images

Het is zondagmorgen en het giet

Barry stond in de erker. Buiten kwam de regen met bakken uit de hemel, maakte de tegels van de kerktoren donker en door-weekte degenen die zich vanuit de kerk naar hun auto’s haastten. Velen waren te voet en oogden als paraplu’s met benen. Hij zag Kinky de weg oversteken en voelde de deur achter haar dichtslaan.

Beneden hoorde hij de telefoon rinkelen. Dat hield op. Kinky moest hebben opgenomen. Hij hoopte dat indien iemand hem nodig had, het om iets eenvoudigs zou gaan. O’Reilly was een uur geleden al vertrokken.

‘Dokter Laverty?’

Hij liep naar de deur.

‘Er is een buitenlander aan de telefoon die zegt dat hij u wil spreken.’

‘Prima.’ Hij liep de trap af en pakte de hoorn. ‘Met dokter Laverty.’

‘Geweldig. Spreek ik met de grote, genezende sahib?’ De zangerige cadans van de stem van de man werd Bombay-Welsh genoemd. ‘Ik denk heel sterk dat ik doktor Lavatory wil spreken, de man van de medicijnen.’

‘Ik heet Laverty.’

‘Dat zei ik ook, Lavatory, en ik weet dat u het bent, sahib. Ik heb me aldoor al afgevraagd hoe het de brenger van hygiëne en gene-zing voor de onaanraakbaren in Ballybucklebo vergaat.’

Barry schoot in de lach. ‘Kappen daarmee, Mills. Je bent Peter Sellers niet.’

‘Ik vond het anders een aardige imitatie van zijn Mr. Banerjee.’

‘Jack, hou toch op.’

‘Oké, makker. Hoe is het met jou?’

‘Best.’

‘Wat zijn je plannen voor vandaag?’

‘Ik heb dienst.’

‘Ik deze ene keer eens niet. Ik was van plan naar jou toe te racen.’

‘Dat zou geweldig zijn. Wacht even.’ Hij draaide zich om. ‘Kinky, kun jij een lunch voor twee personen klaarmaken?’

‘Natuurlijk.’

‘Kom dan lunchen,’ zei Barry tegen Jack.

‘Geweldig. Hoe kom ik daar?’

Dat vertelde Barry hem.

‘Tot over een uurtje dan.’

‘Ik héb dienst, dus als ik er niet ben, zal mevrouw Kincaid, de huishoudster, je binnenlaten.’

‘Dan zal ik op je wachten.’ Jack mat zich het accentje weer aan. ‘Nu moet ik wegrennen en als een geitenbok over de Hindu Kush Mountains rijden. Namaste, sahib.’

De verbinding was verbroken. Barry grinnikte en zei tegen mevrouw Kincaid: ‘Jack Mills is een oude vriend van me, en hij zal hier over ongeveer een uurtje zijn. Wil jij je over hem ontfermen als ik de deur uit moet?’

‘Natuurlijk.’ Ze liep naar haar keuken en vroeg: ‘Wilt u die vissen voor de lunch geserveerd hebben?’

‘Graag.’ Barry ging weer naar boven. Hij pakte de Sunday Telegraph van de lage tafel, zocht het cryptogram op, ging zitten en keek met gefronste wenkbrauwen naar de eerste aanwijzing.

Stomme manier om de tijd door te brengen, dacht hij, maar sinds zijn moeder hem jaren geleden met cryptogrammen kennis had laten maken was hij eraan verslaafd geraakt. Dat deed hem aan iets anders denken. Hij moest echt een brief naar huis sturen. Misschien zou hij dat vanavond doen, als Jack weer was vertrokken.

Lady Macbeth sprong op zijn schoot en wilde met zijn pen spelen.

Hij legde de krant neer. Het cryptogram was op één woord na opgelost. Hij ging staan en liet Lady Macbeth naar de grond glijden. Buiten regende het niet meer zo hard, en Ballybucklebo lag grijs en somber onder die vochtige lijkwade. Het dorp zag er beslist beter uit als de zon scheen, maar iemand – wie wist hij niet meer – had ooit gezegd dat er in elk leven wat regen moest vallen. Van Jack Mills viel nog geen spoor te bekennen.

Barry bekeek de grammofoonplatencollectie van O’Reilly. Beethoven, Beatles, Bix Beiderbecke, Glenn Miller, Le nozze di Figaro, Frank Sinatra. Hij dacht erover This is Sinatra op te zetten, maar besefte dat ‘The Gal That Got Away’ een beetje te dicht bij huis kwam. En ‘I’ve Got the World on a String’ was al zeker geen adequate beschrijving van zijn gevoelens voor Patricia. Le nozze di Figaro. Dat was toch de opera die zij vrijdagavond had gedraaid? Hij keek naar de hoes en las de inhoudsopgave, zoekend naar ‘Voi che’ en nog wat. Hebbes! Hij legde de plaat op de grammofoon en draaide de naald.

De muziek vulde de kamer – bitterzoet, zoals bij zijn stemming paste. Misschien zou hij haar vanavond bellen.

