37
Natalie Bondurant zei: ‘Of je wordt erin geluisd, of je hebt je vrouw vermoord.’
‘Ik heb mijn vrouw niet vermoord,’ zei ik. ‘Ik weet zelfs niet zeker of haar echt iets overkomen is.’
‘Er is haar wel degelijk íéts overkomen,’ zei Bondurant. ‘Ze is weg. Het kan best dat ze nog in leven is, maar er is haar absoluut iets overkomen.’
Ik had mijn nieuwe advocaat alles wat ik wist verteld, en alles wat me de laatste weken overkomen was. Daarbij inbegrepen mijn praatjes, en ritjes, met Elmont Sebastian.
Natalie zat achter haar bureau en leunde in haar stoel naar achteren. Het leek of ze naar het plafond keek, maar haar ogen waren dicht.
‘Ik denk dat het een onzinnige theorie is,’ zei ze.
‘Wat?’
‘Dat Sebastian jou er op de een of andere manier in luist zodat jij hiervoor gearresteerd wordt. Dat hij haar iets heeft aangedaan en het zo heeft gedraaid dat alles in jouw richting wijst.’
‘Omdat het wel erg veel moeite is om één tegenstander het zwijgen op te leggen?’ zei ik.
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, dat niet zozeer. Omdat het zijn stijl niet is. Uit alles wat je me verteld hebt blijkt dat Elmont Sebastian het type van de directe benadering is. Eerst wordt je geld geboden, een baan. Als je daar niet op ingaat, stapt hij over op eenvoudige tactieken om je angst aan te jagen. Als jij mij lastigvalt, dan overkomt jou iets, of, erger, je kind overkomt iets.’
‘Ja,’ zei ik.
‘Volgens mij is er een meer voor de hand liggender verklaring,’ zei ze.
‘O ja? Wat dan?’ vroeg ik.
Natalie Bondurant deed haar ogen open en leunde naar voren, haar ellebogen op het bureaublad. ‘Laten we even een paar dingen tegen het licht houden. Dat gedoe met die kaartjes. De toegangskaartjes voor Five Mountains.’
‘Ja,’ zei ik.
‘Een kinderkaartje en een kaartje voor volwassenen, online gekocht.’
‘Klopt.’
‘Jij bent de enige die iets schijnt te weten over je vrouws depressie van de afgelopen weken. Jan zegt dat ze naar de dokter is geweest maar dat is niet zo.’
‘Ja.’
‘Niemand heeft Jan meer gezien sinds jullie weggegaan zijn bij die winkel bij Lake George. Ze is niet met je meegegaan naar het huis van je ouders om jullie zoontje op te halen. Ze hangt een verhaaltje op tegen die man van de winkel dat ze niet weet waarom jij haar daarnaartoe hebt meegenomen.’
‘Kennelijk.’
Natalie negeerde dat. ‘En Duckworth heeft niet tegen je gelogen. Ze hebben haren en bloed in de kofferruimte van je auto gevonden, en een bonnetje voor duct tape in het handschoenenkastje. En duct tape is erg handig als je van plan bent iemand te kidnappen en hem of haar vervolgens te dumpen.’
‘Ik heb geen duct tape gekocht,’ zei ik.
‘Maar iemand wél,’ zei Natalie. ‘En raad eens wat ze op je laptop hebben aangetroffen, in het mapje Geschiedenis?’
Ik knipperde met mijn ogen. ‘Dat weet ik niet. Wat dan?’
‘Sites waarop tips staan hoe je je van een lijk kunt ontdoen.’
‘Hoe weet je dat?’
‘Ik heb even met rechercheur Duckworth gebabbeld voor jij hier kwam. Alle kaarten op tafel.’
‘Maar dat is krankzinnig,’ zei ik. ‘Ik heb zulk soort dingen nog nooit opgezocht.’
‘Ik heb tegen Duckworth gezegd dat deze zaak wel bijzonder gunstig voor hem verloopt. En dat dat dus de beste aanwijzing is dat jij erin geluisd wordt.’
‘Dat ik erin geluisd word? Denkt hij dat?’
‘Welnee. Hoe meer aanwijzingen, hoe blijer de politie is. En dan hebben we nog die levensverzekering die je onlangs op het leven van je vrouw hebt afgesloten.’
‘Wat? Hoe weet je dat?’
‘Duckworth kan heel grondig zijn, dat moet ik hem nageven. Hoe zit dat met die verzekering?’
