Hoofdstuk 8
Stipt om negen uur stapte ik, met slechts een haastig achterover geslagen wodka uit de minibar in mijn mik, uit de lift de lobby in.
‘Jezus christus, Angela Clark!’ riep Jenny toen ik de bar binnensloop.
Ik ben nooit zo’n type geweest dat een blik in de spiegel werpt en denkt: wat zie ik er weer goed uit vandaag! Zelfs op Louisa’s bruiloft had ik er, na anderhalf uur onder de handen van een kapper én een visagist, niet goed uitgezien—maar gewoon, als een bruidsmeisje.
Maar daar begon verandering in te komen. Als ik er vanavond niet op zijn minst behoorlijk uitzag, werd het nooit meer wat. Het had me twintig minuten en drie pogingen gekost om Razors smoky-eyes-tips op te volgen, maar nu leek het er dan toch aardig op (bovendien had hij me bezworen dat hoe vlekkeriger het werd, hoe beter het eruit ging zien). Mijn haar zat elegant rommelig en bij dit alles had ik gekozen voor een eenvoudige zwarte V-halsjurk (die middag nog gekocht), mijn Louboutins, mijn nieuwe avondtasje en blote benen. Ik had me nog nooit zo geweldig en tegelijkertijd nerveus gevoeld.
‘Hoi!’ Ik stak mijn hand op en zwaaide kleintjes.
‘Waarom moet ik jóú ook alweer winkeltips geven?’ zei Jenny en gaf me een kus op beide wangen. Toen stelde ze me voor aan de andere meiden:’Gina en Vanessa ken je al en dit is Erin.’
Ze staken allemaal hun hand op.
Ik bestelde een wodka met cranberrysap en hoopte maar dat die spoedig werd gebracht.
‘Ik heb de meiden alles over jou verteld, maar niet dat je een enorme glamour girl bent,’ zei Jenny, terwijl ze me van alle kanten bekeek. ‘Meid, ik ben trots op je!’
‘Ik wist niet wat ik aan moest, dus ben ik maar voor zwart gegaan. En wat uitgaansschoenen betreft…das niet zo’n moeilijke keuze.’ Ik stak een voet ter inspectie omhoog. Er werd goedkeurend gebromd en geknikt.
‘Bravo, lieverd,’ zei Gina, nippend van haar cocktail. ‘Jij redt je wel.’ Nou, in ieder geval had ik het optutniveau goed gegokt. Gina zag er waanzinnig sexy uit, met haar hyperhoge hakken en knie-lange, strakke donkerpaarszijden jurk. Jenny overtrof zelfs haar beroemde naamgenoot, in haar akelig diep uitgesneden roomkleurige jurk. En de andere twee hadden de mantra ‘kort is het nieuwe zwart’ (die ik in verschillende modetijdschriften was tegengekomen) werkelijk ter harte genomen. Los van elkaar waren ze al megasexy, maar samen waren ze gewoonweg onwerkelijk. Als ik een man was, zou ik me volkomen geïntimideerd voelen.
Niet erg verwonderlijk voor vijf schaars geklede vrouwen, kregen we vrijwel meteen een taxi, waar we een paar minuten later bij het Soho Grand weer uit stapten.
Vanbuiten zag het er helemaal niet zo groots uit, maar achter die doodgewone gevel verschool zich een fantastisch interieur. Net als in het Union was de verlichting hier zwak, maar overal waar je keek waren kandelaars en ongelooflijk smeedwerk. En voor de bar stond een rij chromen krukken, met daarop allemaal mensen die qua uiterlijk wel leken te zijn afgestemd op de perfecte inrichting.
Jenny had een gedeelte van de lounge gereserveerd. Het stond er al tjokvol met mensen die ik van het hotel herkende en mensen die ik helemaal niet kende. Iedereen was enorm kwistig met knuffels, kussen en complimenten—‘Je ziet er te gek uit!’—maar ik was nog te nuchter om daar niet vreselijk verlegen van te worden.
‘Je ziet er écht geweldig uit, hoor,’ fluisterde Jenny in mijn oor, toen we naar ons eigen reepje luxe werden geleid. ‘Je redt je heus wel! Praat gewoon met wat lui, mens: je bent hier zo’n beetje een ster. Shit, je ziet er zó sexy uit!’
Nog een geruststellend kneepje in mijn schouder…en weg was ze.
Maar hoe vaak ik ook te horen kreeg dat ik er fantastisch uitzag en hoe schitterend ook de entourage: ik bleef me als een vis op het droge voelen. Het effect van mijn eerste twee drankjes was algauw verdwenen en opeens was ik weer gewoon Angela Clark, in een ruimte vol vreemden en met een heel kort jurkje aan.
En omdat ik toch iets moest, liep ik naar de bar. Als ik een drankje had, had ik in ieder geval iets omhanden.
Het nog geen tien uur, maar toch was het al aardig druk bij de bar—allemaal hotelgasten en mensen die hier na het werk nog even wat kwamen drinken. Toch wist ik de kruk in te pikken die een bezwete kerel in pak net vrijmaakte. Ik verdiepte me in het cocktailmenu.
Van hieruit leek Gina’s groepje wel een afterparty van een stel A-sterren! Ik geloof niet dat iemand thuis me zou geloven, als ik ze vertelde dat die prachtige, gesoigneerde meiden daar in het vip-ge-deelte doodgewone hotelmedewerksters en kapsters waren. Ik vond ze in ieder geval net filmsterren lijken. En hoeveel metamorfoses ik ook had ondergaan, het was nog steeds maar drie dagen geleden dat ik nog gewoon ‘Angela Clark, nobody’ was. Misschien was ik er gewoon nog niet klaar voor om ‘Angela Clark, persoonlijkheid’ te worden. Nog niet althans.
‘Wacht je op iemand?’ vroeg een stem naast me.
Mmm, als deze jongen mij geld ging bieden voor seks, zou ik daar beslist even over nadenken. Toe dan, vraag dan hoeveel pijpen kost, bad ik in stilte. Hij was lang, had brede schouders en was erg knap. Hij heette vast Chip of Brad en reed in het weekend op een supersnelle stoere motor.
‘Nee, ik ben hier met een paar vriendinnen,’ zei ik en wees naar het groepje, dat met de minuut luidruchtiger werd. ‘Ik wilde heel even wat rust. En een drankje.’
‘Ik ook,’ zei hij zacht. Zijn ogen waren intens lichtblauw en zelfs in het zwakke, zwoele licht kon ik ze even zien glinsteren, toen hij knikte naar een groepje mannen rond een van de lage salontafels tegenover de bar. ‘Even een paar minuutjes weg van dat gekken-huis. Vind jij het ook zo erg als je met je collega’s gaat borrelen en het alleen maar over het werk gaat?’
Ik lachte, al wist ik niet precies waarom. Het was helemaal niet grappig. ‘Ik geloof niet dat ik ooit met collega’s ben gaan borrelen,’ zei ik, terwijl ik elke god die ik maar kon bedenken dankte, omdat de kruk naast mij vrijkwam en hij erop plaatsnam. ‘Ik ben freelancer, dus ik werk de meeste tijd thuis.’
‘Wat zal het zijn?’ onderbrak de barkeeper ons.
Ik keek nerveus naar de cocktailkaart. Geen Sex on the Beach of Woo Woo te zien.
‘Doe ons maar een Perfect Ten,’ zei de knappe jongen. ‘Sorry, hou jij daar ook van?’
‘Eh…ik ben hier voor het eerst, dus dat weet ik nog niet.’ Het duurde even voor ik doorhad dat hij gewoon een drankje voor me had besteld. ‘Ik bedoel: dank je wel.’ Ik moest vreselijk mijn best doen niet te blozen; mijn hoofd voelde opeens helemaal leeg.
Hij streek met zijn hand door zijn lichtbruine haar, dat net soepel genoeg was om mijn hart te doen smelten, maar tegelijkertijd kort genoeg om ongedeerd een partijtje squash te overleven—dacht ik.
‘Wat doe je dan freelance?’ vroeg hij, terwijl de barkeeper twee gigantische, citrusvruchterige drankjes voor ons neerzette.
‘O, schrijven,’ zei ik en nam voorzichtig een slokje. Als er al alcohol in zat, dan werd die goed verhuld door een heleboel ananassap. Het was het perfecte zomerdrankje. ‘Ik schrijf kinderboeken.’ Het leek me op dit punt niet nodig daar dieper op in te gaan. Bovendien had ik er al genoeg moeite mee mijn gedachten in fatsoenlijke zinnen om te zetten, terwijl hij er zo bespottelijk sexy bij zat.
‘Goh, geweldig,’ zei hij, trok het rietje uit zijn drankje en dronk direct uit het glas. Als een echte man. ‘Het moet erg bevredigend zijn om iets zo creatiefs te doen.’
