71
Alle andere kinderen bij mij op school zijn dom. Alleen mag ik ze niet dom noemen, ook al zijn ze dat wel. Ik moet zeggen dat ze leerproblemen hebben of dat ze speciale behoeften hebben. Maar dat is stom omdat iedereen leerproblemen heeft, want Frans leren of de Relativiteitstheorie begrijpen is moeilijk en ook heeft iedereen speciale behoeften, zoals vader die een doosje zoetjes voor in zijn koffie bij zich moet hebben om niet dik te worden, of mevrouw Peters die een beige gehoorapparaat draagt, of Siobhan die een bril heeft met zulke dikke glazen dat je hoofdpijn krijgt als je hem leent, en niemand van hen is een Speciale Behoefte, ook al hebben ze wel speciale behoeften.
Maar Siobhan zei dat we die woorden moeten gebruiken omdat mensen kinderen zoals die bij ons op school vroeger spast en manke en mongool noemden, wat nare woorden waren. Maar dat is ook stom want soms zien de kinderen van de school verderop ons op straat als we uit de bus stappen en dan roepen ze: “Loempia Speciaaltjes!” Maar ik trek me er niets van aan want ik luister niet naar wat andere mensen zeggen en schelden doet toch geen zeer en ik heb mijn zakmes als ze me slaan en als ik ze doodmaak is het zelfverdediging en ga ik niet naar de gevangenis.
Ik ga bewijzen dat ik niet dom ben. Volgende maand ga ik het vwo-examen wiskunde-B1 doen en dan ga ik een 10 halen. Bij ons op school heeft nog nooit iemand ergens een vwo-examen in gedaan en het schoolhoofd, mevrouw Gascoyne, wilde eerst ook niet dat ik het zou doen. Ze zei dat ze niet ingericht waren om ons zo’n examen te laten doen. Maar vader maakte ruzie met mevrouw Gascoyne en werd heel boos. Mevrouw Gascoyne zei dat ze mij niet anders dan alle anderen op school wilde behandelen omdat iedereen dan anders behandeld zou willen worden en dat zou een precedent scheppen. En ik kon altijd later nog examen doen, als ik 18 was.
Ik zat met vader in de kamer van mevrouw Gascoyne toen ze die dingen zei. En vader zei: “Christopher zit al diep genoeg in de stront, vindt u ook niet, zonder dat u hem er nog eens verder in duwt. Jezus, dit is het enige waar hij echt goed in is.”
Toen zei mevrouw Gascoyne dat zij en vader hier later een keer onder vier ogen over moesten praten. Maar vader vroeg of ze soms dingen wilde zeggen waar ze zich tegenover mij voor schaamde, en zij zei nee, dus zei hij: “Zeg ze dan nu.”
En ze zei dat er iemand van de school in een apart lokaal op me moest passen als ik het examen deed. En vader zei dat hij iemand £50 zou betalen om het een keer na schooltijd te doen en dat hij net zolang doorging tot ze ja zei. En zij zei dat ze erover zou nadenken. En de week daarna belde ze vader thuis en zei dat ik het examen mocht doen en dat dominee Peters de surveillant zou zijn, zoals dat heet.
En als ik het vwo-examen wiskunde-B1 heb gedaan, ga ik het vwo-examen wiskunde-B2 en natuurkunde doen en dan kan ik naar de universiteit. Er is geen universiteit bij ons in de stad, die Swindon heet, want het is een kleine stad. Dus zullen we moeten verhuizen naar een stad waar wel een universiteit is want ik wil niet alleen wonen of in een huis met andere studenten. Maar dat komt wel goed want vader wil ook naar een andere stad verhuizen. Hij zegt weleens dingen als: “We moeten weg uit deze stad, kerel.” En soms zegt hij: “Swindon is het schijtgat van de wereld.”
En als ik dan afgestudeerd ben in wiskunde, of natuurkunde, of wiskunde en natuurkunde, kan ik een baan krijgen en een hoop geld verdienen en kan ik iemand betalen die voor me zorgt en voor me kookt en mijn kleren wast, of ik vind een mevrouw die met me trouwt en mijn vrouw wordt en dan kan zij voor me zorgen zodat ik gezelschap heb en niet alleen ben.