24

Weer moest hij wachten. Cat stond bij het raam van zijn hotelkamer en keek naar de wolken die voorbijtrokken aan de bergen die zich hoog boven de stad verhieven. Hij was al een uur terug in het hotel. De telefoon ging.

‘Hallo?’

‘Buzz Bergman. Je krijgt je zin. We zien elkaar morgen om het door te praten, maar vanavond zal je je opwachting moeten maken bij het syndicaat. Hier is Johnny Gomez om het uit te leggen.’

Cat wachtte. Het verbaasde hem dat de hand die de telefoon vasthield licht beefde.

‘Ja, met Johnny Gomez, Cat. Luister goed. Er is een nachtclub op de bovenste verdieping van het Tequendama hotel – daar logeer je toch?’

‘Inderdaad.’

‘Er treedt een Cubaans revuegezelschap op – de revue van het Tropicana hotel in Havana. Bel de club en reserveer een tafeltje. Zeg dat je Ellis heet, een vriend van meneer Vargas bent en een tafeltje voor één persoon wilt. Is dat duidelijk?’

‘Ja. Ik heet Ellis, ben een vriend van Vargas.’

‘Juist. En je moet honderdduizend dollar in biljetten van honderd dollar meenemen. Oké?’

‘Ja. En wanneer ik er eenmaal ben?’

‘Neem het er maar van en geniet van de show; ik heb gehoord dat die fantastisch is. Iemand zal zich voorstellen als Vargas en om het geld vragen. Hij vertelt je wat je verder moet doen. Het kan zijn dat hij je een paar vragen stelt. De man die je met die mensen in contact heeft gebracht, is een zekere Walter L. Jasper, een advocaat in Miami, die Walt wordt genoemd. Hij doet soms werk voor jouw bedrijf in Florida. Je hebt hem in het afgelopen halfjaar leren kennen en door hem ben je bij deze transactie betrokken geraakt. Jasper is een meter vijfenzeventig, weegt zeventig kilo, heeft blond, al wat grijzend haar en een opvallend, halvemaanvormig litteken van twee, drie centimeter bjj zijn linkerooghoek. Hij heeft hun jouw signalement gegeven en gezegd dat hij je vrij goed kent. Meer heeft hij hun niet verteld, dus als ze je een hoop vragen stellen, improviseer je maar. Wij zorgen dan wel dat Jasper je antwoorden krijgt om te voorkomen dat jullie elkaar tegenspreken, oké?’

‘Goed, wat moet ik verder nog weten?’

‘Nou, om je een wat veiliger gevoel te geven, zullen we zorgen dat onze agent uit de States, de man die jij vervangt, in de buurt blijft. Hij is zo’n een meter tachtig, weegt ruim tachtig kilo, heeft kortgeknipt haar en een pokdalige huid. Hij houdt een oogje op je, maar je moet niet met hem praten of ook maar enige notitie van hem nemen. Het is belangrijk dat je met niemand in verband gebracht kan worden. Begrepen? Je bent hier alleen.’

‘Begrepen.’

‘Wanneer je Vargas gezien hebt, wacht je tot de voorstelling afgelopen is. Daarna ga je terug naar je kamer en bel je me thuis.’ Hij gaf Cat het nummer. ‘Nog vragen?’

‘Ik dacht van niet.’

‘Veel succes.’

‘Dank je.’ Cat hing op, belde de nachtclub op de bovenste verdieping en reserveerde een tafeltje. Hij ging naar de receptie en vroeg om zijn koffertje in de hotelkluis. Een assistent van de manager liep voor hem uit naar de kluis en ging met zijn rug naar hem toe staan terwijl Cat tien pakjes dollars uit het koffertje nam en dit weer op slot deed. Hij keerde terug naar zijn suite en probeerde een uiltje te knappen. Dat lukte niet.

Om negen uur nam hij de lift naar de bovenste verdieping en gaf de ober zijn naam. ‘Een vriend van meneer Vargas,’ zei hij erbij.

