29

Uiteindelijk maakten ze het zich gemakkelijk in de kleine zitkamer waar Jemma Roberta de eerste keer mee naartoe had genomen. Damon trok aan het schelkoord, terwijl Roberta naar Judith liep om nog een keer naar haar lichtelijk dronken, dwaze gezicht te kijken, maar ze bleek te zijn verdwenen.

‘Wanneer we gaan drinken,’ zei Damon ‘en dat is een essentieel onderdeel van dollymop-domino, moet je eerst iets eten. Je hebt bij het diner bijna geen hap genomen.’

‘Ik ben niet zo dol op dat ingewikkelde eten,’ zei Roberta. ‘Als ik een Franse kok had zou ik heel mager worden.’

‘Heb je liever appels en hardgekookte eieren?’

‘Dat nou ook weer niet, maar onze kok thuis maakt altijd heel eenvoudige maaltijden.’

‘Beaumonts kok is overduidelijk Frans en heeft het temperament van een duivel. Dat is tenminste wat ik van Ransom hoor.’

‘Is het niet toevallig dat je oude schoolvriend nu de secretaris van de hertog is?’ vroeg ze.

‘Helemaal niet. Ik heb hem voorgesteld voor die functie.’ De deur ging open. ‘Aha, Fowle,’ zei Damon. ‘Kun je alsjeblieft een klein hapje plus twee flessen champagne voor ons verzorgen?’

‘Ik hou niet van champagne,’ zei Roberta. ‘Is er misschien ook iets anders te drinken?’

‘Hou je van wijn?’

‘Als het zoete wijn is.’

Damon rilde. ‘Onvergeeflijk. Zoiets hebben we niet in huis en als we dat wel hadden zou je binnen een paar uur barsten van de hoofdpijn.’

‘Een likeurtje?’ opperde Fowle.

‘Absoluut niet. Ik wil niet dat onze gaste zich morgenochtend niets meer kan herinneren.’

‘In dat geval zou ik een champagne met aardbeien erin willen voorstellen. Er zijn net aardbeien geleverd. Rechtstreeks van het platteland. Ik denk dat die de champagne wel drinkbaar zullen maken voor lady Roberta.’

‘Champagne met fruit erdoor,’ zei Damon nors.

Maar Fowle had gelijk. Het was heerlijk.

‘Ik bel wel als we verder nog iets nodig hebben,’ zei Damon tegen Fowle en hij richtte zich toen hij weg was tot Roberta: ‘Er is geen betere manier om de bediendes in dit huishouden aan het roddelen te krijgen.’

‘Ach, ik weet zeker dat het personeel genoeg heeft om zich mee bezig te houden; wij staan vast onder aan de lijst.’

‘Ja, jouw verloving zal hun aandacht vanavond wel opeisen, neem ik aan,’ zei Damon, terwijl hij voorzichtig een slokje van zijn drankje nam. ‘Het is roze,’ zei hij vol afkeer, ‘en er zit suiker in.’

‘Ik vind het lekker,’ zei Roberta. ‘Champagne prikt altijd in mijn neus, maar dit is heerlijk.’

Damon pakte een klein tafeltje en zette dat tussen hen in. ‘Weet je hoe het dominospel gaat?’

‘Dat heb je me al eerder gevraagd,’ reageerde Roberta giechelend. Ze had haar glas leeg en de wereld zag er opeens een stuk vrolijker uit. ‘Om eerlijk te zijn won ik altijd van mijn gouvernante.’

‘Zeker een uitgebreide ervaring met het aanleggen van zessen?’

‘Ik heb altijd veel geluk,’ reageerde ze hooghartig. ‘Ik trek vaak een dubbelsteen.’

‘Ik zal me erop voorbereiden uit de kleren te gaan,’ zei Damon, terwijl hij zijn manchetten losmaakte.

Roberta verstijfde even. Toen pakte ze haar stenen op. Haar hoofd was een beetje wazig, maar ze voelde zich heel zeker over de belangrijke dingen. Haar verloofde had haar gezegd dat kuisheid saai was. En diezelfde verloofde speelde nu een partijtje schaak waarvan de uitkomst ook alles te maken had met het uittrekken van kleding.

‘Laten we maar zien hoe het loopt,’ zei ze met een glimlach naar Damon.

Hij zat tegenover haar en keek nogal verbaasd. Dat kwam natuurlijk omdat hij een man was.

Ze draaide alle stenen met de stippen naar beneden en maakte net aanstalten om haar deel te pakken, toen Damon met een plagende blik in zijn ogen zei: ‘Wacht even!’

‘Ik wed dat je die arme oude gouvernante van je bedroog door goed te onthouden waar alle dubbelstenen lagen!’ Hij husselde de stenen door elkaar.

Het lukte haar om een medelijdend lachje te onderdrukken. Een man moet tenslotte zijn waardigheid kunnen behouden als hij al zijn kleren zal moeten uittrekken.

Roberta pakte een zes, het hoogst mogelijke en dus mocht zij als eerste haar stenen pakken. Tot haar eigen teleurstelling zat er geen dubbelsteen bij de eerste drie.

