FOWL IS SPORTIEF

Arrestantencel 4, Politie Plaza, Haven-Stad, De Lagere Elementen

Artemis werd wakker in de ondervragingsruimte van de elfBI. Hij had zich net zo goed in ongeacht welke andere ondervragingskamer van de politie ter wereld kunnen bevinden. Hetzelfde ongemakkelijke meubilair, de bekende gang van zaken.

Root stak meteen van wal. ‘Oké, Fowl, begin maar te praten.’

Artemis nam even de tijd om zijn positie te bepalen. Holly en Root keken hem vanaf de andere kant van een lage tafel met plastic blad aan. Een sterke gloeilamp scheen recht in zijn gezicht. ‘Toe nou, commandant. Is dit alles? Ik had wel wat meer verwacht.’

‘O, er is veel meer. Maar niet voor misdadigers zoals jij.’

Artemis merkte dat zijn handen aan de stoel geketend zaten. ‘Je bent toch niet nog steeds kwaad over vorig jaar, hè? Ik heb toen immers gewonnen. Daar hoort de zaak mee te zijn afgedaan, volgens jullie eigen Boek.’

Root boog zich naar voren, tot de punt van zijn sigaar nog maar een paar centimeter van Artemis’ neus verwijderd was. ‘Dit is een totaal ander geval, Modderjongen. Dus doe nou niet of je nergens vanaf weet.’

Artemis was niet onder de indruk. ‘Wie ben jij? De goede agent of de slechte agent?’

Root moest hartelijk lachen, waarbij de punt van zijn sigaar figuurtjes in de lucht tekende. ‘Goede agent, slechte agent! Het spijt me voor je, Dorothy, maar je bevindt je niet meer in Kansas.’ De commandant citeerde graag uit De Tovenaar van Oz. Drie neefjes van hem hadden in de film gespeeld.

Er dook een gestalte uit de schaduw op. Hij had een staart, vier poten, twee armen en hield iets vast wat op een stel gewone gootsteenontstoppers leek.

‘Oké, Modderjongen,’ zei deze figuur. ‘Even ontspannen, dan doet het misschien niet zo’n pijn.’

Foaly bevestigde de zuignappen op Artemis’ ogen en de jongen was meteen bewusteloos.

‘Het verdovende middel zit in de rubbernappen,’ legde de centaur uit. ‘Het gaat door de poriën naar binnen. Ze zien het niet aankomen. Nou, ben ik de slimste van het hele universum, of niet?’

‘O, ik zou het niet weten,’ zei Root onschuldig. ‘Dat elfje Koboi is ook een slim wijfie, hoor.’

Foaly stampte boos met een hoef. ‘Koboi? Koboi? Van die belachelijke vleugels? Als je het mij vraagt gebruiken we tegenwoordig veel te veel Koboi-techniek. Het is helemaal niet goed om alle elfBI-zaken aan één bedrijf uit te besteden.’

‘Tenzij het jouw bedrijf is, natuurlijk.’

‘Nee, ik meen het, Julius. Ik ken Opal Koboi nog uit de tijd dat ik studeerde. Ze is niet evenwichtig. In alle nieuwe Neutrino’s zit een Koboi-chip. Als die laboratoria failliet gaan, hebben we alleen nog de DNA-kanonnen in Politie Plaza en een paar kisten met elektrische-schokgeweren.’

Root maakte een snuivend geluid. ‘Koboi heeft net elk geweer en elk voertuig van de hele strijdmacht gemoderniseerd. De sterkte met drie keer verhoogd, de warmte-uitstraling met de helft beperkt. Beter dan de laatste statistieken van jouw laboratorium, Foaly.’

Foaly leidde een stel optische vezelkabels terug naar de computer. ‘Nou ja, goed, maar als de Raad me een fatsoenlijk budget zou geven…’

‘Hou toch op met dat gezanik, Foaly. Ik heb het budget voor deze machine gezien. Ik hoop dat het wat meer in zijn mars heeft dan alleen maar leidingen ontstoppen.’

