12
Het was al bijna ochtend toen het Roberta eindelijk lukte om Jemma mee naar de damestoiletten te tronen. ‘Als ik zo’n stom plattelandsmeisje blijf spelen, win ik Villiers natuurlijk nóóit voor me,’ begon ze meteen.
‘Ja, dat weet ik. Maar je hebt het vanavond fantastisch gedaan,’ zei Jemma. ‘Iedereen vertelt me dat je toch zo’n lieftallige jongedame bent. En de meesten voegen daar dan nog zuinigjes aan toe dat ze hopen dat ik geen verderfelijke invloed op je zal hebben.’
Daar moest Roberta om glimlachen. ‘Hem verleiden werkt niet, dus zal ik hem met een trucje tot een huwelijk moeten verlokken.’
Jemma keek nadenkend. ‘Denk je?’
‘Absoluut. Hij is tenslotte ook al… hoe oud is hij eigenlijk?’
‘Niet zo heel erg oud,’ zei Jemma. ‘Beaumont en hij zijn in hun jeugd vrienden van elkaar geweest, begrijp ik.’
‘En nu spreken ze niet meer met elkaar?’
‘Zelden. Ze hebben vanavond wel een paar woorden met elkaar gewisseld, maar ik vermoed dat ze tegenwoordig nog maar weinig dingen gemeen hebben.’
‘Tja… hoe oud is je echtgenoot?’
Jemma trok een gezicht waaruit bleek dat ze dat niet wist. ‘Drieëndertig,’ besloot ze na een tijdje. ‘Het zal natuurlijk wel ergens in onze huwelijkspapieren staan, neem ik aan. We zijn verloofd toen ik nog maar twee was. En hij zeven, geloof ik.’
‘Dus Villiers zal dan waarschijnlijk ook drieëndertig zijn.’ Een uiterst goed geconserveerde drieëndertiger, dacht Roberta bij zichzelf. Ze voelde een steek van verlangen. ‘Ik zal naar ieder bal waar hij ook kan zijn, toe moeten.’
‘We kunnen natuurlijk altijd een van zijn lakeien omkopen.’
‘Dat is wel een aantrekkelijke gedachte, maar dan zit ik straks misschien met een kind en ben ik nog altijd ongetrouwd,’ reageerde Roberta vol twijfel.
‘Dacht je dat ik suggereerde dat we een lakei moesten omkopen, zodat je zijn slaapkamer binnen kon?’
Roberta knikte.
‘Nou, volgens mij ben jij eerder degene die een verderfelijke invloed op míj heeft,’ merkte Jemma met een lachje op. ‘Jij bent nou niet bepaald onschuldig, is het wel?’
‘Niet bepaald, nee,’ zei Roberta schouderophalend.
‘We moeten een lakei omkopen om via hem erachter te komen welke invitaties Villiers accepteert,’ legde Jemma haar uit. ‘En de belangrijkste vraag is hoe we hem in de val kunnen lokken. Je kunt niet maar gewoon…’
‘Ja, ik weet het,’ onderbrak Roberta haar. ‘Hij is niet met de jongedame getrouwd die in verwachting van hem was, dus dat is niet de methode.’
‘Hoewel Damon hem dan natuurlijk wel tot een duel zou uitdagen voor je,’ zei Jemma. ‘Ik hoef je dit waarschijnlijk niet te zeggen, Roberta, maar is het je al opgevallen hoe mijn broer naar je kijkt? Ja, vermoed ik?’
‘Hij is gewoon vriendelijk tegen me.’
‘O, zeker,’ beaamde Jemma. ‘Maar…’
‘We hebben een heel gesprek gehad over Villiers,’ zei Roberta. ‘En hij is het helemaal met me eens dat Villiers in de val moet worden gelokt. Híj was zelfs degene die me waarschuwde en me vertelde dat Villiers weigerde een vrouw te huwen die een kind van hem kreeg.’
‘O, in dat geval… moet ik het mis hebben,’ zei Jemma. ‘Ik ken Damon natuurlijk niet meer zo goed als vroeger. Hij kwam me wel vaak opzoeken in Parijs – veel vaker dan mijn echtgenoot – maar toch, je broers en zussen worden volwassen en veranderen, vind je niet?’
Omdat ze nooit een broer of zus had gehad, onthield Roberta zich van commentaar.
