HOOFDSTUK 18

'Hebben wij elkaar niet ontmoet tijdens de Jackie Torrino-zaak, vijf jaar geleden?' vroeg Ernie Moran aan Kerrigan. Kerrigan knikte ongelukkig.

'Ik heb hem na je vertrek opgespoord,' fluisterde Joanne in een onderonsje met Nick. 'Ik dacht dat we maar beter even konden langs wippen, om te zien hoe het zaakje loopt.'

'Het is al zes jaar geleden,' zei Kerrigan tegen Moran, terwijl hij lachte als een boer met kiespijn. 'En we hebben elkaar nooit echt ontmoet. Dat zou ik me herinneren. Maar u hebt de trucendoos destijds een flink eind opengedaan. En Jackie Torrino is een vrij man.'

'Dank u,' reageerde Ernie Moran.

'Ik bedoelde het niet als een compliment,' zei Kerrigan. 'Kent u Joey Whelan?'

'Leuk, eh, hoofddeksel,' zei Whelan sarcastisch, doelend op de paarse boerenzakdoek.

Ernie schudde Whelans hand alsof hij een verkiezingskandidaat was die een campagnemedewerker wilde laten weten hoe belangrijk zijn rol was. Daarop wendde hij zich tot Nick. 'Het spijt me dat ik hier niet eerder kon zijn, Miss Stallings. Is alles goed?' Vóór Nick kon antwoorden, praatte hij alweer door. 'U hebt toch geen bezwaar als ik even met mijn cliënte overleg, of wel rechercheur?'

Nick bedacht dat ze niet moest laten merken dat ze Ernie Moran van haar levensdagen niet eerder had ontmoet. Ze kon het nauwelijks geloven dat Joanne hem had weten te traceren.

'U wilt overleggen?' vroeg Kerrigan, die op elegante wijze van de schrik herstelde. 'Geen probleem, hoor. Maak het uzelf gemakkelijk. Joey, we gaan die koffieautomaat eens aan het werk zetten.' Bij het verlaten van de kamer moest Whelan duidelijk moeite doen zijn misnoegen over de komst van een advocaat te verbergen. Kerrigan zei nog: 'Een paar minuten, meneer Moran.'

'Bedankt, heren,' zei Ernie Moran. Hij was ongeveer vijfenveertig, had donkere kringen om zijn diepliggende ogen en een bijna asgrauwe gelaatskleur. Hij zag eruit alsof hij met de griep worstelde. Als hij haar had gehad, was hij mogelijk aantrekkelijk geweest. Hij leek zelfverzekerd maar verstrooid. Hij had een zekere aantrekkingskracht, maar Nick stoorde zich aan zijn vrijpostigheid. Toen de twee politiemannen de kamer hadden verlaten, sloot hij de deur en stak haar zijn hand toe. Ze schudde hem. Zijn hand was koud en droog.

'Joanne vertelde me dat u wel wat hulp kon gebruiken. En ik heb lang geleden geleerd dat als Joanne ergens op staat, ik daar beter niet tegenin kan gaan.'

'Hij en ik hebben... een tijdje iets gehad,' zei Joanne. 'Voor ik Frankie kende. Maar je vertelt het hem niet. Ach, wat kan het ook bommen. Ik zeg het zelf wel. Ik kan toch niets geheim houden voor hem.'

Nick vroeg zich af of oom Edward wist dat zijn aangetrouwde nichtje een verhouding had gehad met Ernie Moran.

'Hoe dan ook,' zei Joanne, 'ik vond het nummer van zijn autotelefoon in een oude agenda. De Knicks spelen vroeg vandaag. Hij was op weg naar een eettent tegenover het stadion. Macht der gewoonte, of niet Ern? Heb je nog altijd een seizoenkaart? Ik had het kunnen weten.'

'Joanne,' zei de Tovenaar, 'we hebben niet veel tijd.'

'Dus ik heb zijn schuldbekentenis ingeleverd, als het ware. Goed, ik zal mijn grote waffel een minuutje houden. Of beter nog, ik wacht buiten. Oké?'

'Graag,' reageerde Ernie Moran.

'Sayonara,' zei Joanne, richting deur lopend. 'Frankie zit buiten in de auto op ons te wachten, Susan.'

'Je bent een schat,' zei Nick simpelweg.

'Okido,' zei Joanne. 'Je suis histoire.' Ze vertrok en Ernie Moran deed de deur achter haar dicht.

'We hebben waarschijnlijk een minuut of vijf, Miss Stallings. Die jongens weten niet dat we elkaar nooit eerder hebben ontmoet, en daar heb ik geen moeite mee, maar we zullen de beleefdheden even moeten laten voor wat ze zijn. Wat ik van u moet weten, is wat er speelt. Kort en bondig. Joanne heeft me enigszins ingelicht, maar het is allemaal nogal vaag.'

Nick vroeg zich af hoelang een lichaam adrenaline kon blijven aanmaken. Ze had het gevoel alsof ze daar al een eeuwigheid op draaide. Maar ze moest nu volhouden.

'Ik heb twee dagen geleden in het Pierre Hotel een korte affaire gehad met Jeffrey White...'

Worstelend om samenhang, vertelde ze haar verhaal, over alle voorvallen die hadden geleid tot Jeffrey's fatale daad.

'...niemand kon meer iets voor hem doen, en ik was hysterisch. Ik ben gewoon vertrokken.'

'Zonder de autoriteiten in te lichten?'

'Ik ben bang van wel. Het spijt me. Op dit punt zult u uw geld moeten verdienen, meneer Moran. Ik ben weggegaan. Ik had geen plan. Ik nam een taxi naar het appartement van Edward Costantino. Om advies te krijgen. Hij zei dat ik de politie moest bellen. Hij heeft ook twee advocaten aanbevolen, maar ik heb geen van beiden nog gesproken. De politie heeft me opgehaald en naar huis gebracht. Daar heeft Kerrigan me ondervraagd en na afloop heb ik Joanne gebeld om te vragen of ik bij haar kon logeren. Helaas stond Action News op de stoep -'

'Ik heb het gezien gisteravond.'

'Echt waar? Nou, ze hebben erin geknipt - behoorlijk zelfs. Ik maakte een vreselijke indruk, of niet?'

'Geen goede, in elk geval.'

'Dus toen ben ik naar Joanne gegaan, waar ik contact heb gezocht met die advocaten. En daarna heb ik geslapen.'

'En vanmorgen belden ze op omdat ze het rapport van de lijkschouwer hadden binnengekregen?'

'Ja. Kerrigan zei dat er enkele vragen waren gerezen en hij vroeg of ik langs kon komen. Hij deed voorkomen alsof het niets voorstelde.'

'Heeft hij dat letterlijk gezegd?'

'Nee. Maar zo liet hij het voorkomen.'

'Ga nooit weer zonder advocaat naar een politieverhoor.'

'Mooi niet.'

'U kwam hier aan om... hoelang bent u hier al?'

'Ik weet het niet. Een uur?'

'En...?'

'Kennelijk zit er een blauwe plek op het lichaam, die rond de tijd van zijn dood is ontstaan. Ik geloof dat de lijkschouwer denkt dat er gevochten is. En dat ik Jeffrey heb doodgestoken.'

'Hebben jullie gevochten?'

'Nee. Maar mijn vingerafdrukken staan op het mes.'

'Omdat u het weghaalde in een poging het leven van de man te redden.'

'Ja. Precies. Ze ondervroegen me juist over de blauwe plek toen jullie binnenkwamen. Bedankt voor uw komst overigens. Maar ik weet niet of ik me u wel kan veroorloven.'

'Daar hebben we het later wel over. Wat hebt u over die blauwe plek gezegd?'

'Niets.'

'Mooi.'

'Een avond eerder had hij de blauwe plek niet. Als ik beweer dat de plek er al die tijd heeft gezeten, zegt zijn vrouw misschien dat het niet zo is. Nee. De plek was me niet opgevallen. Ik stond op het punt te gaan liegen.'

Er werd op de deur geklopt en Kerrigan en Whelan kwamen binnen. 'Sorry, meneer Moran. We moeten door.'

Moran liep naar de deur en deed hem zachtjes dicht, alsof hij in zijn eigen huis was. Hij sloeg zijn armen over elkaar en staarde luttele seconden naar de grond.

Kerrigan vroeg: 'Meneer Moran, kunnen we verder? Ik heb eigenlijk nog maar één vraag.'

Moran keek langzaam op en wendde zich tot Kerrigan: 'Rechercheur, mijn cliënte heeft op alle mogelijke manieren haar medewerking verleend en is eenvoudig niet in staat vandaag nog meer vragen te beantwoorden.'

'Meneer Moran,' zei Nick, ietwat sputterend. Moran draaide zich naar haar om en wierp haar een blik toe die haar onmiddellijk deed zwijgen.

'Mijn cliënte wil met alle genoegen meewerken, maar er heeft een onbeschrijfelijk drama plaatsgevonden in haar leven en ze heeft behoefte aan rust. Ik ga persoonlijk met haar naar de huisarts, aangezien niemand anders op dat idee is gekomen.' Hij wierp hen een vernietigende blik toe. 'Ik wil zeker weten dat ze niet in een shocktoestand verkeert.'

'Ik moet zeggen,' begon Kerrigan, die zijn best deed om niet verwaand te klinken, 'dat ze op mij een heel heldere indruk maakt.'

'Ze is heel moedig,' zei Moran nuchter. 'En erop gebrand mee te werken.'

'Oké, prachtig,' zei Kerrigan vlug. 'Want ik heb alleen die ene vraag...'

'Het spijt me, rechercheur,' zei Ernie Moran.

'Nee, het spijt mij, meneer Moran,' zei Kerrigan op een geheel nieuwe, vijandige toon. Hij stak zijn hand in zijn binnenzak en haalde een plastic zakje te voorschijn met daarin een gouden armband. Hij hield het zakje dicht voor Nicks gezicht. 'Herkent u dit, Miss Stallings?'

'Nee,' antwoordde ze kortweg.

'Werkelijk,' reageerde Kerrigan. 'Weet u, meneer Moran, toen jullie tweeën daarnet zaten te praten, hebben ze dit van Miss Stallings' appartement hierheen gebracht. Ik heb de jongens gevraagd de woning nogmaals te doorzoeken. Als er sprake is van een lijk, wil je soms de eerste keer weleens wat over het hoofd zien. Dit lag op de grond achter uw bureau, Miss Stallings.'

'Dat is... onmogelijk,' zei Nick.

'Ik neem aan dat het ook onmogelijk is dat er op de sluiting een inscriptie staat gegraveerd. Wilt u weten wat er staat? Er staat: "Afgelopen zomer is voor altijd van ons - Jeffrey".'

' Wat?' riep Nick uit, terwijl ze naar adem hapte. Ernie Moran was verbijsterd. Nick keek naar de armband in het zakje dat Kerrigan vasthield. De armband zag er beschadigd, gedragen en authentiek uit.

Nick schudde domweg haar hoofd.

'Genoeg!' riep Ernie Moran uit. 'Ik begrijp echt niet hoe jullie een vrouw die zoveel te verwerken heeft met dit soort zaken kunnen confronteren.'

'Meneer Moran,' zei Nick ten slotte. 'Ik ben bereid alle vragen die ze hebben te beantwoorden.' Ze richtte zich tot Kerrigan. 'Wat wilt u weten? Heus. De hoofdstad van Idaho. Boise. De hoofdstad van North Dakota? Bismarck. Niet Fargo, nee, het is Bismarck.' Ze tikte nerveus met haar nagels op tafel. 'Nog meer?'

'Ik heb nog een heleboel vragen aan u, Miss Stallings,' reageerde Kerrigan. 'Bijvoorbeeld waarom uw goede vriendin - die u pas twee dagen kent - u Susan noemt.'

'Ik denk dat u wel begrijpt dat de maat vol is voor vandaag, heren,' zei Ernie Moran, die een stap richting Nick deed.

'Jezus, meneer Moran,' zei Kerrigan. 'Ik weet niet eens zeker of haar naam klopt.'

'Susan is mijn echte naam!' schreeuwde Nick plotseling. 'Nicolette is mijn artiestennaam.'

Kerrigan wierp een blik op Whelan. 'Ik ben dol op actrices, wat jij, Joey? Ze spelen het liefst altijd toneel.'

Er werd op de deur geklopt. 'Wat?' snauwde Kerrigan.

'Sorry, Tom,' zei Donnie, de agent van de balie, dwars door de deur. 'Maar er is een belangrijk telefoontje voor je. Het gaat over die verzekering.'

'Blijf hier,' zei Kerrigan, wijzend op Ernie Moran en Nick. Moran knoopte zuchtend zijn jas dicht.

'Rechercheur,' zei Moran, tegen Nick gebarend dat ze ook aanstalten voor vertrek moest maken. 'Ik ga met mijn cliënte naar de dokter. Ik vertrouw erop dat u mij belt, mocht u nog vragen hebben.' Hij overhandigde zijn visitekaartje, maar Kerrigan schoot hem voorbij en liep met grote passen naar de telefoon.

Moran gaf het kaartje aan Whelan. Joanne, die op een bankje wat had zitten bladeren in een map met gezochte criminelen, keek op.

'We gaan,' zei Moran plotseling tegen Nick.

Nick mocht de man niet. Ze vond zijn beschermende houding betuttelend. Ze was inderdaad uitgeput, maar nu was de zaak nog niet afgerond. De armband had haar volkomen uit het veld geslagen. En de grote Tovenaar van Ern moest machteloos toezien. Ze keek naar Kerrigan, die aandachtig luisterde naar degene aan de telefoon. Hij knikte, en toen keek hij ineens naar haar.

'Ga niet weg, alstublieft, Miss Stallings.' Hij luisterde. Joanne zat als verlamd. Ernie Moran probeerde Nick telkens richting uitgang te krijgen. Ze draaide zich naar hem om en fluisterde tussen haar tanden door.

'Meneer Moran. Misschien heb ik een shock, dat kan best. En ik ben dankbaar dat u hier bent, maar ik wil dit afronden. Ik vertel de waarheid. Ik wil hun vragen beantwoorden.'

'Nee, dat wilt u niet,' zei Ernie Moran.

Kerrigan hing op, maar liet Nick niet los met zijn ogen. Hij klapte weinig enthousiast in zijn handen en liep naar Nick en Moran toe.

'Vovop, vovop, vovop,' mompelde Kerrigan stijfjes. 'We hebben de levensverzekering van Jeffrey White laten natrekken. Standaardprocedure. Wilt u niet liever binnen verder praten?' vroeg hij, knikkend in de richting van de kamer die ze zojuist hadden verlaten.

'Ik ben hier onder vrienden,' zei Nick. 'Wat is er aan de hand?'

'Jeffrey White was zwaar verzekerd. Zwaar. Ik bedoel, écht zwaar verzekerd. Bij Metropolitan Life. Levensverzekering van een paar miljoen. En let op, hij heeft zijn polis tien dagen geleden laten veranderen. Heeft een andere begunstigde benoemd. Niet te geloven, hè?' Niemand reageerde. 'Tien dagen geleden. Dus - raad eens wie de nieuwe begunstigde is?' Niemand gaf antwoord. 'Laat me een hint geven. Het is niet zijn vrouw. Het zijn niet zijn kinderen noch zijn ouders. Nee. Noppes. Geven jullie het op? Oké, wil iedereen in deze ruimte die niet de begunstigde van Jeffrey White is een pas naar voren doen. Niet zo snel, Miss Stallings.'

'Wat krijgen we...' riep Ernie Moran uit.

'Oud grapje. Flauw grapje,' zei Kerrigan. 'Neem me niet kwalijk.' Hij zuchtte een keer. 'U bent het, Miss Stallings. Ú bent de nieuwe begunstigde.'

Nick liep naar het bankje en zonk naast Joanne neer.

'Miss Stallings,' vervolgde Kerrigan, 'de polis is tien dagen geleden ondertekend.'

'Dat is... onmogelijk,' zei Nick, terwijl ze Joanne's hand beetpakte. 'Ik kende Jeffrey White tien dagen geleden niet eens.'

'En de afgelopen zomer ook niet, zeker,' merkte Kerrigan op.

'Als ik Jeffrey White had willen vermoorden -' begon Nick. Ze werd onderbroken door Moran.

'U bent moe, Miss Stallings, laten we gaan.'

'Als ik iemand om zijn levensverzekering had willen vermoorden, rechercheur, zou ik dat dan in mijn eigen appartement doen?'

'Ik weet het niet, Miss Stallings,' reageerde Kerrigan. 'Zóu u dat doen?'

Nick begon te lachen. 'Wat ik ook zeg, het klinkt allemaal even belastend. Ik ben te moe om na te denken.' Ernie Moran wilde iets zeggen, maar Kerrigan was hem te snel af.

'Waarom hebt u uw appartement verlaten nadat hij overleed, Miss Stallings?' vroeg Kerrigan dringend.

'Dit was het voor vandaag, jongens,' zei Ernie Moran. 'Ik méén het. Kom, Miss Stallings.'

'Wilt u beweren dat ik hem om zijn levensverzekering heb vermoord en hem daarna dood in mijn woning heb achtergelaten?' vroeg Nick met verheven stem. Joanne kneep in haar hand en Nick maakte haar hand los uit de hare.

'Misschien is er iets misgegaan,' zei Kerrigan, die haar strak aankeek. 'Misschien hadden jullie ruzie, misschien raakte u in paniek. Misschien had u wel degelijk een plan, maar is dat eenvoudig mislukt. Misschien hebt u de bewuste locatie verlaten om tijd te winnen en een kloppend verhaal te verzinnen.'

'Miss Stallings,' zei Ernie Moran boos. 'Trap hier niet in.'

'U lijkt me niet de domste, Miss Stallings,' merkte Kerrigan op. 'We hebben deze armband gevonden. Oké? En ik ben, laten we zeggen, verontrust dat die polis tien dagen geleden is aangepast. Want u hebt steeds gezegd dat u die man nog maar pas hebt ontmoet. Ik zou volslagen achterlijk zijn als ik niet enige twijfels had of u ons wel helemaal de waarheid hebt verteld. Waardoor ik alles moet heroverwegen, Miss Stallings. De blauwe plek, alles. Want dat is mijn werk.'

Nick had het gevoel dat ze zou flauwvallen. Ze deed haar best kalm te blijven. 'Ik heb hem donderdagavond ontmoet, drie dagen geleden.'

Ernie Moran nam het woord. 'Jullie hebben nu net telefonisch informatie gekregen over die verzekering. Met alle respect, maar als jullie een kopie van de polis zelf hebben en meer dan een mondelinge rapportage over die vermeende polis, praten we verder.'

'Ern,' zei Kerrigan nonchalant, 'ik geloof werkelijk datje de rechtsgang blokkeert.'

'Mijn cliënte zweert dat ze de overledene donderdagavond voor het eerst heeft ontmoet.'

'Ze staat niet onder ede,' merkte Kerrigan droogjes op.

'Krijg de klere,' zei Nick kortweg. Kerrigan en Whelan stonden versteld, alsof geen enkele vrouw ooit iets dergelijks in hun bijzijn had geuit. 'Hoe durft u te impliceren dat ik lieg?'

'O. Neem me niet kwalijk,' zei Kerrigan, met opeengeklemde kaken.

'Goed,' zei Ernie Moran, 'we kunnen dit morgen verder bespreken, nadat ze is uitgerust en nadat jullie die rapporten met enige harde bewijzen kunnen onderleggen.'

'Ik heb Jeffrey White drie dagen geleden ontmoet - niet eens drie volledige dagen,' zei Nick, een tikkeltje te hard. 'Dat is alles.'

'Behalve,' zei Kerrigan, die hardop van de armband oplas: ' "afgelopen zomer is voor altijd van ons". En ik moet zeggen dat ik die verzekeringsinformatie uit zeer betrouwbare bron heb.' 'Uw oneerbiedige houding is beneden alle peil, rechercheur,' zei Ernie Moran, die door Nick steeds minder als een tovenaar werd beschouwd. 'Kom mee, Miss Stallings. Joanne...'

'Wacht even,' riep Kerrigan. 'Ik moet de namen van uw vrienden nog hebben.'

'Joanne en Francis Triziani,' reageerde Joanne, die Triziani vervolgens vol trots spelde.

'Jullie hebben hun telefoonnummer al,' zei Nick. 'Ik heb afgelopen nacht bij hen gelogeerd.' Whelan maakte een notitie.

'U kunt maar beter de achteringang weer nemen,' gromde Kerrigan. 'Voor het geval Connie Aasgier en haar bende buiten staan.' Hij liep een stukje met hen mee, richting trap. Nick hield ineens halt en wendde zich tot Kerrigan.

'U moet me verontschuldigen,' zei Nick. 'Het is... een hele beproeving geweest.'

'Ik begrijp het,' zei Kerrigan, niet bepaald overtuigend.

Toen ze de trap naar de achteringang afdaalden, hoorde Nick Kerrigan tegen Whelan zeggen: 'Vovop, Joey. Een godvergeten, kloterige vovop.' Toen ze buiten gehoorsafstand waren, onder aan de trap, bleef Ernie Moran stilstaan. Hij keek Nick aan.

'Vanaf nu hou je verdomme je mond wanneer ik dat zeg, en anders kun je een andere advocaat gaan zoeken.'

'Hé, hé, hé. Rustig aan, jullie,' zei Joanne.

'Tijdens een rechtszitting,' vervolgde Ernie Moran, 'gebruiken ze die vloek gegarandeerd tegen je.'

'O, dat is een hele geruststelling,' zei Nick, 'een rechtszitting! Bedoelt u écht dat die tot de mogelijkheden behoort?'

'Kende u Jeffrey White de afgelopen zomer of niet?' vroeg Moran.

'Krijg ook de klere,' zei Nick, en ze duwde de deur open. Ze had nog geen twee passen gedaan toen een fel licht haar gezicht bescheen en er tal van camera's flitsten. De flitslampen verblindden haar tijdelijk, maar ze hoorde verschillende stemmen in het tumult, van mannen én vrouwen.

'Miss Stallings! Kijk even hierheen, alstublieft...'

'Nicolette! Waarom ben je vandaag hier...?'

'Hebt u Jeffrey White vermoord...?'

'Niet blijven staan,' zei Ernie Moran. Nick kneep haar ogen een beetje dicht en zag ten minste twee fotografen en een cameraploeg. Op de camera stond ACTION NEWS, en de cameraman volgde hen op de voet.

'Frankie staat op Third Avenue te wachten,' zei Joanne. 'Gewoon doorlopen, Susan.'

'Waarom noemt u haar Susan, mevrouw?' vroeg Connie Cuevas, die vanachter de camera ineens opdook. 'Heet ze soms geen Nicolette?'

'Mijn vrienden noemen me Susan,' verklaarde Nick onder het lopen. Ze wilde hen tevredenstellen door iets onschadelijks prijs te geven.

'Miss Stallings, wat heeft de politie aan u gevraagd?' zei een knorrig kijkende jongeman in het zwart, met superkort haar en kleine, pafferige oogjes. Terwijl hij achterwaarts liep, krabbelde hij Nicks antwoord met een stompje potlood op papier, in afwachting van meer.

Ernie Moran hield plotseling halt. Hij deed dat zó onverwacht dat Nick en Joanne automatisch ook stopten. Hij trok de zakdoek om zijn hoofd recht en stak zijn hand in de lucht. Er stonden twee fotografen, twee verslaggevers en een cameraploeg van drie personen om hen heen. In Nicks ogen had het een menigte van wel vijftig man geleken. Moran sloeg zijn arm om haar schouder.

'We waren hier om een paar routinevragen te beantwoorden en op alle mogelijke manieren mee te werken aan het politieonderzoek. Er zijn geen beschuldigingen of aantijgingen geuit.'

'Ik heb begrepen,' begon Connie Cuevas, 'dat de lijkschouwer niet heeft bevestigd dat het om zelfmoord gaat. Maakt dat u tot een van de verdachten, Miss Stallings?'

Nu ze voor de leeuwen werd gegooid, liet Nick het praten aan Ernie Moran over. 'Er zijn geen verdachten, Connie,' antwoordde Moran, alsof ze oude vrienden waren. 'Miss Stallings is hieruit eigen beweging naar toe gekomen om zo behulpzaam mogelijk te zijn. De politie zat met een paar vragen in haar maag. Ze is erg moe. En overstuur. Ik weet zeker dat u daar begrip voor hebt.' Hij duwde Nick en Joanne zachtjes voor zich uit. Nick zag dat Frankie op de hoek bij zijn auto stond te wachten.

'Miss Stallings,' probeerde Connie Cuevas vlak achter hen nog eens, 'hebt u dan helemaal niets te zeggen?' Nick wilde haar mond openen, maar Joanne zette haar nagels in Nicks handpalm en keek haar aan met een gezicht dat zei: zwijg!

Nick, die woedend op de politie was omdat ze waarschijnlijk iemand had getipt dat ze uit de achterdeur zou komen, voelde een roekeloos verlangen haar woede te koelen. Maar ze bleef lopen. Ze kwamen aan op de hoek. Frankie had het achterportier al opengezet. 'Ik ga met je mee,' fluisterde Ernie Moran tegen Nick. Nick protesteerde niet. De verslaggevers schreeuwden nog altijd om meer informatie en de fotografen bleven maar knippen. Joanne stapte als eerste in en Ernie Moran hield het portier open voor Nick. Joanne strekte haar hand uit om Nick naar binnen te trekken. Maar juist toen ze op het punt stond toevlucht op de achterbank te zoeken, bedacht ze zich en draaide zich om naar de camera van Connie Cuevas' tv-ploeg.

'Mevrouw White?' zei Nick, terwijl ze strak in de camera keek. 'Mevrouw White - het spijt me.'

Verbluft duwde Ernie Moran Nick naar binnen, waarna hij zelf instapte en het portier dichtsmeet. Frankie zat inmiddels achter het stuur en scheurde weg over Third Avenue. Helaas stond het busje van Action News ook in de startblokken, en toen Nick omkeek, zag ze Connie Cuevas en haar crew vlug instappen. Net toen Frankie bij de eerste kruising kwam, sprong het stoplicht op rood.

'Rij door, Frankie,' gilde Joanne. 'Plankgas verdomme!'

'Nee, niet doen!' riep Ernie Moran. 'Er staat een politiewagen op de hoek.' Ze keken hulpeloos toe hoe het busje van Action News vlak achter hen tot stilstand kwam.

'Misschien kan ik beter uitstappen en met hen meerijden,' merkte Nick op.

'Ik wou dat u dat niet had gezegd, Miss Stallings,' zei Ernie Moran.

'Ik maakte een grapje,' zei Nick dof.

'Ik bedoelde eigenlijk uw... verontschuldiging aan het adres van Jeffrey White's weduwe,' zei Moran. 'Wat had dat precies te betekenen?'

'Ik wilde iets tegen haar zeggen. En ik kwam tot de slotsom dat ik niet gauw weer zo'n kans zou krijgen,' antwoordde Nick.

'Is het niet in u opgekomen dat het mogelijk als een schuldbekentenis klonk?'

'Nee,' zei Nick kwaad. 'Ik vond dat ik die vervloekte camera ook maar eens moest gebruiken om te zeggen wat ik echt op mijn hart heb.'

'Ik denk alleen niet dat u beseft hoe dit in het journaal zal overkomen, Miss Stallings. Daar bent u vast niet blij mee,' merkte Ernie Moran op.

Het stoplicht sprong op groen en ze reden verder over Third Avenue, het busje op discrete afstand achter hen.

'Waarheen?' vroeg Frankie. 'Wil je dat ik hen afschud? Ik zie geen agenten meer in de buurt.'

'Kun je dat zonder een wetsovertreding te maken?' vroeg Nick. 'Ik geloof niet dat ik ervoor voel door de politie te worden aangehouden.'

'We gaan naar Ninetieth en Park Avenue,' zei Ernie Moran. 'Praktijk van dokter Klein.'

'Waarom? Ik heb geen dokter nodig,' zei Nick.

'Het is essentieel dat dokter Klein u even onderzoekt. Hij kan vaststellen of u onder grote spanning gebukt gaat of zelfs een verlate shock hebt. Daarmee kunnen we het vloeken in het politiebureau en dergelijke verklaren.' Nick begon te protesteren. 'Geloof me, Miss Stallings. Het is erg belangrijk. Doe dit alstublieft voor me. Het duurt maar even.'

'Werkt hij op zondag?' vroeg Nick.

'Hij is er wel,' antwoordde Ernie Moran. 'Hij is een vriend van me.'

'Het lijkt me geen slecht idee, Susan,' zei Joanne. Frankie keek via het achteruitkijkspiegeltje naar Nick of het in orde was, waarop ze hem toeknikte. Hij sloeg abrupt linksaf,

Eighty-third Street in, maar het team van Action News was alert en volgde hen op de voet. Frankie legde de route naar Park Avenue zigzaggend af door steeds op het laatste moment af te slaan, maar de chauffeur van het busje was even handig als hij. Toen ze bij het bewuste adres aan Park Avenue stopten, kwam ook het busje van Action News tot stilstand.

'Vlug! Vlug!' spoorde Ernie Moran hen aan. 'Vóór ze uitstappen. Wacht op ons,' zei hij tegen Frankie, terwijl hij Nick uit de auto trok en haar begeleidde naar een portaal waar een koperen naambordje hing met daarop: STEVEN J. KLEIN, ARTS. Ze belden aan, de deur ging zoemend open en Ernie Moran riep tegen de receptioniste: 'Laat vooral niemand binnen!' De receptioniste, een zwaargebouwde vrouw van ongeveer vijftig, zat achter een computer, te midden van handleidingen en pas geopende dozen. Ze zag er verslagen uit. Maar toen de bel vrijwel onmiddellijk opnieuw klonk, negeerde ze het signaal.

'Sorry, Bev,' zei Ernie Moran. 'Ik leg het je later wel uit.'

'Bent u dat, meneer Moran? Ik herkende u even niet. Dokter Klein zit te wachten.'

'Zit te wachten?' herhaalde Nick verbaasd. 'Hoe wist hij van onze komst?'

'Ik heb hem gebeld toen ik onderweg was naar het politiebureau,' zei Ernie Moran. 'Luister. Het is erg belangrijk. Voor de zekerheid.'

'U wist niet eens of ik een dokter nodig had of niet.'

'Ik zag u op het nieuws. Ik meende dat het geen kwaad kon. Heus, Miss Stallings. Het is voor uw eigen bestwil. Laat me deze klus klaren. Ik heb het eerder gedaan.'

Er werd opnieuw aangebeld. Bev negeerde de zoemer en overhandigde Nick een klembord met een ellenlange vragenlijst. 'Als u dit even wilt invullen,' zei ze. Nick schreef ietwat afwezig haar naam en telefoonnummer op het formulier.

'We hebben nogal haast, Bev,' zei Ernie Moran. 'Dit kan ze later wel doen. En sorry, dat ik je op zondag moest laten komen.'

'Ik moest hier sowieso zijn,' reageerde Bev. 'Nieuwe computer, begrijp je wel. Zondag is de enige dag dat ik kan oefenen met die vervloekte software.' Ze keek Nick aan en zei: 'Loop maar mee.' Ze leidde Nick via een L-vormige gang naar de spreekkamer. In de kamer bevonden zich een wasbak, een onderzoektafel met papier erover en een raam met houten jaloezieën, dat uitzicht bood op een niet al te gezonde boom aan Ninetieth Street.

'Dokter Klein,' riep Bev, 'de patiënt zit klaar in spreekkamer 2.' Nick nam plaats op een verrijdbare, aluminium stoel en vrijwel meteen daarna kwam dokter Steven Klein binnen. Hij was lang en jonger dan Nick had verwacht. Hij had een beetje vettig, rood haar, een bril met een metalen rand en een enigszins verontschuldigende houding. Nick realiseerde zich dat ze een vermoeide, oude sul in de nadagen van zijn artsenloopbaan had verwacht, die op verzoek van Ernie Moran elke willekeurige diagnose zou toekennen.

'Hallo,' zei hij opgewekt.

'Hallo,' zei Nick.

'U, eh, zit op mijn stoel,' merkte hij op. Nick maakte aanstalten op te staan. 'Nee, nee. Het is goed zo. De stoel flatteert u meer dan mij.' Nick merkte dat ze onwillekeurig naar de ringvinger van zijn linkerhand keek. Geen ring.

'Goed,' zei hij. 'Ik begrijp dat u nogal wat hebt meegemaakt.'

'Dat kunt u wel stellen.'

'Ik zal even een routine-onderzoek doen, om te bepalen of alles in orde is, en dan staat u zo weer buiten. Ik geef u een minuutje, als u zo vriendelijk wilt zijn zich uit te kleden op uw beha en slipje na. Er hangt een ziekenhuishemd aan de deur. Uw eigen kleren kunt u op de kleerhanger kwijt.'

Tot haar verbijstering kwam de junkie in Nick plotsklaps weer tot leven. Zoals altijd als ze een kans rook, toonde haar aandrang geen enkel respect voor de ongepastheid van de situatie. Toen dokter Klein zich omdraaide om de kamer te verlaten, begon Nick ineens te praten, waardoor hij bleef staan. 'Ik voel me redelijk,' zei ze, de jurk van mousseline over haar hoofd tillend. 'Op een barstende koppijn na, hier ongeveer.' Ze wees met haar ene hand op haar slaap en slingerde met haar andere hand de jurk op een stoel. Ze stond nu enkel in haar ondergoed. De dokter draaide zich om.

Stop. Stop.

'Denkt u dat u me daar iets voor kunt geven?' vroeg ze.

'Eh... maar natuurlijk,' antwoordde hij, waarop hij zich abrupt omdraaide en de deur uitliep. 'Ik ben... zo terug.'

Ze schopte haar gymschoenen uit, trok haar onderbroek, beha en sokken uit en pakte het ziekenhuishemd van de haak. Deels opgewonden en deels walgend van zichzelf kon ze haar verlangen het hemd op de grond te gooien en dokter Klein in haar blootje te begroeten nauwelijks weerstaan. Het pure genot dat ze daaraan kon ontlenen, zou haar ongetwijfeld al haar zorgen doen vergeten. Zoals altijd wanneer ze werd beheerst door een potentiële kick, kon ze niet logisch denken. Ze probeerde zichzelf te herinneren aan de benarde positie waarin ze zich bevond. Waarop de junkie in haar terugfluisterde dat het een fantastisch gevoel zou geven, dat het mocht en dat dit een heel aardige dokter was die het nooit verder zou vertellen. De junkie in haar sprak niet zozeer met woorden als wel met prikkelingen onderin haar ruggegraat, die opnieuw dat ultieme hoogtepunt beloofden.

Hij klopte aan. Onwillekeurig strikte ze de touwtjes van het ziekenhuishemd. Ze ging zitten, sloeg haar benen over elkaar en zei: 'Kom binnen.' Hij deed de deur een stukje open en stak zijn hoofd om het hoekje, alsof hij zich ervan wilde verzekeren dat hij niet ongelegen kwam.

'Klaar voor de start?' vroeg hij, ietwat nerveus.

'Helemaal,' antwoordde ze.

Hij legde zijn klembord naast de wasbak en waste zijn handen. 'Hoe is het met de hoofdpijn?'

'Iets beter, eerlijk gezegd,' zei ze, verrast.

'Ernie veronderstelde dat u misschien een verlate shock had.'

'Is het werkelijk?' zei Nick effen.

'Het zou niet zó vreemd zijn. U hebt heel traumatiserende dingen meegemaakt, en -'

'Heeft hij dat allemaal verteld?'

'Alleen dat u getuige was van eh... een zelfdoding.'

'Ja,' zei ze, zonder er verder op in te gaan.

'Het spijt me. Goed, laat ik eerst eens kijken of uw rikketik in orde is,' zei hij, terwijl hij zijn stethoscoop greep. Hij plaatste het instrument zo'n tweeënhalve centimeter boven haar hart. Terwijl hij het meetinstrument van plaats naar plaats verschoof, merkte Nick dat hij zijn best deed haar borsten te vermijden.

Toen hij de stethoscoop op haar rug plaatste, strekte ze haar arm uit en trok het strikje aan de achterzijde los. Het ziekenhuishemd viel een stukje open.

Junkiegedrag...

Hij draaide weg, legde de stethoscoop neer en pakte een tongspatel uit een beker.

Schijnbaar geheel in beslag genomen, vroeg hij haar om 'aaa' te zeggen. Ze stak haar tong uit. Hij keek in haar keel, pakte toen een zwart lampje om haar neus en oren mee te controleren en richtte zijn blik op haar. Deze keer ontmoetten hun ogen elkaar. Hij verplaatste zijn gewicht en hield het instrument bij haar gezicht.

'Kijk eens naar links,' zei hij, met het licht in haar ogen schijnend. 'En naar rechts.' Nick bewonderde hem om zijn onverwoestbare concentratievermogen. Hij bewoog het lichtje naar haar rechteroog. 'Oké.' Hij liet het lampje zakken. 'Nu nog even je bloeddruk meten en dan zijn we klaar.' Hij deed de band van de bloeddrukmeter om haar arm, pompte hem op en las de uitkomst.

'U doet kennelijk veel aan sport,' zei hij. 'Uw bloeddruk is perfect.' Ze lachte. Dit was haar laatste kans om het hemd te laten vallen.

Ga je gang.

Het is zo simpel.

Je ziet hem toch nooit weer...

Hij schoof de bloeddrukmeter opzij, stond op en pakte zijn klembord. 'Voorzover meetbaar... lijkt alles prima,' zei hij, enigszins blozend. 'Neemt u me niet kwalijk als ik me vergis, maar u lijkt me een beetje gespannen - wat onder de omstandigheden volkomen begrijpelijk is. Ik zou u iets kunnen geven waardoor u beter slaapt. Denkt u dat vanavond nodig te hebben?'

'Ik sla me er wel doorheen,' zei Nick, die tot haar stomme verbazing moest concluderen dat haar hoofdpijn was verdwenen.

'Nou,' zei hij, terwijl hij een kaartje uit zijn jaszak haalde. 'Ik heb vanavond dienst in het ziekenhuis, dus ben ik niet moeilijk te bereiken. Bel me als u iets nodig hebt.' Ze stond op, haar gezicht naar hem toe. Het hemd hing nog steeds open.

'Dat is heel aardig van u,' zei Nick, het kaartje aanpakkend. Ze moest ineens denken aan het laatste visitekaartje dat ze had gekregen - dat van Jeffrey White, nog geen drie dagen geleden in het restaurant.

Ze hield haar ziekenhuishemd aan.

'Bedankt,' zei ze eenvoudig.

'Graag gedaan. Graag gedaan,' zei hij, de deur uitlopend. Halverwege stopte hij en draaide zich onhandig naar haar om. 'Eh. Prettig kennis gemaakt te hebben.' Daarop verdween hij. Ze bleef een paar seconden staan, om te verwerken wat zich zojuist had afgespeeld.

Ik heb me als een normaal mens gedragen.

Geen echte overwinning, dacht ze.

Als dit acceptabel gedrag is, waarom voel ik me dan niet beter?

Ze liet het ziekenhuishemd van haar schouders glijden en wilde het geleende ondergoed weer aantrekken toen ze ineens bedacht dat alle gesprekken achter de rug waren. Ze propte de beha en het slipje in haar handtas en pakte de jurk. Toen ze de jurk over haar hoofd trok, hoorde ze een gedempt klikgeluid. Het klonk vertrouwd, maar ze kon het niet helemaal thuisbrengen. Ze draaide zich om, de jurk nog half over het hoofd. En daar, tussen de jaloezieën, zag Nick de lens van een fototoestel. De in het zwart geklede vent erachter knipte er vrolijk op los. Heel even stond ze als aan de grond genageld, toen strekte ze haar hand uit naar het koord van de jaloezieën en trok er hard aan. Maar in plaats van naar beneden te vallen, trok ze de jaloezieën omhoog. Ze zonk op haar knieën om zichzelf aan het zicht te onttrekken en rukte het koord de andere kant op. Met veel kabaal vielen de jaloezieën omlaag. Daarop greep ze het koord aan de andere kant van het raam, waarmee ze de buitenwereld eindelijk kon buitensluiten.

Hurkend op het koele linoleum van de behandelkamer kreeg ze het gevoel op instorten te staan. Ze opende haar mond en wilde gillen, maar er kwam geen geluid uit haar keel. Ze trok de jurk en haar gymschoenen aan, greep haar tas en vloog de kamer uit, Joanne's sokken achterlatend. Ze rende de verkeerde kant uit in de kleine doolhof van dokter Kleins praktijk. Toen ze een deur openrukte, bleek het de voorraadkast met medicijnen te zijn. Ze rukte er nog een open en deze keer stond ze in een piepkleine badkamer. Ze keerde zich om en snelde de andere kant uit. Toen ze de hoek omsloeg, hoorde ze de stem van Ernie Moran, die met dokter Klein stond te praten. Ze zwegen toen ze haar hoorden aankomen.

Ze begon te hollen, passeerde hen zonder een woord te zeggen, duwde de voordeur open en ging de straat op. Connie Cuevas stond er nog steeds, maar haar cameraploeg was niet geheel en al voorbereid. Nick zag de geluidsman, die naar zijn uitrusting greep, tot leven komen, terwijl de cameraman zijn camera over de schouder gooide en naar de benodigde knoppen greep zonder Nick een seconde uit het oog te verliezen. Nick, die kookte van woede, keek naar Connie Cuevas en riep, in de wetenschap dat ze een paar seconden had vóór de camera opnamen maakte: 'Waar zit hij? Waar zit hij?'

'Wie?' vroeg Connie Cuevas, die er ogenschijnlijk niets van begreep.