Roberta speelde het spel en nam af en toe een slokje uit haar glas.

Damon gaf haar een klein stukje cake. ‘Dit moet je eens proberen, boterbloempje. Net zo zoet als de champagne.’

Het was inderdaad heerlijk, dus at ze het cakeje op terwijl ze haar volgende steen pakte. Een dubbele drie. Maar dat vertelde ze hem pas twee beurten later, toen ze de steen dwars kon aanleggen.

‘Wacht even,’ zei hij verbaasd. ‘Je moet het zeggen als je een dubbele pakt. En dan moet je een flinke slok nemen.’

‘Ik heb een slok genomen,’ merkte ze op. Damons glas was nog vol, maar Roberta goot nu de laatste druppels van haar tweede glas al naar binnen en viste het stukje aardbei er vervolgens met haar tong uit. Hij leek het wel spannend te vinden dat ze dat deed, dus likte ze ook nog eens langs de rand van haar glas.

Damon kon zijn ogen maar met moeite van haar losrukken. ‘Nou, je hebt dus dwars aangelegd…’

‘Wat betekent dat jij een kledingstuk moet uittrekken.’

‘Je hoeft niet zo gretig te doen, hoor. Ik heb heel veel kleren aan.’

‘Ik bén helemaal niet gretig,’ zei ze hautain. ‘Alleen nieuwsgierig.’

Hij trok zijn jas uit en gooide die naast zich neer. Daaronder droeg hij een geborduurd vest en een katoenen hemd.

‘Dat vest past niet helemaal bij je jas,’ merkte ze op.

‘Dat zei mijn lijfknecht vanmorgen ook al, maar toen was het al te laat. Ik had het vest al helemaal dichtgeknoopt.’ Hij zocht een nieuwe steen uit. ‘O, nee. Een dubbele. Dat betekent dat ik moet drinken.’ Hij nam een grote slok en huiverde van afgrijzen.

‘Hoe kun je dat nou niet lekker vinden?’ zei Roberta. ‘Het is heerlijk. Ik voel me al een beetje zweverig.’

Damon legde een steen aan, maar het was niet zijn dubbelsteen. ‘Er is nu geen plek om dwars aan te leggen, maar ik zou maar oppassen.’

Ondertussen pakte Roberta weer een dubbelsteen, die ze meteen dwars kon aanleggen.

‘Ik merk dat er voordelen kleven aan dat geluk van je.’ Zijn vest volgde zijn jas.

Van onder haar wimpers wierp ze een korte blik op hem. Zijn hemd was van zulke fijne stof dat het haast doorzichtig was. Zijn schouders waren prachtig gespierd. Terwijl ze toekeek, begon hij zijn mouwen op te rollen. ‘Waarom doe ik eigenlijk zoveel moeite,’ mompelde hij. ‘Ik neem aan dat ik dit hemd ook niet lang meer aan zal hebben.’

Roberta glimlachte in zichzelf.

Maar tot haar ergernis was zij de volgende die kleding moest uittrekken. Damon legde de dubbelsteen die hij eerder had gepakt aan. Roberta voelde zich heerlijk duizelig en wilde daarom niet voorover moeten buigen naar haar muiltje, dus stak ze gewoon alleen haar voet naar Damon uit.

‘Kleine voetjes,’ zei hij, terwijl hij haar enkel vastpakte. ‘En mooi gevormde enkels.’ Hij trok haar rechtermuiltje uit.

Even later raakte ze haar linkermuiltje ook kwijt.

‘Ik kan maar beter niet meer verliezen,’ zei ze, terwijl ze rechtop ging zitten.

Ze legde weer een dubbelsteen aan. ‘Het lijkt erop dat ik nu mijn hemd moet uitdoen,’ zei Damon. Zijn stem klonk net zo zoet als de aardbeienchampagne en veel gevaarlijker.

Roberta zette haar glas neer. Tenslotte was dit haar allereerste mannelijke borstkas en dus kon ze die maar beter goed bekijken.

Damon speelde het spelletje meteen mee en wierp haar een glimlach toe alsof hij het gewend was zich iedere dag bloot te geven aan jongedames. Eerst nam hij ruim de tijd om zijn hemd uit zijn broek te trekken en toen trok hij dat heel langzaam over zijn hoofd.

Roberta’s lippen vormden zich in een geluidloze o. Wat was hij prachtig. Terwijl hij zijn hemd op de grond gooide, rimpelden er soepele spieren onder zijn huid. Haar vingers jeukten van verlangen om hem aan te raken.

‘Jouw beurt,’ zei Damon zacht.

Roberta maakte met moeite haar blik van zijn lichaam los. Ze boog zich naar voren en pakte een dominosteen die koel aanvoelde tussen haar warme vingers. Zonder te kijken wist ze al dat het een dubbelsteen was. Nu zou hij zijn broek moeten uittrekken…

Het was een drie.

Zonder dat ze er erg in had, ontsnapte er een zacht, teleurgesteld kreetje uit haar keel. Damon barstte in een schaterlach uit. ‘Een van de dingen die ik echt schattig aan je vind, boterbloempje, is dat je zo doorzichtig bent.’

