FAMILIEBANDEN
Het verlies van haar man had een vérgaand effect op Angeline Fowl. Ze had zich in haar kamer teruggetrokken en weigerde naar buiten te komen. Ze vluchtte in haar geest en gaf de voorkeur aan dromen over het verleden boven het echte leven. Het is de vraag of ze erbovenop zou zijn gekomen, ware het niet dat haar zoon, Artemis de Tweede, een deal had gesloten met de elf Holly Short: de gezondheid van zijn moeder in ruil voor de helft van het losgeld in goud dat hij van de elfenpolitie had gestolen. Toen zijn moeder helemaal hersteld was, richtte Artemis junior zich helemaal op het opsporen van zijn vader. Hij investeerde enorme hoeveelheden geld van het familiefortuin in Russische expedities, een lokale inlichtingendienst en bedrijven gespecialiseerd in zoeken op internet.
De jonge Artemis had een dubbele portie Fowl-slinksheid geërfd. Maar toen zijn moeder, een hoogstaande en fraaie dame, eenmaal hersteld was, werd het steeds moeilijker voor hem zijn ingenieuze plannetjes uit te voeren. Plannetjes die steeds harder nodig waren om de zoektocht naar zijn vader te financieren.
Angeline was verontrust over de obsessie van haar zoon en bang voor de effecten die deze de afgelopen twee jaar op Artemis hadden gehad; vandaar dat ze haar dertienjarige zoon voor therapie aanmeldde bij de schoolpsycholoog.
Je moet medelijden met hem hebben. Met die psycholoog wel te verstaan…
De St.-Bartleby School voor jongeheren, graafschap Wicklow, Ierland, heden
Dokter Po leunde achterover in zijn luie leunstoel en liet zijn ogen over de bladzijden die hij voor zich had vliegen.
‘Goed, jongeheer Fowl, laten we maar beginnen.’
Artemis zuchtte diep en streek zijn donkere haar van zijn brede, bleke voorhoofd. Wanneer zouden de mensen toch eens leren dat een geest als de zijne zich niet liet ontleden? Hij had zelf meer handboeken over psychologie gelezen dan die psycholoog. Hij had zelfs een artikel geschreven voor Het tijdschrift voor Psychologie, onder het pseudoniem dokter F. Roy Dean Schlippe.
‘Natuurlijk, dokter. Laten we het over uw stoel hebben. Victoriaans zeker?’
Po wreef liefdevol over de leren leuning. ‘Ja, dat klopt. Een familie-erfstuk. Mijn grootvader heeft hem op een veiling bij Sotheby’s gekocht. Hij schijnt ooit in het paleis gestaan te hebben. De lievelingsstoel van de koningin.’
Een gespannen glimlachje deed Artemis’ lippen misschien een centimetertje oprekken. ‘Nee maar, dokter. Meestal staan ze toch geen namaak toe in het paleis.’
Po greep het leer zo stevig beet dat het iets uitrekte. ‘Namaak? Ik verzeker u, jongeheer Fowl, dat deze stoel volstrekt authentiek is.’
Artemis boog zich naar voren om hem beter te kunnen bekijken. ‘Het is goed gedaan, dat moet ik toegeven. Maar bekijk dit eens.’ Po’s blik volgde de vinger van de jongeman. ‘Die meubelspijkertjes. Ziet u dat kruispatroon op de kop? Machinaal bewerkt. Negentientwintig op z’n vroegst. Uw grootvader is belazerd. Maar wat doet het ertoe? Een stoel is een stoel. Een te verwaarlozen bezit, nietwaar, dokter?’
Po was driftig aan het pennen om zijn verontwaardiging te verbergen. ‘Ja, Artemis, heel slim. Net zoals ik al in uw dossier gelezen heb. Spelletjes spelen. Goed, zullen we het dan nu weer over jou hebben?’
Artemis Fowl de Tweede trok de vouw in zijn broek recht. ‘Ik zit met een probleempje, dokter.’
‘O? En wat mag dat wel niet wezen?’
‘Het probleem is dat ik op alle vragen die u me zou willen stellen de antwoorden uit het handboek ken.’
Dokter Po was een volle minuut in zijn blocnote aan het krabbelen. ‘We hebben inderdaad een probleem, Artemis. Maar niet dat probleem,’ zei hij uiteindelijk.
Artemis moest bijna glimlachen. De dokter zou hem ongetwijfeld volgens een andere voorspelbare theorie gaan behandelen. Wat voor afwijking zou hij vandaag hebben? Een meervoudige persoonlijkheidsstoornis? Of was hij misschien een pathologische leugenaar?
‘Het probleem is dat je niemand zodanig respecteert dat je diegene ook als je gelijke kunt behandelen.’
Artemis was verrast door deze uitspraak. Deze dokter was slimmer dan de rest. ‘Dat is belachelijk. Ik heb diverse mensen zeer hoog zitten.’
Po keek niet van zijn blocnote op. ‘O ja? Wie bij voorbeeld?’