‘Zeker, señor,’ zei de ober. ‘Ik begrijp het.’

Cat werd naar een tafeltje in een hoek van de tafel geleid, ver van het podium. Een klein combo speelde verveeld al wat oudere Amerikaanse dansmuziek en een enkel paar had zich op de dansvloer gewaagd. De zaal liep snel vol. Een ober nam zijn bestelling op en liet een menukaart achter. Hij kon best wat eten, dacht hij, en bestelde een vleesgerecht en een half flesje van de Chileense wijn die hij zo lekker vond. Hij keek afwezig de zaal rond en kreeg vrijwel direct Gomez’ agent in het oog, die alleen aan een tafeltje bij het podium zat. De pokdalige huid was zelfs van de andere kant van de zaal goed zichtbaar.

De muziek viel stil en de musici werden vervangen door een kleuriger geklede groep die een levendig Latijns nummer inzette. De sfeer in de zaal veranderde op slag: de dansvloer was opeens volgepakt met ritmisch bewegende paren, vrouwen in laag uitgesneden jurken en mannen in strakke pakken, die met aplomb en overgave dansten. Cat moest onwillekeurig glimlachen. Het was zeker twintig jaar geleden dat hij een groep volwassenen zoveel plezier met een mambo op de dansvloer had zien hebben.

Zijn maaltijd werd gebracht en was voortreffelijk. Tegen de tijd dat hij uitgegeten was, was de muziek opgehouden en werd de band opgevolgd door een zelfs nog uitbundiger gekleed ensemble. Even later begon de muziek weer en werd het podium gevuld door het Cubaanse gezelschap, dat wild danste en uit volle borst zong. Toen het nummer afgelopen was, liep een van de meisjes, het mooiste, naar het midden van het podium en hief een zwoele ballade aan. Ze mocht er wezen, vond Cat, en hij voelde een verlangen naar Meg in zich ontwaken. Waar was ze in godsnaam?

De show duurde een uur en Cat werd er geleidelijk aan door in beslag genomen en vergat waarom hij in de nachtclub was. Toen was de show opeens afgelopen en begonnen mensen de zaal te verlaten. De ober kwam en legde de rekening op het tafeltje. Cat bestelde een cognacje en de ober ging het drankje met tegenzin halen. Het was duidelijk dat hij Cats tafeltje vrij wilde hebben. De eerste mensen voor de nachtvoorstelling arriveerden al. Cat vroeg zich plotseling af of hij later had moeten komen. Hij had zonder erbij na te denken voor de avondvoorstelling gereserveerd. Zijn cognacje werd gebracht. Hij zag dat Gomez’ agent ook nog een drankje had besteld.

Plotseling kwamen er twee mannen, Latinos, bij Cat aan het tafeltje zitten. Ze waren beiden in pakken gestoken die voor Bogota aan de conservatieve kant waren. Een was begin dertig, stevig, met een grof gezicht; de ander was meer van Cats leeftijd, met scherpe gelaatstrekken en kleine ogen. De oudste van de twee legde een kleine, leren portefeuille op het tafeltje en sloeg het open. In de portefeuille zat een politiepenning.

Cat verstijfde. ‘Ja?’ wist hij uit te brengen.

‘Zou ik uw paspoort mogen zien?’ zei de man in gebroken Engels. Het was geen beleefd gestelde vraag.

Cat haalde zijn paspoort uit zijn zak en gaf dat aan de man, terwijl hij snel de zaal rondkeek. Gomez’ agent was verdwenen. Ook zag hij niemand die Vargas kon zijn. Zijn hart bonkte tegen zijn borst.

‘Wat is het doel van uw bezoek aan Bogota, meneer Ellis?’ vroeg de politieman, terwijl hij Cats paspoort neerlegde en er zijn hand overheen hield.

‘Ik ben hier voor zaken,’ zei Cat. Hij kon zijn ontmoeting met Vargas vergeten, dat was wel zeker. Niemand zou nu nog bij hem komen. Hij moest zich bedwingen om niet te vloeken en met zijn vuist op de tafel te slaan.

