18
(NOG 39 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)
TWEE
AGENTEN
(VOOR DE INGANG VAN DE VOORMALIGE
KEUKEN)
‘WAT STELT DAT ALLEMAAL VOOR?’ VROEG DE OUDERE AGENT EN hij schoof het kauwgompje met zijn tong naar de andere kant van zijn malende kaak.
Zijn jongere collega verstijfde in de beweging waarmee hij juist de grote toegangsdeur van de oude sanatoriumkeuken wilde openen, waarachter Alexander Zorbach zo hard had geschreeuwd.
‘Neeeeeeee...’
‘Vind je niet dat we...’
‘Wat?’
Nu begon ook de vrouw te schreeuwen, nog harder en getergder dan de man eerst.
De jonge agent met de snor trok bleek weg. ‘Kijken. Ik vind dat we moeten gaan kijken.’
‘Hoor eens, jongen. Hij had daarnet al de pest in toen ik die blinde binnenbracht. Hij zei dat hij niet meer gestoord wilde worden. Wat er ook gebeurt.’
Iets sneed de schreeuw van de vrouw in tweeën. Het bovenste, spitse deel stierf onmiddellijk. De donkere keelgeluiden rochelden nog een poosje door.
‘Ik zal je eens wat vertellen,’ zei de hoogste in rang zacht maar beslist. ‘Wat dacht je dan dat hier aan de hand is? Man, er is verder helemaal niemand in dit deel van het gebouw.’
Er rommelde iets en Scholle vloekte luidkeels: ‘Shit, wat voor de drommel...’
De hand van de jonge agent dwaalde weer naar de deurklink.
‘Als je daar naar binnen gaat verandert je leven, jongen. Dan moet je een besluit nemen. En ongeacht wat dat zal zijn, daarna, dat garandeer ik je, zal niets meer zo zijn als het was.’
Achter de deur klonk een doffe bons. Toen steunde Zorbach even en het klonk alsof iemand een zak over een stenen vloer sleepte.
‘Stel je voor dat je iets ziet wat je moet melden,’ vervolgde de oudste. ‘En als je dat doet heb je een vijand voor het leven en niemand zal je meer als partner willen.’
Het kauwgompje ging weer naar de andere kant.
‘Doe zoals ik. Als je zo nodig ergens heen wilt, loop je naar boven en trek je een koffie uit de automaat, ja?’ Hij lachte. ‘Maar kom nooit meer met een blinde aanzetten.’
De nieuweling greep nerveus in zijn kortgeschoren nek. ‘Ik denk dat als ik het niet meld ik nooit meer in de spiegel kan kijken.’
‘Wat meld?’
‘Nou, die shit daarbinnen.’
‘Waar heb je het over?’ vroeg de oudere. Hij legde zijn hand achter zijn rechter oorschelp. ‘Ik kan niets horen.’
Warempel.
De jongste hield zijn adem in en concentreerde zich op de geluiden die er niet meer waren.
Achter de deuren van de voormalige keuken was het stil.
Doodstil, dacht hij, en hij werd misselijk toen zijn vingers zich langzaam weer van de deurklink losmaakten.