Hoofdstuk 9

De volgende ochtend (of beter gezegd: vroege middag) kwam veel te snel—zeker gezien het feit dat ik me van de uren na mijn geestdriftige vertolking van Wannabe helemaal niets meer herinnerde.

Toen ik om me heen keek (wat een stuk makkelijker zou zijn als de kamer eens zou ophouden met draaien), zag ik verspreid op de grond mijn jurk, schoenen en handtas liggen. Mooi zo: niet al te veel bijkomende schade dus. Toen ik me probeerde om te rollen, vormde het beddengoed een soort dwangbuis. En al voelde ik me door de alcohol zo fragiel als een pasgeboren poesje, dat móést ik van me afzien te krijgen. Dus schopte en trapte ik als een bezetene, tot ik in mijn ondergoed dwars over mijn matras lag.

En toen…hoorde ik ineens de douche lopen.

Nergens in de kamer zag ik echter iets dat wees op de aanwezigheid van een ander persoon.

Ik rolde van het bed af (de aandrang om over te geven onderdrukkend) en hulde me in het eerste dat ik zag liggen: mijn witte blouse van gisteren.

En toen stopte de kraan.

Met de blouse nog open, dook ik als verlamd ineen, een punt van het beddengoed in mijn handen geklemd.

Het badkamerslot ging knarsend open.

De grote passpiegel toonde me onverbloemd wat degene die daaruit kwam over enkele tellen te zien zou krijgen. Niet veel fraais. Mijn elegant rommelige bob was inmiddels meer een vogelnest; Razor had gelogen, want er was beslist wél een punt waarop die oogmake–up; er niét steeds beter uit ging zien; en het idee van een vrouw in een zwarte beha, zwart slipje en witte blouse mag dan sexy klinken…geloof me: op dat moment was het dat echt niet.

Ik probeerde de afgelopen avond wanhopig terug te halen. Wie kon dit in hemelsnaam zijn?

Niet die bankier: die was er niet eens meer bij toen we naar die karaokebar gingen. Gina’s vriend Ray misschien, met wie ik weergaloos You’re the One That I Want had gezongen? Nee, die was beslist homo. Die kleine piccolo dan, die ons allemaal versteld had doen staan met zijn versie van Don’t Stop Me Now? Welnee, ook homo. Shit, het zou toch niet Joe zijn, die ongelofelijk knappe ober? O nee, alsjeblieft niet, alsjeblieft…

Te laat: de badkamerdeur zwaaide open.

‘Goeiemiddag, slaapkop!’ riep een vrolijke stem. ‘Zeg, ik heb me enorm geamuseerd en ik vind je geweldig, maar helaas…ik moet er nu echt vandoor.’

Godzijdank: het was Jenny!

Ze kwam voor me staan—een en al grijns, zachte handdoek en nat haar—en lachte zich suf. ‘Jij wist niet wie ik was, is het wel?’ riep ze, tussen haar gesnuif en gegniffel door. ‘Shit, Angie, ik heb nog nooit iemand gezien die zo slecht tegen drank kon. En niet om lollig te doen, maar je ziet er niet best uit. Daar moet je misschien nog even iets aan doen, voor je je paard beklimt…’

Ik kwam langzaam overeind en keek haar aan, in de hoop dat er weer wat zou bovenkomen.

Maar nee. Het enige wat er bij me bovenkwam was…sushi: de sushi die ik gisteravond gegeten had—en wel letterlijk. Ik duwde Jenny opzij en rende naar het toilet.

Gelukkig hield zij meteen op met lachen en liet zien dat ze niet alleen een fantastische levenscoach was, maar ook een fantastische haar-achterover-houdster-en-glaasjes-water-brengster. Ze hielp me uit mijn kleren en onder de douche, waarna ik me eindelijk weer een beetje mens begon te voelen. Dit was een absoluut een spoed-cursus vriendschap.

‘Beter?’ Jenny had haar jurk van gisteravond weer aan en haar haar in een hoge paardenstaart. Ze klonk in ieder geval meelevend, ook al zag ze eruit alsof ze elk moment weer in lachen kon uitbarsten. ‘Ik geloof dat jij in ieder geval hebt geleerd niet meer van alles door elkaar te drinken. Die Perfect Tens die je in het Grand hebt gedronken, zijn niet zo’n beste combinatie met Margarita’s.’

‘O, ik dacht dat die alcoholvrij waren,’ zei ik, terwijl ik mijn gezicht dik insmeerde met crème. Ik trok de badjas van het hotel aan. Het voelde alsof tientallen wolkjes zich aan mijn lichaam hechtten en me wilden terugdragen naar bed. ‘Blijkbaar niet dus.’

‘Niet veel, maar toch,’ zei Jenny. ‘Zeg luister, ik moet nu terug naar het appartement om Gina uit te zwaaien, maar zullen we om zeven uur in de lobby afspreken?’

Ik knikte. ‘Wil je haar zeggen dat het me spijt dat ik er niet bij kan zijn en van gisteravond en zo?’

‘Je hoeft je helemaal niet te verontschuldigen,’ zei Jenny, terwijl ze in haar naaldhakken stapte alsof het badslippers waren—een kunst die ik nog onder de knie moest zien te krijgen. ‘Echt, we hebben een heerlijke avond gehad. En ik was eerlijk gezegd blij dat ik weg kon, toen jij buiten westen raakte. Ik verlangde al een hele tijd naar mijn bedje.’

‘Buiten westen? Ik?’ Ik geloofde mijn oren niet. Zelfs bij het jaarlijkse Zuip de Bar Leeg Feest op de universiteit, zelfs na vijf kannen sangria op vakantie, zelfs na acht Sambuca’s op Louisa’s vrijgezellenavond, was ik nooit eerder door te veel drank buiten westen geraakt. Overgeven, ja; een paar schoenen kwijt, oké; maar buiten westen: nooit.

‘Geeft niks, Angie,’ zei Jenny en glipte de deur door. ‘Beschouw het maar als een soort vuurdoop. We gaan vanavond weer uit, dus als je meewilt…Alleen eten, hoor. O, en Erin zei dat ze met je wilde gaan lunchen, zodra je weer een beetje boven jan was. Zij is de perfecte persoon voor tips voor die spannende date van je.’

Na Jenny’s vertrek moest ik nog een paar keer overgeven. Daarna wapende ik me om het hotel te verlaten.

Ik keek door het raam. Het was opnieuw een prachtige dag in Union Square Park. De zon scheen net zo fel als zondag. Echter, in slechts drie dagen tijd was de glans van ‘nieuw’ en ‘anders’ vervangen door iets dat ik zelfs nog spannender vond. Alles zag er nu bekend uit; bijna alsof ik hier thuishoorde. Door dat hek was ik gewandeld, vanaf dat metrostation was ik vertrokken, van dat bankje was ik weg gespurt.

Ik pakte mijn (nog steeds prachtige) Mare Jacobs-tas en deed wat MAC-lipgloss op, een beetje mascara en een flinke streep blusher. Zelfs met een van de zwaarste katers ooit, zag ik er nog duizendmaal beter uit dan vóór mijn metamorfose. Jenny Lopez was een heilige.

Manatus was een gezellig uitziend restaurant in Greenwich Village, aan het begin van Bleecker Street, ingeklemd tussen een 24-uurs-apotheek en een zaak in designlingerie. Heerlijke stad, New York.

Tegen Jenny’s uitdrukkelijke opdracht de metro te pakken in, had ik voor het hotel een taxi genomen. De kans dat ik in die schuddende trein kotsvrij bleef, leek me namelijk klein. Dus liet ik me rijden, met mijn hoofd uit het raam.

Gelukkig zag ik Erin vanbuiten al zitten: tenger, lange blonde paardenstaart, erg mooi. Geen wonder dat Jenny haar als haar da-ting-goeroe zag. En niet te geloven dat zij zelf nog niemand had!

‘Hai!’ Ze stond op en begroette me met een kus op de wang, toen ik mezelf eindelijk tussen de tafels en kinderwagens door had gemanoeuvreerd. ‘Ik was al bang dat je me niet zou herkennen.’

‘Iemand met wie je Baby, One More Time hebt gezongen, vergeet je niet zomaar,’ zei ik, ging snel zitten en nam een grote slok van het ijswater dat al op tafel stond. ‘Het komt langzaam weer naar boven—alles, jammer genoeg.’ Ik schudde beschaamd mijn hoofd.

‘Joh, we hebben het toch leuk gehad?’ zei Erin, terwijl ze een serveerster om de menukaart gebaarde. ‘We vonden het allemaal een hele opluchting om te zien dat jij ook maar een mens bent. Vanaf zondag hebben we namelijk van Jenny alleen maar te horen gekregen hoe geweldig jij bent. En ik hoop niet dat je me nu een enorm kreng vindt, maar toen je de bar in kwam en er ook nog uit bleek te zien als een fotomodel, had ik er eerlijk gezegd best een beetje moeite mee om medelijden met je te hebben. Ik bedoel, wie ziet er nu zó uit en heeft toch nog hulp nodig bij het vinden van een vent?’

‘O eh…ik dus. Maar ik geloof dat het vooral hulp in het algemeen is die ik nodig heb, hoor.’ Ik wist niet of ik haar moest bedanken voor het compliment of mijn excuses moest aanbieden. ‘En ik ben nooit eerder aangezien voor een fotomodel, echt niet.’

‘Nou ja, dat haar, die jurk en wauw…die schoenen,’ zei ze.

Gelukkig zag ik toen dat haar ogen erbij fonkelden: fijn, ik had nóg een oprecht iemand gevonden.

‘Maar als jij dronken wordt, word je ook goed dronken, hè? Wat neem jij?’

De ober stond geduldig naast ons te wachten.

‘Eh…toast en een kop thee,’ zei ik, zonder op de kaart te kijken. Ik had het gevoel dat Erin niet veel tijd verspilde aan trivialiteiten als menukaarten.

‘Voor mij muesli met vers fruit,’ zei ze, terwijl ze de ober de kaarten teruggaf. ‘Maar eh…Jenny vertelde dat die sexy vent waar je aan de bar van het Grand mee zat te kletsen, je mee uit heeft gevraagd. Heb je hem al gebeld?’

‘Shit, nee!’ zei ik en begon meteen mijn portemonnee te zoeken. Ah, daar was zijn kaartje al: veilig en onbebraakt. ‘Daar voelde ik me nog niet lekker genoeg voor.’

‘Oké, dan bel je hem nu,’ zei Erin, terwijl ze gebaarde dat ze nog wat koffie wilde. ‘Ik meen het: bel hem!’

Ze gaf me haar telefoontje. Ik kon alleen maar naar de knopjes turen. ‘Wat moet ik dan zeggen?’

‘‘Hoi, met Angela Clark. Wij hebben elkaar gisteravond in het Grand Hotel ontmoet’,’ zei ze luchtig. ‘‘En ik vroeg me af of je nog steeds met me uit eten wilt.’ Zoiets?’

‘Beter dan wat ik had bedacht,’ mompelde ik en toetste zijn nummer in, voor ik kon beginnen te piekeren.

‘Tyler Moore,’ hoorde ik, al na één keer overgaan.

‘Hoi eh…met Angela…Angela eh…Clark. ‘Jeetje, ik struikelde zelfs over mijn eigen naam! Sexy, hoor.

‘Hallo, Angela Clark,’ antwoordde hij.

Ik kon er niet uit opmaken of hij me nog kende of niet.

‘Ik vroeg me al af of je nog zou bellen.’

Jawel, hij herinnerde zich me nog!

‘Natuurlijk wel,’ zei ik, in een poging net zo luchtig te klinken als Erin had gedaan.

Deze maakte intussen een rollende beweging met haar handen: doorgaan!

‘Ik vroeg me af of je nog steeds samen een hapje wilde gaan eten.’

‘Jazeker. Morgenavond hadden we gezegd, toch?’ zei hij.

Het klonk alsof hij rechtop ging zitten; ik zag die spieren zich haast spannen. O jee…

‘Wat dacht je van Mercer Kitchen, acht uur?’

‘Klinkt goed,’ zei ik. Ja: ik had het gedaan; ik had een date! ‘Treffen we elkaar daar dan?’

‘Perfect: heb ik mooi nog wat tijd om me thuis om te kleden,’ zei hij. ‘Zie ik je om acht uur in de bar, Angela Clark.’

En weg was hij weer.

‘En? Gaat het nog door?’ vroeg Erin, onder de tafel met haar voeten tikkend.

Ik knikte en beet op mijn lip. ‘We hebben om acht uur in de bar van Mercer Kitchen afgesproken. Is dat wat?’

‘Dat is zeker wat,’ zei ze goedkeurend. Intussen werd onze bestelling gebracht. ‘Mercer Kitchen is ideaal voor een eerste date. Zacht licht, geweldig eten, hippe lui en zat mogelijkheden om erna nog wat te gaan drinken. Prima keuze.’

