Hoofdstuk 12
Godzijdank had de stad het fatsoen om tegen de ochtend een halve graad te zijn afgekoeld, zodat ik besloot te voet naar The Look te gaan.
Met Erins routebeschrijving in mijn zweterige hand stak ik Park Avenue over en begon richting Times Square te zigzaggen. De straten werden langzaam steeds drukker, totdat ik gewoonweg werd meegesleurd door de massa. Zelfs nu, hartje zomer, krioelde het hier van de mensen.
Ik keek om me heen—naar de gigantische billboards, de bonte gevelplaten van de restaurants, de ratelende nieuwsborden—in een poging mijn eindbestemming op te sporen, zonder eruit te worden gepikt door een Japanse toerist met zijn kolossale cameratas. Ik voelde me nietig. Het was alsof de echte wereld was ingescand, waarna het contrast was verscherpt en de hele boel tot vijfhonderd procent was opgeblazen. Piccadilly Circus viel hierbij gewoon in het niet.
Nadat ik al zo’n keer of vijf dezelfde straat was overgestoken, zag ik ineens een gestage stroom van zeer dunne, zeer mooie, geheel in het zwart geklede vrouwen een smalle rookglazen deur binnengaan. En wat stond er op het smaakvolle bordje naast die deur? Spencer Media. Aha. Het gebouw lag weggestopt in een zijstraat van Broadway, een schitterend art deco-pand, dat zich hoog in de skyline van Manhattan boorde, tot ver voorbij de bewegende billboards en felverlichte reclames.
Terwijl de lift me hoger en hoger bracht, wipte ik van de ene voet op de andere. Erin had me wel verteld dat mijn (!) redacteur Mary Stein heette, maar ik had geen idee wat zij van mij verwachtte. Ik had—bij wijze van portfolio—mijn laatste dagboeknotities uitgeprint, evenals de Amazon-pagina’s van enkele van mijn boeken. Ik hoopte maar dat ze me niet haar kantoortje uit hoonde.
Na een korte zwijgzame taxatie, leidde Mary’s secretaresse me diens kantoor binnen. Blijkbaar was ik goedgekeurd, want ze bood aan een kopje koffie voor me te halen, waarna ze me alleen liet. Het kantoor was fris en licht, met een magnifiek uitzicht over de stad. Terwijl ik naar buiten stond te kijken, beloofde ik mezelf dat ik zodra ik hier klaar was naar het Empire State Building ging.
‘Angela Clark?’
Dat was dus Mary. Ze zag er al niet echt uit als een tijdschriftredacteur, laat staan als een supercoole webeditor. Ze was zeker al in de vijftig, niet groter dan anderhalve meter, had een korte grijze bob en keek erg vriendelijk.
‘Inderdaad.’ Ik stak mijn hand uit en kreeg een stevige, hartelijke handdruk. ‘En jij moet Mary zijn.’
Ze gebaarde naar de stoel voor haar bureau en nam zelf ook plaats. ‘Ik hoorde van Erin dat je schrijfster bent.’
Aha, recht op haar doel af.
‘Ja,’ knikte ik enthousiast, terwijl ik mijn verkoopcijfers erbij pakte. ‘Ik heb mijn portfolio helaas niet hier, maar dit zijn een paar recensies van boeken die ik heb geschreven. Het zijn hoofdzakelijk op films gebaseerde kinderboeken, maar ik kan in principe alles aan.’
‘Hmm.’ Mary bladerde wat door de papieren en schoof ze toen naar me terug. Misschien was ze toch niet zo aardig. ‘Ik zoek een blogger. Je hebt vast al eens gekeken naar wat er nu op onze website staat, dus waar denk je dat jouw blog tussen zou passen?’
Ze schonk me een strakke, ernstige blik.
Ik was nog helemaal niet op hun website geweest. Oeps! Maar dankzij die boze man bij Starbucks wist ik nu wel wat een blogger was.
‘Nou…ik bevind mij momenteel in een tamelijk uitzonderlijke levensfase…’ begon ik.
‘Uitzonderlijk is niet iets dat mijn lezers aanspreekt,’ zei ze, terwijl ze alweer naar haar flatscreenmonitor keek en begon te scrol-len met de muis.
‘Nou ja, ergens is het uitzonderlijk…maar ergens is het ook iets wat elke vrouw wel eens heeft doorgemaakt,’ bazelde ik. ‘Het is na een relatie van tien jaar uit met mijn vriend en nu ben ik voor het eerst aan het daten geslagen.’
‘Ga door,’ zei ze, nog steeds naar het scherm turend, maar niet langer scrollend.
‘Ik heb op de bruiloft van mijn beste vriendin ontdekt dat hij me bedroog, heb daar toen nogal een scène getrapt en ben vervolgens naar New York gevlucht,’ vatte ik het vlug samen. ‘En nu ben ik aan het daten. Met twee mannen tegelijk. Een bankier en een muzikant.’ Ik vond het zelf eerlijk gezegd verdomde interessant klinken (en het klonk vast nóg interessanter als het niet over jezelf ging).
‘Heb je wat voorbeeldjes voor me?’ vroeg ze, ineens weer helemaal met haar aandacht bij mij. ‘Je bent dus zo’n beetje Bridget Jones in New York?’
Ik reikte haar de prints van mijn dagboek aan. ‘Nou, Bridget Jones…’ zei ik. ‘Bij mij draait het niet alleen om daten. Ik denk dat het bij mij meer gaat over weer op eigen benen staan, uitzoeken wie ik ook alweer ben.’
‘Hmm…’ zei ze, terwijl ze mijn kopij met getuite lippen en gefronst voorhoofd scande. ‘Je bent inderdaad geen Bridget Jones, al hééft het wel iets. Maar het gaat wel over daten.’
‘Oké,’ zei ik schouderophalend. Ik zou nog schrijven dat ik een eenarmige, paardrijdende zigeuner was, als zij me een schrijfklus gaf. ‘Het kan ook alleen over daten gaan.’
‘Vertel eens wat meer over dat verbreken van die relatie. Is dat grappig? Want zo klinkt het wel.’ Ze tikte op het pakket dagboekpagina’s dat ik haar gegeven had.
Oké, slijmen maar, zei ik tegen mezelf: deze dame gaat een echte schrijfster van je maken! En dus nam ik elk detail van mijn verbroken relatie met haar door, waarbij ik mijn best deed het zo grappig mogelijk te doen klinken en niet in tranen uit te barsten.
Mary keek me zwijgend en volkomen emotieloos aan, tot ik klaar was.
‘Fantastisch! Het is grappig en ik mag aannemen dat je kunt schrijven,’ zei ze. ‘Oké, jij schrijft twee- tot driehonderd woorden per dag en mailt die naar mij. Het betaalt niet geweldig, maar het komt ook alleen op de website. O, en als we met elkaar verder gaan, heb ik een foto van je nodig…maar het lijkt me beter dat je alle anderen anoniem houdt.’
‘O.’ Ik wist even niet wat ik moest zeggen. Dit was niet het glorieuze Grote Doorbraak-moment zoals ik me dat altijd had voorgesteld. Waar was bijvoorbeeld de champagne? ‘Eh…ik heb alleen geen werkvisum. Gaat dat een probleem worden?’
‘Hè? Je maakt een geintje, hoop ik?’ Mary keek ineens heel erg pissig. ‘Ik kan jou toch niet uitbetalen als personeelslid als je geen visum hebt? Nou, dan kun je dus wel gaan.’
‘Maar…ik ben zondag pas aangekomen!’ Ik stond wanhopig op: ik wilde mijn moment terug! ‘En, en, en…je hóeft me helemaal niet te betalen: ik werk wel voor niks!’
‘Voor niks?’ Mary trok één wenkbrauw op. ‘Echt?’
Ik knikte, halverwege staan en zitten. ‘Wat je maar wilt, Mary. Maar alsjeblieft, ik zal de grappigste column over daten schrijven die je ooit hebt gelezen. Heus!’
‘Ik denk alleen niet dat ik je voor niks voor ons kan laten werken. Maar…ik zou je natuurlijk ook kunnen uitbetalen als freelancer,’ dubde ze, met een blik op het dagboek. ‘En zei je nu dat je hier pas sinds zondag bent? Dit alles is dus nog déze week gebeurd?’
Ik knikte weer.
‘Breng me maandag de eerste drie dagen uit je dagboek, samen met een inleidend stuk van duizend woorden én een foto. Dan praten we dan verder over alle andere zaken.’
En daarmee was de bespreking voorbij. Ik weet niet of Mary een geluidloze zoemer had of dat ze met onzichtbare vlaggen seinde, maar opeens verscheen haar secretaresse in de deuropening, die me gebaarde dat het tijd was om op te stappen.
Dat kopje koffie heb ik nooit gekregen.
Ik kon gewoon niet geloven wat er was gebeurd. Ik werd schrijfster! Ik ging echt schrijven voor een echt tijdschrift—oké: de website van een tijdschrift, maar toch. Het was duidelijk: zondag in dat vliegtuig stappen was het beste wat ik ooit, maar dan ook ooit, had gedaan.
Jenny draaide een dubbele dienst, Erin was een weekendje de stad uit, maar ik móést iets doen om dit nieuwe baantje—mijn New York-moment—mee te vieren. Dat kon maar op één manier! Dus begon ik—trots en vol zelfvertrouwen—Broadway af te lopen in de richting van het Empire State Building, om mijn succes met de hele stad te delen.
Dat was een geweldig plan—ware het niet dat die stad zo’n tien graden boven het gemiddelde voor augustus zat én tjokvol oververhitte toeristen en busladingen kinderen op schoolreis, met elk blijkbaar slechts één heldere opdracht: zich langs mij wurmen en zo vaak mogelijk mijn (prachtige) Mare Jacobs-tas van mijn schouder (die al begon te tintelen en langzaam roze kleurde) stoten.
Tegen de tijd dat ik in de brandende zon helemaal naar 34th Street was gestrompeld, moet ik al een lichte zonnesteek hebben opgelopen toen ik Macy’s probeerde te passeren. Voor ik in de gaten had wat er gebeurde, was ik er al naar binnen gezogen en stond ik een verfrissende ijsthee te drinken, bezocht ik er de comfortabele, schone toiletten en spendeerde ik tweehonderdvijftig dollar in de Benefït-cosmeticahoek.
Toen ik een uur later de stoep weer op stapte en de hoek omsloeg, was de rij voor het Empire State Building inmiddels krankzinnig lang. De zon scheen fel op mij en mijn nieuwe aankopen en dreigde mijn nieuwe make–up; geheel te verpesten. En ik was zo dicht bij huis…Mijn schrijverstrots was plotseling ingeruild voor aankoopwroeging. En voor ik het wist, droegen mijn benen me over Lexington: terug naar het appartement, terug naar mijn laptop, terug naar bed.
Toen ik die zaterdagochtend wakker werd, kon ik haast niet geloven dat het al een week geleden was, dat ik voor het laatst in mijn eigen bed was ontwaakt. Wat was er in die korte tijd veel gebeurd! Maar toen ik bedacht dat ik later die dag een date met Alex had, leek de tijd bijna achteruit te lopen.
Jenny had voor het eerst in ruim een week weer eens een etmaal vrij, dus die lag zeker veertien uur aan een stuk te pitten. Ze had wel, ietwat halfslachtig, aangeboden met me de stad in te gaan zodra ze uit haar werk kwam, maar die arme meid wankelde gewoon op haar stijlvol geschoeide voetjes, dus had ik haar vrij gegeven.
