Hoofdstuk 10

Vanessa zat achter de receptiebalie toen ik de lobby binnenstormde. De overweldigende geur van de kaarsen kwam me al vertrouwd voor.

‘Hoi Vanessa. Is Jenny in de buurt?’

Ze knikte. ‘Ja hoor, die zit achter. Er logeert een band in het hotel, die haar met zijn allen hebben uitgeroepen tot hun favoriete receptioniste aller tijden. Sleur jij haar uit haar schuilplek vandaan?’

Vanessa drukte op een knopje, waardoor de onzichtbare deur naar de personeelslounge openschoof, waar ik Jenny’s hoge paardenstaart al boven de rugleuning van een zachte bank uit zag steken.

‘Je raadt nooit wat mij is overkomen,’ gilde ik door de ruimte. ‘Ik heb verdorie een rockster versierd! Eh…Jenny?’

Ik liep om de bank heen en stond stokstijf stil.

Jenny’s gezicht was rood en gezwollen en haar mascara was helemaal over haar wangen uitgelopen.

‘Je huilt!’ zei ik—om maar eens een open deur in te trappen.

‘Goh, wat fijn voor je,’ snufte ze, terwijl ze haar gezicht afveegde aan de mouw van haar zwarte blouse. ‘Vertel me alles!’

‘Nee, vertel jij maar,’ zei ik, terwijl ik naast haar ging zitten. ‘Wat is er aan de hand?’

‘O, iets heel stoms.’ Ze probeerde erbij te glimlachen, maar er kwamen alleen nog maar meer dikke tranen uit. ‘Ik heb Jef Fgezien, mijn ex.’

‘O,’ zei ik, niet wetend wat ik anders moest zeggen. ‘Wat is er dan gebeurd? Heeft hij iets tegen je gezegd?’

‘Nee, niks goeds.’

‘Wat een rotzak!’ zei ik hoofdschuddend.

‘Uh-uh…’ Jenny schudde treurig haar hoofd. ‘Ik ben de rotzak: ik heb hém bedrogen.’

‘Echt?’ Dit kon toch geen vreemdgangster zijn: deze aardige, attente meid die zo vreselijk begaan was met het lot van anderen? Dat kon gewoon niet. ‘Heb je dat echt gedaan?’

‘Ja, ik ben heel erg stom geweest,’ zuchtte ze en streek over haar voorhoofd. ‘Hij kwam gewoon langs…om per ongeluk te laten vallen dat hij een nieuw lieverd had.’

‘Maar eh…je hebt het dus met hem uitgemaakt om een ander?’ Ik probeerde het voor mezelf helder te krijgen, zonder afkeurend te klinken—hoe lastig ik dat ook vond. Maar ik bleek wat Jenny had gedaan eigenlijk best af te keuren.

‘Nee, ik ben een keer heel erg dronken met Joe-van-het-hotel naar bed gegaan. En dat heb ik mijn vriend opgebiecht, omdat ik me zo schuldig voelde,’ zei Jenny toonloos. ‘Nou ja, toen noemde hij mij een hoer en schopte me de deur uit…waarna ik bij Gina ben ingetrokken. Ik wilde onze relatie helemaal niet verbreken: ik maakte alleen een grote fout, die ik op geen enkele manier meer kon terugdraaien.’

‘O.’

‘Ik weet wat jij nu denkt,’ zei ze stilletjes.

‘Eerlijk gezegd weet ik zelf niet eens wat ik denk,’ zei ik en gaf een kneepje in haar hand. ‘Ik kan alleen maar afgaan op wat ik van jou weet…en dat is dat je een schat bent.’

‘O, mijn god…’Jenny begon weer hard te huilen. ‘Ik mis hem zo!’ En toen rolde ze langzaam met haar hoofd op mijn schoot.

Omdat ik niet wist wat ik anders moest, streelde ik maar wat door haar paardenstaart en hield me stil totdat ze ophield met snikken.

Pas na vijf lange minuten slaakte Jenny nog één reuzensnik en duwde zich weer overeind. Met een scheve glimlach omvatte ze mijn handen even met de hare.

‘Je vindt me vast een enorme slet, maar zo was het echt niet,’ zei ze ernstig. ‘Zo ben ik niet. Maar mensen maken gewoon wel eens fouten. Ik wou dat ik Jeff kon laten zien, dat ik er alles voor over heb om hem terug te krijgen—wat dan ook.’

‘Als jullie voor elkaar bestemd zijn, zal hij zich dat uiteindelijk ook wel realiseren,’ zei ik, al wist ik niet of dat wel waar was.

‘Ja,’ knikte Jenny. ‘Maar eh…wat zou je ervan zeggen als wij ons eens gingen optutten, om die rockster van jou te vieren? Ik kan wel een drankje gebruiken.’