‘En wat zijn dat voor zaken?’

‘Ik verkoop computerapparatuur. Ik hoop hier een nieuwe markt voor onze produkten te openen.’

‘Ik wil nog wel een legitimatiebewijs zien,’ zei de man Cat gaf hem de portefeuille met het rij bewijs en creditcards van Ellis. Wat ging hij nu doen? Zou Vargas nog een tweede ontmoeting regelen, nu hij Cat ondervraagd had zien worden door de politie? Hij zou dit zeker allemaal zien.

‘Hebt u een kaartje?’

Cat gaf de man een kaartje.

De man bekeek het aandachtig. ‘Bent u gewapend?’ vroeg hij. ‘Natuurlijk niet.’

‘Wilt u uw jasje even openhouden?’

Cat deed zijn jasje los en hield het open.

‘Wat zit er in de linkerbinnenzak van uw jasje, meneer Ellis?’ Cat kon een schrikreactie niet voorkomen. Als deze politiemannen het geld zagen, zouden ze hem zeker arresteren. Alleen een drughandelaar zou zoveel geld bij zich hebben.

‘Een envelop,’ zei Cat.

‘Wat zit erin?’

Hij keek om zich heen, zoekend om hulp, maar er was niemand die hem kon helpen. ‘Mijn reisgeld.’

‘Wilt u die envelop op het tafeltje leggen.’

Cat haalde de dikke envelop uit zijn binnenzak en legde hem voor zich op het tafeltje. De man scheurde hem open, trok zijn wenkbrauwen op en liet zijn duim langs het geld gaan. Hij stopte de envelop in zijn eigen jaszak en schoof Cats paspoort en portefeuille terug over het tafeltje.

‘Is dit een beroving?’ vroeg Cat. ‘Is dit de manier waarop de politie in dit land werkt?’

De man glimlachte flauwtjes. ‘Ik ben Vargas,’ zei hij. ‘Zorg dat u overmorgen om vijf uur ’s middags in de bar van de Parador Ticuna in Leticia bent. Neem negenhonderdduizend dollar mee.’ Zonder verder nog iets te zeggen, stonden de twee mannen op en liepen weg.

Cat dronk zijn glas leeg en probeerde zijn kalmte te herwinnen. Het was anders gegaan dan hij verwacht had. Hij tekende de rekening en ging terug naar zijn suite. Hij deed de deur op slot en draaide Gomez’ nummer. ‘Met Catledge,’ zei hij. ‘Is alles in orde?’ vroeg Gomez bezorgd. ‘Mijn agent zei dat je door de politie ondervraagd bent.’

‘Dat was Vargas,’ zei Cat. ‘Ik moet overmorgen om vijf uur met de rest van het miljoen in de Parador Ticuna, een tent in Leticia, zijn.’

‘Wat vroeg hij allemaal?’

‘Alleen om me te legitimeren en wat ik hier deed. Hij heeft m’n papieren goed bekeken. Verder niets.’ Cats ogen dwaalden naar de slaapkamerdeur aan de andere kant van de kamer. Die had opengestaan bij zijn vertrek en het meisje was toen al geweest om het bed op te maken. Nu was de deur dicht.

‘Goed,’ zei Gomez. ‘Ga maar slapen en kom morgenochtend om negen uur naar de ambassade. Vraag naar Bergman. Dan zullen we het een en ander uitwerken.’ Hij hing op voordat Cat nog iets kon zeggen.