Ik ging ondertussen de deur uit om ontbijt te halen, deed daarna de afwas, maakte de keuken schoon, poetste de badkamer en bracht mijn kleren naar de wasserette. Ik vond het eerlijk gezegd idioot dat vrijwel niemand in deze stad zijn eigen was deed. Maar Jenny had me verzekerd dat alleen superrijke lui een eigen wasmachine hadden en dat je was buiten de deur doen hier dus volkomen normaal was. Ik had alleen een lichte paniekaanval moeten onderdrukken, toen ik bedacht wat je dan moest als je iets de volgende dag alweer aan wilde. Daarop had Jenny me een fles handwasspul gegeven, voor noodgevallen—waarop ik had gedaan alsof ik niet zag dat ze tegelijkertijd een stel halflege Febrèze-flessen onder de gootsteen schopte. Aha, dat hadden ze hier dus ook…
Omdat ik niets anders meer te doen had, was ik om halfzes al gedoucht, geföhnd en gekleed in een leuke gestreepte Ella Moss mini-jurk. Daarna had ik nog anderhalf uur om een laag make–up; aan te brengen, het nog eens dunnetjes over te doen en dan nóg wat toe te voegen…om het vervolgens zowat in mijn broek te doen, omdat ik een date met een jongen uit een band had.
Gesterkt door een snelle, zelfgemixte Margarita en een kus—beide van een superslaperige Jenny—pakte ik mijn tas en zette me schrap.
Mijn hartslag nam rap toe, zodra ik de deur achter me dichttrok en de stoep op stapte om een taxi aan te houden. Eenmaal in de taxi checkte ik wel acht keer mijn telefoon—voor het geval dat. Maar gelukkig: niets van Alex dat hij niet kwam, maar ook niets om onze afspraak te bevestigen. Wel was er een lieve voicemail van Tyler: dat hij een geweldige avond had gehad en dat hij me zondag om halfzeven op de stoep van mijn flat zou oppikken.
Max Brenner’s lag een beetje weggestopt op Broadway, tegenover de Virgin Megastore. Als het niet goed gaat, kan ik van hieruit in ieder geval het Union Hotel zien liggen, zei ik tegen mezelf toen ik uit de taxi stapte.
Toen de deuren van Max Brenner’s openschoven, zag ik een gigantisch laboratorium à la Sjakie en de chocoladefabriek… Absoluut niet wat ik had verwacht (en absoluut niet de plek voor de hoeveelheid make–up; die ik ophad) én de allereerste plek in New York met een ongelofelijk felle verlichting—shit!
En midden tussen alle fluisterende moeders en rondkijkende vaders zat Alex—misplaatster kon gewoon niet, binnen dit geheel. Zijn donkere haar leek in geen…nou ja, helemaal nog nooit een borstel of kam te hebben gezien, zelfs de vouwen in zijn groene T–shirt waren kreukelig en naast al die weekendpapa’s en ‘kom-we-gaan-een-chocoladeshake-als-toetje-halen’—mama’s zag hij eruit alsof hij elk moment zijn heroïnespuit tevoorschijn kon gaan halen.
Niet op zijn plek? Kon je wel zeggen. Een schooier? Best wel. Sexy? Nou en of!
Er verscheen een trage glimlach op zijn gezicht toen hij me herkende. Hij wuifde enthousiast.
Mijn hart leek op dat moment de enige spier in mijn lichaam die zich nog kon verroeren. Was mijn polsslag al op hol geslagen toen ik thuis wegging, nu knalde hij zo’n beetje door de geluidsbarrière…
‘Hoi,’ zei hij, toen ik bij hem aan het tafeltje schoof (nadat ik mijn voeten eindelijk weer in beweging had weten te krijgen). ‘Daar ben je dan!’
‘Jep,’ zei ik. Ik keek op de klok. Alweer te laat! ‘Sorry, ik wist niet precies meer waar het was.’
‘Geeft niks,’ zei hij, nog steeds grijnzend. Ik begon langzaam te vrezen dat hij stoned was.
‘Ik zou echt nooit hebben bedacht dat dit iets voor jou was,’ zei ik, om me heen kijkend naar de kolkende vaten met chocolade. ‘Niet bepaald rock ‘n’ roll, toch?’
‘Nee,’ zei hij, ook om zich heen kijkend. ‘Maar verslaving wel…En ik loop er misschien niet mee te koop, maar ik heb iets met warme chocolademelk. Echt, je gelooft niet hoe zalig dit spul is, tot je het hebt geproefd.’
Ik pakte de menukaart en bestudeerde de heerlijkheden: melk-chocolademelk, purechocolademelk, wittechocolademelk, chocolademelk met chili, chocolademelk met nootmuskaat, chocolademelk met kaneel, chocoladeijs, chocoladepizza…Zoveel chocolade plus een sexy muzikant tegenover me? Dit kwam zo akelig dicht bij de hemel op aarde, dat ik me even afvroeg of ik onderweg soms onder een auto was gekomen…
‘Wauw!’ zei ik.
Ik keek weer op. Mmm, als hij naar me bleef zitten staren met dat lachje om zijn mond, durfde ik zo niks meer te zeggen. ‘Jij bent dus een chocoholic.’
‘Ik beken,’ knikte hij en stak een vreemde oorloze beker omhoog. ‘Is de schuld van de band, zeg ik altijd. Als je niet vroeg of laat ergens van moet afkicken, ben je geen echte muzikant.’
‘Zit wat in,’ zei ik, lichtelijk in paniek rakend. Waar moest ik het met hem eigenlijk over hebben? Daar had ik helemaal niet over nagedacht. Ik begon het gevoel te krijgen dat dit helemaal geen goed idee was geweest.
‘Ach, iedereen heeft zo zijn stoute geheimpjes,’ zei hij, draaiend met de chocoladeprut onder in zijn beker. ‘Wil jij de jouwe ook opbiechten?’
‘Ach, die van mij zijn niet zo spannend,’ gaf ik toe, terwijl ik een blos over mijn wangen voelde kruipen. ‘Sinds ik in New York ben, zijn het Ring Dings; thuis ben ik meer een Cadbury’s Crème Egg-meisje. Soms neem ik er wel drie—tegelijk.’