Ik glimlachte en pakte haar hand. ‘Strak plan!’

Het feestelijke avondje uit waar ik op had gehoopt, veranderde echter algauw in een gespannen, zwijgzame maaltijd in een restaurant in de buurt van Jenny’s appartement.

Het werd meer een soort nachtmerrie, mede dankzij Jenny’s veelvuldige betraande tripjes naar het toilet, afgewisseld met diverse gore Martini’s en een stortvloed aan obsceniteiten aan het adres van de band in het Union, die inmiddels had besloten dat Jenny geen receptioniste was, maar hun persoonlijke speelbal. En dan was er ook nog mijn vertraagde kater en de details van Erins mislukte verkooppraatje voor een nieuwe cosmeticaklant…

Drie Cosmo’s later kwamen de tongen eindelijk wat meer los, al werd de boel daar nu niet direct vrolijker van.

‘Als iemand jou had bedrogen, zou je hem dan terug willen?’ vroeg Jenny, met de sinaasappelschil door haar drankje roerend. ‘En dan heb ik het niet over een affaire, maar alleen een slippertje.’

Ik liet me niet getuite lippen achterover zakken. Ik had helemaal geen trek in een ‘eens-een-vreemdganger-altijd-een-vreemdgan-ger’—discussie.

‘Ik weet het niet,’ zei Erin, nippend van haar drankje. ‘Als ik echt om hem gaf, dan niet. Maar als ik bereid was hém ook te bedriegen, dan wel.’

‘Ik heb wel eens een vriend teruggenomen die was vreemdge-gaan,’ zei Vanessa. ‘Maar hij ging steeds weer de fout in. Ik denk dat zodra ze weten dat ze ermee weg kunnen komen, ze je blijven bedriegen zolang jij het toestaat. Ik weet dat het een cliché is, maar het is wel waar.’

‘Hmm.’ Jenny keek mij van opzij aan. ‘En jij,Angela? Als jouw ex hier nu opdook met excuses en een bos rozen: wat zou je dan doen?’

‘Weet ik niet,’ zei ik, naar mijn glas starend. ‘Ik denk dat ik hem zou terugsturen naar waar hij vandaan kwam.’

‘Echt niet!’ riep Jenny hoofdschuddend en dronk haar glas in één teug leeg. ‘Jij zou hem zonder aarzelen terugnemen, dat weet je heel goed!’

‘Goh.’ Ik beet op mijn lip. ‘Waar komt die anti-Oprah ineens vandaan?’

‘Jezus!’ riep Erin. Ze smeet het cocktailmenu neer en stond op. ‘Welkom aan de andere kant, Angela. Mag ik je voorstellen: Dronken Jenny.’

Ik keek naar mijn nieuwe vriendin. Ze lag met hangende schouders met haar hoofd op de rand van de bar.

‘Diep in de put: jep. Vastbesloten iedereen om zich heen neer te sabelen: jep. Rust niet voor ze iedereen die ze kent heeft beledigd—ook al is het een nieuwe vriendin die viert dat ze een coole date heeft: jep.’ Ze trok haar jas aan. ‘Ik blijf er liever niet op wachten, lieverd. Morgen voelt ze zich weer prima.’

Erin gaf mij en Vanessa een kus op de wang en Jenny een tik op haar achterste. ‘Kop op, pop, of dat ene slippertje gaat je nog veel meer kosten dan alleen een vriendje.’

‘Ja, dit is echt het tegenovergestelde van gezellig,’ verzuchtte Vanessa. Ook zij dronk haar glas leeg en begon voorbereidingen te treffen om te vertrekken. ‘Het spijt me, Angela, maar dit wil ik niet nog een keer meemaken. Een paar van mijn vrienden gaan naar Bungalow. Heb je geen zin om mee te komen? Het is echt hopeloos als ze zo is.’

‘Nee nee, ik zing het wel uit,’ zei ik, al twijfelde ik nu al wat dat precies inhield. ‘Maar toch bedankt.’

‘Zeker weten? Ladingen sexy mannen en ik heb een vriendin die ons kan binnensmokkelen…’ Vanessa gaf me een halve seconde om van gedachten te veranderen en toen vertrok ook zij, vrolijk zwaaiend.

Ik keek weer naar Jenny.

‘O, wat ben ik toch ook een stumper,’ mompelde deze in haar gevouwen armen. ‘Je zou me hier gewoon moeten laten zitten.’

‘Vast…maar dat doe ik niet,’ zei ik. Een béétje zelfmedelijden kon ik nog wel verdragen, maar niet veel. ‘Heb je dit vaak?’

