167
Nadat vader me in bad had gedaan en de kots had weggewassen en me met een handdoek had afgedroogd, bracht hij me naar mijn slaapkamer en trok me schone kleren aan.
Toen zei hij: “Heb je vanavond al iets gegeten?”
Maar ik zei niets.
Toen zei hij: “Wil je iets eten, Christopher?”
Maar ik zei nog steeds niets.
Dus zei hij: “Goed. Luister. Ik ga je kleren en de lakens in de wasmachine doen en dan kom ik terug, goed?”
Ik ging op het bed zitten en keek naar mijn knieën.
Dus ging vader de kamer uit en hij raapte mijn kleren van de badkamervloer en legde ze op de overloop. Toen ging hij de lakens van zijn bed halen en legde die ook op de overloop samen met mijn hemd en mijn trui. Toen raapte hij alle spullen op en nam ze mee naar beneden. Toen hoorde ik hem de wasmachine aanzetten en ik hoorde de ketel aanslaan en het water door de leiding de wasmachine in stromen.
Verder hoorde ik een hele tijd niets.
Ik ging 2’en in mijn hoofd verdubbelen omdat ik daar rustiger van werd. Ik kwam tot 33554432 wat 225 is, wat niet zo veel was omdat ik weleens 245 heb gehaald, maar mijn hersens werkten niet zo goed.
Toen kwam vader de kamer weer in en zei: “Hoe voel je je? Wil je iets hebben?”
Ik zei niets. Ik bleef naar mijn knieën kijken.
En vader zei ook niets. Hij kwam alleen maar naast me op het bed zitten en steunde zijn ellebogen op zijn knieën en keek naar het vloerkleed tussen zijn benen waar een rood stukje Lego met acht noppen lag.
Toen hoorde ik Toby wakker worden, want hij is een nachtdier, en ik hoorde hem in zijn kooi ritselen.
En vader bleef heel lang zwijgen.
Toen zei hij: “Hoor eens, misschien moet ik dit niet zeggen, maar…Je moet weten dat je me kunt vertrouwen. En…Goed, misschien spreek ik niet altijd de waarheid. God weet dat ik het probeer, Christopher, dat ik m’n best doe, maar…Het leven is zwaar, weet je. Het is verdomd moeilijk om altijd maar de waarheid te spreken. Soms is het onmogelijk. En je moet weten dat ik het probeer, echt waar. En misschien is dit niet zo’n heel goed moment om dit te zeggen, en ik weet dat je het niet leuk zult vinden, maar…Je moet weten dat ik voortaan de waarheid tegen je zal spreken. Over alles. Want…als je niet meteen de waarheid spreekt, dan doet het later…doet het later nog meer pijn. Dus…”
Vader wreef met zijn handen over zijn gezicht en trok zijn kin omlaag met zijn vingers en staarde naar de muur. Ik zag hem vanuit mijn ooghoek.
En hij zei: “Ik heb Wellington vermoord, Christopher.”
Ik vroeg me af of dit een grapje was, want ik snap geen grapjes, en als mensen een grapje maken menen ze niet wat ze zeggen.
Maar toen zei vader: “Alsjeblieft. Christopher. Laat…laat me het uitleggen.” Toen zoog hij wat lucht naar binnen en zei: “Toen mama wegging…was Eileen…mevrouw Shears…was zij heel lief voor ons. Heel lief voor mij. Ze heeft me door een hele moeilijke tijd heen geholpen. En ik weet niet of ik het zonder haar wel gered had. Je weet zelf wel dat ze hier bijna elke dag was. Om te helpen met eten maken en schoonmaken. Even kijken of we het wel redden, of we soms iets nodig hadden…Ik dacht…Ja…Shit, Christopher, ik probeer het simpel te houden…Ik dacht dat ze misschien wel zou blijven komen. Ik dacht…en misschien was dat wel stom van me;.. Ik dacht dat ze misschien…uiteindelijk…hier zou willen komen wonen. Of dat wij bij haar zouden gaan wonen. We…we konden het heel erg goed met elkaar vinden. Ik dacht dat we vrienden waren. En dat dacht ik blijkbaar verkeerd. Ik denk…dat het uiteindelijk…neerkomt op…Shit…We kregen mot, Christopher en…Ze zei een paar dingen die ik niet tegen jou ga zeggen omdat ze niet aardig zijn, maar pijn doen, maar…Ik geloof dat ze meer om die stomme hond gaf dan om mij, om ons. En misschien is dat achteraf gezien nog niet zo gek. Misschien zijn wij wel een stel lastposten. En misschien is het wel makkelijker om alleen te wonen en voor een of ander stom mormel te zorgen dan je leven met andere menselijke wezens te delen. Ik bedoel, shit, jongen, wij zijn niet bepaald makkelijk in het onderhoud, toch…? Nou ja, we kregen dus ruzie. Of flink wat ruzies, eerlijk gezegd. Maar na de laatste onverkwikkelijke scheldpartij smeet ze me het huis uit. En je weet hoe die rothond was na zijn operatie. Hartstikke schizofreen. Het ene moment poeslief, op z’n rug liggen, buik kietelen. Het volgende moment zette hij zijn tanden in je been. Hoe dan ook, wij staan tegen elkaar te schreeuwen en hij doet in de tuin zijn behoefte. Dus toen zij de deur achter me dichtsloeg stond dat beest me op te wachten. En…Ik weet het, ik weet het. Als ik hem gewoon een schop had gegeven was hij waarschijnlijk wel afgedropen. Maar shit, Christopher, als je dat rooie waas voor je ogen krijgt…Dat weet jij toch ook. Ik bedoel, zo verschillend zijn we niet, jij en ik. En het enige wat ik kon denken was dat ze meer om die rothond gaf dan om jou of mij. En het was alsof alles wat ik twee jaar lang had opgekropt ineens…”
Toen zweeg vader even.