'Die vent met het fototoestel, verdomme. Heb jij hem soms een lift hierheen gegeven?' Connie Cuevas reageerde niet. Nick keek naar links, toen naar rechts en vroeg zich af waar ze de man in het zwart moest zoeken. Ze begon te rennen in de richting waar ze hem vermoedde, toen ze hem ineens de hoek om zag komen, haar kant uit en zijn blik op het fototoestel gericht terwijl hij een filmrolletje terugspoelde. Ze holde naar hem toe. Connie Cuevas gaf haar ploeg zwijgend opdracht om Nick te volgen. Voor de fotograaf opkeek, had Nick zijn fototoestel te pakken.

'Hé!' riep de man uit, onvoorbereid op een ontmoeting met zijn onderwerp. 'Wat krijgen we nou?' Nick had het fototoestel stevig in haar handen, maar de camera zat met een riempje om zijn nek. Ze rukte en zwoegde, waarbij ze hem bijna omvertrok.

'Gore klootzak!' schreeuwde Nick, die compleet over de rooie ging. De slungelachtige verslaggever, die kennelijk niet erg sterk was en volkomen overrompeld, had zijn handen vol. 'Klootzak! Gore klootzak!' herhaalde Nick. Op dat moment zwaaide de deur van dokter Kleins praktijk open en stormde Joanne naar buiten, op de voet gevolgd door Ernie Moran. Wat ze aantroffen was iets dat leek op een ordinair, puberaal handgemeen, vastgelegd door het team van Action News.

'Geef hier dat ding!' schreeuwde Nick tijdens de touwtrekstrijd met de fotograaf.

'Vrijheid van meningsuiting! Vrijheid van meningsuiting!' riep de verslaggever op zijn beurt, een toneelstukje opvoerend voor de cameraploeg. 'Ik ben een journalist die verslag doet!'

'Je bent een ellendige schoft!' riep Nick uit, terwijl ze vechtend over het trottoir liepen. 'Een echte journalist zou op je spugen.' Joanne rende recht op Nick af en rukte het fototoestel uit de verzwakte handen van de fotograaf. En terwijl Nick zijn armen vasthield, trok ze het riempje over zijn hoofd.

Ernie Moran was inmiddels ook ter plaatse en wierp zich tussen de strijdende partijen. Toen hij zag dat Nick niets mankeerde, draaide hij zich om naar de cameraploeg en hield zijn hand in de lucht, als een verzoek aan Connie Cuevas om te stoppen met filmen. Toen ze dat niet deed, keek hij recht in de camera en zei: 'Dit soort verslaggeving is een vernedering voor andere journalisten en een belediging voor de kijkers. Als u enig zelfrespect hebt, Miss Cuevas, of enig respect voor privacy en fatsoen, laat u de camera nu uitzetten.' Nick wierp een vluchtige blik naar hen en zag dat de cameraman wachtte op aanwijzingen van Connie Cuevas. Ze maakte een cirkelende beweging met haar vinger om aan te geven dat hij moest blijven filmen. Ernie Moran liep vervolgens naar de camera en blokkeerde de lens met zijn lichaam. Joanne maakte van de gelegenheid gebruik om de fotograaf een knietje te geven. Toen hij dubbelklapte van de pijn, hielp Joanne Nick omhoog en bij de verslaggever vandaan. Deze deed een laatste, zinloze poging zijn camera terug te grissen.

Zo gelijkmatig als hij kon, zei Ernie Moran tegen Nick: 'Miss Stallings, Joanne, de auto in!' Nick had Frankie tot op dat moment niet gezien, maar de Cadillac stond ineens voor hun neus en Frankie sprong eruit, klaar voor de strijd.

'Ik moest hier weg van een agent. Ik stond dubbel geparkeerd,' zei Frankie buiten adem, terwijl hij verward naar hen toe liep. 'Ik moest noodgedwongen een blokje om rijden.'

Ernie wist zijn lichaam nog steeds voor de camera te houden, alhoewel de cameraman heen en weer danste om vrij zicht te krijgen. 'Iedereen de auto in,' zei Ernie Moran, terwijl hij met zijn hoofd rukte om Frankie te beduiden in te stappen. Frankie, die ietwat verwonderd keek, deed niettemin het achterportier voor hen open en sprintte terug naar de bestuurderskant. Met zijn lichaam nog altijd voor de camera wist Ernie Moran voldoende tijd te rekken om Nick en Joanne te laten instappen. Joanne had de camera van de fotograaf in haar handen. De man was inmiddels hersteld en ze kon nog net op tijd de deur op slot doen vóór hij naar het handvat greep. Hij begon op het raampje te bonzen.

'Dieven!' schreeuwde hij. 'Misdadigers! Dat toestel is privé-eigendom!' Hij beukte opnieuw op de raampjes, terwijl Frankie langzaam optrok om te voorkomen dat hij de man omver zou rijden. Ernie Moran had ondertussen voorin plaatsgenomen, waardoor de cameraman van Connie Cuevas vrij spel had. De journalist in het zwart gilde: 'Dit is belemmering van de vrije meningsuiting!'

'Probeer dit maar eens te belemmeren!' gilde Joanne op haar beurt, terwijl ze onder het wegrijden het raampje net ver genoeg opende om het inmiddels geopende en belichte filmrolletje naar hem toe te gooien.

'Wacht eens even,' zei Ernie Moran. 'We kunnen zijn fototoestel niet inpikken. Remmen, Frankie.' Frankie stopte abrupt. Ernie opende vlug zijn portier en zette het fototoestel voorzichtig op de stoeprand. 'Alsjeblieft,' riep hij naar de fotograaf, die hen achterna was gerend. 'De vrijheid van meningsuiting is gered.'

Daarop scheurden ze weg, de fotograaf knielend bij zijn camera achterlatend, terwijl Action News hun vertrek opnam. Deze keer stond het stoplicht op de dichtstbijzijnde kruising op groen. Frankie versnelde en ze waren in een mum van tijd uit het gezicht verdwenen, nog voor de tv-ploeg het eigen busje had bereikt. Joanne slaakte een overwinningskreet.

'Jezus,' zei Frankie grijnzend. 'Ik hoop wel dat ze me van mijn goede kant hebben gefilmd. Wat was er in godsnaam aan de hand?'

'Ik geloof niet, jongens en meisjes, dat het nieuws vanavond een pretje zal zijn om te bekijken,' zei Ernie Moran, terwijl hij zijn voorhoofd en de achterkant van zijn kale kop met een ongebruikte zakdoek afveegde.

'Wat deed die hufter eigenlijk?' vroeg Joanne.

Nick voelde zich vreemd genoeg rustig. Ze was er nu tamelijk zeker van dat ze inderdaad een shock had. 'Hij stond voor het raam foto's te nemen. Penthouse-kwaliteit, zal ik maar zeggen.'

'De smeerlap,' mompelde Frankie.

'Er gaan acht miljoen verhalen rond in Naaktstad,' zei Nick bedaard, 'en zeven miljoen ervan zijn naakt.'

'Wat zeg je daar?' vroeg Frankie.

'Hartelijk dank, lief arrestatieteam,' zei Nick, terwijl ze Joanne even op de knie klopte. 'Er zit een tv-serie in deze hele toestand, ik vóel het gewoon.'

Frankie sloeg telkens weer een andere straat in en keek voortdurend in het achteruitkijkspiegeltje of ze niet door het nieuwsbusje werden achtervolgd.

'Waarheen?' vroeg hij.

'Kan ik nu alsjeblieft naar huis?' vroeg Nick aan Ernie Moran. Maar meteen corrigeerde ze zichzelf. 'Ik bedoel niet "naar huis". Nee. Thuis is waar het politielint hangt. Waar het bloed ligt. Stom van me.' Ze voelde tranen op haar wangen, hoewel ze voor het overige geen neiging tot huilen voelde. 'Misschien,' zei ze, haar tranen afvegend aan haar mouw, 'misschien kan ik beter een hotelkamer nemen.'

'Vergeet het maar,' zei Joanne. 'Naar huis, Frankie. Waar kunnen we je afzetten, Ern?'

'Waarom breng je me niet naar de Orde van Advocaten?' zei Ernie

Moran luchtig, 'dan kan ik mijn vergunning inleveren voordat ik wordt gezocht en onder dwang mijn licentie moet afstaan. Joanne,' zei hij met een glimlach, 'ik geloof dat we weer quitte staan, jij en ik.' Joanne knikte. 'Als het kan, wil ik er bij mijn kantoor uit. Fifty-sixth en Park Avenue.'

'Komt voor mekaar,' zei Frankie.

'Joanne, Frankie,' begon Ernie Moran, nu op een andere toon, 'heeft een van jullie twee Jeffrey White uit het raam zien springen?'

'Wij waren in de slaapkamer,' antwoordde Frankie. Hij wendde zich tot Joanne. 'Jij hebt gegluurd. Heb je iets gezien?'

'Nee,' antwoordde Joanne. 'Ik hoorde Susan schreeuwen, meer niet.'

Een tijdje reden ze zwijgend verder. 'Luister, de man is dood,' zei Ernie Moran. 'We kunnen hem niet tot leven brengen.' Opnieuw een stilte. 'Als een van jullie kon zeggen datje hem zag springen...'

'Doel je soms op meineed, Ern?' vroeg Joanne.

'Je kent me toch wel beter, Joanne.'

'Geen commentaar,' reageerde Joanne. Ze reden zwijgend verder en kwamen uiteindelijk bij de kruising van Park Avenue en Fifty- sixth Street tot stilstand.

'Miss Stallings,' zei de Tovenaar. 'We moeten praten. Kunt u even mee naar mijn kantoor komen?'

'O, mijn God,' verzuchtte Nick. Ze keek Joanne aan.

'Is misschien geen gek idee,' zei Joanne. 'Jullie kunnen wel een strategie gebruiken.'

'Hoelang, Ern?' informeerde Frankie.

'Een half uur?' zei Ernie Moran, met een blik op Nick. Ze knikte.

'Dan wachten we,' zei Frankie.

'Nee,jongens, gaan jullie maar,' zei Nick. 'Ik heb jullie zondag al meer dan genoeg verpest.'

'We wachten,' zei Joanne. Ze keek naar Ernie Moran. 'Bedankt.'

'Daar zou ik maar even mee wachten,' zei hij, het portier openhoudend voor Nick. De temperatuur was een paar graden gedaald en het was harder gaan waaien. 'Over een half uurtje staat ze weer beneden. U hebt tenslotte al een lange dag achter de rug, Miss Stallings.'

Joanne stak haar hand uit het raampje en pakte Nick bij de arm. 'Hij is de beste, Susan,' zei ze. 'Heus.'

'En trouwens, gefeliciteerd jullie twee,' zei Ernie. 'Het werd tijd.'

'Tot ziens, Ern,' zei Frankie, die niet bijzonder gesteld leek op de Tovenaar.

