Stel dat je twee banen overweegt. Bij de ene werkgever kun je elk jaar opnieuw van takenpakket of afdeling veranderen als het je niet bevalt. De andere werkgever biedt een vergelijkbare functie, maar zonder die verandermogelijkheid. Waar ga je werken? Ben je net als de meeste mensen, dan kies je de baan die veranderbaar is. Daarmee neem je een besluit dat je op termijn waarschijnlijk minder tevreden zal stemmen: na een veranderbare keus zijn mensen minder tevreden dan na een onveranderbare. In het laatste geval vinden ze een manier om volmaakt gelukkig te zijn met de uitkomst.
Bij het maken van keuzes proberen we ons voor te stellen hoe we ons in de toekomst zullen voelen. Bijvoorbeeld: je besluit om je baas of je partner tevreden te houden, want als die je eruit gooit zou je dat vreselijk vinden. Het toekomstige gedrag van anderen kunnen we vaak redelijk goed inschatten (‘Als ik dit doe zal hij me eruit gooien’), maar dat is niet hetzelfde als weten wat we er zelf van vinden wanneer het zover komt. Doordat we beschikken over een psychologisch immuunsysteem, vinden we uiteindelijk een manier om tevreden te zijn met wat er gebeurt. Die partner die jou aan de kant heeft gezet, daarvan denk je uiteindelijk: het was toch niet de grote liefde/er was heel wat op aan te merken/wat fijn dat het zo is gelopen, want daardoor is iets heel waardevols (andere partner/vrijheid/diepere levenswijsheid) op mijn pad gekomen, of iets van die strekking. Die baan waarvoor je contract niet werd verlengd, en waarvan je dacht dat je er nooit overheen zou komen, was uiteindelijk toch niet echt de baan die bij je paste en waarin je je ware talenten kon ontplooien.
Terugkijkend op wat ons overkomen is, vinden we uiteindelijk vrede met hoe het is gelopen. Ons psychologisch immuunsysteem helpt ons zó goed om de voordelen ervan in te zien, dat het zelfs kan lijken alsof een beschermengel of de hand van God aan het werk is geweest, zo goed is alles terechtgekomen.
Maar wanneer we vooruitkijken en keuzes maken, rekenen we buiten de wacht van ons immuunsysteem. We vechten voor onze relatie, niet beseffend dat we een paar maanden nadat het uit is zullen denken ‘Zo geweldig was het nou ook weer niet’. En wanneer we gaan solliciteren denken we: ‘Ik móet die baan krijgen, dit is het!’ Dat is goed voor de motivatie. Het zou niet effectief zijn meteen al te bedenken: als ik word afgewezen zal ik besluiten dat het werk, de mensen, het bedrijf, eigenlijk allemaal knudde was en dat ik mijn kwaliteiten daar totaal niet kwijt kan. Maar achteraf, als het zo ver is, bedenken we dat wel – en zo vinden we allemaal dat het leven ons redelijk goed heeft bedeeld, en hadden we onze tegenslagen achteraf zelfs niet willen missen omdat ze ons tot rijping hebben gebracht.
Dit is allemaal te danken aan ons psychologisch immuunsysteem, dat ons over mislukking en afwijzing heen helpt. Zo zien kiezers achteraf vaak de sterke punten van de kandidaat waar ze tegen waren, krijgen prijzen opeens meer waarde als je ze eenmaal gewonnen hebt, merken sollicitanten de zwakheden van een bedrijf op zodra dat bedrijf hen heeft afgewezen, en wordt de onbetrouwbaarheid van een test plots bemerkt wanneer men ervoor zakt.
De psychologische spin doctor die ons zo verzoent met ons lot, houdt zich muisstil wanneer we een keus maken die nog veranderbaar is. Logisch, want als je nog van partner, baan, baas, huis of hypotheek kunt veranderen, kun je dat gewoon dóen in geval van onvrede. Het immuunsysteem hoeft pas in actie te komen als er geen alternatief is en je er het beste van moet maken. Dat gebeurt als je beslissing onveranderbaar is – met als gevolg dat je juist dán een manier vindt om er gelukkig mee te zijn. Omdat we ons dit vooraf totaal niet realiseren, verwachten we dat een veranderbare beslissing beter is. En maken we keuzes die in feite nadelig zijn voor ons welzijn. Wil je gewoon een tevreden mens worden, maak dan keuzes die je niet meer kunt veranderen. De rest gaat vanzelf.