Het grensgevoel
-Jongens, wakker worden. We zijner bijna. Lies, geef jij Rob ‘s een por.
-Rustig, rustig, ‘t is nog minstens tien kilometer. -Dan moeten we nu nodig de zaak op orde brengen. Rob, trek jij je stropdas even aan? En haal een kammetje door je haar. Dat we er niet als een stel zwervers uitzien. En Lies, zet die weekendtas die nu tussen jullie in staat, liever op de grond. Werk ‘m maar onder mama’s voorbank. Uit het zicht dus.
-Overdrijft u nou niet, Pa?
-Helemaal niet. Een rotzooierige wagen wordt er zo uitgepikt. Ben je meteen de sigaar. Over sigaren gesproken. Lies, trek nog even de weekendtas te voorschijn. In het rechtervak zitten twee dozen sigaren, zie je wel? Dat zijn bij elkaar twintig sigaren, volgens mij zijn dat er vijf teveel voor één persoon. Geef een doos aan Rob en Rob, jij wikkelt je regenjas om die doos. En gewoon blijven zitten, met je jas op schoot. En kijk een beetje ontspannen. Alsof er niks aan de hand is. -Maar er is toch niks aan de hand, Pa? We worden toch niet gefouilleerd, of zoiets?
-Dat weet je maar nooit. Dit schijnt een hele strenge overgang te zijn. Freddie en Anna hebben hier ‘s drie uur vastgezeten. Vergeet niet dat het Duitsers zijn. Als die hebben besloten dat het vandaag gründlich moet, nou, berg je dan maar. Elsbeth, deel jij de paspoorten uit? Iedereen houdt z’n paspoort in de hand en als ik het sein geef, steek je ‘m omhoog, zodat ze in een oogopslag zien dat alles in orde is. En vlug nu, we zijn er bijna. We rijden in het Niemandsland en het kan zijn dat ze ons al een tijdje met kijkers in de gaten houden. Nou jongens, kijk nog even goed naar buiten, ik zal blij zijn als we Nederland weer terugzien. -Daar! Dat huisje in de verte, is het dat? Zo langzaam hoef je nou ook weer niet te rijden, Pa, je mag hier vijftig per uur.
-Als je te hard rijdt schijnen ze meteen op je te mogen schieten. Zonder waarschuwing. Hup, knal! Je achterbanden aan flarden.
-Kijk ‘s op dat bord. Zoll! Dan is dit de Duitse douane. Zijn we de Nederlandse grens al gepasseerd? -Zonder dat we het merkten erlangs gescheurd? Mijn hemel, dan zijn we mooi de klos. Als de Nederlandse douane ons heeft doorgegeven aan de Duitse, dan mogen we onze borsten wel nat maken. Gaan ze ons uren ondervragen. -De slagboom staat open, rij maar gewoon door. -Nee, ben je gek! Onze paspoorten moeten bekeken worden en mijn groene kaart. Elsbeth, pak jij de autopapieren uit mijn binnenzak en leg ze zichtbaar voor de voorruit. -Kijk, daar zitten er twee. Duitsers, jongens! Oei, wat een petten! Vooral die linker ziet er typisch Duits uit. Daar moet je het niet mee aan de stok krijgen.
-Wat moeten we nu doen? Ze zien ons geloof ik niet. Toeter even, Pa.
-Nee, natuurlijk niet. Toeteren irriteert ze en dan hebben we de poppen aan het dansen. Hou nu allemaal je paspoort omhoog, ja? Ze zijn natuurlijk ons autonummer aan het nakijken. Of we gezocht worden.
-Ai, de rechterpet kijkt naar ons! Hij gebaart. Wat zou’ie bedoelen? Moeten we eruit komen?
-O jee, dit gaat helemaal fout. Als we worden teruggestuurd dan rijden we gewoon naar een andere overgang, hoor. We laten ons door die Moffen niet kisten. -De linkerpet gebaart nu ook. Doorrijden bedoelen ze, geloof ik. Moet je ‘s kijken, hoe ze daar nu alle twee fanatiek zitten te wuiven. Typisch Duits.
-Ik neem geen enkel risico en zal heel langzaam optrekken. Komen ze naar buiten?
-Nee, ze zijn gestopt met wuiven. Ze kijken weer voor zich uit. Ze zitten te kaarten! Die Duitsers maken het wel bont, zeg. Zitten gewoon te kaarten, in plaats van hun grens te be—
8
waken.
-Jongens, ik geloof dat we het ergste achter de rug hebben. We zijn er! We zijn in het buitenland! -Pak van mijn hart. Ik heb buikpijn van de zenuwen. -Goh, dat was door het oog van de naald. Geef de paspoorten maar terug aan mama. En nu naar buiten kijken, hè. Laten we onze ogen goed de kost geven. Zie je dat het landschap nü al verandert? Die bomen zijn heel anders als bij ons. -‘t Is toch eigenlijk schandalig dat we vanaf 1992, als alle grenzen opengaan, dit niet meer mee kunnen maken? Wat is er dan nog aan ‘naar het buitenland gaan’? -Een bewaakte grensovergang passeren, dat was nog de enige mogelijkheid om je Nederlander te voelen. -En de spanning. Na 1992 is er geen spannende plek meer te vinden in heel Nederland.
9