‘Wauw, da’s op het randje,’ lachte hij. Hij wuifde de serveerster naar ons tafeltje en bestelde twee gewone chocolademelk (mocht ik in deze stad dan niets meer zelf bepalen?). ‘Ik betwijfel trouwens of je me dat wel mocht vertellen. Druist dat niet in tegen de regels van die vriendin van je?’
‘Je bedoelt…De Regels? Dat weet ik niet. Zou dat dan vallen onder: ‘Niets loslaten dat hem zou kunnen afschrikken’ of: ‘Eet niet te veel?’’
‘Nee, waarschijnlijk: ‘Verraad niet dat je persoonlijkheid bezit, voor het geval hij er zelf geen heeft’.’
Ik knikte en moest op mijn lip bijten om niet te breed te grijnzen. Volgens mij kon ik het gewoon niet: het spel volgens Erins regels spelen…
‘Maar eh…hoe lang ben je eigenlijk al in New York?’ vroeg hij, zijn ellebogen op tafel zettend.
‘Een week pas,’ zei ik kort. Hoe hard ik ook verlegen zat om een gespreksonderwerp, ik had echt geen trek in alweer dat hele verhaal. ‘Ik logeer bij een vriendin in Murray Hill.’
‘En je bent dus ‘soort van’ op vakantie…’
Hij leunde even achterover toen onze drankjes werden gebracht.
O jee: nu moest ik dus zien om te gaan met de problemen rond het voorkomen van een chocoladesnor én een lastig gesprek met een coole, sexy vent.
Het was vooral dat coole dat me van de wijs bracht, wist ik. Tyler was supersexy, maar bij hem had ik niet het gevoel dat als ik iets verkeerds zei, hij thuis op zijn zolderetage over me ging zitten ginnegappen met de leden van The Stills. Ach, misschien maakte ik het mezelf ook wel veel te moeilijk.
‘Nou…naast die soort-van-vakantie heb ik ook een online schrijfklus voor het tijdschrift The Look, ’ zei ik—erg trots op mezelf dat ik een reden om hier te zijn had gevonden, die niets van doen had met handen breken op bruiloften. ‘Dus ik blijf nog een maandje of wat.’
‘Zo!’ zei hij. ‘Ik ben dol op New York, maar ik snap niet hoe je uit Londen weg kunt gaan. Dat vind ik zo’n geweldige stad!’
‘Meen je dat nou?’ zei ik—een dappere poging doend tegelijkertijd te drinken en te praten. ‘Ik vind New York juist zo ongelooflijk. Ik krijg er het gevoel dat ik…dat ik echt leef, weet je. Allemaal nieuwe dingen doen, elke vierkante centimeter onderzoeken, alles zien wat er te zien is…’
‘En Londen doet dat niet met je?’ vroeg hij, zijn haar uit zijn ogen strijkend.
Ik nam een slok van mijn chocolademelk: hemels, werkelijk waar…
‘Toen ik klein was, woonden we op ongeveer een uur treinen van Londen en wilde ik per se naar de stad,’ vertelde ik, vastbesloten me niet te laten afleiden door zijn ogen—zijn groene ogen! ‘En toen ik er voor het eerst kwam, was het echt van: ‘Wauw, Londen!’ Maar na een tijdje begin je die stad toch zat te worden. Alles is er zo ingewikkeld, zo duur…De metro kost er wel vijf keer zoveel als hier en als je thuiskomt, wil je het liefst meteen onder de douche. Ach, ik weet het niet…D’r zijn dingen van Londen waar ik dol op ben, maar er zijn ook dingen die ik kan missen als kiespijn.’
‘Ach, dat krijg je op den duur ook bij New York.’
‘Daar kan ik me nu echt nog niks bij voorstellen,’ zei ik, met mijn eerste niet-geforceerde lach. ‘Shit, ik voel me alsof ik Londen bedonder. Ik ben echt dol op die stad, maar ik geloof dat ik even een pauze nodig had, ik had gewoon even genoeg van Londen.’
‘Wie genoeg heeft van Londen, heeft genoeg van het leven,’ citeerde Alex.
Ik staarde hem aan en glimlachte. ‘Ik heb Engels gestudeerd, dus ik ken Samuel Johnson wel. Maar hoe ken jij hem dan?’
‘Nou, ik mag dan Amerikaan zijn, maar…’ Hij boog zich naar me toe en fluisterde: ‘Ik lees wel eens. Niet verder vertellen, hoor.’
‘Ik zweer het, op mijn eed als Brownie Guide,’ zei ik, saluerend.
Het begon al wat makkelijker te worden, maar hij was nog steeds stukken cooler dan ik ooit zou zijn.
‘Heb jij altijd in New York gewoond?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Mijn familie komt van het platteland, maar ik wilde altijd al naar de stad—net als jij, denk ik. De stad kruipt gewoon in je bloed. Ik ben in Brooklyn naar de universiteit gegaan en ben gewoon nooit meer weggegaan.’
‘Woon jij in Brooklyn?’ vroeg ik, genietend van mijn chocolademelk. Echt, als hij nu opstond en de deur uitliep, zou ik hem nog steeds dankbaar zijn dat hij me deze zaak had laten zien. Willy Wonka of niet: de warme chocolademelk was hier waanzinnig. ‘Ik heb altijd gedacht dat dat een roteind weg was.’
‘Voor sommigen is drie haltes met de L-trein ook mijlenver.’
Hij stak zijn hand uit om wat verdwaalde gesmolten marshmal-low van mijn bovenlip te vegen. Mijn lippen tintelden onder de aanraking van zijn eeltige vingertoppen.
‘Het is maar tien minuten van Union Square, maar iedereen heeft altijd het idee dat Manhattan al heel New York is. Dat is natuurlijk helemaal niet zo en Brooklyn is fantastisch. Ik woon er erg graag. En hier zou ik nooit zo’n geweldig appartement kunnen krijgen.’
‘Daarvoor zou ik het met eigen ogen moeten zien.’