‘Nee, hoor, dat ben ik helemaal niet,’ reageerde ze geraakt. ‘Als ik wil kan ik heel Machiavelli-achtig zijn.’

‘O, werkelijk?’ vroeg hij, zijn ogen dansend boven zijn glas. ‘Ik wed dat jij helemaal niet goed bent in jokken. Je ziet eruit als een meisje dat nog nooit een behoorlijke leugen in haar leven heeft verteld.’

‘Dat heb ik heus wel,’ protesteerde ze. ‘Ik zeg bijvoorbeeld vaak tegen Mrs. Grope dat haar haar uiterst elegant zit.’

Damon huiverde zichtbaar. ‘O, leugentjes om bestwil. Maar heb je ooit wel eens gelogen over iets wat je heel belangrijk vindt?’

‘Ja, dat zeg ik toch, over het haar van Mrs. Grope!’

‘Ja, ik kan begrijpen dat je dat heel belangrijk vindt. Maar kijk me nu eens aan en vertel me een leugen over iets wat je heel belangrijk vindt, iets wat je wanhopig na aan het hart ligt!’

Waar moest ze zich nu in vredesnaam wanhopig over voelen? De champagne had haar zo vrolijk gemaakt dat ze zich nergens wanhopig over voelde… behalve dan misschien het straks moeten meemaken dat Damon zijn broek uittrok.

Damon moest aan haar hebben gemerkt dat ze niets kon bedenken, want hij zei: ‘Vertel me maar dat je niet verliefd bent op Villiers! Kom op!’

‘Ik ben niet verliefd op Villiers,’ zei ze langzaam.

‘Vreselijk!’ zei hij. ‘Je ogen werden helemaal zacht en zwijmelend toen ik alleen zijn naam nog maar noemde.’

Maar Roberta dacht eigenlijk dat ze zo had gekeken omdat het haar, afgrijselijk genoeg, even was ontschoten wie Villiers ook alweer was. Die champagne was gevaarlijk!

‘Ik wil niet nóg een dubbelsteen pakken,’ zei ze kordaat. ‘Echt niet. Ik val gewoon flauw als ik weer een dubbele pak.’

Er vlamde iets op in zijn ogen waardoor ze opeens een heel warm gevoel in haar buik kreeg.

‘En waarom dan niet, boterbloempje?’ vroeg hij. Hij pakte een twee uit de stapel stenen en legde die aan.

Roberta probeerde haar stem nonchalant te laten klinken. ‘Ik ben bang dat je dit spel veel te serieus neemt. Dat je me misschien verkeerd hebt begrepen.’

‘Hoezo?’ vroeg hij verrast.

‘Ik ben bang dat je denkt dat ik net als al die andere vrouwen ben die achter je aan zitten in de hoop met je te trouwen.’

Hij barstte in lachen uit. ‘Ik kan een mug en een olifant wel van elkaar onderscheiden, Roberta.’

‘Zolang we elkaar maar goed begrijpen. Als ik nu een twee pak…’ Ze draaide de steen om.

‘Een dubbele twee,’ riep ze blij uit. ‘Nu kan ik dwars aanleggen bij de twee die jij net hebt neergelegd. Wat een geluk!’

In zijn ogen viel niets te lezen. ‘Ik ben de draad van dit gesprek een beetje kwijt, geloof ik. Was dat nou een onverwacht briljante poging om te liegen, of was je echt bang dat ik je als een vrouw zag met wie ik zou willen trouwen?’

‘Ik ben natuurlijk helemaal geen huwbare vrouw,’ zei Roberta. ‘Ik ben verliefd op iemand anders en met hem verloofd.’

Damon boog zich voorover en trok een van zijn schoenen uit. ‘Waarom zit je dan hier?’

‘Zullen we wedden dat jij niet kunt zien of ik lieg of niet?’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik heb al mijn geloof verloren in mijn vermogen jouw gedachten te lezen.’

Roberta nam nog eens een flinke slok van haar champagne. ‘Mijn verloofde en ik gaan een heel mondain huwelijk tegemoet,’ vertelde ze hem.

‘Mondain?’

Ze knikte. ‘Dat betekent dat we niet preuts en kuis en dat soort vervelende dingen hoeven te zijn. Ik ben natuurlijk geen bakker, weet je!’ Ze sperde haar ogen wijd open.

Damon trok nu zijn andere schoen uit hoewel het eigenlijk zijn beurt was om een steen te pakken, maar Roberta besloot daar niets over te zeggen. Het was veel te leuk om naar zijn borstkas te kunnen kijken.

‘Je hebt mooie spieren,’ zei ze. ‘Doe je oefeningen, of zoiets?’ Hij leek haar niet te horen. Misschien omdat hij zijn kousen net had uitgedaan.

Roberta’s hart begon sneller te kloppen.

‘Ik zal heel eerlijk tegen je zijn,’ zei Damon met een trage glimlach. ‘Ik denk niet dat je op jacht bent naar mijn fortuin…’

Ze giechelde.

