Hoofdstuk 13

 

 

 

 

 

Gefascineerd door zijn ontdekking, en terwijl hij tegen zichzelf zei dat hij alleen maar met de gedachte speelde, verzon Colin redenen om naar Accra te gaan. Hij kon tegen George zeggen dat de immigratiedienst gesloten was en kon dus de week daarop dezelfde trip maken. Het werd een zuivere herhaling. Deze keer waren het twintig kistjes.

Hij had uitgerekend hoeveel de tweeëntwintig kistjes goud zouden opbrengen die hij de vorige keer had gezien. Met de huidige wereldprijs van twaalfduizend driehonderd pond per kilo kwam hij uit op maar liefst drie miljoen pond. Elke goudstaaf was meer dan honderdveertigduizend pond waard. Zelfs een ervan was al genoeg voor een onbezorgd leven, en het leven begon er rooskleurig voor hem uit te zien, vooral wat zijn relatie met Lesley betrof. Het enige minpuntje was het besef dat hij haar geen zekerheid te bieden had. Omdat hij wist dat hij alleen met criminaliteit aan de kost kon komen, voelde hij er weinig voor om over een huwelijk te praten. Hij had te veel huilende vrouwen gezien om het risico te nemen dat Lesley het verdriet van eenzaamheid en gevangenisbezoeken moest doormaken. Maar als hij de hand op dat goud kon leggen, hadden ze genoeg voor de rest van hun leven en kon hij definitief een punt zetten achter zijn criminele carrière.

Het goud trok hem aan als een magneet. Drie weken later ging hij met de opgetogen Lesley winkelen in Accra en zag hij alles opnieuw, er was niets veranderd. Het liet hem niet los. Urenlang dacht hij erover na en probeerde hij iets te bedenken. Ten slotte moest hij inzien dat hij met het spookbeeld van dat goud in het reine moest komen: hij moest een uitvoerbaar plan uitdenken om het te stelen, óf hij moest zich er voorgoed bij neerleggen dat het een onmogelijke droom was.

Toen hij met Lesley naar het museum in het oude Cape Coast Castle ging, kwam er ineens een idee bij hem op. Ze stonden op de muur van het oude fort toen er een schaduw over het zand gleed. Hij keek omhoog. Over zee ronkte het vliegtuig van Accra naar Takoradi langzaam naar het westen. Het toestel volgde de kustlijn en de dikke onderbuik van de DC-3 stak zwart en log af tegen het heldere blauw van de onbewolkte hemel. Voor zijn geestesoog zag hij zwarte stippen uit het vliegtuig loskomen en parachutes opbollen. Er ging een tinteling door hem heen. Al zijn zenuwen kwamen tegelijk tot leven.

Parachutes! Natuurlijk. Hij herinnerde zich iets wat een paar jaar eerder, in 1971, in de Verenigde Staten was gebeurd. D. B. Cooper – de naam kwam direct bij hem op, een Amerikaanse oud-parachutist – had een passagiersvliegtuig gekaapt en geëist dat er losgeld aan boord werd gebracht. Daarna was hij uit het toestel gesprongen en had niemand ooit nog iets van hem gezien of gehoord. Een bijna onbeheersbare opwinding maakte zich van Colin meester, en daarna liep hij ondanks Lesleys verbaasde blikken en milde protesten nogal haastig door de rest van het museum heen. Plotseling wilde hij zo gauw mogelijk naar Takoradi terug. 

 

Hij zat op de rand van het bed en keek peinzend naar een kaart van Ghana Airways, die hij op de sprei had gelegd, al wist hij eigenlijk niet precies waar hij naar zocht. De routes van de luchtvaartmaatschappij, van Accra naar Takoradi en via Kumasi naar Accra terug, vormden een keurige, bijna gelijkzijdige driehoek. Hij maakte de lijn tussen Kumasi en Accra wat dikker en bleef ernaar kijken, waarbij hij peinzend met het potlood tegen zijn tanden tikte. Daarna vouwde hij de luchtvaartkaart op en liep naar zijn auto, om even later met een gedetailleerde Michelinkaart terug te komen. Hij bestudeerde die kaart en lette vooral op het kustgebied tussen Takoradi en Accra. Bijna een uur tuurde hij op de kaart en tikte hij er met zijn vinger op, alsof hij het landschap probeerde te reorganiseren. Ten slotte ging hij op zijn rug liggen en was één ding hem volkomen duidelijk. Het moest mogelijk zijn het Ashanti-goud te bemachtigen. Hij had alleen nog een idee nodig, een inval. Hij wist gewoon zeker dat hij het goud in handen kon krijgen.

Plotseling ging hij rechtop zitten en kneep zijn ogen halfdicht van concentratie. Hij probeerde zich iets te herinneren wat George hem op een avond op de veranda had verteld. Iets over een bokswedstrijd. Hij herinnerde zich dat George toen iets had voorgelezen uit een luchtposteditie van de Daily Express, en hij kwam nu van het bed en liep op blote voeten naar de huiskamer, waar hij onder de salontafel en in het tijdschriftenrek naar de krant zocht. Toen hij hem had gevonden, sloeg hij de sportpagina’s op. Hij was zo ongeduldig dat hij niet eens ging zitten. 

Het bericht stond op de binnenkant van de achterpagina:

DATUM GEVECHT COOPER VASTGESTELD

Knock-outspecialist Big Lloyd Cooper, kandidaat-wereldkampioen zwaargewicht uit Oost-Londen, zou een gevecht aangaan met de Ghanese zwaargewicht Azuma Alloteh. Het was een eliminatiegevecht dat hem het recht kon opleveren de onbetwiste wereldkampioen Mighty Mike Honeywell uit te dagen.

Het gevecht zou plaatsvinden in het People’s Stadium, Accra, West-Afrika. De datum: 11 mei.

Terwijl er een tintelend déjà-vu door hem heen ging, keek Colin op een kalender, maar al voordat hij dat deed, wist hij dat 11 mei op woensdag viel.