‘Mm-mm,’ knikte ik, me te laat realiserend dat ik mijn drankje wel erg snel opslurpte. Ik had er weinig trek in hem uit te leggen dat het me creatief helemaal niet zo bevredigde, om te schrijven over speelgoed dat magische reizen ondernam zodra het met zijn belletjes rinkelde. ‘En wat doe jij?’
‘Ik werk op Wall Street,’ zei hij, bijna alsof hij iets ergs opbiechtte. ‘Niet erg creatief, hè?’ Zelfs al droeg hij een pak en zat hij op een barkruk, toch kon ik zien ik hoe gespierd hij was.
Het was niets voor mij om in een warme bar met sexy mannen te praten, maar toch voelde ik dat mijn zelfvertrouwen bereid was nog een poging te wagen, net als ‘de kleine locomotief die het kon’ uit dat kinderboek. Tenminste, als dat locomotiefje op wodka reed…
‘Maar wel een uitdaging, toch?’ zei ik, terwijl ik mijn lege glas probeerde terug te zetten zonder dat hij het in de gaten had. Helaas. ‘Het moet een ongelooflijk verantwoordelijke baan zijn.’
‘Ja, dat wel,’ gaf hij toe en gebaarde de barkeeper dat hij mijn glas nog eens moest bij vullen. Toen ik mijn hand uitstak naar mijn tasje, hield hij me tegen. ‘Het is inderdaad een uitdaging en gelukkig betaalt het ook nog goed, zodat ik me kan veroorloven kinderboekenschrijfsters te trakteren…’
‘Mmm, trakteer je vaak kinderboekenschrijfsters?’ vroeg ik flir-terig. Oké, ik had het lang niet meer gedaan, maar ik moest verdorie op zijn minst een gokje wagen!
‘Alleen jou en J.K. Rowling—als ik haar ooit tegen het lijf loop,’ grapte hij.
Toen trok hij zijn portemonnee tevoorschijn en stopte de barkeeper iets toe dat verdacht veel op een briefje van honderd dollar leek—waarmee hij me tegelijkertijd imponeerde en verontrustte.
‘Maar nu wil ik het weten ook: zijn twee drankjes voldoende om jouw naam te weten te komen?’ vroeg hij, terwijl hij me mijn verse glas aangaf.
‘Angela,’ zei ik gehoorzaam en nam een slok, ‘Angela Clark. Enne…als ik die twee drankjes aanneem, krijg ik dan de jouwe te horen?’
‘Tyler Moore,’ zei hij, terwijl hij zijn portemonnee terug stopte en iets anders uit zijn zak haalde: een kleine zilveren visitekaartjeshouder. ‘En Angela, ben jij in New York op vakantie, of mogen wij geluksvogels jou toevoegen aan onze groeiende kring van schrijvers?’
‘Jullie geluksvogels mogen me een tijdje hebben,’ zei ik, hard mijn best doend niet naar zijn borst te staren. Toen hij zijn portemonnee pakte, had ik een dun wit T–shirt gezien, waar een keiharde, superstrakke buikpartij onder leek te zitten. ‘Ik logeer hier voorlopig, maar ik weet nog niet hoe lang.’
‘Ik hoop lang genoeg om een keertje met mij uit te gaan,’ zei hij, opende de visitekaartjeshouder en gaf me een kaartje.
Ik nam het van hem aan en stopte het meteen in mijn tas. Dit mocht ik niet kwijtraken!
‘Waar logeer je dan?’
‘In het Union.’ Ik zag de mannen op de bank opstaan en een paar bankbiljetten op de lage tafel gooien. ‘Aan Union Square.’
‘Geweldig hotel. Aan de overkant zit een fantastische noedeltent; ben ik al in geen tijden meer geweest,’ zei hij, terwijl hij de visitekaartjeshouder omruilde voor een BlackBerry. Hoeveel zakken zaten er wel niet in dat jasje? Het leek wel deTARDlS, die tijdreismachine van Doctor Who: telefooncel van buiten, balzaal van binnen.
‘Ja hoor, krijg ik dus meteen weer trek! Wat zegje ervan: zullen we donderdagavond samen gaan eten? Mag ik je nummer?’
‘Ik heb nog geen telefoon,’ zei ik. Ik schrok toen ik zag dat hij begon op te staan. ‘Maar eh…donderdag is prima, geloof ik. Maar is het goed als ik je er nog over bel?’