Toen zei hij: “Het spijt me, Christopher. Ik heb nooit gewild dat het zo zou aflopen, dat moet je geloven.”
En toen wist ik dat het geen grapje was en werd ik heel bang.
Vader zei: “We maken allemaal fouten, Christopher. Jij, ik, mama, iedereen. En soms zijn het hele grote fouten. We zijn maar mensen.”
Toen stak hij zijn hand op en spreidde zijn vingers in een waaier.
Maar ik gilde en duwde hem naar achteren zodat hij van het bed af op de grond viel.
Hij ging rechtop zitten en zei: “Goed. Luister. Christopher. Het spijt me. We laten het voor vanavond hierbij, goed? Ik ga naar beneden en jij gaat slapen en dan praten we morgenochtend verder.” Toen zei hij: “Het komt wel weer goed. Echt waar. Vertrouw me maar.”
Toen stond hij op en haalde diep adem en liep de kamer uit.
Ik bleef lang op het bed zitten en naar de grond kijken. Toen hoorde ik Toby in zijn kooi scharrelen. Ik keek op en zag hem door de tralies heen naar me staren.
Ik moest het huis uit. Vader had Wellington vermoord. Dat betekende dat hij mij ook kon vermoorden, want ik kon hem niet vertrouwen, ook al had hij ‘Vertrouw me maar’ gezegd, want hij had over iets groots gelogen.
Maar ik kon niet meteen het huis uit gaan want dan zou hij me zien, dus moest ik wachten tot hij sliep.
Het was 23:16 uur.
Ik probeerde weer 2’en te verdubbelen, maar ik kwam niet verder dan 215 wat 32768 was. Dus kreunde ik om de tijd sneller voorbij te laten gaan en niet na te denken.
Toen was het 1:20 uur, maar ik had vader niet naar boven horen komen en naar bed gaan. Ik vroeg me af of hij beneden sliep of misschien wachtte om binnen te komen en me te vermoorden. Dus pakte ik mijn zakmes en klapte het zaagblad uit zodat ik me kon verdedigen. Toen ging ik heel zachtjes mijn slaapkamer uit en luisterde. Ik hoorde niets, dus begon ik heel zachtjes en heel langzaam de trap af te gaan. En toen ik beneden kwam zag ik vaders voet door de deuropening van de huiskamer. Ik wachtte 4 minuten om te zien of hij bewoog, maar hij bewoog niet. Dus liep ik door tot bij de huiskamer en ik keek om de hoek van de deur.
Vader lag op de bank met zijn ogen dicht.
Ik keek lang naar hem.
Toen snurkte hij en ik schrok en ik hoorde het bloed in mijn oren en mijn hart heel snel slaan en ik voelde een pijn alsof iemand een hele grote ballon in mijn borst had opgeblazen.
Ik vroeg me af of ik een hartaanval ging krijgen.
Vaders ogen waren nog steeds dicht. Ik vroeg me af of hij zich soms slapende hield. Dus pakte ik het zakmes heel hard vast en klopte op de deurpost.
Vader draaide zijn hoofd naar de andere kant en er ging een schokje door zijn voet en hij zei: “Gnnn”, maar zijn ogen bleven dicht. En toen snurkte hij weer.
Hij sliep.
Dat betekende dat ik het huis uit kon gaan als ik heel zachtjes deed en hem niet wakker maakte.
Ik nam allebei mijn jassen en mijn das van de haken naast de voordeur en ik trok ze allemaal aan omdat het ‘s-nachts koud zou zijn buiten. Toen liep ik weer heel zachtjes naar boven, maar dat was moeilijk omdat mijn benen trilden. Ik ging mijn kamer in en pakte Toby’s kooi. Hij maakte scharrelgeluiden, dus trok ik een van de jassen uit en legde die over de kooi om het geluid te dempen. Toen droeg ik hem weer naar beneden.
Ik ging de keuken in en pakte mijn speciale etenstrommeltje. Ik maakte de achterdeur open en stapte naar buiten. Toen hield ik de kruk van de deur omlaag terwijl ik hem weer dichtdeed zodat de klik niet te hard was. Toen liep ik naar het eind van de tuin.
Aan het eind van de tuin staat een schuur. De grasmaaier staat erin en de heggenschaar hangt er en er zijn allerlei tuinspullen die moeder vroeger gebruikte, zoals potten en zakken compost en bamboestokken en touw en schoppen. Het zou wat warmer zijn in de schuur maar ik wist dat vader me in de schuur zou kunnen zoeken, dus ik liep naar de achterkant van de schuur en wurmde me in het gaatje tussen de wand van de schuur en de schutting, achter de grote zwarte plastic ton voor regenwater. Toen ging ik zitten en voelde me wat veiliger.
Ik besloot mijn andere jas over Toby’s kooi heen te laten want ik wilde niet dat hij het koud zou krijgen en dood zou gaan.
Ik deed mijn speciale etenstrommeltje open. De witte reep lag erin en twee dropveters en drie clementines en een roze wafeltje en mijn rode kleurstof. Ik had geen honger maar ik wist dat ik iets moest eten want als je niets eet kun je het koud krijgen, dus at ik twee clementines en de witte reep op.
Toen vroeg ik me af wat ik verder moest doen.