Hoofdstuk 22

Toen ik vrijdag terugkeerde in ons appartement, lag er een briefje van Jenny dat ze het weekend bij Jeff doorbracht. Grappig, dacht ik: nog maar een week geleden vertikte ze het bijna om voor één avondje naar Brooklyn te gaan…

Voorzover ik kon beoordelen, was ze sinds ons etentje maandag bij Scottie’s niet echt meer thuis geweest. Misschien gek, maar ik beschouwde het hier nu al als mijn huis, ook zonder Jenny. Op het prikbord hingen een paar foto’s van ons beiden op Gina’s afscheidsfeestje en omdat we qua smaak in films en tv-programma’s (lees: lekkere acteurs) haast griezelig op elkaar leken, lagen er overal stapels van mijn favoriete dvd’s. Ikzelf had op de afdeling tweedehands van The Strand een paar van mijn lievelingsboeken aangeschaft, zodat ik die ook niet hoefde te missen. Nee, ik kon echt niets bedenken wat ik nog uit mijn huis in Londen hier zou willen hebben—helemaal niets.

Nadat ik het restant van mijn ijskoffie achterover had geslagen, logde ik in om mijn e–mail te checken. Ik had nog exact drie uur voor mijn bespreking met Mary en in die tijd moest ik douchen, een outfit uitkiezen die uitstraalde ‘alsjeblieft, ontsla me niet’ en…de tekst voor mijn allereerste ‘het-ligt-niet-aan-jou-maar-aan-mij’—speech bedenken, voor tijdens mijn etentje met Tyler die avond. Terwijl ik door de meters spam op mijn Gmail bladerde, speelde ik de hele scène in gedachten steeds opnieuw af. Ik wist haast zeker dat hij het prima zou opnemen, dat we misschien zelfs gewoon vrienden konden blijven: alles oké, niks aan de hand. En ik zou me absoluut niet vreselijk Engels gedragen als hij er niét goed op reageerde en toch nog een keertje met hem naar bed gaan. Nee nee nee, dat ging niet gebeuren!

Ik zat mezelf net te verzekeren dat één beleefde afscheidskus waarschijnlijk wel genoeg was, toen ik een mailtje van The Lookzag staan. Het kwam echter niet van Mary of haar secretaresse Cissy, maar van iemand die Sara Stevens heette.

Beste Angela,

 

Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik je mail, maar dit was de enige contactinformatie die ik op de server van The Look vinden kon.

Allereerst wil ik je zeggen dat ik helemaal weg ben van je blog—enig! Het voelt echt alsof ik samen met jou in New York zit.

Maar dan nu het spannende gedeelte. Wij werken momenteel aan het opstartenvan de Engelse editie van The Look, die in januari zal worden gelanceerd. En nu zou ik dolgraag eens met jou van gedachten willen wisselen over de mogelijkheid jou als vaste medewerker aan ons redactieteam toe te voegen. Iedereen hier vindt jouw stijl perfect bij ons tijdschrift passen. En we hebben de populariteit van je blog eens geturfd, zowel hier in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten, en je bent een hit!

Ik weet natuurlijk niet hoe lang jij van plan bent in New York te blijven, maar je zou dan toch zo tegen eind augustus weer in Groot-Brittannië moeten zijn, om te kunnen meewerken aan de voorbereidingen voor het pilotnummer.

Bel me in ieder geval even (al mijn nummers staan onder deze mail), dan kunnen we het hebben over eventuele vragen die je nog hebt over salaris, onkostenvergoedingen, etc.

Het was hier nu bijna halftwee, halfzeven dus in Londen. Er was maar één manier om erachter te komen of deze mevrouw graag overwerkte.

‘Sara Stevens.’

Ja hoor!

‘Hoi Sara, je spreekt met Angela Clark…’Dit was echt de allerlaatste keer dat ik een telefoonnummer draaide, zonder te weten wat ik ging zeggen als er werd opgenomen! ‘Ik eh…heb je mail net gelezen.’

‘Angela! Wat vind ik het geweldig dat je me belt! We zijn hier op kantoor helemaal wild van jou. Vind je het zelf niet ook geweldig? Want het is toch geweldig, is het niet?’

Mmm, tot dusverre een heel ander type dan Mary.

‘Eh ja…jazeker.’ Ik liet me op de bank vallen.

