53

 

 

 

 

De laden van Ethans kast waren open en zijn kleren lagen op het bed, naast een reistas die we in zijn kast bewaarden.

Ik kon me niet heugen dat Jan er ooit zo verschrikkelijk had uitgezien. Haar haren piekten alle kanten op, haar ogen waren bloeddoorlopen. Ik had haar nog maar twee dagen geleden voor het laatst gezien, maar ze zag eruit alsof ze vijf kilo was afgevallen en tien jaar ouder was geworden. De revolver in haar hand trilde.

‘Leg dat ding neer, Jan,’ zei ik. ‘Misschien heb je liever dat ik je Constance noem, maar voor mij ben je nog steeds Jan.’

Ze knipperde met haar ogen. De revolver bleef op mij gericht.

‘Of misschien heb ik het bij het verkeerde eind, en is Constance ook niet je echte naam.’

‘Nee,’ fluisterde ze. ‘Dat is mijn echte naam.’

‘Ik begrijp nu wel waarom je me nooit aan je ouders hebt willen voorstellen,’ zei ik. ‘Het ene stel waren je ouders niet, en het andere stel was dood.’

Haar ogen gingen wijd open. ‘Wat?’

‘Martin en Thelma? Je echte ouders?’ Iets in haar ogen leek ja te zeggen. ‘Wist je dat niet? Ze zijn een paar jaar geleden vermoord. Hun keel is doorgesneden.’

Als dit nieuws haar iets deed, liet ze dat niet blijken. ‘Waar is Ethan?’ vroeg ze.

Ik zei: ‘Hij is hier niet.’

‘Is hij bij Don en Arlene?’

‘Nee,’ zei ik.

‘Waar dan?’ zei ze.

Ik deed een stap in haar richting. ‘Leg die revolver neer, Jan.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, hij moet hier zijn,’ zei ze dromerig. ‘Ik kom hem halen. We gaan weg.’

‘Zelfs als hij hier was,’ zei ik, ‘dan zou ik hem nooit door jou laten meenemen. Geef mij dat ding.’ Ik deed voorzichtig nog een stap in haar richting.

‘We moeten hem halen,’ zei Jan.

‘Weet ik,’ zei ik. ‘Maar je moet niet naar hem gaan zoeken met een revolver in je hand.’

‘Je begrijpt het niet,’ zei ze. ‘Ik heb die revolver nodig.’

‘Als je bij mij bent heb je hem niet nodig,’ zei ik, en ik deed weer een stap naar haar toe. ‘Wat dacht je dat ik zou doen? Ik ben je man.’

Jan onderdrukte een lachje. ‘Ik denk dat je me wel van alles aan zou willen doen. Maar jij bent niet degene om wie ik me zorgen maak.’

‘Waar heb je het over?’

Ze negeerde mijn vraag. ‘Dus mijn ouders zijn dood,’ zei ze. Ze keek me aan met een lichtelijk krankzinnige blik. ‘Hij moet gedacht hebben dat ze iets wisten. Hij moet gedacht hebben dat zij wisten waar ik was. Hij moet ze vermoord hebben toen ze niets wisten.’

‘Heb je het over degene die je ouders vermoord heeft? Is hij degene voor wie je bang bent?’

‘Ik heb iets heel slechts gedaan,’ zei Jan. ‘Ik heb iets gedaan…’

‘Wat heb je gedaan? Waar gaat dit allemaal om?’ Ik stond nu ongeveer een halve meter van haar af.

‘Alles is helemaal voor niets geweest,’ zei ze. ‘De diamanten waren niet echt.’

‘Diamanten?’ zei ik. ‘Welke diamanten?’

‘Ze waren waardeloos. Compleet waardeloos.’ Weer een onderdrukt lachje. ‘Net een heel grote grap.’

Ik greep haar pols beet.

