17

 

 

 

 

De vrouw deed haar ogen open. Ze knipperde er een paar keer mee om aan het donker te wennen.

Ze lag op haar rug in bed en staarde naar het plafond. Het was warm in de kamer – ergens zoemde en ratelde er een airco, maar die slaagde er niet in koelte te verspreiden – en in haar slaap had ze het dekbed tot haar middel afgegooid.

Ze legde haar hand op haar buik om te voelen of ze gezweet had. Haar huid was koel, maar enigszins vochtig. Het bracht haar even van haar stuk toen ze erachter kwam dat ze naakt was. Ze sliep al heel lang niet meer naakt. De eerste paar maanden van haar huwelijk, inderdaad, maar daarna wilde je gewoon iets aanhebben.

Door de verbogen luxaflex viel het lichtschijnsel van de hoge lantaarnpalen langs de autoweg naar binnen. Ze luisterde naar het onophoudelijke geraas van langsrijdend verkeer: grote opleggers die door de nacht denderden.

Ze probeerde zich te herinneren waar ze precies was.

Ze liet haar benen onder het dekbed uit glijden, ging rechtop zitten en zette haar voeten op de vloer. Het goedkope tapijt prikte onder haar tenen. Ze bleef even op de rand van het bed zitten, voorovergebogen, met haar hoofd in haar handen, waardoor haar haar voor haar ogen viel.

Ze had hoofdpijn. Ze keek naar het nachtkastje, alsof daar bij toverslag een glas water met wat aspirientjes zou verschijnen, maar het enige wat ze bij het spaarzame licht zag waren wat verfrommelde bankbiljetten en wat kleingeld, een digitale klok waarop 00:10 uur stond en een blonde pruik.

Nu wist ze dat ze hooguit een uur geslapen had. Ze was rond half elf naar bed gegaan, had tot over elven liggen woelen en naar de gevlekte plafondtegels liggen kijken. Kennelijk was ze op een gegeven moment toch weggedommeld, maar van dat uurtje slaap was ze niet uitgerust.

Ze stond langzaam op, was in twee stappen bij het raam en gluurde door de luxaflex. Het uitzicht was niet geweldig. Een parkeerplaats waar ongeveer een kwart van de plekken bezet was. Een reclamezuil met BEST WESTERN die hoog genoeg was om van de weg af te worden gezien. In de verte stonden meer reclamezuilen. Eentje voor Mobil, eentje voor de McDonald’s.

De vrouw liep naar de deur en controleerde of die nog steeds op slot zat.

Ze liep zachtjes door de kamer en duwde de deur naar de badkamer open. Ze ging naar binnen, tastte naar het lichtknopje en wachtte tot ze de deur had gesloten voor ze het licht aanknipte.

Het felle licht deed pijn aan haar ogen. Ze kneep ze dicht tot ze eraan gewend was en keek toen naar haar naakte spiegelbeeld in de enorme spiegel boven de wastafel.

‘Gadver,’ fluisterde ze. Haar zwarte haar piekte, haar ogen waren donker, haar lippen droog.

Er stond een kleine canvas toilettas op het blad van de wastafel. Een paar spulletjes lagen eruit, onder andere een tandenborstel, wat make-up, een borstel. Ze deed de tas wat verder open en rommelde erin.

‘Ja,’ zei ze toen ze gevonden had wat ze zocht. Een klein buisje aspirine. Ze draaide de dop eraf en tikte twee tabletten in de palm van haar hand. Ze stopte ze in haar mond en boog zich over de lopende kraan om wat water met haar hand op te scheppen. Ze kreeg genoeg in haar mond om de pillen door te kunnen slikken. Ze hield haar hoofd achterover om ze makkelijker door haar keel te laten glijden en dronk toen nog wat water uit haar hand. Ze pakte een handdoek om haar hand en kin af te drogen.

Ze keek naar beneden, naar het verband om haar rechterenkel, en vertrok haar gezicht. Die snee zou nu nog niet geheeld zijn. Maar over een paar dagen zou het wel weer in orde zijn.

Op dat moment rommelde haar maag, zo hard dat het geluid tegen de tegels van de kleine badkamer leek te weerkaatsen. Misschien had ze daarom hoofdpijn. Ze had honger. Ze had de hele dag bijna niets gegeten. Ze was te gespannen geweest. Ze was bang geweest dat ze het er meteen weer uit zou braken.

De McDonald’s was waarschijnlijk vierentwintig uur per etmaal geopend. Vrachtwagenchauffeurs moeten midden in de nacht ergens kunnen eten. Een Big Mac, dat was voldoende. Ze stelde zich de heerlijke flauwe smaak van zo’n ding voor. Er was niets meer te eten in de motelkamer, nog geen handjevol Dorito’s of een halve Mars. Ze hadden onderweg wat fastfood gehaald, maar daar had ze amper iets van gegeten.

Ook al had ze honger, ze ging deze motelkamer niet uit. Het was het beste binnen te blijven, althans voorlopig. Ze zou ’s nachts als vrouw alleen meer de aandacht trekken dan overdag.

Ze legde haar hand op de deurkruk van de badkamer en deed het licht uit voor ze hem omlaag drukte. Nu moest ze haar ogen weer aan het donker laten wennen zodat ze niet over iets zou struikelen op weg terug naar het bed.