‘Mijn god, dat kun je wel zeggen, ja!’

Ik wist niet of ik het wel fijn vond dat Sara in zo’n vroeg stadium al zat te gillen en krijsen.

‘Maar goed: wanneer kom je terug? Ik vind het prachtig dat je ‘m naar New York bent gesmeerd om lekker een beetje lol te trappen, in plaats van hier het zielige slachtoffertje uit te hangen—erg grappig—maar nu hebben we je hier weer nodig! Voor wanneer staat je vlucht geboekt?’ krijste ze.

‘Eh…ik heb eigenlijk nog niets geboekt.’ Sara mocht dan slechts eens in de zeven minuten naar adem te hoeven happen, ik had er op dit moment grote moeite mee. ‘Ik weet nog niet eens óf ik wel terugkom.’

‘Wat? Je bent toch niet stiekem met die Wall Street-bankier getrouwd, hè? Niet dat ik je dat kwalijk zou nemen…Of beter nog: dan betalen wij je terugvlucht toch ook? De hele reis Virgin Upper Class, schat! Maar eh…die functie van redactielid is dus echt geweldig. Je mag schrijven over zo’n beetje alles waarvan jij denkt dat het interessant zou kunnen zijn voor de The Look-lezer, dus genoeg speelruimte om overal op af te gaan. Ik zat jouw blog te lezen en opeens zag ik het voor me—bam —deze griet kan schrijven over mode, daten, reizen, eten, seks…’

‘Wat vindt Mary hier eigenlijk van?’ onderbrak ik haar. Ik weet dat dat onbeleefd is, maar ik had wel door dat deze dame niet ophield tot ze werd gestopt.

‘Mary…?’

‘Ja, Mary Stein—mijn redacteur hier.’

‘O…’ Ze viel zelfs even stil. ‘Die eh…heb ik nog niet gesproken. Maar dit is toch niet echt inpikken? Je bent tenslotte Engels: je komt gewoon terug naar Londen, waar wij toevallig nog een schrijver kunnen gebruiken. Het blijft in wezen gewoon in de familie; Mary is er vast net zo blij mee als wij. En ik wil niet vervelend doen, Angela, maar bij wat je in deze functie gaat verdienen, vallen de centjes die je voor die webklus krijgt totaal in het niet.’

‘Maar ga je nog wel met haar overleggen?’

‘O zeker, nu meteen: ik zal haar meteen gaan bellen. Ik wil alleen zo graag van jou horen dat je voor me komt werken, jij ontzettend getalenteerd mens!’

‘Oké…tja, het klinkt allemaal heel erg interessant…’ Ik wilde nu het liefst zo snel mogelijk opleggen—en heel diep nadenken. ‘Maar ik heb eigenlijk nogal haast…ik heb zo een bespreking enne…’

‘Nou, ik moet het maandag vóór het eind van de werkdag weten—jouw tijd,’ zei Sara kort. Weg waren ineens alle giechels en geestdrift in haar stem. ‘Helaas kan ik je geen tijd geven om er lang en diep over na te denken—ik had eigenlijk ook niet gedacht dat dat nodig zou zijn—want ik moet in zeer korte tijd nog een redacteur zien te vinden. Ik zal je de taakomschrijving, het salaris en zo mailen, dan hoor ik nog wel van je. Goed?’

Toen ik besefte dat zij me natuurlijk niet kon zien zitten knikken, zei ik gauw: ‘Prima.’

‘Oké, dan spreek ik je maandag weer. Dag, ik wens je een heerlijk weekend in The Big Apple!’

‘Dag, jij ook, hè! In Londen, bedoel ik.’

Maar Sara had al opgehangen.

Ik keek om me heen, de telefoon nog steeds tegen mijn oor, en beet zacht op mijn lip. ‘Sodeju!’

Alsof Sara’s telefoontje niet al genoeg met mijn arme hersentjes had gedaan: nu wilden de toeristen onderweg naar Times Square ook nog niet dat ik op tijd op mijn bespreking met Mary kwam. Natuurlijk had ik veel te lang onder de douche gestaan en mijn haar staan wassen, te veel Goldfish-crackers naar binnen zitten werken en naar The View zitten kijken, in plaats van al die dingen die ik móést doen. En nu was ik dus aan de late kant.