‘Als die zangeres haar voet van de staart van de kat haalt, houdt die misschien op met jammeren.’

Barry draaide zich om en zag Jack Mills in de deuropening staan.

‘Je huishoudster heeft me binnengelaten. Jezus, wat een ellendige dag.’ Jack schudde zijn hoofd en waterdruppels vlogen alle kanten op. Toen streek hij met zijn vingers door zijn haar, ging in een stoel zitten, sloeg zijn benen over elkaar, pakte een sigaret en stak die op. ‘Goed je te zien, makker.’

‘Dat is wederzijds.’

‘Kun je dat ding uitzetten?’

‘Natuurlijk.’ Barry drukte op de knop en de aria stierf weg. ‘Het is anders een mooi stukje muziek.’

‘In mijn oren klinkt ze als een zieke kat.’

Barry lachte. ‘Mills, je bent een cultuurbarbaar.’

Jack keek naar de buffetkast. ‘Kans op een borrel?’

‘Wat wil je hebben?’

‘Die John Jameson’s ziet er goed uit.’

Barry schonk een glas in. ‘Alsjeblieft.’

‘Neem jij niets?’

Barry schudde zijn hoofd. ‘De klanten zijn niet blij als je naar drank stinkt.’

‘Het lijkt Cullybackey wel.’ Jack nam een slok. ‘Even ruiken en dan denken dat je een alcoholist bent.’ Hij keek om zich heen. ‘Zo te zien is je baas prima in staat voor zichzelf te zorgen.’

‘Hij is een fatsoenlijke kerel en een verdraaid goede arts.’

‘Dat zeggen ze in het Royal ook. De gatenboorders vonden dat hij dat aneurysma heel snel had vastgesteld. Als dat nog een paar uur langer had geduurd was die man er nu niet meer geweest.’

‘In feite was het mijn schuld. Ik had bij majoor Fotheringham een verkeerde diagnose gesteld.’

‘Bij wie?’

‘De man met dat aneurysma.’

‘Doe niet zo idioot.’

‘Het is de waarheid. De avond daarvoor was ik naar hem toe gegaan vanwege een stijve nek. Aan een hersenbloeding heb ik toen geen seconde gedacht. Hij had kunnen doodgaan.’

‘Als ik jou was zou ik me daar geen zorgen over maken. We kunnen niet altijd een juiste diagnose stellen.’

‘Dat zei Fingal ook al.’

‘Dan is hij een verstandige man.’ Jack ging staan en liep naar het raam. ‘Kun je je de dag nog herinneren waarop ik met dat boek vol medische grappen in de zak van mijn witte jas door een stampvolle wachtkamer liep? Wat een ellende heeft dat veroorzaakt. Al die gekken konden de titel lezen.’

Barry schoot in de lach. Dat incident stond hem nog heel helder voor de geest. Die arme oude Jack was op het matje geroepen door de prof chirurgie – een man uit Yorkshire.

Jack mat zich weer een accent aan. ‘Mills, zoiets stoms moet je nooit meer doen. Niet in aanwezigheid van mijn patiënten.’

‘Het was een beetje onnadenkend van je.’

‘Niemand zou zich er druk over hebben gemaakt als het een medisch handboek was geweest.’

‘Maar dat was het niet.’

‘Tja, ik neem aan dat het niet erg tactisch was om in een witte jas rond te lopen met Help zo weinig mogelijk patiënten om zeep dat uit een van mijn zakken stak.’

‘Dat klopt.’

‘Maar dat is waarschijnlijk wel het beste wat we kúnnen doen. Zo weinig mogelijk patiënten om zeep helpen. De afgelopen weken zijn er drie of vier patiënten van mij overleden, en ik ben even bang geweest dat we die blindedarm van jou ook niet konden redden.’

‘Jeannie Kennedy, bedoel je?’

‘Zoveel pus had ik nog nooit gezien. Het is maar goed dat iemand dat nieuwe antibioticum, tetracycline, heeft uitgevonden. Binnen de kortste keren was ze weer hersteld en kon ze naar huis.’

‘Zou jij het erg hebben gevonden als ze het niet had gehaald?’

‘Wil je de waarheid horen?’

‘Ja.’

‘Ik denk niet dat ik dat heel erg zou hebben gevonden. Het zou me hebben geërgerd dat de operatie niet volgens plan was verlopen, maar als ze onder een steriel laken liggen en onder narcose zijn, denk je niet aan hen als mensen. Dat kun je je domweg niet permitteren.’

‘Waarom niet?’

‘Dan zou het te moeilijk zijn om je scalpel te hanteren en in hun ingewanden te rommelen alsof je een vis schoonmaakt.’

Barry kreeg een levendig beeld voor ogen van de ingewanden van de forellen – het glibberige weefsel dat in de afvoer verdween. ‘Volgens mij ben ik niet voor chirurg in de wieg gelegd.’

‘De lunch is klaar!’ hoorde hij Kinky toen roepen.

‘We komen eraan, Kinky.’ Hij knikte naar de deur. ‘Neem je glas mee. Kinky kan een beetje nijdig worden als je haar eten koud laat worden.’