‘In plaats daarvan ben je hier, neem ik aan, om je prijzenswaardige wens wat ervaring op te doen te vervullen, voordat je in een intieme situatie belandt met Villiers. Tenslotte is hij een oudere man…’

‘Hij is helemaal niet oud,’ protesteerde ze.

‘Misschien ligt het dan alleen aan zijn houding. Hij maakt op mij altijd de indruk alsof het leven hem verveelt en hij alleen maar enthousiast kan worden over schaken. Hoewel dat natuurlijk allemaal helemaal kan veranderen wanneer hij je alleen in zijn slaapkamer heeft. Mijn god, wij zijn nog niet eens in een slaapkamer en ik vind het nu al vreselijk moeilijk om je niet als een dolle hond te bespringen.’

Hij ging zitten en pakte een vijf.

Roberta voelde opeens een koude hand om haar hart. Villiers zou zichzelf natuurlijk nooit met een ongetemd beest vergelijken. En hij zou nooit zoals Damon nu, met alleen maar een broek aan zo op zijn gemak tegenover haar zitten alsof hij ervoor was geboren.

Damon legde zijn steen aan en keek naar haar op. Bij het zien van de blik in zijn ogen stokte haar adem even in haar keel. ‘Ik daag je uit om uit die hoop stenen een dubbele te pakken!’ zei hij.

‘Misschien kan ik beter naar mijn slaapkamer vertrekken,’ zei ze. ‘Het is al laat.’

‘Bedtijd?’

Roberta wist eigenlijk niet goed wat ze bedoelde. Ze plaagde hem een beetje, maar ze meende het niet, of toch wel? Haar verstand leek verdoofd door zijn halfnaakte aanwezigheid. En er was niemand die vond dat ze hier niet hoorde te zijn. Villiers had gezegd – had gezegd…

‘Ik neem aan dat we het spel eigenlijk af moeten maken, nu we het eenmaal begonnen zijn,’ zei ze. Haar hart bonkte hard tegen haar ribben.

‘Ik maak altijd een spel af als ik het begonnen ben.’

Roberta had niet het idee dat Damon het over domino had. Was ze hier klaar voor?

‘De wereld zit anders in elkaar dan ik vroeger dacht,’ zei ze, terwijl ze een vier pakte.

Een van die fascinerende dingen van Damon was dat hij zo geïnteresseerd leek in hoe ze ergens over dacht. ‘O ja?’ Hij pakte een blanco steen. ‘Hoe dacht je dan dat de wereld in elkaar zat? Het moet nogal bijzonder zijn geweest om met Mrs. Grope op te groeien. Je hebt natuurlijk totaal geen conventionele opvoeding genoten.’

‘Nee, het was niet erg conventioneel,’ zei Roberta. Ze kon haar steen niet meer kwijt op de tafel. ‘Het wordt veel te vol aan deze kant van de tafel.’

Hij vulde haar glas opnieuw met aardbeienchampagne en wees op een vier. ‘Een van ons tweeën moet dwars aanleggen bij die vier.’

Roberta voelde zich plotseling verlegen. Ze pakte een één. ‘Mrs. Grope is pas een paar jaar de vriendin van mijn vader.’

‘En daarvoor?’

‘Daarvoor was Selina er… een actrice.’

Hij keek verbijsterd naar haar op. ‘Je bedoelt toch niet Selina Trimmer, tegenwoordig de beste actrice van Drury Lane en bovendien de geliefde van de prins van Wales?’

Ze knikte.

‘Nu krijg ik nog meer respect voor je vader,’ zei hij, terwijl hij een drie uit de berg stenen pakte. ‘Selina is uitzonderlijk mooi. Is ze in het echt ook zo temperamentvol als men zegt?’

‘O, zeker,’ zei Roberta. ‘Ze vond het heel moeilijk om op het platteland te wonen en ik ben bang dat dat een slecht effect had op haar zelfbeheersing.’

‘Waarom bleef ze daar dan in vredesnaam…’ Damon onderbrak zichzelf.

‘Ze was gepassioneerd verliefd op mijn vader,’ legde Roberta uit met een klein steekje van trots op de markies. ‘Ze ontmoette mijn vader toen het Drury Lane Reizende Toneelgezelschap ons landgoed bezocht. Mijn vader haalde haar over om iets langer te blijven.’

‘En hoelang was dat iets langer?’

‘Twee jaar.’

‘Dus je hebt twee jaar met Selina Trimmer in één huis gewoond!’

‘Toen heette ze nog geen Trimmer,’ vertelde Roberta. ‘Verdorie, Damon, wat is dit spel irritant. Ik denk niet dat ik iets kan aanleggen.’

‘Jawel, kijk maar. Die één van je kan hier,’ wees hij.

‘Wij kenden haar als Selina Le Faye. Maar Selina dacht dat ze meer succes zou hebben met een naam die wat Engelser klonk. Dus toen ze besloot naar Londen te gaan hebben we de naam Trimmer verzonnen.’

‘Bedoel je dat het een vriendschappelijk afscheid was?’

‘Zonder rancune. Mijn vader huilde natuurlijk wel vreselijk.’

