Veel stellen zijn niet daverend enthousiast over hun seksleven. Vrouwen betreuren dat de romantiek verdwenen is; mannen klagen over de frequentie. Beiden missen de hartstocht van het begin.
Je zou denken: als je dat allebei graag wilt, dan dóe je daar toch wat aan? Maar zo eenvoudig is het niet. Dat heeft te maken met het eeuwige dilemma tussen spannend en veilig. Als je elkaar net kent, is het spannend. Je tobt of de ander je wel leuk vindt, wat je aandoet, wat je zult koken, wanneer je elkaar weer ziet. En bij de seks vliegen de vonken ervan af.
Maar die onzekerheid is slopend, dus je gaat van alles doen om die te verminderen. Intieme gesprekken voeren, zodat je beter weet wat je aan elkaar hebt. Je toiletspullen bij de ander leggen, zodat je daar je plekje krijgt. Met Kerstmis mee naar de schoonfamilie, zodat het officieel wordt. Elkaar trouw beloven. Alles waardoor je je veiliger voelt. Je vergeet dat die zekerheid de knallende seks om zeep helpt.
Volgens de driehoekstheorie van liefde bestaat liefde uit drie componenten: passie, intimiteit en binding (commitment). In een beginnende relatie is er veel passie (dus veel seks) en nog geen binding. Dit heet romantische liefde. Al pratend en vrijend leren de partners elkaar steeds beter kennen, waardoor de intimiteit steeds verder toeneemt. Maar, en nu komt het: vanaf het moment dat de intimiteit niet meer verder stijgt – je kent elkaar door en door; intiemer dan dit kun je niet meer worden – gaat de passie afnemen. De binding neemt nog wel toe. Wat je dan overhoudt – intimiteit en binding zonder passie – heet kameraadschappelijke liefde.
We nemen vaak aan dat meer intimiteit bij vrouwen leidt tot meer zin in seks. Maar het leidt juist tot mínder zin. Bij mannen komt het allemaal niet zo nauw kijken, want door hun hogere testosteronspiegel is hun seksdrive hoger. Een man hoeft zich ook niet romantisch of hartstochtelijk te voelen om zin te hebben. Bij vrouwen ligt het gevoeliger. Hun seksdrive hangt van allerlei factoren af – stemming, cyclus, kinderen, zorgen, hoe verliefd ze is, hoe leuk manlief doet. Is er ruzie, dan heeft ze geen zin. Maar is de relatie veilig en de man veroverd, dan ook niet.
In stabiele heteroseksuele relaties is de seksfrequentie bijna onvermijdelijk een compromis tussen wat de man wil en wat de vrouw wil. Niet voor niets hebben mannen in homo-relaties de meeste seks met elkaar en vrouwen in lesbische relaties de minste. Zij hebben het in feite beter voor elkaar, door een relatie te hebben met iemand die hormonaal hetzelfde in elkaar zit.
In hetero-relaties is de seks vooral zinderend zolang de boel niet in kannen en kruiken is. Daarna haakt de vrouw in lustmatige zin af. Wil je als man de fut erin houden, dan moet je zorgen dat je niet te hebben bent, vermoed ik: zolang een vrouw een man nog moet veroveren, heeft ze vanzelf een hoop zin. Het valt dus te vrezen dat moeilijke mannen meer seks krijgen. Niet eerlijk! Mannen die duidelijk kiezen voor een vrouw, geborgenheid en veiligheid bieden, zullen juist meer water bij de wijn moeten doen. Sneu eigenlijk. Terwijl vrouwlief ’s avonds in bed naar Oprah kijkt en zichzelf wijsmaakt dat een man best heel goed zonder seks kan, zit manlief te surfen op pornosites en te fantaseren wat hij zou doen als hij durfde…
Daar zit je dan, met je veilige relatie. Het is alsof onze biologie het zo geregeld heeft: mateloze lust om de binding tot stand te brengen, en daarna hoeft het niet meer. Romantische weekendjes weg, massages, kamasutra – als de spanning eraf is, zijn dit lapmiddelen die hooguit tijdelijk helpen.
Het ironische is: met al onze technologie en al onze keuzevrijheid is het ons niet gelukt onze eigen instincten te regelen . Totdat we dat kunnen, moeten we accepteren dat je niet alles kunt hebben. Het is veilig óf spannend – en is het eigenlijk niet heerlijk als je in elk geval een van beide hebt en daarvan kunt genieten?