Ze snelden over het trottoir en gingen via de dubbele, zware glazen deuren naar binnen.

Hij tekende voor zijn bezoek en begeleidde haar naar een hal met liften.

'Ik hou van de weekenden,' zei Ernie Moran, toen ze op weg waren naar de veertiende verdieping. 'Lekker rustig. Geen mens die je lastig valt.'

De liftdeuren schoven open en ze stonden voor een opvallend koperen bord waarop stond: ERNEST MORAN, ADVOCAAT. Een pijl op het bord verwees hen naar een lange gang.

'U moet me vergeven. Het is hier nogal rommelig.' In Nicks ogen zag het er niettemin keurig uit. Ernie Moran ging haar voor. Via een bescheiden entree kwamen ze in een gang met vier of vijf kantoren, elk met zijn eigen bureau voor de secretaresse. De kamer van Ernie lag helemaal achteraan in de gang. Op de deur hing opnieuw een koperen, hoewel kleiner, bordje met daarop: MR. MORAN. Het met bloemen gegraveerde koperen plaatje was nou niet bepaald een teken van ouderwetse eerbiedwaardigheid, maar tot haar opluchting was het er verre van sjofel.

Zijn kantoor was niet decadent groot, maar ook niet klein. Er stonden twee leren banken in de hoek, met daarnaast een bijpassende fauteuil. Er stonden diverse telefoontoestellen, onder meer drie op het imposante klassieke bureau, waarvan het leren blad verdacht veel leek op de bankbekleding. Op het schone maar versleten kamerbrede tapijt lagen enkele oosterse kleden.

Nick vroeg zich af wat voor kleur haar eigen vloerkleed inmiddels zou hebben.

De twee ramen zonder gordijnen boden uitzicht op Park Avenue en in het midden van de verst verwijderde muur was een open haard nagemaakt. Op de schoorsteenmantel lagen tal van boeken en paperassen. Ernie deed een van zijn bureauladen open, haalde er een kleine draagbare radio uit en zette die aan. Een omroeper schreeuwde zo hard hij kon: 'Het spannendste kwartier basketbal dat de Knicks dit seizoen hebben laten zien! Het is niet te geloven! Het is nau-we- lijks te geloven! Wauw!' Met een zucht klikte Ernie Moran de radio uit en legde het toestel terug in de la.

'Het spijt me,' zei Nick.

'Het is een soort straf,' zei hij vermoeid. 'Ze spelen alleen goed als ik er niet bij ben.'

Op de muur achter zijn bureau hingen verschillende diploma's. Nick probeerde zo onopvallend mogelijk te ontdekken wat de Tovenaar voor opleiding had gehad. Kennelijk had hij aan de universiteit van Mississippi gestudeerd. Uit de tijd dat ze met Hal naar football- wedstrijden ging kijken, wist ze dat sportteams van die universiteit 'The Rebels' heetten. Ze had liever iemand gehad die op Harvard of Yale had gezeten.

'Kan ik uw jas aannemen?' In het kantoor was het, zoals overal in New York City tijdens de winter, abnormaal warm, en Nick stond haar jas met plezier af. Ze voelde zijn blik op zich rusten. Stond hij haar te beoordelen?

Niet relevant.

'Ga zitten,' zei hij. Nick nam plaats op een van de kleine banken en Ernie Moran liet zich in de leren fauteuil tegenover haar zakken. Hij pakte een notitieblok.

'Hoe gaat u doorgaans gekleed?'

'Dat hangt van de gelegenheid af,' zei Nick schalks, terwijl ze zich afvroeg waarom hij dat vroeg.

'Dit is geen geintje. Ik zou willen voorstellen dat u zich, althans de komende tijd, zo... onopvallend mogelijk kleedt. U zult veel aandacht krijgen. Dus - geen korte jurkjes of rokken, niets dat als sexy of suggestief betiteld kan worden.' Het klonk als een bevel.

'Dan zal ik toch wat moeten lenen, vrees ik,' zei ze, ietsje geïrriteerd. Hij glimlachte, maar op zijn gezicht was afkeuring te lezen.

Hij vindt me aantrekkelijk.

Kop dicht.

'Ik moet u een aantal vragen stellen, Miss Stallings.'

'Zeg maar Nick.'

'Niet... Susan?' vroeg hij.

'Nu ik erover nadenk, zeg toch maar Miss Stallings,' zei ze kortaf. Ze zag dat er een blik van ergernis op zijn gezicht verscheen, maar hij herstelde zich onmiddellijk.

Ze voelde zich slecht op haar gemak.

'Rookt u?' vroeg ze.

'Ik ben onlangs gestopt,' antwoordde hij, een aantekening op zijn schrijfblok makend. 'Het spijt me. Ik heb alle sigaretten die hier lagen weggegooid.'

'Dat is maar beter ook,' zei Nick. Ze probeerde te lezen wat hij schreef.

Met zijn blik op het notitieblok vervolgde hij het gesprek. 'Het is echt, eh, jammer dat u de enige bent die Jeffrey White uit het raam heeft zien springen.'

'Waarom?' vroeg Nick, die opstond, naar het raam liep en zich daar naar hem omdraaide. 'Denkt u dat ik hem heb geduwd?' Hij gaf niet meteen antwoord.

Hij heeft de mogelijkheid niet uitgesloten.

Behoedzaam sprak hij: 'Het zou de fatale zelfmoord zoveel aannemelijker maken als behalve u iemand anders het had zien gebeuren.'

'Dus u denkt dat ik mogelijk lieg?' vroeg ze, een wenkbrauw optrekkend. 'Bedoelt u dat?'

'Een observatie, meer niet.' 'Waren Joanne en u ooit minnaars, meneer Moran?'

'Miss Stallings. We hebben het hier over u.'

'Ik weet het. Ik weet het.' Ze snakte naar nicotine. Haar cellen schreeuwden erom. 'Vergeef me, meneer Moran, maar ik weet helemaal niets over u, en ik leg mijn leven min of meer in uw handen, zou je kunnen zeggen.'

'Ik doe mijn best, Miss Stallings.'

'Dank u wel. Het spijt me,' zei ze, terwijl ze zich van hem wegdraaide omdat ze niet wilde dat hij zag dat ze plotseling - om wat voor reden dan ook - tranen in haar ogen kreeg. De tranen overvielen haar. Ze wist niet wat de waterlanders had veroorzaakt.

'Let maar niet op mij,' zei ze. 'Dit zijn maar gewoon... tranen om alles.' Ze voelde haar schouders op en neer bewegen, ondanks haar pogingen dit tegen te gaan.

Opeens zag ze vanuit haar ooghoek een Kleenex naast haar gezicht. Ernie Moran, die plotseling naast haar stond, hield hem haar voor.

'U bent nog niet eerder in aanraking met justitie geweest, Miss Stallings, of wel?' Er klonk geen emotie in zijn stem. Ze wist niet of het haar woedend maakte of juist kalmeerde.

Ze pakte de tissue aan. Ze stonden naast elkaar voor het raam en keken naar de grotendeels onverlichte kantoorgebouwen onder een steeds donkerder wordende lucht.

Hij drong aan. 'Is er iets in uw verleden waarmee de pers u in verlegenheid zou kunnen brengen?'

O, Jezus...

'Hoe bedoelt u?'

'U bent actrice. Ze proberen u nu al als sexy en gevaarlijk af te schilderen - ze moeten tenslotte een verhaal hebben. Ze zullen dus hun uiterste best doen om u als onverantwoordelijk en -' Hij onderbrak zijn zin.

'En wat?' vroeg ze, bijna uitdagend.

'Gewoon... laten we niet geheimzinnig doen... u bent heel aantrekkelijk, Miss Stallings.'

'Oké. Dat is eruit.' Ze liep naar de fauteuil waarin hij had gezeten en nam plaats.

'Ik wilde niet -'

Haar ogen zwierven door de kamer. 'Hebt u misschien iets te drinken, meneer Moran?'

'Eh - eens kijken,' zei hij, overrompeld. 'Er staat nog een fles Schotse whisky.'

'Schotse whisky?' herhaalde ze, alsof het haar deed denken aan haar laatste tandartsbezoek.

'Van een soort mout, als u dat lust. Ik drink niet meer, maar houd altijd wat in voorraad.' Alsof hij het een zeer onwelkome onderbreking vond, liep hij door de kamer, opende een kastje en pakte van

een met overvolle mappen beladen plank een zeer stoffige fles. 'Glenfiddich?' zei hij, de fles aan haar tonend. 'Heel redelijk spul.'

Dit is geen goed idee.

'Een klein scheutje, graag. Om mijn zenuwen te bedwingen,' zei ze. Ze probeerde hem aardig te vinden, probeerde zich op een of andere wijze op haar gemak te voelen, en deed - zoals ze sinds gisteren had gedaan - haar uiterste best de schijn van een vaste grond onder haar voeten op te houden. Hij liep naar de hal en was even later terug met een kegelvormig, papieren bekertje. Hij schonk er wat whisky in en overhandigde de beker aan haar.

'Sorry, ik heb geen ijs,' zei hij. Ze pakte het drankje aan.

Misschien echt niet zo'n goed idee.

Ze sloeg het in één teug achterover, vermeed door haar neus adem te halen zodat ze het spul moest ruiken en gaf het bekertje leeg aan hem terug. Hij verfrommelde het bekertje en gooide het als een rasechte basketballer richting een ovale prullenbak een eind verderop. Hij miste. Nick, die huiverde vanwege de plotselinge en verrassend aangename smaak van whisky, kon alleen maar denken dat zijn gemiste worp een slecht voorteken was. Ze keek naar het plafond. 'Als de pers echt in mijn privé-leven duikt, zullen ze genoeg vinden om me zwart mee te maken. Meer dan genoeg.'

Hij liep naar haar toe en nam plaats op de bank. 'Zoals?' vroeg hij.

'Moeten we mijn verdediging niet bespreken?'

'Daar zijn we mee bezig.'

'O, mooi,' zei ze, zogenaamd opgelucht. 'Dus ik kan rustig alles over mijn seksleven kwijt. Ik bedoel, u zult het zich niet, nou ja, persoonlijk aantrekken of zo ?' Ze schopte een van haar gymschoenen uit, die een blaar op haar hak had veroorzaakt.

'Miss Stallings, ik weet dat u dit moeilijk kunt geloven, maar ik probeer u echt te helpen.' Hij strekte zijn hand uit en pakte het notitieblok. Tegelijkertijd legde zij haar voet zonder schoen op tafel, waardoor ze langs zijn hand veegde. Het ging per ongeluk, maar ze schrok van de verwarring die het bij haar teweegbracht. Hij ontmoette heel even haar blik voor hij behoedzaam het schrijfblok pakte en terugviel op de bank.