‘Mijn lieve Roberta,’ zei Damon. ‘Hoe kan het dan in vredesnaam zo zijn dat alles wat er in dit huis gebeurt jou nog verbaast? Om het maar bot te zeggen: je bent opgegroeid in een huis waar men zich maar heel weinig gelegen liet liggen aan de conventionele moraal.’

Roberta moest daar even over nadenken, wat goed uitkwam omdat Damon een steen had gepakt waarvan hij niet leek te weten wat hij ermee moest. ‘Het is niet dat ik verbaasd ben over intimiteit buiten het huwelijk,’ zei ze uiteindelijk. ‘Maar mijn vader was heel erg verliefd op Selina en daarna ook op Mrs. Grope. Hij hield van hen, van allebei. Zijn hart was gebroken toen Selina zei dat ze niet langer gelukkig kon zijn in zo’n afgelegen huis op het platteland.’

‘Maar hij nam haar niet mee naar Londen.’

‘Ik denk dat Selina misschien dacht dat het tijd was voor iets nieuws?’

Damon grijnsde. ‘Mooi gezegd.’

‘Dus ik weet wel iets van de dingen die tussen man en vrouw gebeuren,’ zei Roberta. Ze voelde dat ze een beetje bloosde. ‘Ik had wel niet echt iets gezien tot die avond van het bal, maar ik heb…’

Ze hield op met praten toen ze de gefascineerde uitdrukking op zijn gezicht zag.

‘Je hebt wat?’

‘Ik neem aan dat ik een heleboel weet over het plezieren van mannen. In ieder geval voor iemand zoals ik.’

‘Een maagd, bedoel je.’

Ze knikte.

Hij legde zijn steen. ‘Het lijkt erop, Roberta, dat ik een dubbele vier heb gepakt die ik dwars op de enig mogelijke plek ga aanleggen.’

‘O,’ zei ze, terwijl haar hart opeens weer als een razende begon te kloppen.

‘Wat ga je uittrekken?’ vroeg hij. Hij grijnsde ontzettend ondeugend.

Maar Roberta had daar al over nagedacht. Ze stond op en tilde haar rokken aan de achterkant op, zodat hij het niet kon zien. Met een rukje trok ze aan het lint dat haar petticoat met hoepels op zijn plaats hield, waardoor het kledingstuk op de vloer viel. Roberta stapte er waardig uit.

Damons gezicht betrok. ‘Dat was slinks,’ zei hij, terwijl hij opstond. Voordat ze in de gaten had wat hij van plan was had hij haar al opgetild en plofte hij, met haar in zijn armen, weer in zijn stoel neer.

‘Wat doe je nou?’ riep ze met een hoog stemmetje uit.

‘Ik vind het heerlijk om een vrouw in mijn armen te houden die geen ijzeren staketsel om haar lichaam heeft.’

‘Mijn hoepels zijn helemaal niet van ijzer gemaakt,’ reageerde Roberta. Hij rook zo lekker dat ze niet goed meer kon nadenken. Dus kroop ze maar dicht tegen zijn borstkas aan. Die voelde zacht, zo zacht als fluweel, maar niet alsof het fluweel was. Ze liet haar vinger over zijn borst glijden.

‘Boterbloempje,’ zei hij hees fluisterend. ‘Jij bent aan de beurt.’

‘Straks.’

Hij begon haar oor te kussen en zij legde haar hand plat op zijn borst. Hij voelde warm, nee, heet eigenlijk. En glad.

‘Krijg je daar haren als je ouder wordt?’ vroeg ze, terwijl ze haar hand nog een keer over zijn borst liet glijden. Het was bedwelmend. Hij had tepels, wat ze niet had verwacht. En zijn borstkas was plat, niet zoals de hare. Ze liet haar vingers er weer overheen glijden. En nog een keer.

Zijn stem klonk enigszins gespannen. ‘Volgens mij niet. Waarom? Hunker je naar borstharen?’

Ze giechelde. ‘Nee. Maar de enige mannelijke borstkas die ik ooit heb gezien was die van een stalknecht en bij hem was de hele voorkant overdekt met wit haar.’

‘Ik ben ervan overtuigd dat Villiers al het witte haar heeft dat je wenst,’ zei hij. En hij vervolgde: ‘Sorry, Roberta. Dat was nergens voor nodig.’

Ze piepte: ‘Wat ben je aan het doen?’

‘Mijn onbeleefdheid goedmaken,’ zei hij, volkomen serieus. ‘Dat is wel het minste wat ik kan doen.’

Roberta dacht daar even over na, maar niet al te diep omdat zijn vingers over haar been omhoog gleden – en nog verder. Het leek wel of ze haar eigen huid kon voelen op de manier waarop hij die voelde, zacht, glad, soepel onder zijn vingers. Zijn adem werd sneller en zijn vingers…

Ze schraapte haar keel.

‘Ja?’ Zijn vingers gleden weer omhoog.