‘Zoals ik al zei is de belangrijkste vraag hoe we Villiers in de val kunnen lokken. Op een manier waardoor hij geen uitweg heeft. Het interesseert hem niets als er ergens een schandaal van komt. Ik denk dat de enige manier waarop je met hem getrouwd kunt raken, is het gewoon te dóén, als je snapt wat ik bedoel.’
‘Nee. Hoe bedoel je?’ vroeg Roberta.
‘Nou, we weten dat hij niet uit eigen beweging zal trouwen. En ook dat hij er bekend om staat alle wetten van het fatsoen en de moraal aan zijn laars te lappen, als hij zijn zin wil krijgen bij een vrouw. Heeft Damon je verteld wat lady Caroline beweerde, toen het allemaal uitkwam van dat kind?’
Roberta schudde haar hoofd.
‘Ze hield vol dat Villiers en zij in het geheim waren getrouwd, een soort Fleet Street-huwelijk. Maar die huwelijksovereenkomst is waarschijnlijk vervalst geweest, anders had haar vader Villiers wel gedwongen het huwelijk te erkennen.’
Roberta vond het vervelend te horen dat haar aanstaande echtgenoot zich zo onethisch had gedragen. ‘Als de huwelijkspapieren vervalst waren, had haar vader daar dan niets aan kunnen doen?’
‘Wat had hij kunnen doen, behalve Villiers uitdagen voor een duel?’
‘Nou, dan had hij dat toch kunnen doen. Mijn vader zou…’ Roberta’s hoofd duizelde van alles wat haar vader zou hebben gedaan. Het zou in ieder geval gewelddadig en lawaaierig zijn geweest.
‘Vrouwen zijn altijd veel resoluter dan mannen,’ zei Jemma met een geeuw. ‘Ik denk dat we er nog maar eens een paar nachtjes over moeten slapen.’
‘Ik begrijp niet hoe hem dat heeft kunnen lukken,’ zei Roberta.
‘Het interesseert hem gewoon geen bal.’
‘Wat?’
‘Ik denk dat het is gelukt, omdat het hem geen zier interesseert hoe men over hem denkt. Het enige wat hem boeit is schaken. En Roberta, ik denk dat je daar nog maar eens heel goed over moet nadenken. Ik ben lang niet zo geobsedeerd als Villiers, maar toch vond Beaumont het in het begin van ons huwelijk vreselijk dat ik meer aan schaken dacht dan aan hem. En nauwelijks naar hem luisterde. Villiers zal precies hetzelfde zijn.’
‘Als ík de vader van lady Caroline was geweest…’
‘Wat kon hij uitrichten? Villiers is een uitstekend schermer. Dat zijn bijna alle schakers. Als een schaakspeler één ding goed kan, is het wel strategisch denken.’
‘Dan ben jij mijn geheime wapen,’ zei Roberta.
Jemma knipperde met haar ogen.
‘Ik vermoed dat jij een betere schaker bent dan Villiers.’
‘Heb je nooit gehoord dat vrouwen helemaal niet kúnnen schaken?’ Jemma sperde haar ogen wijd open.
‘Je broer heeft me verteld dat je er heel goed in bent. En met een echte strateeg als tegenstander kan Villiers nooit winnen.’
Jemma leek iets wakkerder te worden. ‘In het schaakspel bestaat de uitdrukking: “A poisoned pawn”, een vergiftigde pion. We zouden Villiers misschien zover kunnen krijgen dat hij jou verlokt tot een vals huwelijk en er dan vervolgens voor zorgen dat het wel een rechtsgeldige overeenkomst is die hij ondertekent. Dan heb je hem te pakken.’
‘Maar hoe kunnen we er dan zeker van zijn dat het een valse overeenkomst is, waarmee hij me wil trouwen?’
‘Dat kan natuurlijk niet… maar mannen herhalen zich altijd. Als hij je aanbiedt om in het geheim met hem te trouwen, weten wij wat hij van plan is. Als het met één vrouw heeft gewerkt, dan werkt het ook met meer, zal hij denken. Ik wil niet pessimistisch zijn, Roberta, maar weet je wel zeker dat je met zo’n man wilt trouwen? Ik vind mijn echtgenoot saai, maar hij gedraagt zich in ieder geval niet oneervol.’
Roberta knikte. ‘Het is wat mijn hart verlangt.’
‘Laten we in dat geval gokken op het verwisselen van de huwelijkspapieren. Maar we moeten eerst wachten tot híj iets onderneemt. Dat is strategisch gezien beter: je moet het spel zich in eerste instantie gewoon laten ontwikkelen, in plaats van meteen een belangrijke zet te doen.’