PROLOOG
ALEXANDER ZORBACH (IK)
HEB IK JE NIET GEWAARSCHUWD? VOOR DE VERHALEN DIE ZICH met roestige weerhaken steeds dieper in het bewustzijn vastzetten van degene die ze aan moet horen.
Perpetuum morbile. Verhalen die nooit zijn begonnen en ook nooit zullen eindigen, want ze gaan over het eeuwige sterven.
Ik had je dringend geadviseerd niet verder te lezen. Deze regels, god weet hoe je eraan bent gekomen, waren ook niet voor jou bedoeld. Voor niemand. Zelfs niet voor je grootste vijand.
Ik zei het toch: ik spreek uit ervaring.
Nu weet je het: het verhaal van de man wiens tranen als bloeddruppels uit zijn ogen wellen – het verhaal van de man die het vervormde bundeltje menselijk vlees tegen zich aandrukt, dat maar een paar minuten eerder nog heeft geademd, bemind en geleefd – dat verhaal, dat je zojuist hebt gelezen, is geen boek.
Het is mijn lot.
Mijn leven.
Want de man die op het hoogtepunt van zijn pijn moest inzien dat het sterven nog maar net is begonnen – die man ben ik.