‘Je hebt nu al mijn nummers. Ik hoop dat ik nog van je hoor,’ zei hij en stak zijn hand uit, die ik maar al te graag schudde.
Zachte handen, stevige greep en waarschijnlijk pas bij de manicure geweest—maar mij hoorde je niet klagen: dit was een geschenk uit de hemel!
‘Nou, dag dan maar, Angela Clark.’
En toen…was ik verliefd.
Ik keek hoe hij met zijn vrienden over de smeedijzeren trap naar beneden verdween en nam nog maar een slok. Van achteren zag hij er minstens zo goed uit als van voren.
‘Mag ik nog een Perfect Ten?’ vroeg ik, toen de barkeeper mijn kant op kwam.
Hij knikte, waarna er op miraculeuze wijze nog een glas op de bar verscheen.
Ik legde een briefje van twintig op de bar en sprong van mijn kruk. Ik bleek niet al te stevig meer op mijn hoge hakken te staan en wankelde naar Gina’s hoek.
‘Hé, meissie!’Jenny wuifde naar me vanaf een laag bankje bij het raam. ‘Ik begon me net zorgen over je te maken, toen ik je bij de bar zag zitten kletsen met een lange, rijke bink. Gisteren Johnny, vanavond een sexy bankier…Echt: waarom had jij mijn hulp ook alweer nodig?’
Ik plofte met een zucht naast haar neer. ‘Maar dat is juist dankzij jou,’ zei ik en legde een arm om haar schouder. ‘Dat nieuwe haar, die make–up; en zo. Het komt niet door, mij! Jezus, ik kon mijn eigen vriend niet eens meer het bed in kletsen, laat staan dat ik in staat ben een wildvreemde te verleiden.’
‘Serieus?’ vroeg ze, nippend van wat eruitzag als een Cosmopolitan.
Hmm, dacht ik, da’s dus blijkbaar geen cliché: zo eentje wil ik er straks ook.
‘Hoezo wilde die jou niet constant bespringen?’
‘Omdat hij al iemand anders besprong…’ Ik lachte luid. ‘En hij heeft me natuurlijk nooit gezien zoals ik er nu uitzie. Je kon mij uittekenen in een capuchonsweater en een flodderspijkerbroek. We vrijden nog ongeveer een keer in de maand. En het stelde al niks meer voor sinds…mijn god, weet je dat ik me niet eens meer kan herinneren wanneer het nog lekker was?’
‘God, wat treurig,’ verzuchtte Jenny.
Ik legde mijn hoofd op haar schouder en knikte.
‘Dat is natuurlijk nóg geen excuus om vreemd te gaan, maar als de zaken er zo slecht voor stonden, had je allang uit die relatie moeten stappen, joh!’
‘Weet je wat pas echt treurig is?’ fluisterde ik dramatisch. ‘Dat Mark de enige is met wie ik het ooit heb gedaan.’ Ik knikte wat voor me uit en dronk mijn glas leeg. Jep, hoog tijd voor een nieuw drankje. ‘Misschien moet ik het maar eens met Tyler gaan doen, die jongen van bij de bar. Hij heeft me mee uit eten gevraagd.’
‘Zo! Je gaat wel, hè?’ vroeg ze, mijn lege glas aanpakkend. ‘Moet je echt doen!’
‘Ik heb gezegd dat ik het hem nog zal laten weten.’ Ik merkte dat ik een beetje met dubbele tong begon te praten. Die twee drankjes die ik in het Union achterover had geslagen, begonnen zeker nu pas te werken. ‘Hij zag er wel erg goed uit…’
‘Maak het hem ook maar niet té makkelijk, hè,’ zei ze, op mijn hand kloppend.
Alles begon een beetje om me heen te draaien. Het was hier ook zo warm! Ik moest echt nog wat drinken.
‘Maar je moet zeker met hem uitgaan. En als het goed gaat…nou, dan zeg ik: doe wat je vindt dat je moet doen. Jij moet de teugels hoognodig weer in handen nemen, Angie.’
‘Ja, de teugels…’ zuchtte ik, zoekend rondkijkend naar een ober. Hoelang duurde het hier verdorie voor die lui hun rondje hadden gemaakt? ‘En jij dan? Je bent een enorme babe. Hoe zit het bij jou met het paardjerijden?’
Jenny lachte hard. ‘Zeg, hoeveel heb jij daarachter eigenlijk gedronken?’ vroeg ze. ‘Ik? Ik heb al veel te veel paarden bereden, veel te veel kikkers gekust. Op mijn negenentwintigste verjaardag heb ik besloten dat ik niet langer uit wilde met waardeloze figuren, enkel om maar iemand te hebben. Ik wacht nu op een echt goeie vent.’