Ik begreep wat Alex in Williamsburg aantrok (zóóó relaxed), maar ondanks de tot waanzin drijvende drukte bleef ik verliefd op Manhattan. De herrie, de mensen, het gevoel dat er ieder moment vanalles kon gebeuren—dat was wat mijn bloeddruk omhoog joeg; wat de adrenaline door mijn lichaam pompte, hoe smaller en voller de straten werden. Ik hield van de neonborden, de gigantische Target-reclames, de opvallende Hershey-winkel, Bubba Gump’s Shrimp Co,Virgin, Sephora,Toys R Us…Dat waren maar reclames, winkels, restaurants; maar het waren de klikkende camera’s en de duwende en dringende mensen met de vrolijkste gezichten die ik ooit had gezien, die deze stad maakten tot wat ze was. En ik bleef het wonderbaarlijk vinden.

Ook wonderbaarlijk was de koelte van de airconditioning die in mijn gezicht sloeg, toen ik bij Spencer Media binnenliep. Zalig! Ik was te laat en mocht meteen door naar boven, waar ik zonder enige vermaning verbluffend genoeg zelfs een kop koffie met een glas ijswater kreeg en—jezus!—zelfs een glimlach van Cissy, zodra ik bij Mary’s kantoor over de drempel stapte.

‘Angela Clark, kom erin!’ riep Mary vanachter haar bureau.

‘Daar ben ik dan!’ zei ik, nerveus balancerend met mijn drankjes om niet te knoeien op mijn tas. ‘Hallo, Mary.’

‘O, dat stukje van gisteren: mijn god!’ Ze grinnikte er zelfs bij—geen scheef glimlachje, geen teleurgestelde frons, maar een dikke vette grijns! ‘Geweldig geschreven, Angela. Ik kan niet wachten tot ik het online kan zetten.’

‘Dus…de blog loopt gewoon door?’ Ik slaakte een zucht van verlichting.

‘Maar natuurlijk, potdomme!’ Mary stond op en gaf me een knuffel die dikker was dan zijzelf. ‘Jij bent mijn succesverhaal! Weet je hoeveel mailtjes we al over jouw column hebben ontvangen? Het grootste aantal van de hele website! Verdomd als het niet waar is: nog meer dan over de meeste onderwerpen uit het tijdschrift! Iedereen bij The Look is weg van je column.’

‘Iedereen?’ zei ik voorzichtig. Ik kon uit haar reactie niet opmaken of ze Sara al had gesproken. ‘Ik bedoel: wat fijn! Toch?’

‘Jazeker, verdomde fijn! Het publiek is dol op je, Angela: ze vinden het geweldig om als het ware via een ander te leven. Zij willen niet naar een ander continent vluchten en alles wat hun vertrouwd is achterlaten, maar vinden het heerlijk dat jij dat vóór hen doet.’ Mary knikte, ging op de rand van haar kolossale bureau zitten en duwde mij achterover op een stoel. Ik wist de koffie nog net in het kopje te houden, maar het water vloog alle kanten op—behalve op mijn tas…pfiew! ‘Fijn voor mij en heel fijn voor jou: nu moet ik je wel een contract geven.’

‘Pardon?’

‘Een contract,’ zei Mary langzaam. ‘We willen je blog nog een hele tijd aanhouden, Angela. Je hoeft niet met je eigen bloed te tekenen, maar ik zal wel zorgen dat je tekent.’

Shit-shit-shit-shit-shit-shit-shit-shit-shit-shit-shit!

‘Eh…heeft er niet toevallig ene Sara Stevens voor jou gebeld, vanuit het kantoor in Engeland?’ vroeg ik en sloeg de koffie in één teug achterover, voor het geval Mary hem zo van me afpakte.

‘De Engelse The Look’? Hoe weet jij daarvan?’ vroeg Mary, terwijl ze met de snelheid van het licht weer achter haar bureau sprong. ‘Dat is zelfs intern nog niet bekendgemaakt!’

Fuck-fuck-fuck-fuck-fuck-fuck-fuck-fuck-fuck!

‘Eh nou…zij belde me vandaag en vroeg of ik voor hen wilde komen werken—als vast lid van de redactie.’

‘Zit je me nou te bedotten of hoe zit het?’ Mary’s gezicht ging in luttele seconden van rood naar wit naar paars. ‘Hebben zij verdomme mijn auteur proberen in te pikken?’

