35

Ze zaten aan de lange tafel in de eetzaal. Cat wilde geen wijn en Meg evenmin. De maaltijd zelf smaakte hen ook niet bijzonder. Jinx zat aan het andere eind van de tafel, te ver van Cat om hem een idee te geven van haar gemoedstoestand.

‘Ik ben bang,’ zei Meg.

Cat lachte. ‘Je bent niet de enige.’

‘Ik heb een dergelijke situatie eigenlijk nog niet eerder meegemaakt,’ zei ze. ‘Het feit dat ik journaliste was, gaf me meestal een zekere bescherming, maar ik denk dat het hier niet veel uitmaakt of ik met mijn perskaart zwaai.’

‘Ik denk het ook niet.’ Cat gooide zijn servet op tafel. ‘Zou je me even willen excuseren? Ik ben zo terug. ’ Hij ging van tafel en vroeg een ober waar hij het toilet kon vinden, hoewel hij heel goed wist dat dit tegenover Vargas’ kantoor in de hal was. Hij had niet echt een bepaalde bedoeling; hij wilde alleen een paar minuten in het communicatiecentrum rondkijken en probeerde een manier te bedenken om dat voor elkaar te krijgen.

Terwijl hij langs Vargas’ kantoor liep, kon hij het zachte gezoem van de Cat One printer in de radiokamer horen. Hij ging naar het toilet en net toen hij weg zou gaan, kwam er een man in uniform het toilet binnen, die doorliep naar een van de hokjes. Misschien, dacht Cat, heel misschien. Hij liep snel door de hal naar Vargas’ kantoor en ging het communicatiecentrum binnen. Hij wist niet wat hij zou zeggen als er iemand in de kamer was. Er was niemand. De man die dienst had zat aan de andere kant van de hal op het toilet. Cat liep naar de printer, zette hem uit en deed de kap open. Met zijn ballpoint veranderde hij de afstelling van het apparaat, sloot de kap en zette het weer aan. Er gebeurde niets. De printer was nu onbruikbaar geworden. Hij zou net de kamer verlaten toen hij een maar al te bekend geluid aan de andere kant van de hal hoorde – het doorlopen van een toilet. Het geluid viel weg toen de deur dichtsloeg. De telegrafist kwam terug. Hij zat in de val. Opeens hoorde hij voetstappen en de stemmen van twee mannen. Hij had nog even.

Cat ging naar de enige schuilplaats die hem bekend was en volgde Dells instructies snel op. De boekenkast recht vooruit kon open. Hij zocht naar de klink achter de boeken. Op het moment dat hij die vond, hoorde hij weer voetstappen op de marmeren vloer. De kast zwaaide geluidloos open. Cat stapte in de ruimte erachter en trok de boekenkast weer dicht. Terwijl hij roerloos in het donker stond, hoorde hij de stemmen van twee mannen die het communicatiecentrum binnenkwamen.

‘Verdomme,’ zei een van de mannen. ‘Die kloteprinter is ermee opgehouden.’

‘Weet je zeker dat-ie wel aangesloten is?’ vroeg de andere man. ‘Heel zeker – hij deed het een minuut geleden nog. Nou, dat zal Vargas leuk vinden. Hij moet die papieren morgenochtend hebben en het is veel werk.’

‘Laat mij er eens naar kijken,’ zei de andere man.

Cat hoorde het schurende geluid van de klep die opengezet werd.

‘Jezus, da’s me allemaal veel te ingewikkeld,’ zei de man. ‘Misschien zit er een automatische zekering in of zo. Wat is dat voor een knop?’

Het was Cat duidelijk dat de mannen in het apparaat keken. In dat geval zouden ze met hun rug naar de deur staan. Hij voelde even onder zijn arm om zich ervan te overtuigen dat het pistool er nog was, duwde de deur open, deed die zachtjes achter zich dicht en liep op zijn tenen naar Vargas’ kantoor. Daar bleef hij een ogenblikje staan om bij te komen, voordat hij zich omdraaide en terugliep naar het communicatiecentrum. ‘Neem me niet kwalijk,’ zei hij. De mannen draaiden zich beiden om. ‘Kan ik misschien een soldeerapparaat van u lenen? Ik heb een breuk in de bedrading van mijn draagbare radio en ik geloof dat ik die kan repareren.’

‘Het spijt me,’ zei de telegrafist. ‘Ik heb hier geen soldeerapparaat. Dat zult u aan de onderhoudsdienst moeten vragen en die is hier pas morgenochtend weer.’

‘Oké, bedankt,’ zei Cat, en maakte aanstalten om weer te gaan. ‘Is er iets stuk?’

‘Ja, de printer is ermee uitgescheden.’

‘Is dat geen Cat One? Die heb ik wel verkocht. Zal ik er even naar kijken?’

‘Nou, heel graag,’ zei de man.

Cat liep naar de printer en verwijderde de kap. ‘Hebben jullie een kleine schroevedraaier?’ vroeg hij.

‘Een ogenblikje,’ zei de telegrafist. Hij liep weg en rommelde in een la. ‘Wat dacht u hiervan?’ zei hij, een schroevedraaier ophoudend.

‘Perfect,’ zei Cat. ‘Laat me er maar eens eventjes aan werken.’ Hij vroeg zich af hoe hij het tweetal in godsnaam een paar minuten kwijt kon raken.

‘Zeg, Tom,’ zei de telegrafist tegen de andere man, ‘wil jij twee diensten draaien? Als jij vannacht van twaalf tot zes doet, doe ik morgennacht. Zo kunnen we allebei meer slapen.’

‘Denk je dat Vargas dat goed vindt?’

‘Wat maakt het uit? Er is toch de hele tijd iemand aanwezig? En bovendien komt hij hier ’s nachts nooit. Je weet net zo goed als ik dat hij nog geen dag voor negen uur op kantoor is geweest.’

‘Oké, doen we. Ik los je om twaalf uur af. Tot dan.’ Hij ging de kamer uit.

Cat stak de schroevedraaier in de printer en stelde het apparaat weer goed af. Hij deed de kap er op. ‘Dan moesten we maar eens zien hoe hij het doet,’ zei hij. Hij zette de printer af en toen weer aan. De machine begon te zoemen en de drukknop bewoog snel heen en weer over het papier.

‘Hé, dat is fantastisch,’ zei de telegrafist, ‘Ik zou behoorlijk op mijn lazer gekregen hebben als dit werk vannacht niet af kwam.’

‘Geen punt,’ zei Cat. ‘Moest alleen afgestemd worden. Dat komt wel eens voor en zal waarschijnlijk nooit meer voorkomen.’

‘Luister,’ zei de man, ‘Ik heb morgenochtend om acht uur weer dienst en dan wil ik er wel voor zorgen dat u een soldeerapparaat krijgt.’

‘Heel graag, dan kom ik het na het ontbijt ophalen.’

Cat verliet het communicatiecentrum met meer informatie dan hij verwacht had te krijgen. Hij liep de hal door en keerde terug naar de eetzaal. Het dessert werd net opgediend.

‘Alles in orde?’ vroeg Meg.

‘Ja, prima. Ik geloof dat ik een manier weet om het leger hier te krijgen.’

‘Hoe?’

‘Dat vertel ik je later wel. Ik moet nu eerst met Dell praten.’ Er gingen een paar mensen van tafel, onder wie ook Dell. ‘Kom, we gaan ook,’ zei Cat, en kwam overeind. Gevolgd door Meg liep hij de zaal uiten wist Dell in te halen. ‘Goed,’ zei Cat. ‘Ik zal je helpen om dat geld te krijgen.’

‘Ik red me alleen wel,’ zei Dell.

‘Luister naar me, verdomme!’ fluisterde hij schor. ‘Er zit een man in die kamer die de hele nacht dienst heeft en die is tegen de ochtend knap slaperig. Ik ga er om vijf uur heen om de radio te gebruiken en ik moet de telegrafist uitschakelen. Zou jij daar om die tijd kunnen zijn?’

‘Ja, dat zou ik wel kunnen.’

‘Mooi, dan ontmoeten we elkaar om vijf uur in het toilet tegenover Vargas’ kantoor in de hal. En wees in godsnaam voorzichtig, want er lopen op dat uur de nodige bewakers rond.’

‘Oké, je kunt op me rekenen.’

‘Heb je een pistool?’

‘Ja.’

‘Neem dat dan mee. Probeer van het communicatiecentrum rechtstreeks naar de open plek te gaan waar de helikopter staat.’

Dell knikte en verdween in de menigte.