Ik knabbelde op een stukje droge toast. Misschien werd het toch wat minder eng dan ik had gedacht. ‘Wat moet ik dan aan? Op chic?’ vroeg ik, een beetje bezorgd. Ik kon het me niet veroorloven alweer te gaan winkelen.

‘Er zijn daar altijd veel na-het-werk-pakken en trendy meiden, maar niet te geforceerd,’ zei ze schouderophalend. ‘Een leuke jurk of een spijkerbroek met een cool T–shirtje is prima. Hij komt waarschijnlijk gewoon in pak.’

‘Nee, hij zei dat hij zich eerst thuis ging omkleden,’ zei ik, verder knagend aan mijn toast.

‘Echt? Nou, dan hoop ik maar dat hij niet als een soort Fabio opduikt,’ lachte Erin. Toen ze de schrik in mijn ogen zag, stopte ze meteen en kuchte. ‘Joh, tuurlijk niet! Oké dan: daten in New York—de grondbeginselen?’

‘Zeker weten,’ knikte ik. ‘De grondbeginselen voor daten in het algemeen. Ik weet niet wat je al van Jenny weet, maar eh…’

‘Zo’n beetje alles,’ zei Erin. ‘En wat zij nog niet wist, heb je gisteravond zelf voor ons aangevuld. Ik geloof dat ik nu meer van jouw seksleven weet dan je ex…’

Ik trok wit weg en verwisselde de toast voor de thee. De serveerster had er intussen heet water bij gedaan, waardoor hij zo slap was geworden als plas, maar toch dronk ik maar door. ‘Oeps…sorry.’

‘Geeft niks: ik móét alle feiten kennen, voor ik een leerling aanneem,’ zei ze.

Toen ze haar hand uitstak naar de honing, zag ik overal diamanten schitteren: solitairringen, eeuwigheidsringen, trilogieringen…aan elke vinger behalve haar ringvinger. ‘En geloof me maar als ik zeg alles—je was behoorlijk plastisch…’

‘Mijn god…’ Ik wreef over mijn voorhoofd, in een poging me te herinneren wat ik allemaal had losgelaten. Ach, misschien had ik ook nog wel wat overgeslagen…

‘Nou goed, barst dan maar los.’

In het uur daarna (met meerdere kopjes koffie voor haar en super-slappe thee voor mij) onderwees Erin—mijn antwoord op dokter Laura, maar dan gekruist met een cheerleader—mij over de do’s en don’ts rond daten in New York City. Oftewel: De Regels voor dummies.

Zoals: laat hem vooral voor je betalen als hij dat aanbiedt, maar vergeet je creditcard niet voor het geval hij dat niet doet. Vraag hem vooral naar hemzelf, maar niet naar zijn exen. Praat rustig over werk, maar zaag niet door over financiën: je wilt immers niet overkomen als een geldwolf. Als hij je vraagt naar vorige relaties, geef je hem alleen de droge feiten, geen details. Mocht je eerste date erg goed verlopen, dan mag je ter plekke een tweede afspraak maken (maar omdat mijn eerste date op een donderdag viel, mocht ik van Erin onder geen beding opnieuw afspreken op vrijdag- of zaterdagavond; zaterdag overdag kon nog net, zondag was prima—mij leek deze regel eerlijk gezegd nogal overbodig).

‘Je moet gewoon niets loslaten dat hem zou kunnen afschrikken, helemaal niets,’ zei ze met verbluffende ernst, terwijl ze met de topjes van haar met diamanten bezette vingers op tafel tikte. ‘Doe niet te lollig. Mannen houden van een grapje, maar willen geen comédienne als vrouw. Als er grapjes gemaakt moeten worden, doet hij dat. Eet niet te veel. Het beste is als hij voor jou bestelt. Drink niet te veel. In het gunstigste geval ziet hij je aan voor een sletterige zuipschuit, in het ongunstigste geval neemt hij de benen…’

‘Wil je nou zeggen dat het erger is dat een kerel me meteen dumpt, dan dat hij met me naar bed gaat en nooit meer van zich laat horen?’

‘Och lieverd, dit is New York, hoor,’ zei Erin hoofdschuddend. ‘Hem de slaapkamer in krijgen is al een hele strijd. Je mag hopen dat je daar een beetje bedreven bent, dan heb je de kans dat je nóg eens niet hem uit mag. Het is niet makkelijk, maar als je echt goed in bed bent, dan kun je de eerste indruk bijstellen—soms.’

