Bij de kassa
-Sorry meneer, maar dit kan zo niet, hoor. -Pardon juffrouw, wat kan niet?
-Nou, dit zakje. Er staat witlof op de bon, maar er zit venkel in het zakje.
- O, is dat venkel! Ik dacht dat het uitgelopen witlof was, met die wortels eraan.
- U hebt op de zelfbedieningsweegschaal dus de knop witlof ingedrukt, maar dat moest venkel zijn.
-En toen heb ik een verkeerde bon op het zakje geplakt, ik begrijp het. Ai, wat doen we nu? Weet u de prijs van een venkel uit uw hoofd?
-Nee, dat weten wij niet. Wij halen alleen de streepjescode over de aflezer. Op uw zakje staat de witlofcode en dat is dus fout. U moet even teruggaan naar de weegschaal. -Maar wat doe ik ondertussen met m’n andere boodschappen? U hebt de helft al afgerekend eh… afgelezen. -Die kunt u nu betalen en die mogen dan hier blijven staan en dan moet u de andere boodschappen van de band halen en even terug naar de weegschaal lopen, ja? Fijn.