Ik beet op mijn onderlip om die heerlijke tinteling te stoppen.
‘Het was nog niet bij me opgekomen om daarheen te gaan.’
‘Eh…heb jij jezelf nu net bij mij thuis uitgenodigd?’ vroeg hij, met opgetrokken wenkbrauwen en een vervagende glimlach. ‘Meen je dat nou? Ben jij even brutaal!’
‘Nee…ik bedoelde Brooklyn,’ stamelde ik, mijn mok vastklampend. ‘Ik bedoelde: naar Brooklyn gaan om daar…dingen te bekijken.’
Dingen? Ja ja. Goed gedaan, Angela! Ik had net zo goed kunnen zeggen dat ik een watermeloen in mijn tas had…
‘Want je bent altijd welkom, hoor,’ plaagde hij. ‘Ik hoop alleen dat je vriendin dat goedvindt.’
O, wat ben jij een gemeen mannetje!
Heerlijk!
‘Ik geloof niet dat ik haar toestemming nodig heb om naar een ander deel van de stad te reizen,’ zei ik—er expres niet bij glimlachend, ook al had ik dat het liefst wel gedaan. Er waren wel meer dingen die ik op dat moment zou willen doen, maar die konden hier echt niet…
‘Nou…zij kwam anders met aardig wat strenge regels voor die date die je had.’
Ondertussen stond hij op en stak een hand uit om ook mij overeind te helpen. Gingen we nu al weg van de chocolademelk?
‘Hoe is die trouwens verlopen? Zeker niet zo geweldig, aangezien je hier nu zit…’
‘Nee hoor, dat ging prima. Bedankt voor je interesse,’ zei ik.
Nee, mijn date met Tyler met Alex bespreken, dat ging echt te ver. Het was allemaal al vreemd genoeg.
‘Hebben jullie nog een keer afgesproken?’ vroeg hij, terwijl hij een briefje van twintig naast de rekening op tafel legde.
Hoe duur was die chocolademelk eigenlijk? Misschien ging ik hier morgen toch maar niet met Jenny naartoe.
‘En ik geloof toch echt dat dit ook tegen De Regels indruist!’
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Was het normaal om tijdens een date naar andere dates te vragen? Maar misschien was dit wel geen echte date; had hij mij gewoon als kennis meegevraagd…Shit, was dit gewoon maar een uitje met een kennis?
‘Hmm.’ Zijn glimlach was er nog steeds en zijn ogen glinsterden toen we de stoep (ik bedoel ‘trottoir’—mijn god, begint dat nu al?) op stapten. ‘Ik had niet gedacht dat er een vervolg zou komen.’
‘Hoezo dan?’ vroeg ik. Ditmaal keek ik hem niet expres niet aan; ik kón het gewoon niet, zo gênant vond ik het.
‘Nou, je wist al dat je vanavond met mij uitging,’ zei hij, stopte en kwam vlak voor me staan. ‘En ik bleef er maar aan denken, dus nam ik aan dat jij er hetzelfde over dacht.’
Toen boog hij zich naar voren en kuste me. Het was chocolade-rig, zacht, elektrisch.
Mmm, ik hoefde dus niet terug te spurten naar het Union, maar als het in dit tempo doorging, had ik wel gauw een kamer nodig. Ik hoopte maar dat Jenny of Van een leuk prijsje voor me konden maken. Verhuurden zij ook kamers per uur?
‘Dat optreden is niet zo ver. Zullen we gaan lopen?’ vroeg hij na de zoen en hij nam mijn hand in de zijne.
Hoera: het was toch een date!
‘Lopen? Prima,’ wist ik uit te brengen, terwijl ik in gedachten die zoen nog eens dunnetjes overdeed. Ik kon het niet helpen Alex te vergelijken met Tyler. Tylers zoenen waren stevig, dringend en tegelijkertijd teder geweest; Alex zoende zacht, voorzichtig, maar vol zelfvertrouwen. En ik verlangde erdoor naar meer.
We slenterden al kletsend over Broadway—over onze familie, onze vrienden, over wat we allemaal wilden bereiken in het leven…Ik ging zelfs zo ver dat ik mijn blog bij The Look veranderde in een contract voor zes boeken en een film; Alex praatte over filmmuziek schrijven, acteren, zijn passie voor architectuur, maar nauwelijks over zijn band.
‘Zo, da’s niet weinig,’ zei ik, stiekem genietend van het gevoel van mijn hand in de zijne. ‘Hoe wil je dat allemaal voor elkaar krijgen en ook nog een nieuw album uitbrengen?’
‘Goede vraag,’ was zijn antwoord. ‘Misschien komt er wel helemaal geen nieuw album meer. Voor mij staat de band momenteel eigenlijk een beetje in de wacht. We zijn allemaal een beetje uitgeblust en ik weet niet of ik er nog wel mee door wil. Wij zijn al ongeveer acht jaar bij elkaar, als je de tijd vóór het contract ook meetelt. En dan kom je op een gegeven moment op een punt dat je wel eens iets heel anders wilt.’
‘Ik begrijp het,’ zei ik, trachtend niet te veel klinken als een teleurgestelde fan. ‘Moet best lastig zijn om als groep zo’n knoop door te hakken.’
‘Is het ook,’ zei hij. ‘Maar zodra je er niet meer met hart en ziel bij bent, is het afgelopen. We spelen nog wel overal in de stad, maar het voelt gewoon alsof we er niet meer echt voor gaan, zoals in het begin. Dit soort dingen blijft nu eenmaal niet eeuwig leuk—zoals met eigenlijk alles. En er is niks ergers dan doorgaan, terwijl er niets meer is om voor te blijven.’
Ik knikte en dacht na over zijn woorden. Het klonk logisch—en niet alleen wat hij over de band had gezegd.
‘Heb ik soms iets verkeerds gezegd?’ vroeg hij, na drie huizenblokken stilte.