Cat staarde naar de slaapkamerdeur. Er kwam geen licht onder uit. Hij had het lampje op het nachtkastje aan gelaten. Zijn kleine linnen tas lag op het bureau in de zitkamer. Hij liep erheen, vond Bluey’s magnum en keek of het wapen geladen was. Hij ging terug naar de telefoon en draaide een nul zonder de hoorn van de haak te nemen. ‘Hallo, centrale? Ik wil graag met de Verenigde Staten bellen.’ Hij gaf een nummer. ‘Ja, ik blijf aan de lijn.’ Hij deed zijn schoenen uit en liep, snel ademend, naar de slaapkamerdeur. In de wetenschap dat als hij ook maar even aarzelde hij het niet meer zou kunnen doen, duwde hij de deur open en hield de revolver recht voor zich uit.

Er zat iemand op het bed in de donkere kamer, een vrouw. Cat vond het lichtknopje en deed het licht aan, terwijl hij de revolver op haar richtte. De plafondlamp wierp zijn schijnsel in de kamer en hij zag dat hij de revolver gericht hield op het hoofd van de zangeres/danseres van de Tropicana revue. Hij verstijfde, te verbaasd om een woord uit te brengen.

‘Godallemachtig,’ zei een stem links van hem.

Cat draaide zich met een ruk om, de revolver nog steeds voor zich uit. In de deur van de badkamer, met een handdoek in haar handen, stond Meg.

Hij liet de revolver zakken. ‘Wat gebeurt hier allemaal?’ vroeg hij. ‘Waar ben je geweest?’ Zijn blijdschap om het weerzien werd overvleugeld door zijn woede over haar verdwijning.

‘Ik heb het druk gehad,’ zei ze. Ze liep naar hem toe, nam hem de revolver af en legde deze op een ladenkast. ‘Heeft Barry Hedger je mijn boodschap niet gegeven?’

‘Welke boodschap?’ Zijn ademhaling ging nog steeds gejaagd. ‘O, het is me al duidelijk,’ zei ze. Ze liep naar het bed en ging zitten. ‘Toen jij op het vliegveld door de politie werd overmeesterd, heb ik Hedger gebeld.’

‘Ja, dat weet ik,’ zei hij, terwijl hij op het andere bed ging zitten. ‘Mijn dank. Het zou anders nog onplezieriger geweest zijn.’

‘Ik kon zelf niets doen, dus heb ik buiten de gevangenis gewacht tot Hedger je met de ambulance kwam halen. De volgende ochtend heb ik gebeld om te horen hoe het met je ging en Hedger zei dat ze je aardig te pakken hadden genomen en dat je een paar dagen op het ziekenzaaltje van de ambassade zou moeten blijven.’

‘Hij heeft me niet verteld dat jij nog een tweede keer gebeld had. Waarom heb je geen briefje achtergelaten of iets in die geest?’

‘Ik dacht dat ik hier terug zou zijn voordat jij van die ziekenzaal kwam. Het spijt me, je moet je ongerust gemaakt hebben.’

‘Ja, dat kun je wel zeggen.’

‘Neem me niet kwalijk,’ zei Meg. ‘Cat, dit is een vriendin van me, Maribel Innocento.’

Cat keek naar de vrouw op het bed tegenover hem. ‘Aangenaam. Ik heb je vanavond zien optreden,’ zei hij. ‘Je was geweldig.’ Ze glimlachte tegen hem, niet-begrijpend. ‘Que?

Meg vertaalde Cats woorden en ze glimlachte opnieuw. ‘Dank u zeer.’ Ze zei het in het Engels, maar met een zwaar accent. Meg stelde Cat in het Spaans aan Maribel voor.

‘Waar hebben jullie elkaar leren kennen?’ vroeg Cat aan Meg. ‘Ik was drie jaar geleden in Havana om Castro te interviewen. Ik logeerde in het Tropicana hotel en Castro bleef het interview maar uitstellen, dus zat ik er een paar weken. We spraken elkaar op het strand en raakten bevriend.’

‘Dus dit is een soort reünie?’

‘Niet helemaal,’ antwoordde Meg. ‘Dat wil zeggen, dit is niet alleen een reünie. Maribel wil uit Cuba weg.’

‘En ze wil naar Colombia?’

‘Nee, naar Amerika.’

Maribel schonk hem een oogverblindende glimlach.

