63
Hij liet de auto achter in de straat en spurtte door de heviger wordende regen. Al lopend keek hij om zich heen of hij haar ergens zag, want hij wist dat ze zou proberen zich te verstoppen. Nic Costa had geen idee wat Michael Denney naar de kerk dreef, maar hij wist zeker dat zijn dochter hem daar zou treffen. Teresa Lupo’s nieuws had zijn hoofd helder gemaakt. Hij begon nu een direct, lineair verband tussen haar daden te zien. Als hij de tijd had om alles rustig te overdenken, zou hij meer zien. Voorlopig was dat een luxe. De waarheid leek duidelijk. Ze was van plan om hem op zijn vlucht uit Rome te vergezellen zonder te weten welk lot Falcone voor haar vader in gedachten had.
Grote groepen mensen dwaalden door de kleine straatjes bij het Pantheon en probeerden de trage, malse regen te ontvluchten. Hij baande zich hardhandig een weg tussen hen door, negeerde de verwensingen die hem naar het hoofd werden geslingerd en bad dat ze niet al binnen was. Toen, in een smal steegje op een minuut van de kerk, zag hij haar. Ze droeg een hoofddoek en had de kraag van haar lichte regenjas opgeslagen. Ze stond in elkaar gedoken in een portiek om de regen te mijden, een beslissing te mijden ook misschien.
Hij rende over de keitjes en ging voor haar staan met gespreide armen om haar de weg te versperren. Haar groene ogen waren donker in het schemerlicht van het naderende onweer en wilden niet van de stoep opkijken.
‘Sara,’ zei hij en hij pakte haar zacht bij de schouders. ‘Ik weet het.’
‘Wat?’ mompelde ze. Ze deinsde achteruit.
‘Je hoeft niet meer te doen alsof. Ik begrijp het.’
Ze maakte zichzelf los uit zijn handen en leunde achteruit tegen de vochtige, vuile muur. ‘Niet doen, Nic. Ik hoor dit liever niet.’
Hij aarzelde. Het waren grote gedachten. Er was heel weinig tijd. ‘Het lab heeft naar het bewijsmateriaal gekeken. Over jou. Over Gino Fosse. Je bent Denneys dochter, niet zijn geliefde.’ Hij zorgde ervoor dat hij het effect kon zien van wat nu kwam. ‘Gino is je broer. Wist je dat?’
Ze kreunde. ‘Kun je nou nooit ophouden met je overal mee te bemoeien?’
‘Er zijn mensen dood, verdomme. Het is nog niet afgelopen. Wist je het van Gino?’
‘Ja,’ zuchtte ze. ‘Michael… mijn vader heeft het me een paar weken geleden verteld. Het leek hem niet verstandig om het ook tegen hem te vertellen. Gino kon zichzelf niet in de hand houden. Het leek Michael belangrijk voor me dat ik het wist. Hij heeft me pas vorig jaar verteld dat hij mijn vader was. Daarvoor dacht ik dat hij een vriend uit het klooster in Parijs was. Iemand die het vermogen beheerde van de mensen van wie ik dacht dat het mijn ouders waren.’
Ze draaide haar gezicht naar de muur en vocht tegen haar tranen. ‘Je kunt je niet voorstellen hoe blij ik was toen hij me dat vertelde. Er was een deel van me in leven, buiten mezelf.’
‘Een jaar geleden. Precies het moment dat hij zich ging realiseren dat hij hulp nodig had om daar weg te komen.’
Haar groene ogen keken in de zijne en hij vroeg zich af welke emotie erin stond: liefde, medelijden, haat? Of van alle drie een beetje.
‘Jij denkt alleen maar dat je begrijpt wat er gebeurt, Nic. Blijf uit mijn buurt.’
‘Nee. Er is nog meer. Iemand anders wist wat er speelde. Toen ze er eenmaal achter waren wie Gino was, hadden ze het wapen dat ze nodig hadden.’
‘Wat nou, wapen? Gino is… wat hij is.’
‘Misschien. Maar hij werd bewerkt. Dat weet ik zeker. Binnenkort kan ik het waarschijnlijk bewijzen ook.’
‘Wat?’ Haar hoofd schudde heen en weer. Haar ogen stonden schuw. ‘Waar heb je het over?’
‘Hier waren ze op uit. De dood van je vader. Daar is alles mee begonnen. Gino was gewoon een werktuig waarmee ze hem op de vlucht hebben proberen te jagen. Ik weet wat hij voor Denney deed. Jou naar die mensen toe brengen. Die foto’s nemen als chantagemiddel voor het geval dat hij dat nodig had. Ze vervolgens aan Denney overhandigen die ze gebruikte bij zijn pogingen om een vrij man te worden. Wat Denney niet wist, was dat hij ook al die tijd in de gaten werd gehouden. Door iemand die uiteindelijk aan Gino vertelde wie jij echt bent. Daardoor is hij volkomen buiten zichzelf geraakt. Hij realiseerde zich wat Denney zijn eigen zus aandeed. Daar jagen we nu al die tijd al achteraan.’
