9
Tweede Hoofdstuk. De kleine Pieter Bell.
D e kleine Pieter Bell was nauwelijks een paar dagen oud, toen men al zei, dat hij sprekend op zijn vader geleek. Daar-mee was de schoenmaker erg in zijn schik en hoe ouder het kind werd, hoe meer dit bleek waar te zijn. De kleine baas hielp zijn vader al dapper mee met zingen. Zoodra Jan Plezier zijn liedjes inzette, begon kleine Piet tweede stem te gillen en dat gaf een leven als een oordeel in huis. De baker zei, dat de schoenmaker liever zijn mond moest houden, want hij maakte het kind voortdurend aan 't schreeuwen met zijn liedjes. Intusschen groeide de kleine Piet als kool en hij was nog geen anderhalf jaar, toen hij al als een kieviet door het huis liep. Hij was nu al een aardig ventje geworden met gitzwart haar en donkere
Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen