5
Eerst keken er maar weinig feestvierders naar de stille beelden op de enorme breedbeeldtelevisie aan de muur van het penthouse aan Gorki Park. Het was een herhaling van een voetbalwedstrijd tussen Dinamo Kiev en Lokomotiv Moskou. Een man met een grote Fu Manchu-snor stak zijn hand omhoog om aan te geven dat het stil moest worden en iemand zette de tetterende technomuziek uit die uit de in de muren verzonken speakers schetterde. Hij had een duur zwart pak aan, een paars zijden halfopenstaand overhemd, gouden sieraden en de verplichte Rolex om zijn pols. In de moderne wereld waar gangsters en zakenlieden er vaak hetzelfde uitzien, kon hij een van beiden zijn of allebei. Naast hem stond een slanke vrouw die minstens twintig jaar jonger was, met een modern kapsel en prachtige benen in een nauwsluitende avondjurk met lovertjes die amper haar jongensachtige lichaam verhulde. Ze zei eerst in het Russisch, daarna in het Frans en vervolgens in het Duits: ‘We hebben gehoord dat er vanavond een volledig nieuwe serie begint van onze favoriete webuitzendingen. Het zal velen van u interesseren.’
Ze wachtte. De mensen liepen naar de televisie en gingen op comfortabele banken zitten of in stoelen hangen. Er verscheen een grote PLAY-pijl op het scherm en de gastheer verplaatste een cursor en klikte met een muis. Onmiddellijk klonk er muziek: Beethovens negende symfonie, gespeeld op een synthesizer. Hierna volgde een foto van een zeer jonge Malcolm McDowell die als Alex in A Clockwork Orange van Stanley Kubrick een mes vasthield. De foto vulde bijna het hele scherm. Hij droeg het witte broekpak, de make-up, schoenen met kopspijkers en zwarte bolhoed die de kunstenaar/regisseur begin jaren zeventig zo beroemd hadden gemaakt. De foto ontlokte een applaus aan de oudere aanwezigen op het feest, die zich het boek, het optreden en de film herinnerden.
De foto van de jonge Alex verdween en er verscheen een zwart scherm dat afwachtend pulseerde. Binnen een paar seconden sneden trillende, rode, cursieve letters als een mes door het scherm en vormden de zin: Wat Komt Er Nu? Die zin maakte plaats voor de tekst: Serie #4.
Het beeld verplaatste zich met een eigenaardige, korrelige, bijna eendimensionale kwaliteit naar een kamer; een grijze, armoedige plek. Geen ramen. Geen enkele aanwijzing waar deze plek zich bevond. Een totaal anonieme plek. Eerst zagen de toeschouwers alleen een oud, metalen bed. Op het bed lag een jonge vrouw in haar ondergoed met een zwarte kap over haar gezicht. Haar handen waren geboeid en vastgemaakt aan ringen die als in een kerker in de muur achter haar hoofd zaten. Haar enkels waren aan het frame van het bed gebonden.
De jonge vrouw bewoog niet, ademde alleen maar, zodat de toeschouwers konden zien dat ze leefde. Ze kon bewusteloos zijn of gedrogeerd of zelfs slapen, maar na ongeveer een halve minuut wilde ze zich omdraaien en werd door een rammelende ketting tegengehouden.
Een van de feestvierders snakte naar adem. Iemand vroeg in het Frans: ‘Est-il vrai?’ Maar niemand gaf antwoord, misschien wel door de stilte en door de manier waarop ze naar voren bogen om het beter te kunnen volgen.
In het Engels zei iemand: ‘Het is een voorstelling. Ik denk dat het een actrice is die speciaal voor de webfilm is ingehuurd...’
De vrouw in de lovertjesjurk keek naar de man en schudde haar hoofd. Haar antwoord kwam met een Slavisch accent, maar was grammaticaal correct: ‘Dat hebben heel veel mensen gedacht toen de vorige series begonnen. Maar toen de dagen voorbij gingen, realiseerde iedereen zich dat er geen actrices bestaan die deze rollen willen spelen.’