‘Okééé…’ Ik voelde dat ik bloosde. ‘Ik weet niet of ik wel zo ‘bedreven’ ben, dus dan kan ik maar beter niet te veel drinken.’

‘Hm-mm. En dat zijn nog maar de regels voor het eten: d’r is nog een hele lijst voor wanneer je ook met hem naar bed gaat. Maar: in principe geen seks op een eerste date—nooit.’

‘Geen probleem. Maar aangezien ik dus niets van daten óf van mannen weet: vertel me alles wat ik verder weten moet.’

Luisteren naar Erins instructies—hoe hulpvaardig, goed bedoeld en nog gewenst ook—was een beetje als leren autorijden: na de derde bocht was ik haar al zo’n beetje kwijt. En ik was nu niet langer een beetje nerveus over mijn date met Tyler: ik was er als de dood voor!

Terwijl zij druk zat toe te lichten hoe ver ik mocht gaan als ik Tyler nog een keer wilde zien, probeerde ik onopvallend te gluren naar een jongen in een hoek van het restaurant. Hij zat verstopt achter een beduimelde Murakami-roman, waar hij enkel achter vandaan kwam om aan zijn iPod te rommelen of nog een kop koffie te bestellen. Hij kwam me vaag bekend voor, met dat slordige donkere haar en die heidergroene ogen, maar dat zou wel komen doordat ik hem zo vreselijk sexy vond.

‘Zolang je het spel volgens De Regels speelt, zit je goed,’ ging Erin door, die absoluut niet in de gaten had dat ze mijn aandacht kwijt was. ‘Je wilt immers ook weer niet dat zo’n vent stante pede met je trouwt, is het wel? Je wilt toch gewoon een beetje genieten?’

‘Eh ja…niks serieus,’ zei ik, terwijl ik mijn best deed een visioen van Tyler en mij in Tiffany’s weg te duwen: hij op één knie, ik jankend, iedereen om ons heen klappend. ‘Erin, mag ik jou eens iets vragen?’

‘Maar natuurlijk,’ zei ze. ‘Welke goede lerares staat niet open voor kritiek?’

‘O nee, dat is het niet,’ zei ik vlug. ‘Ik vroeg me alleen af eh…waarom jij eigenlijk zelf niet getrouwd bent. Niet dat dat verplicht is, maar je bent zo’n dating-encyclopedie, je ziet er perfect uitje bent aardig enne…’

‘Ik ben getrouwd geweest,’ antwoordde ze en hield me haar rechterhand voor. ‘Op mijn eenentwintigste trouwde ik met de liefste jongen die je je maar kunt voorstellen.’ Ze toonde me een van de grote solitairs. ‘Maar tegen mijn drieëntwintigste was hij een gigantische klootzak geworden, die vreemdging met iedereen die hij tegenkwam.’

‘Wat erg,’ zei ik ongemakkelijk. ‘Ik denk dat je beter single kunt zijn, dan vastzitten in een slecht huwelijk.’

‘Mmm…Maar ik ben nog niet klaar,’ zuchtte ze, turend naar haar ringen. ‘Daarna ben ik verloofd geweest met een hoteleigenaar. Daarvan is deze.’ Ze hield een prachtige ring onder mijn neus, bezet met saffieren en diamantjes. ‘Maar weet je, we waren allebei nog veel te veel bezig met onze vorige relatie. Dus heb ik die bruiloft een maand voor de grote dag afgezegd. Op mijn negenentwintigste ben ik getrouwd met Joel, mijn kapper.’ De diamanten trilogiering.

‘O,’ zei ik kleintjes. Zij was inderdaad dé persoon voor advies over hoe je een man voor het altaar kreeg, alleen niet over hoe je kon voorkomen dat je in herhaling viel…

‘Maar we wisten allebei dat het niks worden kon, dus ben ik er weer vandoor gegaan,’ zei ze zacht, haar hoofd een beetje scheef. ‘Dus nu doe ik het niet meer.’

‘Wauw,’ zei ik maar, omdat ik niet wist wat ik anders zeggen moest. Ik had opeens een stuk minder vertrouwen in De Regels.

‘Begrijp me niet verkeerd: ik ben dol op daten en hoop ooit nog eens iemand tegen het lijf te lopen met wie ik misschien zelfs kinderen krijg, maar ik geloof niet dat ik nog een keer trouw. Daar zit ik niet mee, hoor: ik heb een geweldige baan, fantastische vrienden…Het heeft alleen erg lang geduurd eer ik besefte dat mijn bestaansrecht niet van een man afhangt.’