Hij kon niet aan haar zien wat ze dacht.
‘Wie zou hem dat willen vertellen? Waarom?’
‘Denneys vroegere vrienden. Criminelen. Mogelijk enkele mensen van de overheid. Misschien alle drie. Waarom? Denk na. Hij kon ze allemaal in de gevangenis laten belanden. Hij heeft van ze gestolen. Ze willen zich veilig voelen. Misschien zijn ze uit op wraak.’
‘Nic!’ zei ze wanhopig. ‘Maak het nu niet erger dan het al is. Hij gaat weg. Dat zeiden ze in het nieuws. Ze laten hem teruggaan naar Amerika. Dan is hij uit ieders leven verdwenen.’ Ze zweeg even. ‘Ook uit dat van mij. Ik wil hem alleen zien voordat hij vertrekt. Hij heeft het zo geregeld dat we afscheid van elkaar kunnen nemen.’
Ze keek hem aan op een manier die hij was vergeten. Het was de uitdrukking die ze op haar gezicht had gehad toen ze elkaar voor het eerst zagen, de blik vol achterdocht en twijfel. De blik waarin hij een politieman was, meer niet.
‘Ik neem aan dat je dat al weet.’
Hij hield haar handen vast, wist niet wat hij moest zeggen en wilde haar geloven.
‘Je weet wat ik voor hem heb gedaan?’ vroeg ze.
‘Ja.’
‘Hij is mijn váder, Nic. Ik dacht dat ik kon helpen. De persoon die dat allemaal heeft gedaan… dat was ik niet.’
‘Dat weet ik. Dat heb ik altijd wel geweten. Ik begreep het alleen niet.’
Ze wilde hem niet aankijken, uit gêne, meende hij.
‘Had ik dan nee moeten zeggen? Wat zou jij niet doen om Marco te redden?’
Hij zei niets. Ze begreep wat zijn antwoord was.
‘Je wilt zeggen dat Marco het nooit zou hebben gevraagd, nooit zou hebben toegestaan dat die dingen gebeurden? Je hebt gelijk. Het probleem is dat de meesten van ons niet volmaakt proberen te zijn, zoals jij en je vader. We accepteren dat we fouten hebben. We doen ons best om daarmee om te gaan.’
Hij raakte voorzichtig haar gezicht aan. ‘Gedane zaken nemen geen keer. Het enige wat mij kan schelen, is wat er komen gaat.’
‘Ik moet hem zien,’ hield ze vol. ‘Blijf uit de buurt, Nic. Je hoeft dit niet voor me te doen.’
‘Als ik uit de buurt blijf, is hij ten dode opgeschreven. Dit gaat ook niet alleen om jou. Ik heb een partner verloren. Zulke dingen vergeet ik niet.’
Ze keek het steegje door. De regen stroomde nu gestaag neer. Mensen zochten hun heil in portieken.
‘Laat me alleen met hem. Eén minuut maar. Daarna…’
‘Dat kan ik niet doen. Het is niet veilig.’
‘Wat wel?’ vroeg ze. ‘Nic, dit is de kerk waar hij mijn moeder heeft ontmoet. Onze moeder.’ Ze zweeg om zijn reactie te zien. ‘Het betekent iets waar jij geen flauw benul van hebt. Iets wat jou niet aangaat.’
Hij keerde zich nors van haar af.
‘Ben je jaloers op hem?’ vroeg ze. ‘Dat we ondanks alles een hechte band hebben?’
De woorden troffen doel. ‘Misschien. Verbijsterd ook. Ik snap niet hoe hij je dit heeft kunnen aandoen.’
‘Hij was ten einde raad. Hij had mijn hulp nodig. Hij ging dood achter die muren. Jij hebt het niet gezien.’
‘Hij had hulp nodig, hè?’ vroeg hij verbitterd. ‘Hij houdt jaren voor jou geheim dat hij je vader is. Hij vertelt het pas als hij je nodig heeft. Is dat een daad van liefde?’
‘Nee, van wanhoop. Soms komt liefde voort uit wanhoop. Hij was niet de enige die zich zo voelde. Ik was alleen. Ik ben mijn hele leven alleen geweest. Ik heb het je toch gezegd, Nic. We zijn geen volmaakte mensen. Dat zullen we nooit worden ook. Ik had geen familie om me heen zoals jij. Ik wist, zodra hij me over mijn moeder vertelde, over de keuzen die ze gedwongen werden te maken… toen wist ik dat ik alles voor hem zou doen. Alles.’