‘Volgens haar was het niet echt inpikken…’

‘O? Hoe zou zij het dan willen noemen? Zeg, maar wanneer was dit eigenlijk; waarom heb je het me niet eerder verteld?’

Een boze Mary was heel erg eng…

‘Ik weet het zelf nog maar net! Ik sprak haar een uurtje geleden of zo,’ verklaarde ik haastig. ‘Echt: vlak voor deze bespreking. Daarom dacht ik ook dat ik je niet hoefde te bellen: omdat we elkaar toch zo zouden zien.’

‘Mmm, oké dan. Het is natuurlijk wel te waarderen dat je het me hier recht in mijn gezicht komt vertellen. Maar die sluwe wijven uit Londen konden blijkbaar niet genoeg respect opbrengen om me even te bellen…’ zei ze hoofdschuddend. ‘Maar gefeliciteerd, Angela: das een geweldige kans voor jou en ik denk dat je er erg goed in zult zijn. Ik ben alleen razend dat ik je heb ontdekt…en je nu alweer kwijtraak.’

‘Maar ik heb nog geen ja gezegd: ik heb nog tot maandag!’ riep ik, opspringend van de leren stoel (en de helft van mijn bovenbenen achterlatend—au!). ‘Ik weet nog helemaal niet of ik wel terug wil naar Londen…of voor die Sara werken…’ Vooral dat laatste, dacht ik bij mezelf: dat mens was duidelijk gestoord.

Mary keek me vanachter haar bureau zwijgend aan. Ik wist niet of dat een goed of een slecht teken was.

‘Meen je dat nou?’ sprak ze uiteindelijk.

‘Wat?’

‘Dat je misschien niet teruggaat naar huis om deze kans met beide handen te grijpen; dat je dat alles op het spel wil zetten voor het schrijven van een blog in een stad waar je pas drie weken woont?’

‘Tja…als je het zo samenvat, klinkt het inderdaad nogal stom.’ Ik ging weer zitten, waarbij ik probeerde mijn Velvet T–shirtjurk zo ver mogelijk onder me te trekken.

‘Wil je dan niet terug naar huis, naar Londen?’ vroeg Mary.

‘Doet dat er eigenlijk toe?’ Ik beet op mijn lip. ‘Ik móét terug, nietwaar? Dat hoor ik tenminste constant van iedereen.’ Iedereen behalve Alex, bracht ik mezelf in herinnering—al had ik daar op dat moment weinig aan.

‘Nou…je bent geen Amerikaans staatsburger, dus blijven zal niet direct de makkelijkste optie zijn.’ Ze stond op en liep weer om haar bureau heen. Toen zakte ze voor me door de knieën en dwong me haar aan te kijken. Ik schaamde me kapot. ‘Maar als je echt zou willen blijven…dan zal er bij mij altijd werk voor je zijn.’

‘Echt?’ Ik knipperde met mijn ogen, om te voorkomen dat die piepkleine traan in mijn ooghoek zou ontsnappen.

‘Angela, ik zit nu al drie weken jouw dagboek te lezen…en het is me onderhand wel duidelijk dat jij totaal niet weet wat je wilt.’ Nu knielde ze op de vloer en legde zelfs een hand op mijn knie. ‘En da’s precies waarom jouw blog de mensen zo aanspreekt: iedereen wil erbij zijn zodra je het ontdekt. Ik weet niet of dat hier in New York zal zijn of thuis in Londen, maar ik weet wel dat je er geen eeuwigheid meer over kunt piekeren.’

‘Ik weet het,’ zei ik. Ik haalde diep adem en wreef door mijn ogen. Ik moest mezelf inderdaad hoognodig bijeenrapen.

‘Je begrijpt wel dat ik pissig ben over die stunt van de Engelse club,’ zei ze. ‘Maar als jij terug wilt, dan moet je dat nu doen. Want dit is werkelijk een geweldige kans. En als je hier blijft…Tja, wie zal het zeggen? Die blog kan natuurlijk nooit zoveel opbrengen als vast werk als redactielid, maar het is ook niet helemaal niks. En wij kunnen je helpen bij het aanvragen van een visum, maar ik kan gewoon niet voorspellen wat er daarna allemaal gebeurt.’