O, wat voelde dat heerlijk. Veel te heerlijk. Ze sprong op. ‘Mijn beurt om een steen te pakken!’ Ze ging snel op haar eigen stoel zitten, zijn blik ontwijkend. Damon leunde naar voren, een en al harde mannelijke spieren. Ze griste een steen van de stapel en tuurde ernaar.

Zijn hand plukte de steen uit haar vingers. ‘Nog een dubbele vier,’ zei hij. Zijn ogen keken glimlachend in de hare en opeens kreeg Roberta weer dat smeltende gevoel dat zijn vingers haar hadden gegeven – maar nu zonder dat hij haar aanraakte. Het leek net of hij haar onzichtbaar streelde.

‘Je zult dwars moeten aanleggen,’ zei hij zachtjes. Alsof het een heel gewone uitnodiging was.

Roberta bekeek hem nog eens goed. In het kaarslicht was Damon een en al goudglanzende huid en gespierdheid. Haar vader had altijd gezegd dat er maar één goede reden was om ondoordacht en onstuimig te handelen: als je iets echt, met héél je hart wilde. Roberta had die uitspraak altijd met de nodige minachting aangehoord, omdat de dingen die de markies met heel zijn hart wilde, nooit strookten met de geldende normen en waarden.

Maar nu begreep ze hoe wijs hij eigenlijk was.

Wat ze wilde was die onhandige maagdelijkheid van haar verliezen. Aan Damon. Dan kon ze met Villiers trouwen en een roekeloos mondain leven beginnen. Maar nu…

‘Ik snap dat je waarschijnlijk nogal verlegen bent,’ zei ze.

‘O?’

‘Het is moeilijk om jezelf voor het eerst helemaal uit te kleden.’

‘Voor het eerst…’

Roberta stond op en zijn stem stierf weg. Eerst trok ze haar kousen uit. Ze vielen teer en zijdeachtig op de grond, met de glans van gevangen zonnestralen. Tot haar plezier volgde Damons blik haar kousen gefascineerd.

Ze wachtte tot zijn ogen de hare weer ontmoetten en begon toen langzaam, heel langzaam, de voorkant van haar jurk los te maken.

Damon bewoog zich niet. Eigenlijk zat hij zo stil als iemand die probeert een jong hertje uit zijn hand te laten eten. Maar Roberta voelde zich niet als een jong hertje – ze voelde zich een krachtige vrouw die precies wist wat ze deed. Het lijfje van haar jurk viel open terwijl ze zich vooroverboog om haar glas te pakken.

Hij werd een beetje rood. Roberta nam een slokje en keek stiekem naar zijn broek… ja. Hij was zeker geïnteresseerd. En nogal hevig ook, aan de blik in zijn ogen te zien. Ze boog weer voorover om haar glas neer te zetten, dacht er even aan om hem te kussen, maar besloot toen dat ze net zo goed eerst haar jurk kon uitdoen. Met één schouderbeweging liet ze de jurk van haar schouders glijden.

Hij viel op de grond, een wolk van geborduurde zijde en goudkleurige kant. ‘Te zwaar,’ informeerde ze hem. Damon zag er niet naar uit dat hij haar zou gaan tegenspreken; zijn ogen verslonden haar gewoonweg.

‘Die korsetten zijn ook loodzwaar,’ merkte hij op.

‘De sluiting zit op mijn rug.’ Ze draaide zich om en wachtte.

Hij moest meteen zijn opgesprongen want ze hoorde een klap alsof hij tegen de tafel aanstootte en toen voelde ze zijn lange, behendige vingers op haar rug. Ze hield het korset tegen zich aangedrukt en draaide zich eerst om, voordat ze het op de grond liet vallen. Het lijfje van haar hemdje was, vanwege de lage halslijn van haar jurk, heel laag uitgesneden. Haar tepels werden er maar nauwelijks door bedekt. En het was gemaakt van fijne batist die was afgezet met kant.

‘Bij de volgende beurt zou je zeker een dubbelsteen hebben aangelegd,’ zei Damon. Zijn stem klonk zwoel, bijna smachtend. Hij trok zijn broek uit en legde die weg.

Roberta durfde niet te kijken. Haar hart bonkte in een dansend ritme in haar keel. Iets wat ze nooit eerder zo had gevoeld, maar wel instinctmatig herkende. Ze glimlachte en sloeg vanuit datzelfde instinct haar armen om zijn nek en drukte haar lichaam, nog steeds zonder te kijken, tegen het zijne.

Damon maakte een verstikt geluid. Iets wat op kreunen leek. Zijn lippen waren in haar haar en zijn handen op haar rug.

‘Boterbloempje,’ fluisterde hij. ‘Je weet dat er nu geen weg terug meer is, hè?’

‘Ja,’ zei ze. Ze had zijn oor ontdekt en deed precies hetzelfde als hij daarnet met haar oor had gedaan, ze kuste het en gleed er toen even met haar tong over.

‘Nee,’ zei hij en hij duwde haar van zich af.

Roberta keek hem grijnzend aan. Hij had natuurlijk van die typisch mannelijke bedenkingen. Daar had ze haar vader jarenlang mee zien worstelen en in haar ogen waren die twijfels altijd op dezelfde manier geëindigd: uiteindelijk deed hij toch precies wat hij wilde. Het was haar taak om er nu voor te zorgen dat Damon deed wat zij wilde.