‘En dat geldt nog steeds?’
Ze keek hem openhartig aan. ‘Denk jij dat het makkelijk voor me was? Met die mensen naar bed gaan? Terwijl ik wist dat ik werd bekeken… gebruikt.’
‘Waarom heb je het dan gedaan?’ Hij kon niet voorkomen dat er afkeuring uit zijn stem sprak.
‘Ik zal het je nooit duidelijk kunnen maken. We verschillen te veel van elkaar. Mijn vader is een bange, kwetsbare man. Hij heeft mensen onrecht gedaan. Hij heeft mij onrecht gedaan. Ik kan niet uitleggen waarom, maar in zekere zin werd het daardoor eenvoudiger. Ik kon hem in de steek laten, of ik kon… doen wat hij wilde en hopen dat hij op een dag vrij zou zijn. Ik heb die dingen voor ons allebei gedaan. Om hem zijn vrijheid te geven. Om in mijn eigen leven iets te herstellen wat me was afgenomen. Zou ik weer moeten kiezen, dan zou ik dezelfde keuze maken. Wat is één nacht met een vreemde als het je eigen vader terugbrengt uit de dood?’
‘Je hebt volkomen gelijk,’ gaf hij toe. ‘Ik begrijp er niets van.’
‘Doe niet zo tegen me. Jij bent net zo bang voor een wereld waarin je alleen staat als ik. Dat is iets wat we wel gemeen hebben.’
Hij sprak haar niet tegen. Hij wilde er zelfs niet over nadenken.
‘Ik wilde ervoor zorgen dat hij veilig was,’ zei ze koppig. ‘En Gino ook, wat hij ook heeft gedaan. Hij verdient dit niet.’ Ze keek de straat door. ‘Denk je dat de kerk de plek is waar ze…’ Ze kon de zin niet afmaken.
Hij speurde de straat af in de hoop iemand te zien die hij kende. Hij zag alleen maar toeristen, die stonden te schuilen in portieken. Misschien waren ze al daar. ‘Falcone heeft ermee ingestemd dat hij erheen ging. Het is idioot. Gezien de omstandigheden. Hij zou niet akkoord gaan met het idee zonder een reden.’
‘Wat kun je doen?’
‘Iets, misschien.’ Het zou niet makkelijk zijn. Hij was alleen. Hij had geen idee of de telefoontjes die hij had gepleegd, zouden werken. Of dat ze waren onderschept. ‘Ik weet het niet, Sara. Of het Falcone is, vijanden die hij onder zijn eigen mensen heeft gemaakt, criminelen van buiten ook…’
Ze was stil. Hij kon niet uitmaken wat ze dacht.
‘Ik heb met enkele mensen gesproken die ik kan vertrouwen,’ zei hij, in een poging zelf enige vat op de situatie te krijgen. ‘Mijn vader heeft ook met een paar van zijn relaties gesproken. Ik kan niet garanderen dat het iets zal uithalen. Ik weet alleen dat ik niet zomaar kan weglopen. Luca is dood en dat komt door wat zij hebben gedaan. Als ze je vader ongestraft kunnen doden, kunnen ze alles ongestraft doen.’
Ze begreep dat zijn besluit vaststond. ‘Je hoeft er niet bij te zijn.’
‘Ik heb geen keus.’
Het kwam heel onverwachts. Ze nam zijn gezicht tussen haar handen en kuste hem. Hij proefde haar mond. Het bracht zulke prachtige beelden bij hem boven. Een ogenblik verloor Nic Costa zich in verrukkelijke herinneringen.
‘Ik wilde het je vertellen,’ fluisterde ze. ‘Ik walgde van mezelf dat ik het niet durfde. Je moet me hierom niet haten. Alsjeblieft…’
Toen ze zo naar hem keek, wist Nic Costa dat hij verkocht was, wist hij dat het geen zin had om te protesteren.
‘Als we er zijn, als het veilig is, wil ik een minuut alleen zijn met hem, Nic. Meer niet. Die moet je me geven. Je moet me vertrouwen.’
Zijn vingers begroeven zich in haar zachte, fijne haar. ‘Ik zou je nooit kunnen haten.’
‘Hij is mijn vader. Hij is alles wat ik heb.’
Ze kuste hem nogmaals, hard. Hij wilde haar voor altijd zo vasthouden, dicht tegen elkaar aan gedrukt, volmaakt, veilig, totdat de hele wereld stil werd.
In zijn hoofd was alleen nog plaats voor haar. Hij raakte verloren in haar gekwelde schoonheid.