‘Goed zo!’ zei ik. ‘Maar eh…nu voel ik me dus best stom.’

‘Welnee joh,’ lachte Erin. ‘Ik gun al mijn vriendinnen een leuke kerel om mee te trouwen en lekker burgerlijk mee te doen. Ikzelf maak me er alleen niet meer zo druk over als anderen. Ik heb een succesvol pr-bureau, twee prima echtscheidingsregelingen en ik ga constant met fantastische mannen uit. Alleen, op mijn zevenendertigste wil ik me niet langer vastleggen.’

‘Punt één: jij bent toch nog geen zevenendertig?’ zei ik, met open mond. Ik had haar ingeschat als een jongere vriendin van Jenny en die was ook bepaald nog geen botox-kandidate. ‘Punt twee: vind je het stom dat ik vanavond alweer een date heb? Of kan ik beter de tijd nemen voor mezelf?’

‘Heb je zin in die date?’ vroeg ze.

Ik dacht heel even na. ‘Ja.’

‘Dan moet je lekker gaan en je amuseren,’ zei ze en viste een prachtige Chanel-portemonnee uit haar tas. ‘Zorg alleen dat het niet het enige voor je is! Jenny vertelde dat je schrijfster bent. Toch?’

‘Nou…dat wil ik graag zijn,’ zei ik schouderophalend. ‘Het enige dat ik nu schrijf, is een soort van…dagboek.’

‘Maar dat dagboek van jou moet fascinerend zijn!’ zei ze. Ze begon door een stapel visitekaartjes te bladeren. ‘Weet je, ik vertegenwoordig onder andere het tijdschrift The Look. Daar zijn ze altijd op zoek naar bloggers voor op hun site. Het is niet veel, maar ik zou eens een goed woordje voor je kunnen doen. Zal ik een afspraak voor je regelen?’

‘Mijn god, ja!’ riep ik. Ik zag mezelf al in Starbucks zitten tikken, iedereen om me heen irriterend met mijn dramatische gezucht. ‘Als ze geïnteresseerd zijn, wil ik dolgraag voor ze schrijven.’

‘Ik zal eens een paar mensen aanspreken als ik er straks ben,’ zei Erin en smeet een paar bankbiljetten op tafel. Mijn protesten wuifde ze weg. ‘Vertel ik je vanavond hoe het is gegaan. Jij gaat toch mee, hè?’

‘Als je belooft me niet meer van die akelige Margarita’s te geven,’ zei ik met een grijns. Als ik er alleen al aan dacht, wilde ik alweer op zoek naar een toilet.

Met twee vlugge kussen en een ‘bel me’ ging Erin ervandoor.

Niemand van de bediening leek het erg te vinden dat wij er al ruim een uur zaten, met alleen wat koffie en thee. Toch vroeg ik nog een warme chocolademelk. Daarna trok ik mijn notitieboek en de pen van de hotelkamer tevoorschijn en begon mijn gedachten op papier te zetten.

Mijn god, stel je toch eens voor: een online dagboek voor The Look! Dat mocht dan internationaal minder bekend zijn dan Elle en minder gerespecteerd dan Vogue, het was nog steeds een topblad. Niet vergeten, dacht ik: tijdschriften kopen.

Ik zocht in mijn tas naar mijn iPod, voor wat inspirerende muziek. Hmm: schreeuwerige rockmeiden, indie-jongens met sluike pony’s of Britney…Na die girlpower-preek van Erin moest ik wel voor de rockmeiden gaan.

Ik had al een hele bladzijde volgekrabbeld, toen de chocolademelk voor me werd neergezet. Ik knikte slechts als bedankje, verdiept in mijn tirade over die lastige dating-regels, tot ik me realiseerde dat degene die mijn bestelling had afgeleverd, tegenover me had plaatsgenomen.

Toen ik opkeek, zat die leuke vent uit de hoek van het restaurant naar me te glimlachen, met zijn kin op zijn handen en zijn ellebogen op tafel.

‘Hoi,’ mimede hij.

Ik drukte op de pauzeknop van mijn iPod en keek hem aan.