‘Alleen als ik aan hem denk,’ antwoordde ze, nog steeds met haar gezicht naar beneden gericht.

‘En doe je dat vaak?’

Mijn beurt om mijn glas leeg te drinken en mijn jas aan te trekken.

‘Constant. ‘Weer die gedempte zeurstem.

‘En heb je er wel eens aan gedacht je eigen advies in praktijk te brengen?’

Dat vlieggewicht van haar kruk sleuren bleek nog lastiger dan ik had gedacht.

‘Soms,’ zei ze, terwijl ze me haar jas over haar schouders liet leggen. ‘Maar ik kreeg het niet voor elkaar. Ik verdien het gewoon niet om al over hem heen te zijn.’

‘Moet je horen,’ zei ik, haar recht in de ogen kijkend. ‘Je bent de fout in gegaan en krijgt je ex misschien nooit meer terug. Maar als ik de afgelopen week één ding heb geleerd, dan is het wel dat je kunt kiezen tussen wegrennen, zwelgen in je verdriet of de gulden middenweg, genaamd ‘doorgaan met je leven’. En jij zult dat laatste moeten doen, anders heb je als levenscoach geen enkel overwicht meer…en wat moet ik dan?’

‘Da’s waar, jij hebt mij nodig,’ snufte ze. ‘Maar weet je, ik weet gewoon niet hoe ik over hem heen moet komen.’

‘Heb je vluchten naar de andere kant van de wereld al eens geprobeerd? Doet wonderen,’ grijnsde ik, terwijl we de bar uit sjokten. ‘En ik moet zeggen, op dit moment lijkt wegrennen een stuk aantrekkelijker dan dat gekniesoor van jou te moeten aanhoren…’

‘Maar lig jij ‘s nachts dan niet wakker, te wensen dat hij bij je was?’ zei ze. Ze gooide haar hoofd achterover en leunde tegen me aan.

‘Om eerlijk te zijn…nee,’ zei ik.

We strompelden over de trap naar beneden. Buiten werd ik aangenaam getroffen door de frisse avondlucht.

‘Wij hadden nogal een uiteenlopend slaappatroon en gingen daarom zelden tegelijkertijd naar bed. Maar elke dag hondsmoe rondsjokken lijkt me ook niet echt bevorderlijk als je je relatie wilt lijmen…’

‘Ach, je weet heus wel wat ik bedoel!’ lispelde ze, terwijl ze de straat op stapte zonder te kijken of het licht wel op groen stond. ‘Wil je dan niet dat hij bij je is: ik bedoel letterlijk dichtbij, zijn gewicht boven op je?’

‘O, datte.’ Ik liep even zwijgend door. ‘Dat heb ik sowieso al een tijdje niet meer gevoeld. Ons seksleven was niet bepaald om over naar huis te schrijven. Als ik er zo over nadenk, was ik eigenlijk al heel lang alleen…’

Terwijl ik liep te piekeren over hoe lang ik al in mijn uppie leefde, besefte ik ineens dat ik nu ook weer alleen was: Jenny liep niet meer naast me. Toen ik achterom keek, zag ik haar in de deuropening van een eethuis naar iemand staan schreeuwen.

‘Harder!’ hoorde ik haar gillen, terwijl ik me terug haastte. ‘Zet dat nummer verdomme harder!’

‘Ach, flikker toch op!’ De jongen achter de bar keek me aan, toen ik Jenny bij haar arm greep. ‘Hou die vriendin van je in bedwang, juffie,’ bromde hij.

‘Kom, Jenny…’ Ik trok haar voorzichtig mee. ‘Dan breng ik je naar huis.’

‘Dat nummer draaiden ze steeds toen wij net met elkaar gingen,’ zei ze, terwijl ik haar de straat door duwde, richting haar eigen voordeur. ‘Ik had er een bloedhekel aan.’

‘Jenny, luister eens naar me,’ zei ik, terwijl ik in haar tas naar haar sleutels zocht en zij zich tegen de deur liet zakken. ‘Zet je er eens overheen, wil je? Denk je dat Oprah zich ook zo gedraagt als ze te veel cocktails op heeft?’

‘Ach, fuck Oprah!’ riep ze, waarna ze naar binnen stommelde en half op de trap naar haar appartement belandde.

‘Mijn god, wat is dit erg!’ bromde ik in mezelf.

En ik besefte (a) dat dit je nu eenmaal kon overkomen als je meteen behoorlijk veel tijd doorbracht met iemand die je eigenlijk niet kende en (b) dat mijn verblijf in New York niet enkel uit sexy mannen en wonderbaarlijke winkeltrips zou bestaan. Shit!