De whisky begon zijn uitwerking te tonen.

'Misschien moet u eens met mijn zieleknijper praten,' zei Nick. 'De politie heeft dat al gedaan. Ze kan u van alles over me vertellen. Verhalen waar de pers van zou smullen.'

Hij staarde haar aan.

'Wat probeert u precies te bereiken, Miss Stallings ?'

'Ik? Ik beantwoord uw vragen, meneer Moran,' zei ze, hem eveneens strak aankijkend, 'en mijn voet aaide per ongeluk uw hand. Hoezo? Hebben we soms de... gedragsregels tussen advocaat en cliënt overschreden?' Hij reageerde niet. 'Wilt u dat ik over seks praat? Hebt u me daarom naar boven laten komen?'

'Denkt u dat werkelijk, Miss Stallings?' Nick vond hem bijna agressief beleefd, als een overdreven eerlijke psychiater. Het irriteerde haar mateloos.

'Want aangezien deze zaak niet is afgerond,' vervolgde ze, ervoor wakend dat ze haar stem niet verhief, 'kan ik morgenvroeg net zogoed een van die andere advocaten opbellen, zodat u van alle narigheid af bent.'

'Mij best, Miss Stallings,' zei hij, met zijn vingers op de armleuning van de bank trommelend.

Hij vertrouwt me niet. Hij vindt me niet aardig.

De whisky begon nu echt te werken. In plaats van te zorgen voor een verbeterde stemming, versterkte de drank haar gevoel dat ze misschien toch beter een andere advocaat kon nemen. Ze wierp een blik op de klok en zette haar nagels in het vlezige deel van haar duimen.

'Joanne en Frankie verwachten me over zestien minuten beneden.'

'Eerder over twintig minuten. Ik zet al mijn klokken een paar minuten voor.'

'Goed,' zei ze, de kamer rondturend, 'hebt u een voorstel hoe we die tijd doorbrengen?'

'Wat wilt u precies, Miss Stallings?' vroeg hij scherp, waarbij hij alle schijn van geduld liet varen.

'Wat ik wil?' Ze draaide zich om, alsof ze een klein, denkbeeldig publiek toesprak. 'Hij vraagt me wat ik wil!' Daarop wendde ze zich weer tot hem, worstelend om bedaard te blijven. 'Ik wil iemand, meneer Moran, die me hieruit haalt! Kunt u dat?'

'Dat weet ik niet,' antwoordde hij kalm. 'U hebt me vooralsnog onvoldoende verteld.'

'Want als u het niet kan, en ik vandaag tóch niets meer kan regelen - Nou, in dat geval zou ik graag...'

Elk voorwerp in de kamer kwam haar ineens vertrouwd voor. De indruk bleef een paar seconden hangen, terwijl haar zintuigen alles opnamen - het licht, het stof, de rookachtige slierten whisky die opstegen naar haar hoofd, de opgetrokken wenkbrauwen van Ernie Moran - en de hele situatie leek erop alsof ze die eerder had beleefd.

'Hebt u misschien een glaasje water voor me?' vroeg ze plotseling. Ze wist dat ze uitstel zocht, vaste grond. Toen schoot ze in de lach.

'Wat is er zo grappig?' vroeg hij, in een poging haar te volgen.

'Nee, niets,' antwoordde ze. 'Enkel het idee dat water me met beide benen op de grond zou kunnen zetten.' Hij keek haar verwonderd aan. 'Snapt u wel?' vroeg ze. 'Water - grond?'

Hij ging verzitten. 'Miss Stallings, we hebben werk te doen. Ik zit om antwoorden verlegen.'

'Hebt u een glaasje water?' herhaalde ze, geërgerd door zijn ongeduld.

'Het spijt me,' zei hij. 'Ik heb vergeten een nieuwe fles in de koeler te zetten. Ik zou u een glaasje kraanwater kunnen inschenken...'

'Jakkes,' zei Nick huiverend. 'Vroeger had New York heerlijk drinkwater, maar tegenwoordig.'

'Ik zou graag door willen, nú,' zei hij, uiterst kalm, alsof hij het tegen een opgewonden kind van zes had. 'Oké?'

'Oké?' herhaalde ze, hem nabootsend. 'Oké, oké, oké - mijn God, wat een minzaam toontje!'

'Ach, Miss Stallings,' zei hij, 'u roept dat nu eenmaal op.'

'Krijg de klere.'

'Nee, mooi niet,' riep Ernie Moran, terwijl hij opstond en bijna schreeuwde, 'krijg zelf de klere. U kunt de pot op, Miss Stallings, verzuip er maar in. Ik bedoel, verdomme, wat wilt u nu eigenlijk? Water, whisky, handjes vasthouden, kletskoek, wat?'

'Dit is wat ik wil,' zei Nick. Ze stond op, trok Joanne's jurk over haar hoofd en liet hem op de grond vallen. 'Als u met mijn psychiater spreekt, zult u erachter komen dat ik een junk ben. Dat zegt zij tenminste.' Ze was naakt, op haar ene gymschoen na.'En mijn drug... is dit. Dit vind ik waanzinnig om te doen, meneer Moran,' verklaarde ze. Ze liet haar blik van zijn ogen naar haar ene gymschoen dwalen. 'Hoewel ik er, voor de goede orde, even op wil wijzen dat ik gedeeltelijk gekleed ben.'

Hij wendde zijn blik af, alsof hij een verlate reactie op haar naaktheid ervoer.

'Ik geloof, meneer Moran, dat men dit in de medische wereld mogelijk een zenuwinzinking zou noemen. Wat denkt u, zou dat kunnen?' Er rolde opnieuw een traan over haar wang en schouder. 'Tussen haakjes,' zei ze, plotseling fel, 'het is niet mijn bedoeling seks met u te hebben. Ik wilde me alleen wat... gerieflijker voelen. Oké?'

Nick vond ineens dat Ernie leek op een footballcoach die ze had gezien toen ze samen met Hal een Super Bowl-wedstrijd bezocht. Hij ijsbeerde heen en weer alsof hij langs de zijlijn liep en overwoog kennelijk de mogelijkheden. Hij liep richting de deur. Maar ineens bedacht hij zich en bleef staan. Kennelijk vond hij het geen goed plan een naakte vrouw in zijn kamer achter te laten. Hij sloot de deur, maar bleef met zijn rug naar Nick gekeerd staan.

Ze bekeek zichzelf van top tot teen. 'Ik neem aan dat ik me beter kan aankleden. Of niet?'

'Onomstotelijk, Miss Stallings.'

'Wat adviseert u mij, als mijn advocaat?' vroeg ze hem ijskoud. Ze voelde zich belachelijk en toch ook bijna op haar gemak.

'Ben ik uw advocaat dan?'

'Wilt u de klus echt? Of is dit puur een hulpactie vanwege Joanne?'

Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht, draaide zich toen om en keek haar aan. Hij stond niet te gapen, maar ontweek haar ook niet met zijn blik.

'Ik heb in mijn loopbaan heel wat tegenstrijdige belangen gekend, Miss Stallings. Ik heb vaak mensen verdedigd die... of laat ik zeggen dat ik mezelf regelmatig moest afvragen of ik wel goed bezig was. Iemand moet hen tenslotte verdedigen, dus ik dacht: waarom ik niet. Maar dit is... ik bedoel, als u een zenuwinzinking hebt, kan ik u beter naar een dokter brengen.'

'Aan de andere kant, als dit geen zenuwinstorting is,' zei Nick, 'geniet ik hier misschien wel van.'

'Geniet u?'

'Jeminee, ik weet het niet. U?'

'Dat is niet aan de orde. Hoewel ik moet zeggen, Miss Stallings, dat er wellicht geen man op deze aardbol rondloopt die in deze situatie zou klagen.'

'Bent u getrouwd?' vroeg ze, alsof ze slechts nieuwsgierig was.

'Al jaren gescheiden.'

'Gelukkig. Gelukkig,' zei ze, 'ik zou de spanning van overspel niet opnieuw kunnen verdragen. Is dit trouwens overspel ? Laat ook maar. Ik weet het niet. Is onze tijd verstreken, meneer Moran? Ik bedoel, we willen toch niet dat Frankie en Joanne me komen halen, of wel dan?'

'De schijn mag dan bedriegen, ik geloof niet dat ik iets heb gedaan dat als ongepast kan worden omschreven.'

'Ongepast.' Ze glimlachte. 'Praten mensen in Mississippi echt zo?'

'We hebben onderhand nog negen minuten, Miss Stallings,' zei hij, met een blik op de klok, 'voor Joanne en Frankie u beneden verwachten.'

'Goed, goed,' zei ze, naar haar jurk schuifelend. Ze pakte het kledingstuk op en drukte hem losjes tegen haar lichaam. 'Dit... ding op mijn dijbeen,' voegde ze eraan toe, terwijl ze bijna zakelijk naar haar been keek, 'is de plek waar Jeffrey White me met zijn sigaret brandde terwijl we seks hadden.' Hij reageerde niet. 'Ik wil niet dat ik iets vergeet te vertellen, meneer Moran, vandaar. Eens even denken. Ik ben die nacht met drie mannen naar bed geweest. De brandwond is nu pijnlijk, maar op het moment zelf gaf het een lekker gevoel. Wat nog meer, wat nog meer...' De tranen stroomden inmiddels over haar wangen. Ze depte haar gezicht met de tot prop verworden tissue en keek naar hem.

'Bent u... erg ziek, meneer Moran?'

'Dat kun je wèl zeggen.'

'Hebt u pijn?'

'Vast niet meer dan u, Miss Stallings.'

'Ik weet niet waar de pijn zit. En u? Waar doet het u zeer?'

Hij wees op zijn hoofd. 'Het komt door de straling, eerlijk gezegd,' verklaarde hij. 'Voorheen had ik nauwelijks last.'

Ze liep naar de bank, waar hij inmiddels weer had plaatsgenomen, en trok de zakdoek van zijn hoofd. Van achteren leunde ze over hem heen, waarbij haar borsten langs zijn schouders wreven, en kuste hem op zijn kale schedel.

'Dit is geen seks, meneer Moran.'

'Juist ja,' zei hij, knikkend. 'Bedankt voor de informatie.'

Hij maakte de knoop in zijn zakdoek los, drapeerde hem weer om zijn hoofd en maakte hem behendig weer vast.

'Als u zich aankleedt, moest ik dat ook maar eens doen,' merkte ze op. Ze zuchtte en trok de jurk weer aan.