Ze keek weer naar het scherm. De figuur met de kap leek te huiveren en draaide ineens haar hoofd om alsof er iemand buiten het bereik van de camera was binnengekomen. De toeschouwers zagen haar zich tegen de kettingen verzetten.
Toen bevroor het beeld, alsof het ineens was vastgelegd, als een foto van een vogel in zijn vlucht en loste in het zwart op. Wederom verscheen er een vraag in bloedrode letters: Meer Zien?
Deze vraag werd gevolgd door een verzoek om creditcardinformatie en abonnementsbedragen. Je kon voor minuten betalen, voor een uur, voor meerdere uren. Of voor een dag. Of voor nog langer. Ook was er de mogelijkheid serie #4 volledige toegang met interactief scherm. Onder aan deze keuzemogelijkheden stond een grote, elektronische stopwatch. Ook in felrood. Die stond op 00:00. En daar weer naast stonden de woorden: Dag Een. Alle feestgangers zagen dat de klok ineens begon te lopen. Een seconde, twee seconden. De tijd liep. Het deed denken aan de digitale klok die de lengte van een tenniswedstrijd op Wimbledon of de US Open bijhoudt.
Ernaast verschenen de woorden: Serie #4 mogelijk van 1 week tot 1 maand.
Op het feest riep iemand in het Russisch: ‘Kom op, Dimitri! Koop het hele pakket... van begin tot eind! Je hebt geld zat!’ Dit werd gevolgd door nerveus gelach en instemmend geknik, terwijl de man met de snor zich met wijd uitgespreide armen tot zijn gasten richtte alsof hij hun wilde vragen wat hij moest doen voor hij grijnzend een klein, theatraal buiginkje maakte en bij de creditcardinformatie een aantal cijfers intoetste. Toen hij dat had gedaan, verscheen op het scherm het verzoek om een wachtwoord. De man knikte naar de lovertjesdame en gebaarde naar het toetsenbord van zijn computer. Glimlachend tikte ze een paar letters in. Alsof ze de koosnaam van haar geliefde intikte. De gastheer gaf glimlachend een ober in een wit jasje die achter in het penthouse stond te wachten een teken de glazen bij te vullen. Zijn kruiperige gasten wachtten gespannen op de elektronische bevestiging van de koop.
Elders over de hele wereld wachtten anderen op hetzelfde.
De doorsnee gebruiker van Whatcomesnext.com bestond niet, hoewel er waarschijnlijk minder vrouwen dan mannen naar keken. De samenstelling van de feestgangers in Moskou was een uitzondering. De meeste gebruikers van Whatcomesnext.com bevonden zich op privéplekken, waar ze in alle rust het drama Serie #4 konden volgen. De website kende een intekensysteem met alleen toegang via blinde wachtwoorden, dubbel- en driedubbel beveiligd, gevolgd door een aantal highspeed transfers naar verschillende webengines in Oost-Europa en India. Het systeem was door zeer knappe, elektronische koppen ontwikkeld en had inmiddels meerdere aanvallen van de politie overleefd. Omdat het geen grote politieke belangstelling kreeg – de site werd niet bezocht door terroristische organisaties – en niet openlijk handelde in kinderporno, had het die aanvallen mogen overleven. Eigenlijk kreeg de website juist door deze politiebelangstelling een soort cachet, een soort internetgeuzennaam.
Whatcomesnext.com was er voor andere cliënten. De cliëntenlijst bestond uit mensen die konden en wilden betalen voor een mix van seksuele suggestie en drama, dat werd gespeeld op de rand van criminaliteit. Via de elektronische chat en mond-tot-mondreclame op internet werden de uitnodigingen om aan de website mee te doen verspreid.