Ik dacht dat ze misschien zou toelaten dat ik haar de revolver afpakte, maar zodra ik hem uit haar hand probeerde te draaien reageerde ze door haar arm weg te trekken. Ik hield hem stevig vast. Ze haalde naar me uit met haar linkerhand, raakte me op de zijkant van mijn gezicht. Ik zwaaide mijn rechterarm omhoog en sloeg haar hand weg terwijl ik haar rechterhand bleef vasthouden. Toen klauwde ze met haar vrije hand naar me, haar nagels groeven zich in mijn wangen, maar in plaats van die hand af te weren draaide ik me naar haar toe en greep nu haar pols met beide handen beet. Ik verdubbelde de druk om haar te dwingen het wapen te laten vallen.

Terwijl ik me omdraaide zette ik mijn hele gewicht erachter. Ik drukte Jan hard tegen de muur, zodat het haar even de adem benam. Hoewel het haar weerstand verzwakte, haalde ze daardoor ook de trekker over.

Het schot klonk als een kanonschot in het slaapkamertje van Ethan, maar de kogel sloeg in de vloer. Ik schrok, maar ik verslapte mijn greep niet. Ik sloeg haar pols tegen de muur. Een keer, twee keer. Bij de derde keer viel de revolver uit haar hand en kletterde op de vloer. Ik was doodsbang dat hij nogmaals af zou gaan, maar hij stuiterde zonder verder kwaad aan te richten tegen de plint.

Ik liet Jans hand los en dook naar de revolver om hem te pakken, maar op het moment dat ik haar losliet en me omdraaide, sprong ze op mijn rug.

‘Nee!’ gilde ze.

Ik rolde me om en drukte haar tegen het metalen frame van Ethans bed. De stang langs zijn bed drukte in haar rug en ze gilde het uit van de pijn. Ik krabbelde als een krab naar voren om de revolver te pakken en toen dat gelukt was rolde ik me om en richtte het ding op haar.

‘Schiet me maar dood, David,’ zei ze buiten adem. Ze kwam op handen en knieën overeind. ‘Schiet me maar een kogel door m’n hoofd, dat is wel het makkelijkste.’

‘Wie ben je?’ schreeuwde ik met mijn beide handen om de revolver geslagen. ‘Wie ben je, verdomme?’

Ze kwam overeind, ging op de rand van het bed zitten en verborg haar gezicht in haar handen. Even later keek ze op, de tranen stroomden over haar wangen. ‘Ik ben Connie Tattinger,’ zei ze. ‘Maar… ik ben ook Jan Harwood. En wie ik verder ook ben, ik ben Ethans moeder.’ Ze zweeg even. ‘En ik was je vrouw. Een tijdje.’

‘Wat was het dan?’ vroeg ik aan haar. ‘De afgelopen vijf jaar? Een of andere zieke grap?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Geen grap… nee, geen grap. Ik… ik wachtte. Ik moest me verbergen.’

‘Waar wachtte je op? Voor wie moest je je verbergen?’

Jan haalde een paar keer diep adem, veegde met haar vinger haar natte neus af en zei: ‘We hadden een diamanttransport overvallen.’

‘Wat? Wie is “we”?’

Jan wuifde de vragen weg. ‘Zes jaar geleden. En toen is mijn partner voor iets anders de bak in gedraaid. De diamanten waren veilig opgeborgen, maar het zou wel een paar jaar duren voor we ze konden ophalen. De man van wie we ze gestolen hebben… die is al die tijd naar ons, of liever naar mij, op zoek geweest.’

Ik probeerde er iets van te begrijpen. Die paar korte zinnen waarin jaren bedrog werden verteld. Ik greep terug op iets wat Jan al gezegd had. ‘Maar je zei dat ze waardeloos waren. Waarom zou die man ze dan terug willen hebben?’

Ze verzamelde kracht om door te gaan. ‘Om wat ik hem heb aangedaan.’

Ik wachtte.

