49
ALINA GREGORIEV (VISIOEN)
DE KAMER IS DONKER EN DE VROUW IS NIET ALLEEN. JE HOORT HET ademen in de bedden naast haar. Behalve zij en de zieke vrouw is er nog minstens één stervende persoon in de kamer.
Dood.
Daarover bestaat geen twijfel.
De geur van desinfecteermiddel legt het af tegen de geur van de dood, het aftreksel van bedorven adem, doorgelegen huid en waterige uitscheiding.
‘Ik ben er weer,’ hoort ze zichzelf met de stem van een man fluisteren.
Snel, ademloos. Rauw.
De vrouw die de ogen van haar moeder heeft en toch een vreemde is, reageert niet. Hoe kan ze ook, als over haar gezicht een doorzichtig masker ligt?
Een schaduw die Alina niet kan duiden, vermoedelijk omdat ze het voorwerp niet kent. Omdat ze het als driejarig meisje nooit heeft gezien of het zich nu niet meer kan herinneren.
Er piept iets in de kamer, als een rusteloze digitale wekker waar niemand zich iets van aantrekt.
Dan gaat er knarsend een deur achter haar open en het wordt lichter. Iemand klapt in zijn handen. ‘Dat is leuk, dat u weer eens langskomt,’ galmt een vrouwenstem door de ruimte. Dan glipt er een schaduw achter haar naar het andere bed.
Geritsel. Een luchtvlaag, voortgebracht door een opgetilde deken. Kussens worden opgeklopt. Iemand kreunt.
Alina pakt de hand op het bed. Breekbare grauwe huid op wit gesteven linnen.
De borstkas van de vrouw in het ziekbed gaat langzaam omhoog en omlaag. Soms, lijkt het, vraagt het hart zich af of het nog wil slaan.
Dan buigt ze zich naar voren, strijkt de oude dame een pluk haar van het voorhoofd en kust haar.
Voor ze weggaat, voelt ze voor het laatst haar arm.
En dan, ongeveer op hetzelfde moment waarop in de verte het brandalarm afgaat, draait ze zich naar het nachtkastje en zet een klein vierkant dingetje neer.
Een fotolijstje.
De foto daarin toont een vader noch een moeder, dus kan het alleen om een kind gaan. Een jongen of een meisje. De schaduw op de foto is onmogelijk te identificeren. Ze kan alleen de ogen herkennen. Of liever gezegd: het ene oog.
Het andere is bedekt.
Of helemaal niet aanwezig.
Ze draait zich om, kijkt naar de open deur, en het alarm klinkt sterker. Tegelijkertijd verduistert de wereld om haar heen...
En de bliksems worden weer zwarte vlekken. De beelden worden een allesomvattend zwart...
...waarin Alina wakker wordt. Gewekt door de alarminstallatie van de galerie, zes etages onder haar. En door het woedende gebons op haar voordeur.