‘Nee, hoor.’ Regels of geen regels: ik had echt geen zin om het onderwerp Mark aan te snijden. ‘Ik liep gewoon te bedenken hoezeer ik het met je eens ben. Dat je soms gewoon door de zure appel heen moet bijten en het roer moet omgooien.’
‘Precies.’ Hij gaf een kneepje in mijn hand. Toen stopte hij bij een rij mensen met skinny jeans, verbleekte T–shirts en verveelde gezichten. Echt een rij voor een optreden. ‘Zullen we?’
‘Hé, man!’ riep de slungelige uitsmijter bij de deur tegen Alex en hij gebaarde dat we door mochten lopen.
Na een trap kwamen we in een bomvolle kelderbar. Ik keek om me heen, met een blik alsof ik hier helemaal thuishoorde, terwijl Alex met het meisje achter de kaartjesbalie stond te praten.
Aan de overkant stond een groep meiden hun nek uit te rekken om hem te kunnen zien. Luid bespraken ze wat ze met hem zouden willen doen. Eerst ergerde ik me: hoe durfden ze zoiets te zeggen over mijn date, nota bene waar ik bij stond! Maar ergens (en niet eens zo diep verscholen) genoot ik er ook van. Want die su-persexy hunk die elke meid uit die rij krijgen kon, was hier toch maar mooi met mij!
‘Hé,’ riep Alex. ‘Wil je wat drinken?’
Ik wierp nog een blik op de meiden en keerde hun toen mijn rug toe. ‘Ik ga wel even,’ zei ik knikkend. ‘Wat wil jij?’
‘Een biertje graag.’
Ik nam de officiële barpositie in—onderarmen op de tapkast, tiendollarbiljet in de hand, ongeduldige blik in de ogen—en probeerde oogcontact met een van de barkeepers te krijgen.
Achter de bar, verstopt achter de rijen flessen, hing een oude spiegel. Heel even herkende ik het meisje naast Alex niet, met haar slordige kapsel en sexy zware oogmake–up; (die best sletterig zou zijn, als het niet bij de hele look paste), tot ik me realiseerde dat ik het zelfwas. Ik wist niet of het kwam door de nabijheid van een heuse rocker of door Jenny’s sublieme werk, maar ik zag er echt goed uit. Of misschien kwam het gewoon doordat ik me vermaakte. Ik had een officiële date én ik had er plezier in. Wauw!
New York of Londen: een optreden is een optreden, begreep ik toen we tot achterin de zaak doorliepen, naar de (godzijdank) zwak verlichte, rokerige zaal: plakkerige vloer, stampvolle bar met lauw, te duur bier in plastic bekertjes, kleine groepjes hippe lui in te strakke spijkerbroeken, CBGBs-shirts en tengere vriendinnetjes in al even skinny jeans.
En ook al was ik een tikje overdonderd door al die heimelijke aandacht voor Alex, toch voelde ik me hier best thuis. Het kon net zo goed een onbeduidende tent in Londen zijn als de Bowery Ballroom in New York.
‘Ga jij thuis vaak naar optredens?’ gilde Alex in mijn oor, toen de eerste voorprogrammaband op gitaren begon te rossen en drumstel aanrandde.
Ik knikte en boog me naar zijn oor, waarbij mijn neus in dat mooie steile haar van hem stak. ‘Best wel. Vroeger nog meer, maar veel van mijn vrienden hebben een wat andere muzieksmaak.’
Ik zei maar niet dat in werkelijkheid niemand van mijn vrienden van dezelfde muziek hield en dat ik in de afgelopen tien jaar alleen met Mark naar optredens was geweest. Toen we net in Londen woonden, gingen we zeker eens per week. Sinds een jaar of twee klaagde hij echter dat de optredens hem te lang duurden, dat hij er een hekel aan had dat je er niet kon zitten en dat het bier er duur en verschaald was. En in de afgelopen maanden had ik meer dan eens in mijn eentje achterin gestaan, na een kort SMS’je dat hij helaas moest overwerken. Maar dat leek me niet iets wat Alex nu al hoefde te weten. Het moest wel leuk blijven.
‘Ach,’ zei hij, zonder te zeuren een slok van zijn bier nemend.
‘Ik denk wel eens dat het stukken eenvoudiger is om in je eentje te gaan. Alle films die ik heb gemist, omdat ik geen date kon krijgen…’
Hij? Geen date? Daar kon ik me echt niets bij voorstellen! Bijna elke meid die hier nu was, had hem bij binnenkomst van top tot teen bekeken. En ik begon aardig kriebelig te worden van al die niet zo heimelijke taxaties van mij—zijn date.
‘Maar eh…wat heb jij—naast luisteren naar Justin Timberlake—vandaag allemaal gedaan?’ grijnsde hij, terwijl hij me naar de zijkant van het podium leidde, waar het rustiger was en het zicht beter. ‘Die schrijfklus klinkt echt cool.’
‘Naast luisteren naar Justin? Mmm, daar gaat al zoveel tijd in zitten…’ zei ik, terwijl ik probeerde al die lui om ons heen te negeren, die niet al te subtiel over ons stonden te fluisteren. ‘Maar die schrijfklus is inderdaad cool. Dat hoop ik althans. Het is maar een online-dagboek, een blog, maar eh…ik wil er geen ongeluk over brengen. Ik heb nog nooit iets onder mijn eigen naam gepubliceerd, dus dit is best belangrijk voor me—ook al stelt het misschien niet zoveel voor.’
‘Het klinkt anders als een mooie kans,’ zei hij en stak zijn glas in de lucht. ‘Ga je ook over deze date schrijven?’
‘Ik zal wel moeten, denk ik,’ zei ik. Daar had ik eerlijk gezegd nog niet eens over nagedacht. ‘Puur uit journalistieke integriteit, natuurlijk. Maar anoniem, hoor: ik zal je onschuld bewaken.’
Toen boog hij weer naar me toe, drukte me tegen de muur en kuste me stevig. Terwijl zijn lippen de mijne raakten en mijn lichaam werd gevangen tussen de koude kleverige muur en Alex’ strakke lichaam, smolten al mijn zorgen over het bewaken van zijn onschuld als sneeuw voor de zon. Het was al heel wat dat ik mijn biertje wist vast te houden.