‘Ik heb zijn hand afgezaagd,’ zei ze. ‘Om het koffertje te krijgen dat met een handboei aan hem vastzat.’ Ze snufte even. ‘Hij heeft het overleefd.’

Ik was zo geschokt dat ik de revolver liet zakken Ik legde hem op de vloer naast me, binnen handbereik. ‘Ik weet niet wie jij bent,’ zei ik.

Ze knikte. ‘Nee, dat weet je inderdaad niet. Heb je ook nooit geweten.’

‘Waar is dit allemaal gebeurd?’ vroeg ik.

‘In Boston,’ zei ze.

‘Dus daarna moest je je schuilhouden,’ zei ik. ‘En toen kwam je naar Promise Falls.’

Ze knikte, haar ogen vochtig.

‘En ben je met mij getrouwd. Waarom? Waarom heb je dat gedaan?’

Ze kon de woorden niet vinden. Ik probeerde haar te helpen. ‘Het was een soort camouflage. Je dacht dat je dan niet zou opvallen. Wie zou er ooit op het idee komen dat dat brave huisvrouwtje iets te maken had met een diamantroof?’

Ze knikte weer.

‘Maar moest je nou echt een kind krijgen om het plaatje compleet te maken?’ vroeg ik. ‘Was Ethan dat voor jou? Onderdeel van je dekking?’

‘Nee,’ fluisterde ze.

Ik schudde mijn hoofd. Ik had nog meer vragen voor haar. ‘Laat me even denken. Toen je partner uit de gevangenis kwam, hebben jullie de diamanten opgehaald.’

‘Ja,’ zei ze. ‘We dachten dat we er een hoop geld voor zouden krijgen.’

‘Genoeg om te verdwijnen en nog lang en gelukkig te leven,’ zei ik.

Ze sloot haar ogen en knikte weer.

‘En ik maar denken dat je al gelukkig was,’ zei ik. ‘God, wat ben ik stom geweest.’

Jan slikte, veegde een traan weg en zei: ‘Maar ze waren niets waard. De man wiens hand ik afgezaagd had – Oscar Fine, heet hij – had iedereen ingelicht. Toen we bij die vent kwamen, ging Dwayne…’

‘Dwayne?’

‘Dat was de jongen met wie ik ze gestolen heb,’ zei ze. ‘Dwayne kende een man die ons geld voor de diamanten zou geven. Maar die moet Fine gebeld hebben. Toen we terugkwamen voor het geld, was Fine er. Hij zal Dwayne wel gedood hebben. En hij heeft geprobeerd mij te doden voor ik ontsnapte.’

Ik liet mijn hoofd tegen de deur van Ethans kast rusten.

Jan zei tegen me: ‘Wat is er in godsnaam met de vloer gebeurd? Al die planken zijn weggetrokken.’

‘Ik heb het geboortebewijs gevonden, dat van Jan Richler,’ zei ik. ‘Achter de plint in de linnenkast.’

‘Dat kan niet,’ zei ze. ‘Ik heb het meegenomen.’

‘Al een hele tijd geleden, maar ik heb het toen teruggestopt. Nadat je verdwenen was, vroeg ik me af of je nog meer verborgen had. Ik heb het andere geboortebewijs ook gevonden, het echte. Waarom heb je dat niet ook meegenomen?’

‘Ik moest die ene envelop hebben vanwege de sleutel die erin zat,’ zei ze. ‘Ik heb er helemaal niet aan gedacht om de andere mee te nemen. Dus… dus je wist van de Richlers?’

‘Ja, ik wist van hun bestaan, maar ik ben ze pas gaan opzoeken na jouw verdwijning. Ik heb toen gehoord wat er met hun dochtertje gebeurd is.’

Jan keek weg.

‘Ik neem aan dat het makkelijk was om op die manier aan een nieuwe identiteit te komen,’ zei ik. Ik kon het sarcasme in mijn stem niet onderdrukken. ‘Als je iemand die als kind gestorven is persoonlijk kent. Dus heb je een kopie van het geboortebewijs aangevraagd en…’

‘Nee,’ zei ze.

‘Wat? Maar ik heb toch…’

Dat was het origineel. Ik heb geprobeerd een kopie te krijgen, maar ik had niet genoeg gegevens om mijn aanvraag te staven. Dus heb ik de Richlers een paar dagen in de gaten gehouden, om te zien wanneer ze hun boodschappen deden en wanneer ze weggingen. Mensen bewaren dat soort papieren meestal op eenzelfde soort plek. Een la in de keuken, of in de slaapkamer. Binnen een uur had ik het gevonden. Daarna was al het andere – rijbewijs, persoonsnummer – een makkie.’

Ik was werkelijk onder de indruk, maar dat duurde maar even. ‘Heb je enig idee wat je die mensen hebt aangedaan? Wat er gebeurd is toen je nog klein was, was al erg genoeg.’

Jan wierp me een blik toe, ze probeerde er duidelijk achter te komen of ik wist dat ze het andere meisje voor de auto had geduwd.

‘Maar dat je de naam van hun dochter nu gebruikt, na al die jaren…’

‘Oké, ik deug niet,’ zei ze. ‘Ik ben gif. Iedereen die met mij in contact komt, diens leven gaat uiteindelijk kapot. Jan Richler, haar ouders, mijn ouders, Dwayne.’

‘Ik,’ zei ik. ‘Ethan.’

Jans ogen ontmoetten de mijne, toen keek ze weer weg.

‘Dat gedoe met die depressie van je, dat heb je meesterlijk gedaan,’ zei ik.

‘Mijn moeder,’ fluisterde Jan. ‘Mijn moeder is het grootste deel van haar leven zo depressief als wat geweest. Ik kan haar dat amper kwalijk nemen, gezien die klootzak met wie ze getrouwd was. Ik heb haar gewoon nagedaan, maar dan zonder de drank.’

‘Nou, je hebt me er schitterend in laten lopen. Ik was het volmaakte slachtoffer, hè. Jouw enige publiek. Dus toen jij verdween, leek het erop dat ik loog. Alsof ik de politie probeerde te doen denken dat je zelfmoord had gepleegd, en zij dan zouden denken dat ik jou vermoord had. Dat tochtje naar Lake George, die flauwekul die je tegenover die man in de winkel hebt opgehangen. Alles wees in mijn richting. Jij hebt die e-mail verstuurd.’

Ze knikte nauwelijks merkbaar. ‘Je had al contact gehad met die vrouw, ik wist dat je voor die e-mail zou vallen.’

‘En de kaartjes die je online besteld had. Hoe ben je het park binnen gekomen?’

‘Ik heb contant betaald,’ fluisterde ze.

‘Was Dwayne de man die er met Ethan vandoor is gegaan? Zodat ik zo’n idioot verhaal had om tegen de politie op te hangen en jij tijd had om weg te komen?’

‘Het spijt me,’ fluisterde ze.

‘Schei uit, zeg,’ zei ik. ‘Maar hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’

‘Ik had andere kleren en een pruik in m’n rugtas. Die pruik heb ik opgezet toen ik het park binnen ging. En terwijl jij op zoek ging naar Ethan ben ik naar de wc’s gegaan, heb me omgekleed en vervolgens ben ik Five Mountains uit gewandeld.’

Ik legde mijn hand even op de revolver op de vloer.

‘Er is meer,’ zei ze zachtjes. ‘Websites die jij zogenaamd bezocht hebt op de laptop, bloed in de kofferbak, een bonnetje voor duct…’

‘Ja,’ zei ik. ‘Dat weet ik. En je hebt me ook overgehaald een levensverzekering op jou af te sluiten. Hoe zat het met dat bloed? Had je echt in je pols gesneden?’