De opstellers van de site vonden zichzelf geen criminelen, hoewel ze veel misdaden hadden gepleegd. Ook vonden ze zichzelf geen moordenaars, hoewel ze hadden gemoord. En ze vonden wat ze deden absoluut niet pervers, hoewel de rest van de wereld dat wel zou vinden. Ze vonden zichzelf moderne zakenlieden, die in een speciale behoefte voorzagen. Een heel, heel speciale behoefte, die bestond op de donkerste plekken over de hele wereld en diep verstopt in de mensen.
Michael en Linda hadden elkaar vijf jaar eerder ontmoet op een ondergronds seksfeest in een voorstad van Chicago. Hij was een wat verlegen, zacht pratende doctoraalstudent computerwetenschappen, zij een junior executive van een belangrijk reclamebureau, die om rond te komen af en toe bijkluste voor een escortservice. Ze had er een voorkeur voor om grenzen op te zoeken; hij had fantasieën die hij niet durfde te verwezenlijken. Zij was gek op bmw’s, drugs als Dexedrine en balanceerde op de rand van verslaafdheid. Hij was ooit als tiener gearresteerd voor het stelen van het blaffende hondje van een buurman. Het beestje had hem een keer in zijn enkel gebeten toen hij naar school liep. De politie verdacht Michael ervan het beest, een bichon frisé, te hebben verkocht aan een man op het platteland van Illinois, die voor slachtoffers voor pitbullgevechten zorgde. Vijfentwintig dollar contant. De aanklacht tegen Michael werd ingetrokken toen een informant de autoriteiten in diep vertrouwen had verteld dat zijn naam was opgedoken bij veel ergere misdaden dan hondendiefstal. Meer dan één agent had gezien dat de tiener Michael het gerechtsgebouw als vrij man verliet, zijn strafblad vernietigd. En meer dan één agent had toen gedacht dat hij daar niet voor het laatst zou zijn. Tot op de dag van vandaag hadden die agenten het mis gehad.
Michael en Linda hadden allebei een dubieuze achtergrond en een moeilijke, gewelddadige jeugd. Ze leken een ijverige student en een opkomende zakenvrouw. Ze waren allebei intellectueel zeer ontwikkeld en ambitieus.
Oppervlakkig bezien leken ze op gewone andere jonge mensen die zich vanaf hun eenvoudige achtergrond hebben weten op te werken. Maar dat was uiterlijke schijn, en onafhankelijk van elkaar vonden ze het leugens, omdat hun ware identiteit verborgen bleef op plekken waartoe alleen zij toegang hadden. Maar deze dingen over henzelf en elkaar ontdekten ze pas veel later. De avond dat ze elkaar voor het eerst ontmoetten, werd aan een heel ander soort opleiding besteed.
De regels op het feest waren eenvoudig: je moest een partner van de andere sekse meenemen; je mocht alleen voornamen gebruiken; na het feest werden geen telefoonnummers of e-mailadressen uitgewisseld; mocht je toevallig een van de aanwezigen later in een andere situatie tegenkomen, dan – zo beloofde je nu – zou je je gedragen alsof je met die persoon geen ruige, pornografische seks in het openbaar had gehad, dus alsof hij een totaal onbekende voor je was.
Iedereen ging akkoord met de regels. Alleen aan de eerste werd werkelijk aandacht geschonken. Aan de eerste moest je je wel houden, anders kwam je niet binnen. Het was een plek voor rendez-vous, een plek voor ontrouw en excessen. Niemand die naar dat keurige huis in deze buitenwijk liep, was erg geïnteresseerd in regels.