‘Als je over mij gaat schrijven, moet je één ding weten,’ hijgde hij toen we weer uit elkaar gingen. ‘Ik vat negatieve kritiek altijd persoonlijk op.’
‘D-d-dat moet geen probleem zijn,’ piepte ik, niet wetend wat ik met mezelf moest.
Ik huiverde toen ik zijn warme chocoladeadem vlakbij mijn oor voelde en sloot mijn ogen om die zoen in mijn geheugen te prenten: achteruit tegen de muur stommelend, de zachtheid van zijn lippen, de manier waarop zijn lichaam tegen het dunne stof van mijn jurk drukte…Maar voor ik het van begin tot eind had herbeleefd, voelde ik Alex alweer achter me. Hij sloeg een arm rond mijn middel en legde een hand op mijn heup. Ik zakte tegen hem aan, mijn hoofd tegen zijn borst. Het voelde zo lekker, zo natuur-lijk.
Zo stonden we een poos tevreden samen te zwijgen, totdat Alex zich verontschuldigde om naar het toilet te gaan, net voor de hoofdact zou beginnen.
Terwijl hij de trap afliep, keurde ik schaamteloos zijn achterkant, met een brede grijns op mijn gezicht. Het was gek: ik vermaakte me opperbest met Alex, maar hij maakte me ook vreselijk nerveus—tot kriebels in mijn buik aan toe. Bij Tyler was dat totaal anders: alles wat hij zei en deed, leek bedoeld om mij op mijn gemak te stellen. Hem begreep ik ook wel zo’n beetje: baantje bij de bank, mooie pakken en alles…maar bij hem had ik me weer ongemakkelijker gevoeld over mijn kleding, eten in een chique restaurant en zo. Moest ik constant mijn best doen geen jus over mijn jurk te morsen. Of slagroom. Of koffie.
‘Ben jij hier met Alex?’
Voor me stond een knap, tenger meisje, van kop tot teen gehuld in superstrak zwart en met een Debbie Harry-blonde bob.
‘Eh, ja,’ antwoordde ik.
Ze zag er niet uit alsof ze op me af was gekomen om vrienden te worden.
‘Dan vind ik dat je moet weten dat hij een enorme klootzak is,’ zei ze achteloos. ‘Hij is met zo’n beetje elke meid hierbinnen naar bed geweest. En misschien zelfs met sommige van de jongens…’
‘O. Tja, ik ken hem nog maar net,’ zei ik, niet wetend wat ik met deze mededeling moest én niet bijster geïnteresseerd in een praatje met haar. ‘Zo ver had ik eigenlijk nog niet vooruitgedacht.’
‘Ja ja.’ Ze bekeek me van top tot teen en nam toen een slok van haar drankje. ‘Ik vertel je alleen maar even wat iedereen hier al weet.’
Ik zag Alex vanaf de bar naar me kijken. Hij keek niet erg blij.
‘Dus als ik jou was zou ik maar voorzichtig zijn, voor wanneer je wel ‘zo ver vooruit gaat denken’. ‘Toen draaide ze zich abrupt om en verdween in de menigte.
‘Hé,’ zei Alex, toen hij terugkeerde met mijn drankje en een duistere blik in zijn ogen. ‘Zei zij iets tegen je?’
‘Eh…ja,’ zei ik. Wat moest ik nu zeggen? Waarom had zij dit eigenlijk verteld? Ik weigerde er ook maar een woord van te geloven.
‘O.’ Hij zocht tussen het publiek naar het blonde meisje. ‘Ken je haar dan?’
‘Nee, maar eh…zij leek jou wel te kennen,’ antwoordde ik.
Het meisje was in het niets verdwenen.
‘Ik heb eeuwen geleden iets met een vriendin van haar gehad, da’s alles,’ zei hij, terwijl hij zijn plekje achter me weer innam. ‘Die relatie is niet zo fijn geëindigd.’
‘Ach, toon me al je verbroken relaties en het kan altijd nog erger,’ zei ik, zo luchtig mogelijk over het onderwerp heen stappend. ‘Maak je er maar niet druk over.’
Aha, de verbitterde vriendin van de ex: klonk logisch. Kon ik maar geloven dat Louisa op dit moment ook gemene leugens over Mark zat te vertellen. Maar die zat intussen waarschijnlijk al cakerecepten uit te wisselen met Katie.
Alex gaf een zachte kus in mijn nek. Ik ontspande me in zijn armen en verloor me in de muziek, nadat de hoofdact het podium had betreden.
‘Zo, die waren goed!’ zei ik, toen we rond middernacht de straat weer op stapten. Ik was dol op die kick die je voelde na een te gek optreden. ‘Wauw, echt cool!’
Alex pakte lachend mijn hand. ‘Zullen we nog ergens wat gaan drinken of zo?’
Ik keek op mijn horloge en trok een gezicht: na twaalven al! Ik vond het echt geweldig met Alex, maar ergens diep in mijn hersenpan wist ik dat ik zondagavond alweer een afspraak met Tyler had en daar dook ik ook liever niet halfdood op. De blik op Alex’ gezicht en dat kneepje in mijn hand maakten het me echter wel erg moeilijk. Nou ja…de blik op zijn gezicht, mijn hand in de zijne én de vier biertjes die ik al op had—na een diner van niet meer dan een zak Ring Dings…Als ik nog meer dronk, wist ik niet of ik nog wel zo goed kon nadenken.
‘Nee, ik denk dat ik maar eens op huis aan moet,’ zei ik, terwijl ik zelf amper geloofde wat ik zei. ‘Ik heb tegen mijn huisgenote gezegd dat ik terugkwam enne…’
Alex schonk me dezelfde puppyblik als waarmee ik hem die serveerster bij Manatus had zien bewerken.