Dus hief ze haar armen op en begon ze de spelden uit haar kunstig opgestoken gekrulde haren te halen. Het waren er heel veel en hij zei niets. Uiteindelijk viel haar lange haar over haar schouders naar beneden. Ze boog zich voorover en schudde het goed uit om alle poeder kwijt te raken.

Terwijl ze zo vooroverbogen stond, staarde Damon naar Roberta’s lieve kleine billen en werd overspoeld door het gevoel dat hij verdronk – en er niemand op de kant stond die hem een reddingsboei kon toewerpen. Roberta kussen was één ding… maar haar maagdelijkheid? Iets dergelijks had hij nooit op zijn geweten willen hebben.

Behalve als… behalve als hij ook van plan was om met haar te trouwen.

Maar daar wilde ze niets over horen. Ze lachte. Een lach die zijn ziel raakte en zijn bloed sneller deed stromen van vreugde.

Roberta ging weer rechtop staan en draaide zich om. Haar donkerrode krullen tuimelden over haar blote armen en haar ondeugend opgetrokken wenkbrauwen samen met haar donkerrode lippen stalen zijn hart. Niemand kon zeggen dat ze er onschuldig uitzag. Maar verdomme, na opgegroeid te zijn met Selina wist ze waarschijnlijk meer over de dingen die in bed gebeurden dan hij.

Aan de andere kant zag hij nog haar verbijsterde gezicht voor zich, toen ze op dat neukende paar in de zitkamer waren gestuit.

Ze was een betoverende mengeling van wereldwijsheid en onschuld.

‘Ik hoor dit niet te doen,’ zei hij, beseffend hoe waar dat was. ‘Het is niet goed, Roberta.’

‘Wat is niet goed?’

‘Nu met je naar bed gaan. Ik kan het niet doen. Ik kan je je maagdelijkheid niet afnemen, als je niet getrouwd bent en je eigenlijk van iemand anders houdt. Zelfs met die iemand verloofd bent.’

Haar ogen werden een tint donkerder en Damon wist instinctief dat dat niet veel goeds betekende.

‘Waarom?’ vroeg ze dwingend. ‘Denk je dat je misbruik van me maakt?’

‘Je begrijpt niet hoe de ton in elkaar zit. Verdomme, je vader was een idioot dat hij je naar Jemma toe heeft laten gaan. Zij is zeker niet de geschikte persoon om een jong meisje te begeleiden. Ze is getrouwd, Roberta. Getrouwd. En ze speelt een spelletje schaak met…’ Hij dacht er te laat aan dat Jemma een spelletje schaak met Roberta’s verloofde speelde.

Roberta zette haar handen op haar heupen. ‘Jemma, die ik tussen twee haakjes heel graag mag en op wie ik niet in het minst jaloers ben, zit te schaken met Villiers. Mijn verloofde. Villiers heeft me gezegd dat hij mijn kuisheid niet aantrekkelijk vindt en dat het hem niets kan schelen met wie ik neuk, zolang er maar geen bastaard van komt. Damon, weet jij hoe je kunt voorkomen dat een vrouw zwanger raakt?’

‘Ja,’ zei hij, ‘maar…’

‘Goed. Omdat ik het ook weet, maar ik heb begrepen dat medewerking van de mannelijke partner het veel effectiever maakt.’

Zijn mond viel open. ‘Dat wéét je?’

‘Selina heeft vanaf mijn veertiende tot mijn zestiende bij ons gewoond. Ik hield van haar. Ze heeft me veel adviezen gegeven, zoiets als zusjes onder elkaar.’

Zijn mond klapte dicht. ‘Je had zusterlijke gesprekken met Selina Trimmer?’ Hij probeerde niet te denken aan een bericht over Selina’s laatste feest in de Tête-à-Têterubriek, waarin stond dat ze haar badkuip met champagne had laten vullen en een aantal gasten had uitgenodigd om bij haar te komen zitten.

‘Moet ik je nog iets uitleggen?’ eiste Roberta met haar handen nog steeds op haar heupen.

‘Wat heb je geleerd?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Vergeet maar dat ik je dat heb gevraagd. Het punt is, Roberta, dat het niet gaat om wat je allemaal van Selina hebt geleerd, maar om hoeveel ik van je af zou nemen als ik nu met je naar bed ging.’

‘Misschien heb je gelijk,’ zei ze. ‘Je bent tenslotte praktisch familie van me.’

‘Ja! Je neef!’

‘Dan zoek ik wel iemand anders,’ zei ze. ‘Voor het geval je het niet goed begrijpt, Damon: ik zál ervoor zorgen dat ik die ongepaste maagdelijkheid van me kwijt ben voordat ik met Villiers in bed beland. Tenslotte ben ik verliefd en wil ik mijn echtgenoot niet vermoeien met de taak me te ontmaagden. Maar als jíj die ook niet op je wilt nemen dan is dat geen ramp. Dan zal ik gewoon een andere man moeten vinden die het wél met me wil doen.’