Ze was werkelijk beeldschoon, dacht hij. Gitzwart haar, prachtige huid en verbluffend witte tanden. Het viel hem voor het eerst op dat ze een ochtendjas aan had. De ceintuur zat er losjes omheen en haar borsten waren zichtbaar. ‘Ik begrijp het niet,’ zei hij tegen Meg. ‘Hoe kan ze in Bogota naar Amerika uitwijken?’

‘Daar werk ik nog aan,’ zei Meg. ‘Haar vader woont in Miami. Hij is jaren geleden uit Cuba weggegaan en heeft al die tijd geprobeerd om Maribel ook het land uit te krijgen. Ik heb contact opgenomen met de Amerikaanse consul op de ambassade. Hij wilde van tevoren niets beloven, maar liet duidelijk doorschemeren dat als ze inderdaad bij de revue wegging en officieel te kennen gaf naar Amerika te willen, er wel iets geregeld kon worden. Ze is een echte ster in Cuba. Ik denk dat de Amerikaanse regering met haar vlucht wel te koop zal lopen.’

‘Wat is de volgende stap?’

‘We moeten haar van het hotel naar de ambassade zien te krijgen –’

‘Je zegt het alsof ze het hotel uitgesmokkeld moet worden in een pasmand. Kan ze niet gewoon naar beneden gaan en een taxi nemen?’

Cat kreeg opeens een bang voorgevoel. ‘Nou?’ drong hij aan. ‘Zo eenvoudig ligt dat niet. Je moet weten dat er vier mensen van de Cubaanse geheime dienst met het gezelschap meereizen om juist dit soort dingen te voorkomen.’

Ach Jezus, dacht hij. ‘Hoe heb je haar bij die mensen weg kunnen krijgen?’

‘Dat ging heel makkelijk. Het gezelschap is twee verdiepingen lager ondergebracht. Ik zocht Maribel op in de kleedkamer en toen de show voorbij was, ging iedereen naar beneden. Het lukte me om haar alleen in een lift te krijgen en we zijn op deze verdieping uitgestapt.’

‘Mijn God, hebben die vier politiemannen dat niet gezien?’

‘Ze gingen allemaal even voor ons in één lift. Wij waren maar een paar seconden later, dus ik denk niet dat ze gezien kunnen hebben waar de lift bleef staan. Waarschijnlijk denken ze dat we het hotel uit zijn gegaan.’

Ze was nog niet uitgepraat toen er op de deur werd geklopt. Cat sprong op. ‘Ja, waarschijnlijk,’ zei hij.

Meg zei iets in het Spaans tegen Maribel en de twee vrouwen liepen samen naar de badkamer. ‘Zorg dat je van hem afkomt, wie het ook is,’ zei Meg, en deed de deur van de badkamer dicht.

Cat pakte de magnum en stak die bij zijn rug in zijn riem. Toen hij de deur opendeed, vroeg een zwaargebouwde Latino hem iets in het Spaans.

‘Het spijt me,’ antwoordde hij. ‘Ik spreek geen Spaans.’

‘Hotelrecherche,’ zei de man in het Engels. ‘We zoeken twee vrouwen die een klant hebben beroofd in het dakrestaurant. Ik moet uw kamer doorzoeken.’

‘Ik ben bang…’ zei Cat, maar de man had hem al opzij geduwd. Hij keek snel in de zitkamer, toen in de keuken en stevende daarna op de slaapkamer af. ‘Hé, wacht,’ riep Cat, terwijl hij achter hem aan liep en gezag in zijn stem probeerde te leggen. ‘Mijn vrouw is daar.’

De man hield de pas zelfs niet in. Hij liep naar de badkamerdeur en rukte die open. Meg stond voor de spiegel in Maribels ochtendjas, een handdoek om haar hoofd gewikkeld, haar gezicht ingesmeerd met een witte crème. Ze begon onmiddellijk in opgewonden Spaans tegen de man uit te varen.