Foaly zwiepte met zijn staart, intens beledigd. ‘Dit is een VliesRecorder0/00. Ik overweeg het zelf in productie te nemen.’

‘En wat dóét dit ding precies?’

Foaly activeerde een plasmascherm op de celmuur. ‘Zie je die donkere cirkels? Dat zijn de netvliezen van de mens. Elk beeld laat daar een piepkleine afdruk op na, als het negatief van een foto. We kunnen al het beeldmateriaal dat we willen in de computer invoeren en dan vergelijkbare beelden zoeken.’

Root viel niet bepaald op zijn knieën van bewondering. ‘Handig, hoor.’

‘Ja, dat is het inderdaad. Kijk maar.’

Foaly riep een beeld van een kobold op en zocht in de database van de VliesRecorder naar overeenkomsten.

‘Voor elk punt dat overeenkomt, krijgen we een hit. Zo’n tweehonderd hits is normaal. De algehele vorm van het hoofd, de gelaatstrekken, enzovoort. Als het daar flink bovenuit komt, heeft hij die kobold vast en zeker eerder gezien.’

Op het scherm flikkerde honderdachtenzestig op.

‘De kobold valt af. Laten we een Zachtneus proberen.’ Ook hier bleef het aantal onder de tweehonderd.

‘Weer niet. Het spijt me, kapitein, maar jongeheer Fowl is onschuldig. Hij heeft nog nooit een kobold gezien, laat staan dat hij met de B’wa Kell gehandeld heeft.’

‘Ze kunnen zijn geheugen gewist hebben.’

Foaly haalde de nappen van Artemis’ ogen. ‘Dat is nou het mooie aan dit apparaat. Geheugenwissingen werken niet. De VliesRecorder0/00 werkt aan de hand van lichamelijk bewijsmateriaal. Dan zou je de netvliezen schoon moeten schrobben.’

‘Stond er nog iets op de computer van de Modderjongen?’

‘Zat,’ antwoordde Foaly. ‘Maar niets belastends. Niets over kobolds of batterijen.’

Roots krabde zich aan zijn vierkante kaak. ‘En die grote? Die zou als tussenpersoon gefungeerd kunnen hebben.’

‘Bij hem heb ik de VliesRecorder al gedaan. Niets. Geef nou maar toe: de elfBI heeft de verkeerde Moddermensen binnengehaald. Wis hun geheugen en stuur ze terug.’

Holly knikte. De commandant niet.

‘Wacht eens even. Ik bedenk me wat.’

‘Wat dan?’ vroeg Holly. ‘Hoe sneller we Artemis Fowls neus weer uit onze zaken halen, hoe beter.’

‘Misschien wel niet… Nu hij hier toch al is…’

Holly’s mond zakte open. ‘Commandant. Ik ken Fowl beter dan u. Als je hem ook maar de geringste kans geeft, zorgt hij voor meer problemen dan de kobolds.’

‘Misschien kan hij ons wel helpen met ons Moddermensprobleem.’

‘Daar moet ik tegen protesteren, commandant. Die mensen zijn niet te vertrouwen.’

Roots gezicht zou in het donker licht hebben gegeven.

‘Denk je soms dat ik dit leuk vind, kapitein? Denk je dat ik me verheug op het idee dat ik naar deze Modderjongen toe moet kruipen? Nou nee. Ik slik nog liever levende stinkwormen door dan dat ik Artemis Fowl om hulp vraag. Maar iemand voorziet de wapens van de B’wa Kell van een krachtbron, en ik moet weten wie dat is. Dus je hebt maar mee te doen, Holly. Er staat meer op het spel dan jouw kleine vendetta.’

Holly beet op haar tong. Ze kon zich niet tegen de commandant afzetten, niet na wat hij allemaal voor haar gedaan had, maar Artemis Fowl om hulp vragen was de verkeerde aanpak, in welke situatie ook. Ze twijfelde er geen seconde aan dat de mens een oplossing voor hun probleem zou weten, maar ja, tegen welke prijs?

Root haalde diep adem. ‘Oké, Foaly, haal hem maar terug. En zorg dat hij een vertaalapparaat krijgt. Ik krijg koppijn van dat Moddermensentaaltje.’

