38
Adrian had het gevoel dat hij elektrische stroom in plaats van bloed in zijn aderen had. Hij staarde naar het televisiescherm en voelde de jaren van zich afvallen. Hij wist dat hij het zich niet kon veroorloven om op dit moment oud, ziek en verward te zijn. Hij moest het deel van zichzelf vinden dat verborgen lag onder lagen ouderdom en ziekte.
‘Wil je dat ik een andere website probeer?’ vroeg Wolfe. Adrian vroeg zich af of de man moe was omdat het zo laat was of juist brandde van verlangen om verder te gaan. Wolfe staarde nog altijd naar het meisje op het scherm en zou ongetwijfeld direct na Adrians vertrek teruggaan naar Whatcomesnext.com, ook als dat niet hun eindpunt zou zijn. Wolfe praatte met een droge kraakstem, als een uitgedroogde man die eindelijk een oase ziet. Adrian kon zijn verlangen als een sterke geur door de kamer voelen stromen.
Adrian aarzelde. Hij hoorde Brian bijna in zijn oor gillen dat hij voorzichtig moest zijn, dat hij op zijn tellen moest passen. De overleden advocatenbroer hield fanatiek vast aan de tegenstelling: handel snel, maar doe het voorzichtig!
‘Tja,’ zei Adrian langzaam, alsof zijn leugen daardoor beter zou worden. ‘Ik geloof niet dat dit de goede plek is...’
‘Oké.’ Wolfes handen gingen weer naar het toetsenbord.
‘Maar het komt wel heel erg in de buurt. Ik bedoel: iets als dit zoeken we.’
Wolfes handen hingen stil in de lucht. Hij bleef naar het beeld op het scherm staren. Het was niet belangrijk hoe moe hij was of hoe uitgeput of hoe hongerig of hoe dorstig of wat dan ook, hij was dwangmatig gedreven. Adrian vond het interessant dat hij voor zijn eigen ogen dingen zag gebeuren die hij had bestudeerd en in zijn onderzoeken had nagebootst. Bijna verloor hij zichzelf in academische nieuwsgierigheid, tot zijn broer hem weer terug schreeuwde.
Wolfe zei: ‘Het kan niet in de buurt zijn, professor. Of het is onze Jennifer of ze is het niet.’
Adrian negeerde het ‘onze Jennifer’ en zei: ‘Dat begrijp ik, meneer Wolfe, maar ik heb haar maar heel even gezien en ik weet het gewoon niet zeker.’ Hij wist het wel zeker, maar wilde het nog niet hardop zeggen.
‘Oké. Nou, die tattoo, die is nep of echt. Hetzelfde geldt voor dat litteken. Als ze in de camera zegt dat ze achttien is, tja, dan is dat of de waarheid of een leugen en volgens mij is het zeker weten een leugen. Maar wat zeg jij ervan, professor? Dit is jouw vakgebied. Ach, het is laat en ik vind het mooi geweest voor vandaag.’
Waarheid of leugen. Adrian had nog steeds de hulp van de verkrachter nodig. Hij keek naar het meisje met de kap op het scherm. Wie ze ook was, ze zat vast op een rivieroever. En het was aan hem om een brug te vinden.
‘Maar stel dat ik helemaal begrijp wat we zien, hoe kom ik dan achter de locatie van deze website, hoe kan ik...’ Hij moest deze vraag heel onschuldig en gewoon laten klinken, hoewel hij niet verwachtte dat het hem zou lukken. Toch zette hij door, mede omdat hij hoopte dat Wolfe te moe zou zijn om het door te hebben. ‘Ik bedoel: we hebben nu aardig wat rondgesurft, maar hoe kunnen we nou weten waar we Jennifer fysiek kunnen vinden als we haar online hebben gevonden?’
Wolfe lachte ongelovig en bleef ondertussen naar het scherm kijken. ‘Dat is niet zo heel moeilijk. Hoewel, dat hangt eigenlijk af van de mensen die de site runnen.’
‘Dat snap ik niet.’
Wolfe zei op de toon van een doodvermoeide docent die tegen een student praat die veel meer geïnteresseerd is in het doorgeven van briefjes dan in wiskunde: ‘Hoe crimineel zijn ze?’
Adrian deed alsof hij nadacht. ‘Is dat niet dezelfde soort vraag als: ben je een beetje zwanger, meneer Wolfe? Je bent of...’
Wolfe ging rechtop zitten en keek Adrian met een koele blik aan. ‘Heb je eigenlijk wel goed opgelet, professor?’
Adrian schrok ervan en zei niets. Zijn stilte werd een vraag die Wolfe maar al te graag leek te beantwoorden: ‘Hoe graag willen ze de wereld laten weten dat ze met iets illegaals bezig zijn?’
‘Niet heel graag,’ dacht Adrian mee.
‘Mis, professor. Helemaal mis, mis, mis. Deze onderwereld. Daar moet je geloofwaardig zijn. Als de mensen denken dat je honderd procent legitiem werkt... tja, wat is de lol daar dan van? Waar blijft de roes? Waar blijf de prikkel?’