De hele weg terug naar het appartement zag ik eigenlijk alleen maar stoeptegels. Ik was me nauwelijks bewust van mensen, auto’s en mogelijke andere obstakels om me heen.

Met veel moeite opende ik de deur. Eenmaal binnen, liet ik me over de rugleuning op de bank vallen en staarde naar het plafond. Had ik net uitgeknobbeld dat ik eigenlijk hartstikke gelukkig was; dat ik definitief voor Alex ging en niet voor Tyler…kwam dit weer op mijn pad!

Jenny zou zeggen dat het ‘t leven was, dat mijn beslissingen toetste. Mijn moeder zou zeggen dat het ‘t lot was, dat me terugbracht naar huis. Ik zou zeggen: genoeg is genoeg, zijn er nog Ring Dings? En aangezien ik de enige aanwezige was, koos ik voor mijn eigen optie.

Toen Tyler stipt om zeven uur arriveerde, trof hij mij bij de voordeur van onze flat, jonglerend met een paar bruinpapieren bood-schappenzakken, mijn handtas en mijn sleutelbos.

Ik was door al dat genavelstaar namelijk compleet vergeten dat hij zou langskomen. En tegen de tijd dat het tot me doordrong—midden in de Thanksgiving-aflevering van Friends —had ik nog nét genoeg tijd om naar de winkels in station Grand Central te hollen, voor pasta, pastasaus en een enorme chocoladekwarktaart. Eigenlijk was ik van plan geweest om dit alles te laten doorgaan voor zelfgemaakt, maar ik had zolang met mezelf staan overleggen of kwarktaart beter was dan tarte tatin, dat daar ook al geen tijd meer voor was.

‘Aha, dus dit is mijn romantische diner?’ glimlachte hij, terwijl hij de zakken van me overnam.

‘Het spijt me vreselijk,’ zei ik en trok een grimas, terwijl ik worstelde met de deur. ‘Ik had een bespreking met mijn redacteur en dat werd allemaal een beetje eh…dat liep nogal uit. Ik had echt fatsoenlijk voor je willen koken, heus.’

‘Alweer een bespreking?’Tyler volgde me de trap op. ‘Je hebt er al bijna net zoveel als ik!’

‘Da’s een lang verhaal,’ zei ik, de volgende trap op draaiend. ‘Vertel ik je tijdens het eten wel.’

Toen we samen het appartement betraden, besefte ik ineens in welke staat dit zich bevond, vergeleken met zijn luxe designverblijf. Vertwijfeld probeerde ik wat rommel onder de bank te schoppen, waarna ik Tyler trachtte af te leiden met de wijn die hij had meegenomen. Ik kon alleen in de keuken nergens de kurkentrekker vinden: die lag in het appartement van twee min-of-meer-single meiden natuurlijk in de woonkamer.

Tot mijn grote opluchting was Tyler in een veel beter humeur, dan toen ik hem eerder die week had teleurgesteld. Ik bedacht echter meteen dat dat waarschijnlijk niet lang zou duren, nadat ik de boodschap dat het voorbij was op zijn bord had gelegd.

We doken samen de keuken in (ik kookte de pasta, hij zette de saus in de magnetron) en gingen toen met gekruiste benen aan de salontafel zitten, op de grond. We kletsten een poosje over koetjes en kalfjes. Tyler schrokte zijn eten naar binnen, ik schoof het wat heen en weer over mijn bord. Ik was niet in de stemming voor pasta, laat staan voor praten. En ik hoopte stiekem dat hij nog vóór de kwarktaart zou vertrekken. Die zou het namelijk veel beter doen in combinatie met mij, Jenny en een huilerige fles wijn.

‘Maar wat was er nou zo rottig aan die bespreking van vandaag?’ vroeg Tyler, terwijl hij mijn glas nog eens bijvulde.

‘Ach…rottig zou ik het niet willen noemen,’ zei ik, terwijl ik nog wat versgemalen zwarte peper over mijn nog steeds onaangeraakte pasta strooide. ‘Ik heb een fulltime baan aangeboden gekregen.’

‘Echt?’ vroeg hij, terwijl hij zijn bord leegat en vervolgens aan het mijne begon.

‘Ja, echt,’ knikte ik. ‘Als redactielid van het tijdschrift—The Look dus. Alleen…in Londen.’