Artemis masseerde de opgezette huid onder zijn ogen.

‘Een verdovend middel in de zuignappen?’ zei hij met een blik op Foaly. ‘Micronaaldjes?’

De centaur was onder de indruk. ‘Je bent niet op je achterhoofd gevallen, voor een Modderjongen.’

Artemis raakte het halvemaanvormige knobbeltje aan dat boven zijn oor bevestigd zat.

‘Een vertaalapparaat?’

Foaly knikte naar de commandant. ‘Spreekt in talen waar sommige mensen hoofdpijn van krijgen.’

Artemis trok zijn schooldas recht. ‘Aha. Goed, waarmee kan ik jullie van dienst zijn?’

‘Waarom denk je dat je ons van dienst zou kunnen zijn, mens?’ gromde Root om het stompje van zijn sigaar heen.

De jongen glimlachte zelfgenoegzaam. ‘Ik heb zo’n gevoel, commandant, dat als je niet iets van me nodig had, ik onderhand weer in mijn eigen bed lag bij te komen, met absoluut geen enkele herinnering aan onze ontmoeting.’

Foaly verborg zijn grijns achter een harige hand.

‘Je mag van geluk spreken dat je niet in een cel wakker wordt,’ zei Holly.

‘Er nog steeds niet helemaal overheen, kapitein Short? Kunnen we de lei niet schoonvegen?’

Holly’s boze blik zei hem genoeg.

Artemis zuchtte. ‘Goed dan. Laat me raden. Er zijn mensen met de Lagere Elementen handel aan het drijven. En jullie hebben Butler nodig om die handelaren op te sporen. Warm genoeg?’

De elfen zwegen even. Nu ze het uit de mond van Fowl zelf hoorden, drong de werkelijkheid pas goed tot hen door.

‘Warm genoeg,’ gaf Root toe. ‘Oké, Foaly, breng de Modderjongen eens vlug op de hoogte.’

De adviseur downloadde een file uit de centrale elfBI-computer. Op het plasmascherm flitste een hele serie beelden uit Netwerk Nieuws op. De verslaggever was een elf van middelbare leeftijd met een vetkuif ter grootte van een enorme Hawaïaanse golfbreker.

‘Haven-Centrum,’ zong de verslaggever zachtjes. ‘De elfBI heeft wederom de hand op een partij smokkelwaar weten te leggen. Laserdiskettes uit Hollywood met een geschatte straatwaarde van vijfhonderd gram goud. Verdacht wordt de bende van kobolds, de B’wa Kell.’

‘Het wordt nog erger,’ zei Root grimmig.

Artemis glimlachte. ‘Bestaat er dan iets ergers?’

De verslaggever verscheen weer. Dit keer sloegen de vlammen uit de ramen van een pakhuis achter hem. Zijn vetkuif zag er een beetje krokant uit.

‘Vanavond heeft de B’wa Kell aanspraak willen maken op de Oostoever door een pakhuis dat door Koboi Laboratoria gebruikt wordt, in lichterlaaie te zetten. De elf met de gouden handjes heeft naar het schijnt geweigerd hun het beschermingsbedrag te betalen.’

De vlammen werden vervangen door een andere nieuwsbyte, dit keer van een woedende menigte.

‘Vandaag was er onenigheid buiten Politie Plaza; het publiek protesteerde tegen de elfBI, die er niet in slaagt het probleem met de kobolds op te lossen. Veel oude firma’s zijn er door de gangsterpraktijken van de B’wa Kell mee opgehouden. Koboi Laboratoria hebben het zwaarst onder vuur gelegen; zij hebben alleen de afgelopen maand al zes gevallen van sabotage meegemaakt.’

Foaly zette het beeld stil. Het publiek zag er niet al te blij uit.

‘Eén ding moet je goed begrijpen, Fowl, en dat is dat kobolds dom zijn. Dat is niet beledigend bedoeld; het is wetenschappelijk bewezen. Hun hersenen zijn niet groter dan die van een rat.’

Artemis knikte. ‘Wie zit er dan achter?’