Adrian was onder de indruk van de uitgebreide kennis van de menselijke natuur van de verkrachter. ‘Meneer Wolfe,’ zei hij behoedzaam, ‘ik ben onder de indruk.’
‘Ik had professor moeten zijn, net zoals jij.’ Op Wolfes gezicht verscheen een glimlach die, zo hoopte Adrian oprecht, heel anders was dan de grijns die hij trok als hij aan zijn verlangens toegaf. ‘Oké, professor, je begrijpt vast wel dat elke site een IP-adres heeft. Dat is een unieke naam voor de server die de site weergeeft. En er bestaat een vrij eenvoudig programma dat de gps-locatie van elke server kan bepalen. Dus we kunnen deze vrij snel nazoeken, alleen...’
‘Alleen wat?’
‘Slechteriken – boeven, terroristen, bankiers, noem maar op – weten dat ook. Je kunt programma’s kopen om jezelf anoniem te houden terwijl je kijkt of uitzendt... alleen...’
‘Alleen wat?’
‘Nou, alleen werkt dat niet echt. Alles kan uiteindelijk worden gehackt. Dat hangt alleen maar af van de volharding van degene die naar je op zoek is. Je kunt dingen versleutelen. Als je in het leger zit of bij de CIA, dan ben je heel handig in het verbergen van dingen. Maar als je een site als deze bent,’ hij wees naar het meisje met de kap, ‘nou, dan wil je je niet verbergen. Dan wil je dat mensen je vinden. Alleen niet de verkeerde mensen. Mensen als de politie.’
‘En hoe voorkom je dat?’
Wolfe wreef langzaam met zijn handen over zijn gezicht voordat hij ze weer op het toetsenbord legde. ‘Denk als een slechterik, professor. Ze hebben je inschrijfgeld al. Dus blijven ze precies lang genoeg om die goeie, ouwe bankrekening te spekken. En dan poef!, weg zijn ze. Het toneel is leeg. Als een donderslag bij heldere hemel. Voordat ze de verkeerde aandacht hebben kunnen trekken.’
Adrian keek naar het scherm, naar de tikkende klok van Serie #4. Hij haalde diep adem. Hij herinnerde zich – of misschien fluisterde Tommy die details in zijn hoofd – de Moors-moorden en dacht: risico.
De helft, misschien wel meer, van de spanning bij moordende koppels kwam voort uit risico. Dat was belangrijk voor de relatie en daardoor werden ze steeds perverser. Hij keek naar de televisie. Het enorme scherm was gevuld door het meisje met de kap. Het gevaar vergrootte de spanning. Zijn hoofd tolde. Adrian voelde zich verslagen en verward door wat hij wist en wat hij zag. Hij probeerde zich te vermannen, wilde de controle niet kwijt.
Wolfe drukte toetsen in. Het meisje met de kap verdween en daarvoor in de plaats verscheen er een zoekwebsite. Hij bleef toetsen indrukken, wachtte toen, las de informatie die op het scherm was verschenen en schreef een aantal cijfers op een blaadje. Vervolgens ging hij naar een tweede zoekwebsite en tikte die cijfers in vakjes die al op het scherm stonden. Hierna verscheen er een derde scherm waarop een behoorlijk bedrag werd gevraagd voor het onderzoek.
‘Moet ik dat doen?’ vroeg Wolfe.
Adrian keek als een toerist die naar de Steen van Rosetta kijkt: hij wist dat het de sleutel tot talen was, maar begreep er geen snars van. ‘Ik denk van wel.’
Ze wachtten op de fiattering van zijn creditcard, net als eerder. Binnen een paar tellen zaten ze op een site die ook een screenname en wachtwoord wilde weten. Wolfe tikte ‘psychoprof’ en ‘Jennifer’ in.
‘Wauw, dit is verrekte interessant...’ zei hij.
‘Wat?’
‘Hier weet iemand echt heel veel van computers. Het zou me niets verbazen als er een echte tophacker aan deze site verbonden was.’
‘Meneer Wolfe, wil je me alsjeblieft uitleggen...’
Wolfe zuchtte diep. ‘Kijk hier naar,’ zei hij. ‘Het IP-adres verandert. Maar niet heel snel...’
‘Wat?’
‘Het is mogelijk om het IP-adres van plek tot plek te veranderen, helemaal als je het via servers in het Verre Oosten of Oost-Europa laat lopen, die verrekte moeilijk te traceren zijn, omdat die zich met illegale activiteiten bezighouden. Natuurlijk heb je dan wel het probleem dat je een elektronische rode vlag laat ophijsen, professor. Als je je site zo opstelt dat het IP-adres om de twee, drie minuten verandert, tja, dan is het klip en klaar voor een Interpolman, en nog meer klip en klaar voor hun computers, dat iemand iets stouts doet en daar zijn ze natuurlijk erg in geïnteresseerd. En voor je het weet stromen dan de FBI, CIA, MI6 en de Duitse of Franse veiligheidsdiensten je leuke pornosite op. En dat wil je natuurlijk niet. Nee, sir. Dat wil je helemaal niet...’