Damon schoot bijna in de lach. Hij had het nog nooit in zijn leven zo graag met iemand willen doen. In feite…

Ze lachte. Nog wel een beetje boos, maar ze lachte. Mijn god, ze was verrukkelijk. Haar hemd was gemaakt van fijne batist en bedekte haar benen maar tot aan haar knieën.

‘Over mijn lijk ga je op zoek naar een andere man.’

Maar het was duidelijk dat ze niet in de gaten had dat hij toe wilde geven: ‘Ik snap wel dat je gewend bent aan vrouwen die je alleen maar tot een huwelijk willen verlokken,’ zei ze met sprankelende ogen. ‘Maar begrijp je dan niet dat ik niet zo’n vrouw ben? Ik ben niet uit op je ring, je geld of je titel.’

‘Omdat je Villiers hebt.’ Het hardop uitspreken van de naam van haar verloofde ontnuchterde hem enigszins.

Ze knikte. ‘Dat moet je goed begrijpen. Ik ben een koppige vrouw en dat ben ik altijd geweest. Vraag maar aan mijn vader. Op het moment dat ik Villiers zag, wist ik dat ik met hem wilde trouwen.’

‘Waarom?’ Hij moest het vragen. ‘En zeg nou niet omdat je verliefd op hem werd. Ik geloof niet erg in liefde op het eerste gezicht en ik denk ook niet dat jij dat doet.’

‘Het maakt me niet uit hoe je het noemt,’ zei ze. ‘Eén blik op Villiers vertelde me precies wat voor soort huwelijk we zouden hebben en dat is precies het soort huwelijk dat ik wil. Hij heeft zelfbeheersing.’

‘Zelfbeheersing?’ vroeg Damon verbouwereerd. ‘Je trouwt met Villiers omdat hij zelfbeheersing heeft?’

‘Hij zal me nooit in verlegenheid brengen. Hij zal zich nooit verliezen in belachelijke emotionele aanvallen. Hij zal nooit een gedicht schrijven over mijn grote teen of welk ander deel van mijn lichaam dan ook. Hij zal nooit in tranen uitbarsten.’

‘Ja, daar heb je gelijk in,’ reageerde Damon. ‘Zelfs op jouw begrafenis zal Villiers nog met dat minachtende kleine glimlachje om zijn mond staan toe te kijken.’

Roberta liep naar hem toe en legde haar hand op zijn arm. Ze leek zich er geen moment voor te schamen dat ze alleen maar een hemdje aanhad en dat hij naakt voor haar stond. Een normale maagd was ze absoluut niet. Wat dat dan ook mocht zijn. ‘Villiers is de juiste man voor mij. En ik heb het geluk dat hij hetzelfde in mij ziet. We zijn een uitstekende combinatie en ik verwacht dat we jarenlang gelukkig met elkaar zullen zijn.’

Damon klemde zijn tanden zo stevig op elkaar dat hij bang was dat zijn kaak zou breken. ‘Mooi,’ wist hij uit te brengen. ‘Gelukkig getrouwd. Ik snap het. Villiers en jij gaan samen oud worden, alleen jammer – wacht even! – hij is natuurlijk al oud! Dus ik neem aan dat je dan een gelukkige weduwe wilt worden.’

Haar ogen verkleurden weer naar donkerblauw. Een onheilspellend voorteken.

‘Wat ben je toch een zak. Ik heb geen idee waarom je je zo zakkerig gedraagt, maar ik heb geleerd dat mannen toch niet te begrijpen zijn, dus zal ik maar niet proberen om je te doorgronden. Er is iets wat ik van je wil, Damon.’

Zijn mond werd droog. ‘Is dat zo?’ Iedere vezel in zijn lichaam wist precies wat ze wilde en hij verlangde er met zijn hele hart naar om aan haar wensen te voldoen.

Met één snelle beweging trok ze haar hemd over haar hoofd en gooide dat op de grond. Toen keek ze hem aan en een heel kort moment zag hij een vlaag van onzekerheid in die prachtige blauwe ogen van haar.

Dat deed het hem. Alle morele bezwaren die Damon had gehad smolten als sneeuw voor de zon.

‘Weet je het zeker, boterbloempje?’ Hij trok haar tegen zich aan toen hij dat vroeg, zijn handen om haar billen.

‘Ik kies jou voor mijn eerste ervaring met mannen,’ zei Roberta. Ze klonk veel te logisch voor dat ogenblik.

Hij wilde eigenlijk opmerken dat haar eerste man ook haar laatste zou zijn, maar dat slikte hij in. Ze was er nog niet aan toe om dat al te horen. Ze hield zich nog altijd vast aan haar droom van een huwelijk vol zelfbeheersing.

Het was duidelijk dat het aan hem was om haar het genot van het verliezen van je zelfbeheersing te leren.

Toen hield hij op met denken en trok hij Roberta stevig tegen zich aan. Die kleine onervaren wijsneus stond op het punt om uit te vinden hoe het voelde met een man te neuken, in plaats van er alleen over te kunnen praten.