Root drukte zijn sigaar uit. ‘Dat weten we niet. Maar het wordt steeds erger. De B’wa Kell hebben het van de kleine misdaad tot een totale oorlog tegen de politie geschopt. Gisteravond hebben we aan de oppervlakte een partij batterijen onderschept. Die batterijen worden gebruikt om verboden Zachtneus-laserwapens van energie te voorzien.’

‘En kapitein Short dacht dat ik misschien wel de Modderman aan de andere kant van de deal was.’

‘Vind je het gek?’ mompelde Holly.

Artemis ging er niet op in. ‘Hoe weten jullie zeker dat die kobolds niet gewoon de groothandel beroven? Batterijen staan zelden onder bewaking.’

Foaly grinnikte. ‘Nee, ik geloof niet dat je begrijpt hoe stom kobolds zijn. Ik zal je een voorbeeld geven. Eén van de generaals van de B’wa Kell, hun elfenbaas, probeerde creditcardafrekeningen te vervalsen door die met zijn eigen naam te tekenen. Nee, degene die hierachter zit, heeft een mensencontact nodig om er zeker van te zijn dat de deals niet de mist in gaan.’

‘Dus jullie willen dat ik erachter zie te komen wie dat mensencontact is,’ zei Artemis. ‘En vooral hoeveel diegene weet.’

Terwijl hij dat zei, gingen Artemis’ gedachten als een bezetene tekeer. Hij kon deze hele situatie in zijn eigen voordeel laten uitpakken. In een onderhandeling met de gangsters zouden de krachten van het Volk waardevolle troeven zijn. In zijn hersenen begonnen de zaadjes van een plan te ontkiemen.

Root knikte met tegenzin. ‘Precies. Opsporingsagenten van de elfBI bovengronds laten gaan is te riskant voor ons. Wie weet wat voor technologisch vernuft de kobolds al verhandeld hebben. Mijn mannen kunnen zo in een val lopen. Als mensen kunnen jullie je allebei ongemerkt onder hen begeven.’

‘Butler? Ongemerkt?’ zei Artemis met een glimlach. ‘Ik durf het te betwijfelen.’

‘Hij heeft in ieder geval niet vier benen en een staart,’ merkte Foaly op.

‘Begrepen. En het staat als een paal boven water dat als er één iemand is die jullie criminele handelaar kan opsporen, het Butler wel is. Maar…’

Daar gaan we al, dacht Holly. Artemis Fowl doet niets voor niets. ‘Maar?’ drong Root aan.

‘Maar als jullie mijn hulp willen, zal ik daar iets voor terug vragen.’

‘Wat mag dat wel zijn?’ vroeg Root argwanend.

‘Ik heb vervoer naar Rusland nodig,’ antwoordde Artemis. ‘Naar de Noordpoolcirkel, om precies te zijn. En ik heb hulp nodig bij een reddingspoging.’

Root fronste zijn voorhoofd. ‘Noord-Rusland is niet goed voor ons. Daar kunnen we ons niet met ons schild beschermen, door de straling.’

‘Dit zijn mijn voorwaarden,’ zei Artemis. ‘De man die ik wil redden, is mijn vader. Voor zover ik weet is het al te laat, dus ik heb echt geen tijd om te onderhandelen.’

De Modderjongen klonk oprecht. Zelfs Holly had even een zwak moment. Maar je wist het nooit met Artemis Fowl; dit kon allemaal onderdeel zijn van een van zijn plannetjes. Root nam een doorslaggevende beslissing.

‘Afgesproken,’ zei hij, en hij stak zijn hand uit.

Ze schudden elkaar de hand. Elf en mens. Een historisch moment.

‘Goed,’ zei Root. ‘Foaly, maak die grote wakker en controleer even vlot alle systemen van de koboldshuttle.

‘En ik dan?’ vroeg Holly. ‘Moet ik dan maar weer patrouille gaan lopen?’

Als Root geen commandant was geweest had hij waarschijnlijk gegiecheld. ‘O nee, kapitein. Jij bent de beste shuttlepiloot die we hebben. Jij gaat naar Parijs.’