‘Zou jij ook niet gewoon op mensen willen afstappen en vragen of je even op hun iPod mag kijken?’ zei hij. En hij had het nog niet gezegd, of hij stak zijn hand uit en trok de mijne naar zich toe. Mijn oordopjes sprongen eruit en stuiterden op het notitieboek. ‘Weet je meteen of je diegene mee uit moet vragen of niet. Stel bijvoorbeeld dat ze luistert naar…paniekerige lesbo’s…’

Hij keek me aan. Hij had een sexy lichte huid met hele donkere ogen, waardoor hij iets van een nachtdier had. ‘Dat zou de meeste mannen dus afschrikken. Maar andere mannen zouden gewoon op de artiestenpagina zoeken naar meer bemoedigende tekenen, zoals eh…Justin Timberlake…?’

‘Da’s toevallig een heel goed nummer,’ verdedigde ik me zwakjes. Maar ik geloofde het zelf niet eens.

‘Tja, alle dames zijn gek op Justin,’ zei hij en scrolde verder. ‘In ieder geval is dat lesbische verhaal daarmee ook van de baan.’

‘Ik ben helemaal niet lesbisch!’ riep ik, veel te snel.

Hij keek grijnzend op. ‘Fijn!’ Hij trok zijn stoel wat dichterbij. ‘O, het wordt alleen maar beter…Bon Jovi?’

‘‘Living on a Prayer’, da’s een klassieker,’ protesteerde ik zwakjes en legde mijn hoofd op mijn armen. ‘Waarom kijkje niet naar de coole dingen; daar hou ik ook van…’

‘Zoals?’ vroeg hij, weer naar de iPod turend. ‘En zeg nou niet ‘van alles’: ik haat het als mensen beweren van alle muziek te houden. Dan hou je dus gewoon niét van muziek. Aha, je hebt het nieuwe album van Stills: schijnt goed te zijn.’

‘Die heb ik live gezien!’ riep ik vlug. ‘In Londen. Ze waren behoorlijk goed. Maar…ik vind hun eerste album eigenlijk beter.’

‘Ha, oprechte feedback: altijd fijn om te horen,’ zei hij en stak zijn hand uit: ‘Alex Reid.’

Ik schudde zijn hand en beet op mijn lip. ‘Jij…jij bént van Stills, is het niet?’

‘Klopt.’

‘En jij hebt net gezien dat ik Justin Timberlake op mijn iPod heb staan!’

‘En Bon Jovi.’

Dit was bepaald niet hoe ik me een ontmoeting met de waanzinnig sexy leadzanger van een supercoole New Yorkse band had voorgesteld. In verreweg de meeste van mijn rocksterfantasieën (die talrijk en veelomvattend waren) liep ik er nonchalant sexy bij (netkousen, hoge enkellaarsjes, heel veel pikzwarte eyeliner) op een extravagante afterparty in een hippe tent in East Londen. Nu droeg ik een roze T–shirt, een wijde spijkerbroek en knaloranje teenslippers, zat mijn haar in een slordige halfnatte paardenstaart en kon ik alleen maar hopen dat mijn mascara nog niet tot onder mijn ogen was doorgelopen.

‘Maar ik heb ook jullie cd!’ zei ik, in een poging nog een beetje cool over te komen. ‘Enne…The Arctic Monkeys bijvoorbeeld.’

‘Wel heel erg 2006,’ zei hij, terwijl hij me mijn iPod teruggaf en achteroverleunde. Hij bleef maar glimlachen, wat me vreselijk van de wijs bracht. ‘Maar…je hebt er inderdaad ook wat cool spul op staan én je bent naar mijn band komen kijken.’

‘Klopt,’ bevestigde ik.

Vraag me alsjeblieft mee uit, smeekte ik vanbinnen. Ik was op dit moment wel heel erg ver verwijderd van dat punt, waarop mijn bestaansrecht totaal niet afhing van een man. Deze hunk móést mij gewoon mee uit vragen. Stik maar, Mark Davis: ik ben versierd door een sexy rockster—na-na-nana-naaaaa…

‘En als je beide cd’s hebt gekocht plus een kaartje voor een optreden…’ zei hij met een zucht, trok zijn hand door zijn slordige, sluike, zwarte haar en liet het weer voor zijn ogen vallen.

Wauw!

‘…dan heb je, zelfs met de zwakke dollar, toch zo’n…wat zal het zijn…twintig dollar aan mijn band gespendeerd.’

‘Ik heb ook nog een T–shirt gekocht,’ zei ik, in alle ernst. ‘Dat alleen was al twintig dollar.’

‘Als dat maar van ons kwam,’ zei hij hoofdschuddend. ‘Sommige klootzakken verkopen mijn T–shirts al voor tien ballen. Ze moesten eens weten dat al mijn geld van die T–shirts moet komen.’