Artemis dacht even na. ‘Albert Einstein. Zijn theorieën klopten meestal wel. En Archimedes, de Griekse wiskundige.’
‘En ook iemand die u zelf echt kent?’
Artemis dacht diep na. Er kwam niemand in hem op.
‘Wat? Geen voorbeelden?’
Artemis haalde zijn schouders op. ‘U schijnt alle antwoorden te hebben, dokter Po. Waarom vertelt u het me niet?’
Po opende een venster op zijn laptop. ‘Vreemd. Elke keer dat ik dit lees…’
‘Mijn levensbeschrijving, neem ik aan?’
‘Ja, die verklaart veel.’
‘Zoals?’ vroeg Artemis, die tegen zijn zin toch geïnteresseerd was.
Dokter Po printte een pagina.
‘Allereerst je medewerker, Butler. Een bodyguard, heb ik begrepen. Niet echt geschikt gezelschap voor een gevoelige jongen. En dan je moeder. Een fantastische vrouw, als je het mij vraagt, maar ze heeft absoluut geen controle over je gedrag. En tot slot hebben we dan je vader. Als ik dit mag geloven was hij tijdens zijn leven niet eens een voorbeeld voor je.’
Die opmerking deed pijn, maar Artemis was niet van plan de dokter te laten weten hoeveel. ‘Uw dossier heeft het bij het verkeerde eind, dokter,’ zei hij. ‘Mijn vader leeft. Hij mag dan misschien vermist zijn, maar hij leeft wel.’
Po keek nog eens op het vel papier. ‘Echt waar? Ik had de indruk dat hij al bijna twee jaar vermist is. Het gerechtshof heeft hem in ieder geval wettelijk dood verklaard.’
Artemis’ stem was ontdaan van emotie, maar zijn hart bonkte. ‘Het interesseert me niets wat het gerechtshof zegt, of het Rode Kruis. Hij leeft, en ik ga hem vinden.’
Po krabbelde nog wat neer.
‘Maar zelfs als uw vader terug zou keren, wat dan?’ vroeg hij. ‘Ga je in zijn voetsporen treden? Word je een misdadiger, net als hij? Of ben je dat misschien al?’
‘Mijn vader was geen misdadiger,’ merkte Artemis gepikeerd op. ‘Hij investeerde al ons kapitaal in legitieme ondernemingen. Moermansk was een volstrekt eerlijke onderneming.’
‘Je ontwijkt de vraag, Artemis,’ zei Po.
Maar Artemis had genoeg van dit soort ondervragingen. Het was hoog tijd eens een spelletje te spelen. ‘Waarom, dokter?’ zei Artemis geschokt. ‘Dit is een gevoelig onderwerp. Misschien lijd ik wel aan een depressie, weet u veel.’
‘Dat zou kunnen,’ zei Po, die een doorbraak meende te bespeuren. ‘Is dat zo?’
Artemis liet zijn gezicht in zijn handen vallen. ‘Het komt door mijn moeder, dokter.’
‘Je moeder?’ drong Po aan, terwijl hij probeerde zijn stem niet opgewonden te laten klinken. Artemis had dit jaar al een stuk of zes psychologen van de St.-Bartleby School gejaagd. Eerlijk gezegd stond Po ook op het punt zijn biezen te pakken. Maar nu…
‘Mijn moeder. Ze…’
Po boog zich in zijn namaak-Victoriaanse stoel naar voren. ‘Je moeder, ja?’
‘Ik moest van haar per se deze belachelijke therapie ondergaan, terwijl die zogenaamde psychologen van school niet veel beter zijn dan verdwaasde weldoeners met een diploma.’
Po zuchtte. ‘Goed, Artemis. Ga vooral je gang. Maar als je van je problemen weg blijft lopen, zul je nooit met jezelf in het reine komen.’
Een verdere analyse bleef Artemis bespaard doordat zijn mobiele telefoon begon te trillen. Het was een gecodeerde geheime lijn. Slechts één persoon had daar het nummer van. De jongen haalde het ding uit zijn zak en wipte het piepkleine spreekgedeelte open. ‘Ja?’
Door de speaker klonk Butlers stem. ‘Artemis. Met mij.’
‘Uiteraard. Ik zit in een soort bespreking.’
‘We hebben een boodschap ontvangen.’
‘Ja. Waarvandaan?’
‘Dat weet ik niet precies. Maar het gaat over de Fowl Star.’
Een schok vloog door Artemis ruggengraat.‘Waar ben je?’
‘Bij de hoofdingang.’
‘Mooi. Ik kom eraan.’
Dokter Po rukte zijn bril af. ‘Deze sessie is nog niet voorbij, jongeman. We hebben vandaag enige vooruitgang geboekt, ook al wil je dat misschien niet toegeven. Als je nu vertrekt, zie ik mij genoodzaakt het hoofd in te lichten.’
De waarschuwing was niet aan Artemis besteed. Hij was al ergens anders. Een bekend elektrisch gezoem trok krakend over zijn huid. Dat betekende dat er iets stond te gebeuren. Hij voelde het gewoon.