je dan, achteruitrijdend, terug naar de betaalautomaat? Dat is levensgevaarlijk!
-Laten we toch eerst maar naar de auto gaan. Roken we een sigaretje en bedenken we hoe het verder moet. -De auto… Die stond op… B4.
-Nee, de betaalautomaat was bij B4. De auto staat op K9. Weet ik zeker, hoor. Vind ik zo stom als je dat vergeet, dus ik heb ‘t me goed ingeprent. Keizer Karei plus driemaal ons huisnummer. Waarom kijk jij nou onder de auto’s? - Of ik geen schoenen zie. Straks scheurt een auto met piepende banden om de hoek en schieten ze met mitrailleurs op ons. -Rustig nu maar, schatje. We zijn al bijna bij de J.
-Is dit K9, of is dit niet K9?
-Dit is K9, maar dit is niet onze auto.
-Een rode Lada. Hebben ze onze Peugeot gejat en hun oud«
Lada op K<? achtergelaten?
-Wacht ‘s even. Wat staat hier op het wegdek? zone 3. Dii is K9 in zone 3.
- kelder z. Zegt het bord daar op de muur. Zou elke kelder z’n eigen K9 hebben?
- Of elke zone? Dus dat alleen deze kelder z al, met minimaal drie zones, drie K^’s heeft?
-En je had ‘t je zo goed ingeprent. Keizer Karei de Negende had twee zonen in de tweede kelder. Dat was een betere ezelsbrug geweest.
-Rustig nou maar. Laten we systematisch te werk gaan. We zoeken eerst K9 van zone i in kelder i …
-De K9 van zone 4 is dus leeg. Er staan trouwens ook geen auto’s meer in kelder 3.
-Ik zie geen pijlen op de weg, geen borden op de muren… Als ik ‘s heel hard ga gillen?
-O nee, dat niet! Nog even wachten met gillen. Daar! Wat zit daar tegen het plafond? Heb je een pen in je tasje? -Een tv-camera! En ik heb geen pen. -We zijn gered. Geef me je lippenstift. Ik schrijf help op de achterkant van ons programmaboekje, dan ga jij op mijn schouders zitten en je houdt het zo hoog mogelijk voor de camera.
In de Centrale Meldkamer -Ha, ha, ha. Ha, ha, ha.
-Ha, ha, ha. Nou, zo is het wel genoeg, mannen. Van Breu-celen, pak even een wagen en haal dat stel uit kelder 3 weg, vil je?