Het was ook vol tegenstellingen. Op het pad naar de voordeur lagen twee eenzame kinderfietsjes. Op een boekenplank stonden boeken van dr. Seuss. Zakjes Cheerios en dozen Frosted Flakes waren naar een hoek van de keuken verbannen – om ruimte op de bar te maken voor een liggende spiegel met de lijntjes coke voor de feestvierders. Op de televisie in de woonkamer was een harde pornofilm te zien, hoewel weinig van de ongeveer dertig gasten veel aandacht besteedde aan de gefilmde versies van wat ze zelf aan het doen waren. Kleren waren snel uit. Drank was er volop. Ecstasypillen werden uitgedeeld alsof het borrelhapjes waren. De oudste feestvierders waren rond de vijftig, de meesten tussen de dertig en veertig. Toen Linda binnenkwam en haar kleren uittrok, keek meer dan één man waarderend haar kant op en leek wat met haar van plan te zijn.
Michael en Linda waren allebei met een ander naar het feest gekomen, maar ze gingen samen weg. Michaels ‘date’ van die avond was een andere studente geweest, een doctoraal studente sociologie, die ontzettend geïnteresseerd was in onderzoek naar het echte leven en gevlucht was nadat drie naakte mannen met stijve penissen haar in een hoek hadden gedrongen. Ze waren absoluut niet geïnteresseerd in haar schoolmeisjesvragen, zoals wie ze waren, en ze waren niet van plan naar haar protesten te luisteren toen ze haar vooroverbogen. Op het feest bestond de informele regel dat niemand tot iets gedwongen mocht worden, wat echter een concept was dat voor veel interpretaties vatbaar was.
Linda’s ‘partner’ die avond was een man die haar als escort had ingehuurd en na een duur diner had verteld wat hij de rest van de avond wilde doen. Hij bood haar aan meer dan het normale tarief van 1500 dollar te betalen. Ze was akkoord gegaan, mits hij van tevoren betaalde. Ze had hem niet verteld dat ze waarschijnlijk zelfs gratis met hem mee was gegaan. Nieuwsgierigheid was net voorspel, vond ze. Op het feest was de ‘partner’ met een leren zweepje in zijn hand en met alleen een klein, zwart zijden masker op verdwenen in een zijkamer, en hij had Linda alleen gelaten, maar over aandacht had ze niet te klagen gehad.
Hun ontmoeting – net als alle ontmoetingen die avond – was toevallig. Hun ogen hadden elkaar door de kamer heen ontmoet, hun lichamen smachtten naar elkaar, hun stemmen klonken liefelijk. Een enkel woord, een korte buiging van het hoofd, een schouderophalen – kleine emotionele gebaren in een donkere kamer die gewijd was aan excessen en orgasmen, vol copulerende vrouwen en mannen op allerlei manieren en in allerlei standjes – dat bracht hen samen. Allebei waren ze met iemand anders bezig toen hun ogen elkaar vonden. Geen van beiden genoten ze echt van wat ze op dat moment aan het doen waren. In een kamer waar dingen gebeurden die de meeste mensen zeer ongewoon zouden vinden, verveelden zij zich allebei een beetje.
Maar toen ze elkaar zagen, ontwaakte er iets diep in hen, mogelijk iets beangstigends. Die avond hadden ze geen seks met elkaar. Ze keken hoe de ander het deed en herkenden de mysterieuze doelgerichtheid tussen de genotskreuntjes en -kreetjes. Te midden van deze lustorgie hadden zij een contact dat bijna explodeerde. Ze bleven elkaar aankijken, ook als vreemden hun lichamen binnendrongen.
Uiteindelijk was het Michael die zich tussen de zwetende lichamen door naar haar toe werkte, aangenaam verrast door zijn eigen agressiviteit. Meestal gedroeg hij zich teruggetrokken, kwam moeilijk uit zijn woorden en verhalen, en werd lastig gevallen door ongecontroleerde verlangens. Linda werd net afgelebberd door een man wiens naam ze niet kende. Ze zag Michael aan komen lopen en wist instinctief dat hij niet kwam voor de seks.