‘Het was Jans idee. Het leek haar verstandig, en ik was het met haar eens.’
‘Jans idee,’ herhaalde Natalie, en ze knikte.
‘Wat?’ zei ik.
‘Je snapt het echt niet, hè?’
‘Wat snap ik niet? Dat ik tot mijn nek in de rotzooi zit? Ja, dat snap ik wel. En dat ik niet met de pers moet praten, snap ik nu ook.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Hoe goed ken je je vrouw eigenlijk, David?’
‘Echt goed. Echt heel goed. Je kunt niet vijf jaar je leven met iemand delen zonder haar te kennen.’
‘Maar je weet niet eens hoe ze echt heet. In elk geval niet Jan Richler. Jan Richler is jong gestorven.’
‘Daar moet een verklaring voor zijn.’
‘Die is er ongetwijfeld. Maar hoe kun je nu beweren dat je je vrouw goed kent terwijl je niet eens weet wie ze is?’
De vraag bleef even hangen.
Uiteindelijk zei ik: ‘Misschien dekt Duckworth de FBI. Misschien zit ze in een getuigenbeschermingsprogramma. Misschien heeft ze tegen iemand getuigd en mag niemand officieel toegeven dat ze een nieuwe identiteit heeft gekregen.’
‘Dit heb je tegen Duckworth gezegd,’ zei ze.
Ik knikte. ‘Volgens mij geloofde hij er geen zak van toen ik het hem vertelde. Ik had hem ook al gezegd dat Jan depressief was, maar van dat verhaal klopte niets meer toen hij er anderen naar vroeg.’
‘Dus misschien heeft hij het helemaal niet gecheckt bij de FBI.’
‘Dat weet ik niet.’
‘Hoe verklaar je dat jij de enige bent die heeft gemerkt dat je vrouw depressief was?’
‘Ik weet het niet. Misschien was ik de enige tegenover wie ze voor haar gevoel eerlijk kon zijn.’
‘Eerlijk?’ zei Natalie. ‘We hebben het hier over een vrouw die vanaf de dag dat ze jou ontmoette voor je verborgen heeft gehouden wie ze werkelijk was.’
Daar had ik niets op te zeggen.
‘Stel dat dat depressieve gedoe toneelspel was?’
Daar had ik ook niets op te zeggen.
‘Een toneelstukje dat ze alleen voor jou heeft opgevoerd.’
Aarzelend zei ik: ‘Ga door.’
‘Oké, laten we de band even terugspoelen. Zet het maar uit je hoofd dat de FBI je vrouw een nieuw bestaan en een nieuwe identiteit heeft gegeven. De FBI hoeft niet op zoek te gaan naar mensen die jong gestorven zijn om een nieuwe identiteit te creëren. Die creëren er een uit het niets. Ze hebben lege formulieren voor alle documenten die je maar hebben wilt. Als jij Mary Poppins wilt heten, dan is dat geen enkel probleem. We maken een Mary Poppins-ID voor je. Ik vraag je dus: is het ooit bij je opgekomen dat je vrouw die nieuwe identiteit helemaal zelf geregeld heeft?’
Ik dacht even na. ‘Daar heb ik wel even aan gedacht, maar ik kan geen reden verzinnen waarom ze zoiets zou doen.’
‘David, het zou me niets verbazen als de politie op dit moment al bezig is een arrestatiebevel voor jou uit te vaardigen. Nu ze Leanne Kowalski’s lijk een paar kilometer van de plek hebben gevonden waar jij met je vrouw gezien bent, zullen ze op hol geslagen zijn. Ze wilden een lijk vinden, en nu hebben ze er een. Denk maar niet dat ze zich in zullen tomen omdat het niet het lijk van je vrouw is. Ze denken waarschijnlijk dat je Jan hebt vermoord, en dat Leanne daarachter is gekomen of er getuige van was, dus dat je haar ook vermoord hebt. Ze hoeven het lijk van je vrouw niet eens meer te vinden. Ze hebben met dat van Leanne al een zaak. Je hebt misschien het lichaam van Jan heel goed verborgen, maar je bent in paniek geraakt en je hebt het met Leanne verpest. Als ik de politie was, zou ik er zo’n draai aan geven.’
‘Ik heb Leanne niet vermoord,’ zei ik.