Ze liep terug naar het raam, zo half en half in de verwachting dat ze de blauwe Ford Explorer daar buiten zou zien staan. Maar die was al lang geleden en hier ver vandaan achtergelaten. Uiteindelijk zou hij natuurlijk gevonden worden, en het was niet uit te maken of dat goed of juist niet goed zou blijken te zijn. Lyall zou de politie inmiddels wel gebeld hebben. Ook al was het nog zo’n waardeloze sukkel, hij zou er uiteindelijk toch achter zijn gekomen dat zijn vrouw niet thuisgekomen was. Altijd maar zuipen, tot laat uit met z’n vrienden, nooit eens een handje helpen in het huishouden, en dan die rothond. De stank van het beest had in de Explorer gehangen. Lyall had in elk geval geen kwaaie dronk gehad. Af en toe had hij iets over zich gehad alsof hij het niet langer pikte. Maar dat duurde nooit lang. De man had het niet in zich om terug te vechten.

Iemand bewoog in het bed waarin zij zonet nog had liggen slapen.

Ze wendde zich van het raam af. Er bleef weinig over dan weer proberen in slaap te komen. Misschien zou ze weer in kunnen dommelen als de aspirine zijn werk ging doen. Ze keek op de wekker: 00:21 uur.

Er was geen reden om morgen vroeg op te staan. Geen werk meer waar ze naartoe moest. Niemand om het ontbijt voor klaar te maken.

Ze ging zachtjes op de rand van het bed zitten, hief haar benen heel langzaam op en stak ze onder het dekbed, liet haar hoofd op het kussen zakken en probeerde haar adem in te houden. Als er iets goed was aan motelbedden, dan was dit het wel. De matrassen leken op beton te rusten, niet op een boxspring, en je kon in en uit het bed stappen zonder je partner in zijn slaap te storen.

Maar dit keer niet.

Degene aan de andere kant van het bed draaide zich om en zei: ‘Wat is er, schatje?’

‘Sst, ga weer slapen,’ zei ze.

‘Wat is er?’

‘Ik had hoofdpijn. Ik zocht een aspirientje.’

‘Ze zitten in dat kleine toilettasje.’

‘Ik heb ze al gevonden.’

Een hand werd naar haar uitgestoken. Hij vond haar borst en begon de tepel tussen duim en wijsvinger te kneden.

‘Jezus, Dwayne. Ik zeg toch dat ik hoofdpijn heb en dan begin jij handtastelijk te worden?’

Hij trok zijn hand terug. ‘Je bent gewoon gestrest. Het zal nog wel even duren voor je over dat hele Jan-gedoe heen bent.’

De vrouw zei: ‘Er is niks om overheen te komen. Ze is dood.’

Kijk Niet Weg
4f4cba1c2a9c62.html
4f4cba1c2a9c64.html
4f4cba1c2a9c65.html
4f4cba1c2a9c66.html
4f4cba1c2a9c67.html
4f4cba1c2a9c68.html
4f4cba1c2a9c69.html
4f4cba1c2a9c610.html
4f4cba1c2a9c611.html
4f4cba1c2a9c612.html
4f4cba1c2a9c613.html
4f4cba1c2a9c614.html
4f4cba1c2a9c615.html
4f4cba1c2a9c616.html
4f4cba1c2a9c617.html
4f4cba1c2a9c618.html
4f4cba1c2a9c619.html
4f4cba1c2a9c620.html
4f4cba1c2a9c621.html
4f4cba1c2a9c622.html
4f4cba1c2a9c623.html
4f4cba1c2a9c624.html
4f4cba1c2a9c625.html
4f4cba1c2a9c626.html
4f4cba1c2a9c627.html
4f4cba1c2a9c628.html
4f4cba1c2a9c629.html
4f4cba1c2a9c630.html
4f4cba1c2a9c631.html
4f4cba1c2a9c632.html
4f4cba1c2a9c633.html
4f4cba1c2a9c634.html
4f4cba1c2a9c635.html
4f4cba1c2a9c636.html
4f4cba1c2a9c637.html
4f4cba1c2a9c638.html
4f4cba1c2a9c639.html
4f4cba1c2a9c640.html
4f4cba1c2a9c641.html
4f4cba1c2a9c642.html
4f4cba1c2a9c643.html
4f4cba1c2a9c644.html
4f4cba1c2a9c645.html
4f4cba1c2a9c646.html
4f4cba1c2a9c647.html
4f4cba1c2a9c648.html
4f4cba1c2a9c649.html
4f4cba1c2a9c650.html
4f4cba1c2a9c651.html
4f4cba1c2a9c652.html
4f4cba1c2a9c653.html
4f4cba1c2a9c654.html
4f4cba1c2a9c655.html
4f4cba1c2a9c656.html
4f4cba1c2a9c657.html
4f4cba1c2a9c658.html
4f4cba1c2a9c659.html
4f4cba1c2a9c660.html
4f4cba1c2a9c661.html
4f4cba1c2a9c662.html
4f4cba1c2a9c663.html
4f4cba1c2a9c664.html
4f4cba1c2a9c665.html
4f4cba1c2a9c666.html
4f4cba1c2a9c667.html
4f4cba1c2a9c668.html
4f4cba1c2a9c669.html
4f4cba1c2a9c670.html
4f4cba1c2a9c671.html
4f4cba1c2a9c672.html
4f4cba1c2a9c673.html
4f4cba1c2a9c674.xhtml