De man deed verbaasd een stap terug en Cat ging voor hem staan. ‘En nu eruit!’ schreeuwde Cat tegen hem, terwijl Meg haar tirade voortzette. Cat hield zijn armen langs zijn lichaam, maar stootte hard met zijn borst tegen de man op. ‘Nu mijn kamer uit of ik bel de politie!’

De Cubaan draaide zich om en maakte zich uit de voeten.

Cat deed de deur achter hem op slot en op de ketting en leunde er met zijn gezicht in zijn handen tegenaan. Wat kon hem vanavond nu nog verder overkomen? Hij hervond zijn kalmte en ging terug naar de slaapkamer. ‘Wat heb je op je gezicht?’ vroeg hij Meg, haar naar de badkamer volgend. ‘Ik wist niet dat je dat spul gebruikte.’

‘Tandpasta,’ zei Meg, terwijl ze water in haar gezicht spatte. ‘Ik kon zo snel niets anders vinden.’ Ze zei iets in het Spaans en de glazen schuifdeur voor het bad ging open en Maribel kwam naar buiten, naakt maar zonder enige schroom. De twee vrouwen begonnen te lachen en omhelsden elkaar.

Cat ging terug naar de zitkamer, maar het kostte hem de grootste moeite om zijn ogen van Maribels verbluffende lichaam af te houden. De twee vrouwen volgden hem. Maribel had haar ochtendjas teruggekregen, maar had die losjes omgeslagen en Cat werd nog steeds door haar afgeleid.

‘Luister,’ zei Meg, op geruststellende toon, ‘we vinden morgen wel een manier om haar naar de ambassade te krijgen. Ze kan vannacht hier blijven. Er zijn twee bedden. Jij en ik in één bed en dan kan zij in het andere.’

Cat schudde zijn hoofd. ‘Dit wordt me allemaal wat te dol. Ik heb er totaal geen vat meer op.’

‘Ik weet dat je je ongerust maakt over Jinx,’ zei Meg. ‘Ik ook. Maar dit levert heus geen vertraging op.’

‘Jij weet niet wat er gebeurd is sinds we elkaar voor het laatst zagen. Ik heb je nog heel veel te vertellen.’

‘En moet er vanavond meteen al iets gebeuren?’

‘Nou, nee, maar…’

Meg legde een hand tegen zijn wang. ‘Cat, we moeten Maribel terug bij haar vader zien te krijgen. Ik denk dat jij begrijpt hoe belangrijk dat is, of niet?’

Cat knikte vermoeid. ‘Ja, zeker,’ zei hij. ‘Jezus, wat een dag.’

‘Nou, wat is er allemaal gebeurd terwijl ik weg was?’

Cat schonk voor allemaal een glas cognac in en bracht Meg op de hoogte.

‘We gaan dus naar Leticia?’ vroeg Meg.

Ik ga naar Leticia,’ antwoordde Cat.

‘Luister, Cat,’ zei ze beslist, ‘wen er nou maar aan. Ik ga waar jij gaat. En als jij naar Leticia gaat, ga ik ook. Zo simpel is dat. Vergeet niet dat je de taal niet spreekt. Je hebt mijn hulp nog altijd nodig. Ik laat je gewoon niet meer uit het oog.’

Cat sloeg zijn cognac naar binnen en schonk iedereen nog eens in. ‘God weet dat ik liever met dan zonder jou ga. Alleen was ik nooit zo ver gekomen.’ Hij ging staan. ‘Ik moet naar bed. Ik ben afgepeigerd.’ Hij ging naar de slaapkamer, kleedde zich uit en stapte zedig snel in bed. Hij sliep altijd naakt, had zelfs geen pyjama.

Hij dommelde vrijwel direct weg en het gefluister en gegiechel van de vrouwen stoorden hem niet. Hij was te moe om aan Vargas, Maribel, Hedger, Bergman of Gomez te denken. Ze konden hem allemaal wat. Als hij het wilde volhouden, moest hij slapen.