Natalie maakte een wuivend gebaar, alsof ze dit niet wilde horen. ‘Je zit in de stront, en ik kan maar één persoon verzinnen die jou daarin heeft laten zakken.’
Mijn hoofd voelde opeens heel zwaar aan. Ik liet het even hangen, toen hief ik het weer op en keek Natalie aan.
‘Jan,’ zei ik.
‘Bingo,’ zei ze. ‘Zij was degene die de Five Mountains-kaartjes besteld heeft. Zij was degene die tegen jou, en alleen tegen jou, het verhaal heeft opgehangen dat ze depressief was. Waarom? Omdat jij dat tegen de politie zou zeggen als haar iets overkwam. Een verhaal dat steeds onwaarschijnlijker zou worden, hoe meer de politie het tegen het licht hield. Wie had toegang tot jouw laptop om een spoor achter te laten met sites over hoe je je van een lijk kunt ontdoen? Wie kon haar eigen haar en bloed zonder enig probleem in de kofferbak van jouw auto achterlaten? Wie heeft die eigenaar van de winkel bij Lake George verteld dat ze geen idee had waarom haar man haar meegenomen had voor een ritje naar het bos? Wie heeft jou overgehaald om een levensverzekering op haar af te sluiten zodat je driehonderdduizend zou krijgen als ze overleed?’
Ik zei niets.
‘Wie is niet degene die ze beweert te zijn?’ vroeg Natalie. ‘Wie heeft de identiteit van een kind aangenomen dat jaren geleden is doodgereden?’
Ik had het gevoel dat de grond onder mijn voeten wegzakte.
‘Wie is die vrouw van jou? En waarmee heb je haar zo kwaad gemaakt dat ze jou voor de moord op haar wil laten opdraaien?’
‘Ik heb niets gedaan.’
Natalie sloeg haar ogen ten hemel. ‘De man wiens vrouw hem nooit eens dood heeft gewenst, moet nog geboren worden. Maar dit is iets anders. Dit is tot nu toe onvertoond.’
‘Maar waarom?’ vroeg ik. ‘Ik bedoel, als ze niet meer van me hield, als ze van me af wilde, waarom is ze dan niet gewoon weggegaan? Waarom heeft ze niet gewoon gezegd dat het voorbij was en is ze vervolgens vertrokken? Waarom zoiets ingewikkelds als jij nu suggereert?’
Natalie dacht hierover na. ‘Omdat er meer achter zit. Omdat het niet goed genoeg is om weg te gaan. Ze wil niet dat iemand nog naar haar gaat zoeken. Ze wil niet dat iemand weet dat ze nog leeft. Niemand gaat naar haar op zoek als iedereen denkt dat ze dood is.’
‘Maar ik zou naar haar op zoek gaan,’ zei ik. ‘Ze moet toch weten dat ik alles zou doen om haar te vinden.’
‘Dat is nogal lastig vanuit een cel,’ zei Natalie. ‘En als de politie denkt dat ze deze zaak rond hebben, wat hindert het dan dat ze geen lijk hebben? Ze hebben jou, hun werk zit erop. En jouw Jan kan ergens anders een nieuw leven beginnen.’
Ik zat daar verdoofd in Natalies leren stoel.
‘Ik kan het niet geloven,’ zei ik. ‘Ze kan dit niet allemaal zo gepland hebben.’ Ik deed mijn best het te begrijpen. ‘Hoe zit het bijvoorbeeld met dat ritje naar Lake George? Hoe kan zij geweten hebben dat ik daar vrijdag een afspraak met een bron had?’
Natalie haalde haar schouders op. ‘Ik weet het niet. En wie is er met Ethan vandoor gegaan, daar in Five Mountains. Wie heeft jou op die manier afgeleid? En hoe past Leanne Kowalski in het plaatje? Geen idee. Maar op dit moment, afgaande op wat jij me verteld hebt, is het enige wat ergens op slaat dat jouw vrouw erachter zit. Ze wilde weg, en ze wilde dat jij haar dekte. Jij was de lul. De zondebok. En sorry dat ik het zeg, maar ze heeft het fantastisch gedaan.’
‘Waarom zou ze mij dit aandoen?’ fluisterde ik. En er was nog een belangrijker vraag. ‘Waarom zou ze Ethan dit aandoen?’
Natalie sloeg haar armen over elkaar en dacht hier even over na.
‘Misschien,’ zei ze, ‘omdat ze niet zo’n prettig mens is.’