‘Eentje dan,’ zei ik, waarna ik me naar de overkant liet sleuren.
Echt, eentje maar.
Drie drankjes later zaten we knus in een piepkleine kelderbar met een fantastische jukebox en koud schuimend bier. We praatten over muziek, optredens die we hadden gezien en optredens die we hadden gemist, we discussieerden over onze lievelingsalbums én verzonnen het ideale festivalprogramma, waarbij zijn band natuurlijk de hoofdact was.
Algauw werden drie drankjes er vier en veranderde ‘even na twaalven’ in ‘bijna twee uur’. Toen pas herinnerde ik me dat ik allang thuis had moeten zijn. Ik was dronken genoeg om goed te moeten kijken waar ik liep toen ik naar het toilet ging; maar nog nuchter genoeg om te erkennen dat ik aardig op weg was om ladderzat te worden. Maar goed dat dat Amerikaanse bier zo slap was!
Toen ik in de spiegel de schade aan mijn make–up; bekeek, vond ik het alleszins meevallen en wist ik me te beheersen en geen nieuwe laag aan te brengen (misschien was ik toch niet zo dronken als ik dacht)—op een fikse dosis lipbalsem na. Alex’ zoenen werden steeds heftiger: mijn lippen waren al een beetje rauw (en meer dan een beetje opgewonden). Ik streek met het puntje van mijn wijsvinger over mijn lippen. Wat dit was toch allemaal raar! Tylers zoenen waren ferm maar zacht geweest; Alex deed niet moeilijk over steeds verder gaan. De oude ik zou over de rooie zijn gegaan bij elk publiek vertoon van affectie; de nieuwe ik leek het allemaal prima te vinden. Net als twee mannen tegelijk daten. En langer dan strikt nodig op een smerig toilet rondhangen…Getver!
Ik moest nodig naar huis! Mijn hoofd begon al te twijfelen tussen ‘met hem meegaan’ en ‘thuis gaan kotsen’. In dat soort gevallen kon er maar één winnaar zijn.
Toen ik terugliep naar de bar, zag ik Alex met een paar meiden staan kletsen. Hij lachte en grijnsde en schonk hun dezelfde diepe blikken, die mij eerder het gevoel hadden gegeven dat ik het enige meisje in heel New York was. Jep, hoog tijd om te gaan!
‘Ik denk dat ik maar eens opstap,’ zei ik luid.
De meiden keken elkaar aan, glimlachten verheugd naar Alex en wipten toen op mijn lege plek—bij elkaar op schoot.
‘Ja, laten we gaan,’ zei Alex. En hij stond op en legde een arm om mijn schouder.
Ik grinnikte in mezelf en liet me met mijn hoofd naar beneden door Alex de bar uit leiden, de twee meiden pruilend achterlatend.
‘Murray Hill?’ vroeg Alex, toen we een lege gele taxi inpikten, voordat een van de andere tientallen stelletjes met hun arm in de lucht dat kon doen.
‘39th en Lexington,’ zei ik tegen de chauffeur, waarna ik me tegen de rugleuning van de gebarsten leren bank liet vallen.
Alex gaf me niet eens de kans me af te vragen of hij iets zou proberen; of hij op een teken van mij zou wachten of misschien tot de taxi zich weer in het verkeer had gevoegd. Zodra het portier dicht was, strekte hij zijn lange, slanke lijf en pakte mijn gezicht in zijn handen. En terwijl de taxi door de straten van nachtelijk New York City racete, werd ik op de achterbank in een halfzittende, halfliggende positie getrokken.
Het was geen koude nacht, toch trok er even een rilling door mijn lichaam, die echter meteen weer werd verdreven door de warmte van Alex’ lichaam tegen het mijne. Ik voelde zijn hand langs mijn zij glijden, naar het blote vlees van mijn bovenbeen, waar mijn jurk omhoog was geschoven. Ik wist dat dit allemaal veel en veel te snel ging, maar eigenlijk wilde ik hem ook absoluut niet tegenhouden.
Maar voor ik een akelig lastige knoop moest doorhakken, kwam de taxi heftig schuddend tot stilstand en bracht ons allebei weer met beide benen op de grond. Ik giechelde nerveus: ik zat schrijlings boven op Alex en probeerde te bedenken hoe ik uit deze taxi moest komen zonder mezelf compleet voor schut te zetten.
‘Eh…wil je misschien nog even binnenkomen?’
De zin was mijn mond al uit, voor ik erover had nagedacht. Dit was dus wat ze bedoelen, als vrouwen klagen dat mannen alleen maar hun lul achternalopen.
‘Dat zou ik echt dolgraag willen,’ zei hij, terwijl hij me overeind hielp. ‘Maar ik doe het niet.’
Ik keek hem verrast aan. Niet omdat ik mezelf zo’n enorme vangst vond dat ik nooit een blauwtje zou kunnen lopen, maar omdat ik werkelijk het gevoel had gehad dat dit het logische vervolg was. En toen we daarnet lagen te zoenen had ik nóg iets gevoeld, wat suggereerde dat hij er precies zo over dacht…
‘Als ik nu al met je meega,’ fluisterde hij, terwijl hij naar voren leunde om mijn portier te openen, ‘wat blijft er dan nog te raden over?’
Ik glimlachte verlegen. Ik kwam nu niet erg zedig over, maar ik had echt niet verwacht dat hij zo’n romanticus was.
‘Kunt u één seconde wachten, terwijl ik deze dame naar haar voordeur begeleid?’ vroeg Alex aan de taxichauffeur, die daarop iets gromde dat heel in de verte op instemming leek.
Alex streek mijn haar achter mijn oor en hield mijn blik iets langer vast dan nodig. ‘Ik heb echt een hele leuke avond gehad, Angela,’ zei hij en gaf me een van zijn zachtste zoenen. ‘Bel je me?’
Ik knikte, omdat ik het spreken even helemaal verleerd was en keek hoe hij weer in de taxi stapte. Op die boosaardige peroxideblondine na was dit best een geslaagde avond.