‘Maar dat is fantastisch!’ zei hij. En hij boog naar me toe en gaf me niet één arm een soort halve knuffel. ‘Echt werk als schrijver, zoals je zo graag wilde! Ik heb je toch gezegd dat dat blog-gedoe wel eens je grote doorbraak zou kunnen betekenen!’

‘Maar het is wel in Londen,’ herhaalde ik, terwijl ik toekeek hoe hij zijn vork weer in mijn eten stak. ‘Ik zou bijna per direct moeten vertrekken.’

‘Nou ja, je moest toch een keer terug, nietwaar?’ Hij bleef maar van mijn bord prikken. ‘Dan is het toch geweldig dat dit daar dan op je wacht?’

‘Nou…mijn webredacteur zei dat als ik hier bleef, zij altijd werk voor me zou hebben.’ Ik zat hem met open mond aan te staren: hij had nog geen spier vertrokken bij het idee dat ik zou vertrekken! ‘Dus ik zou ook kunnen blijven…’

‘Maar dat doe je toch zeker niet?’ Hij keek me met volle mond aan. ‘Ik bedoel, dat webgedoetje is leuk, maar redacteur van een tijdschrift…da’s een heuse baan! Dan ben je echt journalist—niet maar een beetje aan het doen alsof!’

‘Dus jij vindt die blog maar een beetje ‘schrijvertje spelen’…?’ vroeg ik.

Met elke keer dat hij zijn mond opendeed, maakte hij het me makkelijker om het uit te maken!

‘Angela, lieverd…waarom wind je je nu zo op?’ vroeg Tyler. Hij had zijn en mijn bord eindelijk leeg, kroop naar mijn kant van de tafel en nam mijn gezicht in zijn handen. ‘Ik vind jou een getalenteerd schrijfster en deze baan is volgens mij een fantastische kans voor je. Kunnen we dat niet eens beter gauw gaan vieren?’

Bij gebrek aan een fatsoenlijk antwoord, liet ik me maar zoenen. Het was gek, maar ik voelde er helemaal niets bij.

‘Maar Tyler…als ik in New York zou blijven, zou je dan met me blijven afspreken?’ vroeg ik, terwijl ik me losrukte.

‘Natuurlijk,’ mompelde hij in mijn haar, snuffelend aan mijn oor.

‘En als ik naar Londen zou gaan?’ vroeg ik, me opnieuw terugtrekkend. ‘Stel dat ik terugging naar Engeland, maar jou wilde blijven zien—een langeafstandsrelatie, zeg maar. Zou je dat willen?’

‘Ik snap niet zo goed waar dit allemaal vandaan komt,’ zei Tyler, enigszins verstrakkend. ‘We hebben het toch gewoon leuk samen?’

‘Jij kennelijk wel!’ zei ik en duwde me van de grond omhoog, griste de lege borden van tafel en zette ze op het aanrecht (of eigenlijk was het meer smijten). ‘Dus…als ik terug naar Engeland ga, is het voorbij?’

‘Angela…’ Hij krabbelde ook overeind. ‘Ik begrijp echt niet wat er aan de hand is. We zouden toch gewoon gezellig samen eten?’

‘Dat zouden we, ja! Ik geloof dat ik me gewoon niet heb gerealiseerd, dat dit alles voor jou helemaal niets om het lijf heeft…’

‘Wat zullen we nou krijgen!’ Hij gooide zijn handen in de lucht. ‘Dus jij meent het wél serieus met mij? Jij hebt potdomme vrolijk met een kerel in Brooklyn liggen wippen, terwijl je dat ook met mij deed. Dus kom me alsjeblieft niet aan met dat gezeik van ‘wat-moet-er-in-hemelsnaam-van-ons-worden?’’

‘Ik heb wat…?’ Ik zweeg abrupt. Hij had de blog gelezen! ‘Maar…waarom heb je dan niks gezegd, als je daarmee zat?’

‘Omdat ik er niet mee zat!’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Jij ging met anderen uit—nou en? Dat deed ik ook; ik ga met zoveel meiden uit. Was dat dan niet wat je wilde, toen je uit je oude leventje vluchtte?’

‘Ik weet het niet.’ In wezen had hij geen ongelijk. ‘Maar het is in ieder geval niet wat ik nu wil.’

‘Ik geloof niet dat jij al weet wat je wilt,’ lachte hij en liep naar de deur. ‘Dit is dus precies waarom ik geen relatie wil—zeker niet met van die gestoorde zoekende meiden.’

