Wanneer je in vuur en vlam staat tijdens het liefdesspel, sta je er niet zo bij stil dat alle seks te beschouwen is als economie. Een economische markt is een markt van vraag en aanbod. Op de (hetero)seksuele markt wordt het aanbod geleverd door vrouwen; de vraag komt van mannen, want zij hebben meer behoefte aan seks. Niet alleen geven ze dat desgevraagd zelf aan, dat blijkt ook uit masturbatiegedrag – volgens onderzoekers dé gouden standaard om iemands seksdrive te meten, omdat je voor deze vorm van seks niks nodig hebt – geen geld, schoonheid, macht, goeie babbel; alleen een beetje tijd, dat is alles.
Voor zover mannen meer behoefte hebben terwijl vrouwen voldoende capaciteit hebben om te leveren, geldt op de seksuele markt: zij verkoopt, hij koopt. Hij kan betalen met geld, etentjes of cadeautjes, maar ook met aandacht, bescherming, luisteren naar haar verhalen of meedoen met ‘leuke dingen’. Net als op elke andere markt werken ook hier de principes van vraag en aanbod. Zijn er weinig vrouwen en veel mannen, dan is de prijs hoger. Bij apen zie je dit doordat de mannen langer groomen in groepen waar weinig vrouwen zijn: ze moeten meer hun best doen om de vrouwen te behagen. Bij mensen in zulke gemeenschappen zijn de rokken van de vrouwen langer (de vrouwen hoeven zichzelf minder te etaleren) en moet de bruidsschat betaald worden door de familie van de bruidegom. Zijn er meer vrouwen, dan betaalt juist de familie van de bruid en is de roklengte korter. Economisch bekeken is een korte rok en andere sexy kleding een marketing tool; die heb je nodig als er weinig vraag is, hoewel je het niet moet overdrijven want daarmee prijs je jezelf af; je geeft aan dat je waar ‘goedkoop’ is.
Net als op economische markten is er concurrentie tussen de aanbieders, de vrouwen. Hoewel juist mannen bekend staan om hun competitiedrang, zijn de vrouwen onderling de ware nijdassen waar het gaat om het verleiden van de andere sekse. Vrouwen hebben een hekel aan vrouwen met sex-appeal. Vrouwelijke selecteurs bij sollicitaties benadelen seksegenoten die er leuk uitzien. En vrouwen oordelen zeer negatief over lichtzinnige vrouwen. Zulke vrouwen, die hun waar voor stuntprijzen van de hand doen, zijn immers marktbedervers. Mannen kijken daar heel anders tegenaan. Hoewel de eerste seksuele revolutie anders doet vermoeden, hebben vrouwen er baat bij om elkaars seksuele vrijheid in toom te houden. Daarom zeggen vrouwen en meisjes altijd tegen elkaar dat je jezelf niet te makkelijk moet ‘weggeven’. Net als in de opec en andere kartels houden ze zo de prijs op peil. Dit verklaart ook waarom vrouwen veel met elkaar praten over mannen door wie je bedonderd wordt, terwijl mannen het onderling vooral hebben over wat er allemaal voor leuks aangeboden wordt. Op deze manier proberen de verkopers de prijs hoog te houden en de kopers de prijs te drukken.
Net als bij andere uitwisselingsrelaties geldt het principe van least interest: degene die het minst nodig hoeft, die wint. Mannen vinden bijvoorbeeld dat seks vanaf de tweede date kan, vrouwen vanaf de achtste. Feitelijk blijkt de achtste date gemiddeld het moment dat er wordt gesekst (Amerikaans onderzoek). Vermoedelijk ligt dat anders in andere marktgroepen, bijvoorbeeld hoogopgeleide dertigers en veertigers, waar het aanbod aan vrouwen te groot is en de verkopers met z’n allen in hetzelfde kleine vijvertje vissen. In die markt valt te verwachten dat de vrouwen hun prijs verlagen, bijvoorbeeld door al na een tweede of derde date seks te hebben, en door vrijblijvende en ongebonden seks ook leuk te vinden, om daarmee bindingsdriftige concurrentes af te troeven. Zijn de mannen echter in de meerderheid, dan moeten zij juist wervend over de brug komen door te zeggen dat ze commitment en trouw reuze belangrijk vinden.
Het is allemaal niet erg romantisch als je het zo bekijkt, maar als het op de aandelenmarkt zo’n treurnis is, is het misschien leuker om op seks te speculeren.