Ze maakte zich ruw los van haar partner, wiens stuntelige gedrag haar toch al behoorlijk de keel uithing en liet hem verbaasd, onbevredigd en een beetje boos achter. Met een enkele blik snoerde ze hem de mond, stond naakt op en pakte de naakte Michael bij de hand alsof ze elkaar al jaren kenden. Zonder veel te zeggen verlieten ze het feest. Terwijl ze hand in hand hun kleding zochten, leken ze sprekend op een renaissance-afbeelding van Adam en Eva die uit de Hof van Eden werden gezet.
In de jaren dat ze nu samen waren, dachten ze niet vaak meer aan hoe ze elkaar hadden ontmoet. Het had ze niet veel tijd gekost om in de ander de donkere passie te herkennen die veel verder ging dan seks.
De stank van benzine bereikte Michaels neus. Kokhalzend draaide hij zijn hoofd weg om wat frisse lucht binnen te krijgen, maar die was er niet veel in het busje. Hij werd duizelig van de stank. Hij moest ervan hoesten en weer kokhalzen. Toen de metalen vloer in alle kleuren van de regenboog glinsterde, duwde hij zichzelf de deur uit en ademde gulzig de donkere lucht daarachter in. Toen zijn hoofd wat helderder was, ging hij verder met waar hij mee bezig was. Hij goot meer benzine over de buitenkant, liep naar de voorkant van het busje en zorgde dat de voorstoelen doordrenkt waren met benzine. Toen hij eindelijk tevreden was, gooide hij de rode jerrycan op een stoel en ook een paar operatiehandschoenen. Eerder al had hij een plastic vijfliterfles met wasmiddel klaargezet en daar propte hij nu een in benzine gedrenkte katoenen lont in. Het was nu een napalmachtige bom. In zijn zak zocht hij naar zijn aansteker.
Michael keek even om zich heen. Hij stond achter een oude, gesloten en lege papiermolen. Hij had ervoor gezorgd niet te dicht bij het gebouw te parkeren want hij wilde geen brand stichten die te veel en te snel de aandacht zou trekken. Zijn enige doel was het gestolen busje totaal te laten uitbranden. Daar had hij inmiddels aardig wat ervaring mee. En zo heel moeilijk was het niet.
Nog een keer liep hij alles na om er zeker van te zijn dat hij geen sporen achterliet. Binnen een paar tellen had hij de nummerborden losgeschroefd, die zou hij straks in een vijver gooien. Vervolgens trok hij al zijn kleren uit, maakte er een bundeltje van, goot ook daar de ontvlambare vloeistof overheen en gooide het in het busje. Hij huiverde in de koude avondlucht, stak toen zijn zelfgemaakte bom aan en gooide die door de open deur het busje in. Snel draaide hij zich om en begon te rennen. Zijn voeten stampten op het gravel en het zand. Hij hoopte dat hij niet in een stuk glas zou stappen en zijn voeten zou openhalen. Achter zich hoorde hij zfff toen zijn bom afging.
Hij vertraagde zijn pas en keek even achterom om te controleren of het gestolen busje inderdaad helemaal in de fik stond. Geelrode vlammen kringelden uit de raampjes omhoog en de eerste wolken grijze en zwarte rook dreven de lucht in. Tevreden verhoogde Michael zijn tempo. Hij wilde hardop lachen – het verhaal over een naakte man die in het donker wegrende van een busje dat op exploderen stond, was iets wat hij graag had horen vertellen door een geschokte en verblufte passant aan een sceptische agent.
Hij rook het vuur met de giftige ontvlambare stoffen, dat op de avondwind meegevoerd werd. Wie zei het ook alweer in die film? Majoor Kilgore: ik hou van de geur van napalm in de ochtend. Nou, dacht hij, ’s avonds rook het even verleidelijk en betekende het hetzelfde: overwinning.