‘Dus...’
‘Degene die dit heeft geregeld, wist dat. Dus maakt hij maar gebruik van een stuk of vijf servers. Kijk maar, hij hopt tussen hen heen en weer.’
‘En dat betekent?’
‘Dat betekent dat het een hackerstruc is. Ik durf te wedden dat als je de gps ervan laat bepalen, dat je dan een aantal computers in een leeg appartement in Praag of in Bangkok vindt. Maar zijn hoofdcomputer staat heel ergens anders. Het kost de politie of de cia veel tijd om die echte plek op te sporen. Kun je me nog volgen?’
Adrian keek naar het scherm. De echte plek. Hij vond dat de verkrachter opmerkelijk ter zake kundig was. ‘En van die IP-adressen, zitten er daarvan ook hier in Amerika?’
Wolfe glimlachte. ‘Aha, eindelijk wordt de professor wakker,’ zei hij langzaam. Hij drukte op een paar toetsen. ‘Ja. Twee. Een in...’ hij aarzelde even, ‘Austin, Texas. Die ken ik. Dat is een grote pornoserver. Regelt honderden “watch me”-webcamsites en honderden “post yourself and your girlfriend fucking”-sites. Eens kijken waar dat andere IP-adres zit...’ weer drukte hij toetsen in. ‘Godallemachtig,’ zei hij toen. Adrian keek naar de gps-coördinaten die de computer had gevonden. ‘Dat is een kabelsysteem in New England,’ vertelde Wolfe.
Adrian dacht even na en vroeg toen zo rustig mogelijk: ‘En waar zit dat, meneer Wolfe?’
Razendsnel geklik vulde de kamer. Het scherm veranderde en er verscheen nog meer gps-informatie. ‘Oké, je wilde weten van waaruit Whatcomesnext.com naar het net uitzendt. Dit programma gaat het je vertellen.’ En weer drukte Wolfe een paar toetsen in. En weer verscheen er een nieuwe gps-locatie op het scherm. Adrian keek en prentte de cijfers in zijn hoofd. Zorg dat je ze kent. Vergeet er niet een. En laat hem niets merken, zei hij tegen zichzelf.
‘Heb ik nu mijn twintig mille verdiend?’ vroeg Wolfe. ‘Want, professor, het is inmiddels echt verrekte laat.’
‘Dat weet ik niet, meneer Wolfe,’ loog Adrian. ‘Het was een fascinerende avond. Ik ben diep onder de indruk. Maar je hebt gelijk. Het is heel laat en je weet dat ik niet meer zo piepjong ben. Ik kom morgen terug, dan kunnen we hiermee verder gaan.’
‘Het geld, professor.’
‘Ik moet het eerst zeker weten, meneer Wolfe.’
Wolfe drukte op toetsen en het meisje met de kap verscheen weer op het scherm. Beide mannen keken naar haar. Ze bewoog. Ze trok haar benen op, alsof ze het koud had.
De verkrachter ging anders zitten. Alsof hij twee dingen tegelijk in de gaten hield en bang was dat hij iets zou missen. Adrian besloot gewoon verder te gaan met liegen, ook al wist hij dat Wolfe er niets of weinig van geloofde. ‘Ik zal dan een gedeelte meenemen. Beschouw dat dan maar als honorarium, meneer Wolfe. Hoewel ik niet geloof dat we gevonden hebben wat ik zoek.’
Wolfe rekte zich uit als een slapende kat. Het was niet waarschijnlijk dat hij veel gaf om ‘onze Jennifer’, of Adrian of iets anders dan zijn eigen belangen. Adrian, beter gezegd: diens creditcard, had compleet nieuwe wegen voor Wolfe geopend. ‘Als dat niet onze Jennifer is,’ zei hij, ‘dan is het in elk geval iemand die hulp nodig heeft, professor. Want ik kan me niet voorstellen dat wat er hierna komt leuk is voor dit meisje.’ Hij lachte. ‘Snap je? Een kleine woordspeling. Geen wonder dat de site Whatcomesnext heet.’
Adrian stond op. Hij keek nog even naar het meisje met de kap en had het idee dat hij haar aan de beulen overleverde door weg te gaan. Hij dacht even dat ze zich dwars door het scherm heen naar hem uitrekte. Net als bij gedichten begon hij de gps-coördinaten in zichzelf te herhalen. Tegelijkertijd hoorde hij Brian bevelen: ‘Doe dit! Doe dat! Ga wat doen! De tijd tikt verder!’ Maar het was pas toen hij zijn overleden zoon hoorde fluisteren: ‘Je weet wat je ziet’ dat hij zichzelf dwong de kamer en het huis van de verkrachter te verlaten.