‘Da’s fantastisch,’ zei ik en kneep stevig in haar hand, ‘echt. Maar weet je…ik ben een beetje misselijk.’
De ruimte begon nog wat sneller rond te tollen en ik kreeg het steeds warmer.
Jenny hielp me overeind en op de een of andere manier wisten we bij de strook gras aan de zijkant van het hotel te komen.
‘Hoeveel drankjes heb jij eigenlijk op?’ vroeg Jenny, toen ze met een groot glas water terugkeerde van de bar. Het was het heerlijkste dat ik ooit had gedronken.
‘Eh…maar twee in het hotel en drie van die ananasdingen hier,’ zei ik, zwaar ademend. ‘Maar ik heb vandaag wel alleen maar ontbeten.’
‘Als je zo doorgaat, pas je er straks echt prima tussen in deze stad,’ zei Jenny. ‘Drink dat water maar gauw op, dan halen we onderweg naar Planet Rose even wat te eten.’
‘Planet Rose?’ vroeg ik. Ik begon me weer iets meer aangeschoten dan misselijk te voelen. Opstaan leek me echter nog steeds een brug te ver.
‘Karaoke,’ zei Jenny. Ze wierp een blik in de richting van de tuindeuren, waar Gina en de anderen het feestje op de stoep begonnen voort te zetten. ‘Maar gaat het wel met jou? Of zal ik je terugbrengen naar het hotel?’
‘Nee,’ zei ik, me overeind wurmend. Man, wat waren die hakken hoog! ‘Ik mag dan niet tegen drank kunnen en mijn kerels niet kunnen blijven boeien…wijs houden kan ik wel. Duw me maar gewoon in de juiste richting en douw me een microfoon in de hand!’ Oké, ik wiebelde nog een beetje, maar ik stond wel!
‘Oké…’ zei Jenny met een nerveuze blik. ‘Maar weet je echt zeker dat het gaat?’
‘Ja, joh,’lispelde ik. ‘Laten we gaan karaoken! Ik heb thuis Sing-star: komt helemaal goed!’
‘Ik bedoelde eigenlijk of je niet meer hoeft te kotsen,’ zei Jenny.
Maar ik beende al achter de andere meiden aan.
‘Tja, zo te zien gaat het dus wel.’
We liepen naar een heel ander deel van de stad—zo ver, dat ik toen we aankwamen alweer zo goed als nuchter was. De winkels en hotels van Soho hadden langzaam plaatsgemaakt voor de ene rumoerige, duistere bar na de andere, met hier en daar een verdwaald winkeltje.
‘Welkom in de East Village,’ zei Jenny met een weids gebaar.
Wij, glammeiden, leken niet erg op onze plek tussen al die hippe en gothic lui die uit de bars stroomden en op de stoep stonden te roken, maar hun leek het niets uit te maken.
Een paar blokken verder dromden we een wat bordeelachtige bar binnen—rode muren, zebravel op de bankjes en Black Velvet uit de speakers—met meer dan dertig vrienden, vriendinnen, collega’s en kennissen van Gina en nog wat mooie mensen die we onderweg hadden opgepikt. Van al die mensen leek ik de enige die een beetje aangeschoten was.
Pas toen we ons helemaal achter in de smalle kroeg hadden geperst, besefte ik dat er helemaal geen Black Velvet werd gedraaid, maar dat iemand dat nummer stond te zingen—iemand die daar verdomde goed in was. Mmm, dit was geen Singstar-niveau…
Gewoon rustig aan doen, zei ik tegen mezelf, terwijl ik op een bankje schoof en mijn best deed zo nonchalant mogelijk de speellijst te bekijken. Niks meer drinken, gewoon hier blijven zitten en je kalm houden. Deze mensen zouden wel eens je toekomstige vrienden kunnen zijn. Je wilt toch niet dat ze denken dat je de een of andere stomme zuiplap bent, die zich heeft laten dumpen en zich nu in New York komt dooddrinken?
‘Hé, miss Engeland!’ Gina stond voor me met een enorme felgekleurde Margarita. ‘Deze is voor jou. Enne…ik heb ons voor wat Spice Girls genoteerd—voel jij je ook een beetje thuis.’
‘O, fijn.’
Nog één drankje kon geen kwaad. Toch?