Terwijl ik toekeek hoe Jenny zich snikkend op de bank stortte, vroeg ik me af of ik mij ook zo zou moeten voelen over Mark—terwijl ik in werkelijkheid alleen maar leegte voelde als ik aan hem dacht.

‘Laten we maar eens gauw zorgen dat jij in bed komt,’ zei ik. ‘En hopelijk hou je er morgen dan eindelijk eens mee op jezelf dit aan te doen. Maar probeer eerst maar eens lekker te slapen.’

Ik vond het niet erg nobel van mezelf, maar ik wist gewoon niets anders te verzinnen. En Jenny leek op dit moment toch het allerliefst te willen zwelgen in haar verdriet.

‘Angie, het spijt me echt heel erg,’ zei ze, terwijl we door haar donkere appartement stommelden—hopelijk richting slaapkamer. ‘Waarom blijf je vannacht eigenlijk niet gewoon hier? Ik moet morgenochtend toch weer naar het hotel. Hoef jij ook niet helemaal in je eentje terug…’

‘Tja, het is al laat…en ik ben lui…’ Ik duwde haar op de grote, zachte matras en liet me naast haar vallen. ‘Alleen…op voorwaarde dat je niet lepeltje-lepeltje tegen me aan komt liggen.’

‘Als jij belooft niet te gaan zingen.’

‘Kop dicht, Lopez!’

‘Welterusten, miss Engeland.’

Na zeker zeven keer omdraaien dwong de zomerzon die door Jenny’s ramen naar binnen piepte me uit bed.

‘Hé, krijg ik niet eens een kusje?’ mompelde Jenny vanonder de dekens.

‘Niet voor je je tanden hebt gepoetst.’

Ik rekte me uit en keek om me heen. Jenny’s kamer was een gigantische puinhoop. Naast diverse stapels zelfhulpboeken, verstopt onder een stuk of wat halfvolle koffiemokken, werd elk oppervlak in de kamer ingenomen door schoenen: schoenen in dozen, schoenen die uit de klerenkast puilden, zelfs schoenen die uitgestald stonden in de boekenkast…Halfbakken, half boeken dus. En aan de muren hingen tientallen wissellijstjes met foto’s, waarvan de meeste van Jenny en een knappe blonde vent, waarvan ik aannam dat het Jeff was. Geen wonder dat ze nog geen nieuwe vriend had: haar kamer leek wel een heiligdom voor haar ex.

‘Zeg, ik lag te denken…’ begon Jenny, haar arm boven haar ogen tegen de zon.

‘Echt? Heb ik gisteravond niet veel van gemerkt dat je dat kon.’

‘Zwijg mens, voor ik weer van gedachten verander!’ Ze kwam overeind en keek even hoofdschuddend naar haar kleren van gisteravond. ‘Goed, ik heb dus liggen denken. Gina is gister vertrokken: die komt op zijn vroegst over drie maanden terug—als ze al terugkomt. En ik kan me die uiterst kostbare schoenentic echt niet veroorloven, als ik niet heel gauw een nieuwe huisgenote vind. Daarbij denk ik niet dat jij eeuwig in het Union kunt blijven zitten, noch dat je alweer klaar bent om naar huis te gaan. Kortom: zullen we gaan hokken?’

‘Wauw, Jenny…meen je dat nou?’ Mijn eigen adres in New York: te gek! Dat betekende dat ik nog wel even bleef. ‘Maar eh…ik weet het niet, hoor.’

‘Je hebt al bewezen dat je mij veilig thuis kunt krijgen als ik teut ben! Je wilt toch niet op je geweten hebben dat ik in mijn eentje door de stad moet dwalen?’ zei ze. ‘Het spijt me heel erg van gisteravond, hoor…dat ik me zo heb laten gaan en zo…Ik beloof je dat dat niet meer zal gebeuren. Ik moet echt over Jeff heen zien te komen.’

‘Mmm…wat dacht je ervan om eens een paar foto’s van hem weg te halen?’ opperde ik. Ze waren inderdaad een knap stel: Jenny’s grote donkere ogen en wilde krullenbos vormden een prachtig contrast met Jeffs blonde stekeltj es en Robert Redford-blauwe twinkel-ogen. ‘Schijnt nog wel eens te helpen.’

‘Nog even niet,’ zei ze hoofdschuddend. ‘Of ik moet een nieuwe huisgenote krijgen, van wie ik foto’s kan ophangen…Wat zegje ervan: doe je het?’

‘Als jij die foto’s van de muur haalt,’ knikte ik en stak haar mijn hand toe.

‘Nou, oké dan,’ zuchtte ze. ‘Maar alleen omdat ik jouw kamer in het Union met ingang van morgen al heb weggeven. Dus als je niet bij mij intrekt, zitje sowieso in de penarie…’