‘Dat mag niet gebeuren.’ Jack ging staan. ‘Ik heb best trek in een fatsoenlijke hap, want het eten in het ziekenhuis is er niet beter op geworden.’

‘Die forel was om op te vreten,’ constateerde Jack voldaan, sprekend met het accent van een dokwerker uit Belfast.

Barry glimlachte. Zijn vriend was geen spat veranderd sinds ze elkaar elf jaar geleden hadden leren kennen. Hij was solide en betrouwbaar, en hij kon nooit lang ernstig blijven.

‘Ik heb ze gisteren gevangen.’

‘Dus je hebt af en toe wel vrij?’

‘Af en toe.’

‘Heb je dat grietje nog gezien over wie je me hebt verteld?’

Barry’s glimlach verdween. ‘Patricia?’

‘Heet ze zo?’

‘Ja, en ik denk niet dat ze het prettig zou vinden een grietje te worden genoemd.’

‘O?’

‘Ze studeert weg-en waterbouwkunde.’

‘Mijn hemel, waar gaat het met deze wereld naartoe? Straks gaan vrouwen nog rugby spelen.’

‘Dat betwijfel ik. Maar ze neemt haar studie wel heel serieus.’

‘Daar groeit ze wel overheen.’

Barry schudde zijn hoofd. ‘Patricia niet. Vrijdagavond heeft ze tegen me gezegd dat ze niet aan een serieuze relatie wilde beginnen omdat haar carrière voor haar te belangrijk was.’ Hij keek even naar Jack.

‘En jij voelt wel wat voor een serieuze relatie?’

Barry knikte.

‘Mijn hemel! Je hebt het zwaar te pakken.’

‘Hmmm.’

Jack streek met de muis van zijn linkerhand over zijn onderlip. ‘Hoe vaak heb je haar gezien?’

‘Drie keer.’

‘En toch ben je al tot over je oren verliefd?’

‘Ja.’

‘Dan moet ze heel bijzonder zijn.’

‘Dat is ze ook.’

‘Arme stakker.’ Jack ging staan. ‘Wat ga je eraan doen?’

‘Dat weet ik nog niet. Ze heeft me gevraagd haar te bellen, en misschien doe ik dat vanavond ook wel.’

‘Als ik jou was zou ik dat niet doen.’

‘O nee?’

‘Laat haar maar even in haar sop gaarkoken. Of ze wil je aan de dijk zetten – en dan zul jij daar niets aan kunnen doen – of ze wil wel degelijk dat je haar belt maar doet ze alsof ze moeilijk te krijgen is.’

‘Waarom zou ik dan moeten wachten?’

‘Kun je je nog herinneren dat jij hebt geprobeerd mij iets over vliegvissen te leren?’

‘Hmmm.’

‘Je zei dat de forellen bang zouden worden als we te snel naar de rivieroever liepen. Dat we ze moesten stalken, geen geluid moesten maken en er de tijd voor moesten nemen.’

‘En dat moet ik in het geval van Patricia ook doen?’

‘Zeker. Als ze je echt niet meer wil zien, zul je niets van haar horen. Maar als ze je nog wel wil zien, zal zij jou bellen.’

‘Denk je dat echt?’

‘Voor mij heeft het gewerkt met die blonde hoofdverpleegkundige, weet je nog wel?’

Dat wist Barry nog. ‘Ga je nog steeds met haar om?’

‘Nee. Ik ben een paar maanden met haar op stap gegaan. Ze was een lekker ding, maar ze begon te zinspelen op een huwelijk en je kent me. Waarom zou je een koe aanschaffen als je in een winkel een liter melk kunt kopen?’

‘Mills!’

Jack schoot in de lach. ‘Mijn opleiding duurt nog bijna vier jaar, en jij weet wat je als arts-assistent betaald krijgt. Ik ben niet van plan een celibatair leven te leiden ter meerdere eer en glorie van de chirurgie, en ik ben nog helemaal niet aan een huwelijk toe. Kun jij je mij voorstellen met pijp, pantoffels en haardkleedjes?’

‘Niet direct.’

‘Dat klopt. Als jij je zorgen wilt maken over een of ander meisje kan ik je dat niet beletten, maar er valt veel voor te zeggen om je niet zo snel te binden.’

‘Soms kun je er niets aan doen. Dan overkomt het je gewoon,’ zei Barry zacht.

‘Laverty, er is geen hoop voor jou. In de eerste plaats lijk je te denken dat je persoonlijk betrokken moet raken bij al je patiënten, en in de tweede plaats kun je niet eens even van opzij naar een meisje kijken zonder tot de conclusie te komen dat ze een kruising is tussen de Venus van Milo en Raquel Welch.’

‘Jack, doe niet zo idioot.’

‘Ik doe niet idioot. Je bent een hopeloze romanticus, en daarom mag ik je zo graag.’ Jack ging staan en overhandigde Barry een nu leeg whiskeyglas. ‘En ik zou je nog heel wat aardiger vinden als je dat glas nog eens volschonk. Op één been kan een mens niet lopen.’