Ik begon te lachen en wachtte gespannen tot hij begon mee te doen. Godzijdank deed hij dat.

‘Maar goed, nu weet ik dus dat jij een eh…’eclectische’ muzieksmaak hebt,’ zei hij,’en dat ik je ongeveer…zestig…of nee, bijna tachtig ballen schuldig ben. Maar ik weet nog steeds niet hoe je heet.’

‘Nou ja, aangezien ik de jouwe ook weet…’ zei ik, hopend dat ik grappig en flirterig klonk—niet nerveus en zwaar onder de indruk van zijn sterrendom. Hoe langer ik erover nadacht, hoe beter ik me herinnerde hoe goed zijn band eigenlijk was. ‘Angela Clark.’

‘En ben je hier met vakantie, Angela Clark?’ vroeg hij en nam toen zomaar een slok van mijn warme chocolademelk.

Ik wilde net beginnen te protesteren, toen ik bedacht dat de jacht op een rockster me wel een warme chocolademelk waard was. Nou ja, rockster: leadzanger van een nogal obscuur indie-bandje dat ik een keer in Islington had gezien. Maar in ieder geval een stuk meer rookster dan de HSBC-bankier met wie ik tien jaar een relatie had gehad.

‘Soort van,’ zei ik. Ik ging er liever niet dieper op in dan nodig. ‘Ik logeer een tijdje bij een vriendin.’

‘Nou, tenzij je van plan was thuis op de bank naar Justin Tim-berlake te luisteren…zou je dan vanavond met mij naar een feestje willen?’

Hij vroeg me mee uit!

Maar ik kon niet.

‘Dat zou ik dolgraag willen,’ zei ik, wanhopig piekerend over een smoes, ‘maar ik heb al plannen voor vanavond.’

‘Tja, had ik kunnen weten,’ zei hij. Toen pakte hij mijn pen en zocht een lege bladzij in mijn notitieboek. ‘Dit is mijn nummer. Ik heb kaartjes voor de beste gig op zaterdag. Ik zou het te gek vinden als jij met me meeging. Wat zegje daar dan van?’

‘Eh…dat zou ik ook te gek vinden,’ zei ik voorzichtig. Ik zag haast voor me hoe Erins tips door het raam de straat op fladderden, zodat iedereen kon zien wat een slechte leerling ik was. Op woensdag een date voor de zaterdagavond aannemen: schandelijk!

‘Mooi. Ik was al bang dat je me wéér ging afwimpelen,’ zei hij. Toen stond hij op en rekte zich uit.

Strakke spijkerbroek (maar niet té) en het gebruikelijke verschoten rockshirt—net kort genoeg om bij het uitrekken een mooie platte buik te laten zien, met een dun streepje donker haar van zijn navel tot aan zijn heupband. En een zonnebril natuurlijk.

Hij gooide zijn boek in een zo gehavende leren schooltas, dat ik hoopte dat mijn Mare Jacobs dit vreselijke geval van misbruik niet zag. ‘Als die vriendin van je niet was opgestapt, had ik het opgegeven, hoor. Wie luistert er nou naar die bullshit?’

‘Bullshit?’ vroeg ik, enigszins afgeleid door zijn merkwaardig gespierde biceps. Kwam vast van het gitaarspelen.

Opnieuw: wauw!

‘Ik meen het,’ zei hij, al weglopend. ‘Daar moet je niet naar luisteren: die regels van haar zijn echt bullshit. Drie keer verloofd en nog niet getrouwd? Lijkt me niet echt de beste raadgever…’

Ik voelde dat mijn mond openviel. Had hij alles dan gehoord?

‘Hoe kan het dat jij dat allemaal weet? Jij zat toch naar je iPod te luisteren?’

‘Aha, dus je had me wel in de smiezen…!’

Arrogant mannetje!

‘Maar goed: Max Brenner’s op Union Square, zaterdag, uurtje of zeven? Vrij toeristerig, maar ze hebben er echt de beste warme chocolademelk van de hele stad. Niet vervelend bedoeld voor deze tent, hoor.’

Terwijl hij naar de uitgang liep, schonk hij een serveerster nog een brede jongehondengrijns. Ik zag haar letterlijk inzakken, toen hij zonder nog eens naar binnen te kijken, langs het raam weg beende.

En toen was ik verliefd.

Alweer.