‘Nee, ik heb een klein sneetje in mijn enkel gemaakt voor wat bloedsporen in de kofferbak.’

‘Je bent ongelofelijk,’ zei ik. ‘Maar wat ik niet begrijp, wat ik waarschijnlijk nooit zal begrijpen: waarom?’

Jan haalde weer haar vinger langs haar neus. ‘Ze zouden me niet gaan zoeken als ik dood was,’ zei ze. ‘Zelfs als ze nooit een lijk zouden vinden, dan zouden ze toch denken dat jij me vermoord had…’

‘Dat bedoel ik niet,’ zei ik. ‘Ik vraag je: waarom?’

Ze leek de vraag niet te begrijpen.

‘Waarom heb je mij dit aangedaan?’ zei ik. ‘Hoe kon je? Hoe kon je mij dit aandoen? Hoe kon je Ethan dit aandoen?’

Haar ogen vlogen even opzij, alsof ze op zoek was naar een antwoord. Toen keek ze rechtuit, alsof het antwoord daar voor haar stond.

Ze zei: ‘Ik wilde dat geld.’

Kijk Niet Weg
4f4cba1c2a9c62.html
4f4cba1c2a9c64.html
4f4cba1c2a9c65.html
4f4cba1c2a9c66.html
4f4cba1c2a9c67.html
4f4cba1c2a9c68.html
4f4cba1c2a9c69.html
4f4cba1c2a9c610.html
4f4cba1c2a9c611.html
4f4cba1c2a9c612.html
4f4cba1c2a9c613.html
4f4cba1c2a9c614.html
4f4cba1c2a9c615.html
4f4cba1c2a9c616.html
4f4cba1c2a9c617.html
4f4cba1c2a9c618.html
4f4cba1c2a9c619.html
4f4cba1c2a9c620.html
4f4cba1c2a9c621.html
4f4cba1c2a9c622.html
4f4cba1c2a9c623.html
4f4cba1c2a9c624.html
4f4cba1c2a9c625.html
4f4cba1c2a9c626.html
4f4cba1c2a9c627.html
4f4cba1c2a9c628.html
4f4cba1c2a9c629.html
4f4cba1c2a9c630.html
4f4cba1c2a9c631.html
4f4cba1c2a9c632.html
4f4cba1c2a9c633.html
4f4cba1c2a9c634.html
4f4cba1c2a9c635.html
4f4cba1c2a9c636.html
4f4cba1c2a9c637.html
4f4cba1c2a9c638.html
4f4cba1c2a9c639.html
4f4cba1c2a9c640.html
4f4cba1c2a9c641.html
4f4cba1c2a9c642.html
4f4cba1c2a9c643.html
4f4cba1c2a9c644.html
4f4cba1c2a9c645.html
4f4cba1c2a9c646.html
4f4cba1c2a9c647.html
4f4cba1c2a9c648.html
4f4cba1c2a9c649.html
4f4cba1c2a9c650.html
4f4cba1c2a9c651.html
4f4cba1c2a9c652.html
4f4cba1c2a9c653.html
4f4cba1c2a9c654.html
4f4cba1c2a9c655.html
4f4cba1c2a9c656.html
4f4cba1c2a9c657.html
4f4cba1c2a9c658.html
4f4cba1c2a9c659.html
4f4cba1c2a9c660.html
4f4cba1c2a9c661.html
4f4cba1c2a9c662.html
4f4cba1c2a9c663.html
4f4cba1c2a9c664.html
4f4cba1c2a9c665.html
4f4cba1c2a9c666.html
4f4cba1c2a9c667.html
4f4cba1c2a9c668.html
4f4cba1c2a9c669.html
4f4cba1c2a9c670.html
4f4cba1c2a9c671.html
4f4cba1c2a9c672.html
4f4cba1c2a9c673.html
4f4cba1c2a9c674.xhtml