Zijn kleren lagen op de chauffeursstoel van zijn oude busje op hem te wachten. De sleutels lagen onder de stoel, precies waar hij ze had neergelegd. Een doosje desinfecterende doekjes – hij gebruikte altijd dezelfde als oude mensen met aambeien gebruikten – lag daarbovenop. Die roken niet zo parfumachtig en verwijderden de achtergebleven benzinelucht grondig en snel. Hij trok het portier open en binnen een paar tellen had hij zichzelf helemaal afgewreven met die natte doekjes. Het kostte hem maar een paar minuten om zijn spijkerbroek en sweater aan te trekken en zijn honkbalpetje op te zetten. Snel keek hij om zich heen. Niemand. Zoals hij verwacht had. Honderd meter verderop, verborgen achter het gebouw, zag hij een rookspiraal als een schaduw draaiend opstijgen. En daaronder een vuurgloed.
Hij ging achter het stuur zitten en startte de motor. Hij snoof diep – en rook zoals hij verwachtte geen benzinegeur meer, dankzij de doekjes. Toch haalde hij een spuitbus met luchtverfrisser uit het handschoenenkastje en besproeide de hele binnenkant van het busje. Hij bedacht dat het eigenlijk een voorzorgsmaatregel was die totaal overbodig was. Maar stel dat een agent hem liet stoppen voor te hard rijden of rijden door een rood stoplicht of geen voorrang verlenen of iets anders, dan wilde hij niet stinken als een pyromaan.
De zaken doorlopen, van tevoren alle eventuele haken en ogen in kaart brengen, zich alle mogelijkheden voor de geest halen: dat vond Michael uiteindelijk het mooiste van alles. Daar klopte zijn hart sneller van.
Hij zette het busje in de versnelling, trok het petje diep over zijn ogen en klungelde met de oortjes van een iPod. Linda vond het altijd leuk om muziek bij elkaar te zoeken voor als hij veldwerk ging doen dat bij hun werk hoorde. Op het menuschermpje stond een nieuwe afspeellijst: Gasoline Music. Hij moest er hardop om lachen. Ontspannen hing hij achteruit toen er een liedje van Chris Whitley, ondersteund door een steelgitaar, uit de speakertjes kwam en hij luisterde even ‘... Like a walking translation on a street of lies...’ Helemaal waar, dacht hij, toen hij de lege parkeerplaats van het pakhuis afreed. Linda wist altijd wat hij graag wilde horen.
In een plastic tasje op de stoel naast hem lagen de creditcard die hij uit de portemonnee van Nummer 4 had gehaald en haar mobiel. De motor was inmiddels opgewarmd en de warmte kwam door de ventilatiegaten naar binnen. Buiten was het nog steeds behoorlijk koud en vochtig. Hij besloot ter plaatse dat hun volgende webuitzending uit Florida of Arizona moest komen. Maar dan liep hij wel op de zaken vooruit en hij wist dat dat niet goed was.
Michael was er trots op dat hij zich op één ding tegelijk kon concentreren. Zodra het spel was begonnen, mocht het niet tegengewerkt worden. Het spel mocht niet tegengehouden, veranderd of afgeleid worden. Volgens hem zeiden succesvolle artiesten of zakenmensen hetzelfde over hun projecten. ‘Ik kan geen boek schrijven of een lied componeren, ik kan geen goede aankoop doen of een offerte maken als ik me er niet totaal aan kan wijden.’ Linda vond hetzelfde. Daarom hielden ze zoveel van elkaar.
Hij dacht: ik heb ongelooflijk veel geluk.
Michael begon aan de twee uur durende rit naar de stad. In de boerderij die ze hadden gehuurd, zou zij alles gaande houden. Inmiddels waren ze waarschijnlijk al behoorlijk rijk. Maar voor hen beiden ging het niet alleen om het geld. De start van Serie #4 vond hij geweldig en hij voelde een prettige warmte door zijn lichaam glijden, een warmte die heel anders was dan die van de verwarming van het busje. Hij tikte mee op het ritme van de muziek die het busje vulde.