‘Gestoord en zoekend…’ herhaalde ik. Tjonge, ik zou hem gaan missen als kiespijn, deze charmeur!

‘Jij hebt precies gekregen waarnaar je zocht,Angela. Je wilde gewoon met een lekkere vent naar bed, om te vergeten dat je was belazerd. Het is niet mijn schuld dat je nu te schijterig bent om terug naar Engeland te gaan. Ik heb geen trek in dit emotionele ‘zal ik wel, zal ik niet’—gezemel!’

‘Emotioneel gezemel…is dat hoe je dit ziet?’ vroeg ik. En voor hij kon ontsnappen, had ik mezelf tussen hem en de voordeur geplaatst. ‘Oké, dan zul je het horen ook. Ja, ik was tegelijkertijd met een ander aan het daten. Maar weet je waarom ik ook met jou bleef afspreken?’

Hij draaide zijn hoofd af: het plafond was blijkbaar interessanter.

‘Ik ben met jou blijven afspreken, omdat ik je aardig vond. Ja, echt! Stom, hè? En, dat je het maar weet: absoluut niét omdat je zo goed was in bed. Want daar blijk je nog wel wat dingetjes te kunnen leren…’

Aha, nu had ik zijn aandacht weer.

‘O, nu moet ik zeker geloven dat je hebt liggen simuleren,’ snoof hij.

‘Tja, een van de sterke punten van een ‘gestoorde zoekende meid’ zoals ik,’ meesmuilde ik (hij hoefde niet te weten dat ik loog dat ik scheel zag). ‘Als je al tien jaar doet alsof, word je daar verdomde goed in!’

Hoofdschuddend kneep hij zijn lippen samen.

De laatste keer dat ik zo vol opgekropte emoties had gezeten, had ik hem bijna op straat de kleren van het lijf gerukt—vanavond zou ik liever het hart uit zijn lijf rukken.

‘Ik vond jou charmant, een beetje goedkoop misschien, maar in wezen een aardige jongen. En jezus, ik voelde me er nog rot over ook, dat ik zowel met jou als met Alex aan het daten was. Maar toen wist ik dus nog niet dat jij met ‘zoveel meiden’ uitging. En ook al wilde ik je vanavond dumpen—jazeker, dat was het plan—toch hoopte ik dat we vrienden zouden kunnen blijven. Maar ja, als mijn emotioneel gezemel te veel voor je is…dan moet je maar gewoon oprotten.’

Hij keek me aan en schudde zijn hoofd. ‘Nee, dit hoefik niet te pikken—voor een doodgewone wip,’ zei hij en duwde zich langs me heen naar buiten.

‘Nou, ik ook niet!’ gilde ik hem na en gooide de deur met een klap achter hem dicht.

Na Tylers vertrek bleef ik nog lang roerloos in de gang staan trillen van woede. Ik wist niet op wie ik kwader was: op hem of op mezelf. Hij had helemaal gelijk: ik had hem gebruikt. Waarom was ik dan zo pissig omdat hij hetzelfde bleek te hebben gedaan? Maar als ik er inderdaad voor koos terug te gaan naar Londen, was hij het in ieder geval niet van wie ik ‘s nachts wakker zou liggen!

Toen ik me eindelijk weer in beweging wist te krijgen, pakte ik mijn mobieltje en belde Alex’ nummer. Ik móést hem spreken.

Maar hij was er niet.

En Jenny kon ik niet bellen: die had haar grote romantische avond met Jeff. Toen dacht ik aan Erin of Vanessa, maar die kende ik daar toch niet goed genoeg voor.

Dus deed ik wat elk verward en verbolgen meisje na winkelsluitingstijd zou doen: ik trok nog een fles wijn open, haalde de hele chocoladekwarktaart uit de koelkast en ging voor de tv zitten. Stik maar met dat gezond eten, laten we hopen dat de wijde kiel dit seizoen in de mode komt, dacht ik en begon te schransen.

Tegen de tijd dat ik geen kruimel meer binnenkreeg, bleek ik meer dan de helft van de kwarktaart en de hele fles wijn op te hebben. Dat werd morgenochtend geen pretje, maar de suiker⁄wijn-coma waar ik in weggleed, voelde op dat moment zalig.