Hij stond op, zijn blik afgewend. 'U bent actrice,' zei hij. 'Kent u het geheim van komedie?' Nick wilde vragen 'wat?', maar vóór het woord haar mond kon verlaten, antwoordde hij luidkeels: 'Timing!'

Ze lachte niet.

'Sorry,' zei hij, hoofdschuddend. 'Flauw grapje.'

'Nee,' verzekerde ze hem bedachtzaam, terwijl ze haar andere gymschoen weer aantrok, 'grappig.' Ze draaide zich naar hem toe. 'Alleen mijn lachspieren werken niet meer.'

Nu ze weer aangekleed was, staarde hij haar onbeschaamd enkele tellen aan. 'Een paar maanden geleden,' zei hij, 'zou ik tijdens een voorval als dit alle voorzichtigheid en ethiek in de wind hebben geslagen. Maar ik heb de laatste tijd weinig seksuele drang meer. Wat eigenlijk heel ironisch is, omdat mijn vrouw van me gescheiden is vanwege mijn buitenechtelijke escapades. Dus voor eens en altijd: wilt u dat ik u vertegenwoordig of niet?'

Nick, die zich in haar blootje van geen kwaad bewust was, schaamde zich nu. 'Bedoelt u dat ik mezelf niet helemaal te schande heb gemaakt?'

'Ik hou wel van een stevige uitdaging, Miss Stallings, en iets anders kun je dit niet noemen. Ik zal me ongetwijfeld niet vervelen. Maar u kunt uw kleren beter aanhouden, althans als ik in de buurt ben, want straks krijg ik mijn seksuele aandrang terug en wie weet waar we dan eindigen?'

'Bent u stervende?'

Hij keek haar strak aan. 'Hebt u die armband ooit eerder gezien?'

'Nee.'

'Enig idee hoe de armband in uw appartement verzeild is geraakt?'

'Nee.'

'Waarom verliet u de woning nadat Jeffrey White was overleden?'

'Omdat mijn instinct te wensen overlaat. Ik was bang dat, als de politie kwam, het zou lijken alsof ik het had gedaan.'

'U dacht er niet bij na hoe het zou lijken als u de politie niet meteen zou bellen?' 'Hij had de nodige moeite gedaan om het eruit te laten zien alsof ik hem had vermoord.' Opnieuw welden tranen op in haar ogen en ze liet zich op de vloer zakken. 'En ik geloof dat hij daarin is geslaagd.'

Hij stapte over de bankleuning heen en legde een hand op haar schouder. Ze pakte zijn hand vast en trok zich omhoog, waardoor ze in een wat onhandige omhelzing terechtkwamen.

Hij bewoog zijn gezicht tot vlak bij het hare. Toen nog dichterbij. Hun lippen raakten elkaar bijna. Zo stonden ze een tijdje, als versteend. Ineens voelde ze dat er beweging was onder zijn broekriem.

'Wel heb ik ooit,' fluisterde hij.

'Mijn schuld,' zei ze.

'Joanne en Frankie staan te wachten,' zei hij ten slotte, een stap achteruit nemend.

'Ja,' zei Nick, enorm opgelucht. Ze wilde haar blik afwenden, maar kon het niet.

'Eén ding: praat alstublieft niet met de pers als ze u vinden,' zei Ernie Moran rustig. 'Beloof het me. Geen woord. Alstublieft.'

'Hadden we daarstraks niet vastgesteld dat ik onder grote spanning sta?' vroeg Nick, ietwat gepikeerd. 'Ik bedoel, dat was toch het doel van mijn bezoekje aan de dokter? Worden al mijn zonden niet vergeten omdat ik verdomme compleet in de stress zit?'

'Ik verwacht van u dat u bovenmenselijk bent. U moet het toonbeeld van terughoudendheid zijn, Miss Stallings. Ik kan u niet vertegenwoordigen als u voor de camera uw mond opendoet, zoals reeds is gebeurd.'

'Dus u vertrouwt me wel,' zei Nick.

'Vertrouwen is een gevoel,' merkte Ernie Moran op, 'en ik ga liever niet op gevoelens af. Maar die armband hebt u nooit eerder gezien?'

'Nee.'

'Is het op wat voor manier dan ook mogelijk dat de politie met een verzekeringspolis komt waaruit is af te lezen dat u Jeffrey White tien dagen geleden al kende?'

'Onmogelijk,' antwoordde Nick.

'Dus u hebt Jeffrey White donderdagavond voor het eerst ontmoet?'

'Zeker weten.'

'Mooi,' zei Ernie Moran, die niet gerust leek.

'Hoe regelen we uw honorarium?'

'Joanne heeft me een voorschot betaald. Waarmee ze mijn geloof in uw onschuld heeft gekocht.'

Nick schudde snel met haar hoofd. 'Dus u hebt uw check en ik ben onschuldig. Gaat dat zo, meneer Moran?'

'Ja,' zei hij vermoeid. 'Bovendien sla ik mijn vrouw en misbruik ik hulpeloze kinderen.'

Ze draaide zich om en wilde weglopen. Hij greep haar bij de arm.

'Goeie genade, voor mijn part maak ik het over aan Amnesty. Luister nu. Neem geen telefoontjes van pers of politie aan zonder eerst met mij te overleggen. Ik neem contact op zodra ik iets meer weet. Kijk vanavond niet naar het journaal, tenzij u depressief wilt worden. Ga niet stappen en zorg ervoor dat u niet in opzichtige, uitdagende kleding wordt gezien. En zeker niet zonder, God verhoede ! Rust goed uit. Ik denk niet dat we vóór morgen iets horen. U weet zeker dat u de blauwe plek niet kunt verklaren?'

'Sorry.'

'Ik ben geen dokter, maar ik geloof niet dat u gebukt gaat onder een zenuwinzinking.' Hij staarde haar even aan. 'Ik kan niet ontkennen dat dit waarschijnlijk de interessantste dertig minuten zijn die ik ooit heb meegemaakt, Miss Stallings. Als Joanne niet uw vriendin was, had ik mijn handen zo snel van de zaak getrokken dat het uw ondoorgrondelijk knappe koppie zou doen tollen. Alstublieft. Hier is mijn visitekaartje.' Hij overhandigde het kaartje. 'U veroorzaakt meer problemen dan ik op dit moment kan overzien. En mag ik u dan nu vriendelijk verzoeken op te hoepelen?'

Ze zocht naar woorden, vond er geen, draaide zich om en vertrok. Ze ging met de lift terug naar de foyer en warempel, daar stond Frankies auto, werkeloos langs de stoeprand geparkeerd. Ze stapte in.

'En?' vroeg Joanne.

'Ik geloof dat ik een advocaat heb.'

'Ern,' zei Joanne beslist, alsof ze een punt aan het einde van een zin uitsprak. 'Ik kan niet anders zeggen, Susan, hij is echt de beste.'

'Heb je ooit van Dan Giometti gehoord?' vroeg Frankie. 'Danny de Hoed, zoals ze hem noemen?' Nick keek hem wezenloos aan. 'De officier van justitie dacht dat het een peuleschil was hem achter de tralies te krijgen. Ernie Moran kreeg hem vrij. Dat vertelde mijn oom. Ik geloof niet dat mijn oom hem mag, maar hij zei wel dat hij nog nooit had meegemaakt dat een advocaat een officier van justitie zo meedogenloos heeft aangepakt. Zo iemand moest je wel bewonderen, vond hij.'

'Hij had vroeger van dat dikke, golvende zwarte haar,' zei Joanne, die enigszins in gedachten was verzonken.

'Waarom staat hij bij je in het krijt?' vroeg Nick, toen ze Third Avenue insloegen.

'Dat wil je niet weten,' zei Joanne.

'Maar ik wel, o dierbare echtgenote van me,' zei Frankie, die Joanne een blik toewierp die ook Nick zag.

'Waarschijnlijk de beste pijpbeurt van deze eeuw,' zei Joanne. Frankie trapte abrupt op de rem, waardoor ze alle drie naar voren schoten.

'Grapje!' riep Joanne lachend. En toen ze de moordlustige blik in Frankies ogen zag: 'Jezus Mina. Een beetje vrolijkheid moet kunnen.'

'Zit me niet te belazeren, Joanne,' schreeuwde Frankie. 'We zijn nu getrouwd...'

'Het spijt me,' zei Joanne, gemeend. 'Echt, schat. Start de auto nou maar. Alsjeblieft.' Frankie draaide de contactsleutel om, maar de motor liep nog zodat hij een vreselijk knarsend geluid maakte. Hij zette de pook in de versnelling en ze vervolgden hun weg over Third Avenue.

'Ik was secretaresse op zijn advocatenkantoor,' zei Joanne. 'Er waren... moeilijkheden. Ik ben er nooit achtergekomen wie het was, maar een van de vennoten - Ernie en daarnaast twee anderen - had behoorlijk geprutst met de rekeningen. De enige manier waarop ze tegenover hun cliënten en de belastingdienst hun figuur konden redden, was dat er administratieve fouten waren gemaakt. Ze kwamen bij mij. Ik beweerde dat het in de computer was misgelopen en iedereen was weer min of meer tevreden. Er moest alleen iemand ontslagen worden, en dat was ik.'

'Waarom heb je me dat nooit verteld?' vroeg Frankie.

'Omdat ik er niet trots op ben, meneer de inquisiteur. Hoe dan ook,' zei Joanne, even aan Nicks arm plukkend, 'hij is een kei. Ik meende datje wel een uitblinker kon gebruiken.'

'Dat klopte,' zei Nick. 'Nog steeds.'

'Heb je ooit iets met die vent gehad?' vroeg Frankie, opnieuw hard op de rem trappend.

'Nee,' zei Joanne, terwijl ze Frankies blik in de spiegel ontmoette. 'N-E-E.'

Nick keek Joanne aan. 'Dus je bent ontslagen, en dat was dat.'

'Ik heb wat zakgeld meegekregen,' zei Joanne. 'Voldoende voor een aanbetaling op wat nu ons appartement is.'

'Wat zeg je me nou?' vroeg Frankie ongelukkig. 'Ik dacht datje het met je eigen geld had gekocht?'

'Het was mijn eigen geld,' zei Joanne. 'Zelf verdiend.'

Frankie slikte. 'Van Ernie gekregen,' zei hij rustig. 'Gekregen.'

'Ja,' zei Joanne met een somber lachje. 'Als je het zo wilt stellen.'Ze stopten voor een stoplicht. Nick keek naar de overstekende zondagswandelaars, die het hoofd diep in hun kraag verstopten tegen de windstoten uit de steeds zwarter wordende lucht. Ze zag de rest van deze zondag al voor zich: een lange wachtperiode bij Frankie en Joanne thuis. Ze wist dat Joanne's uitnodiging om 'eeuwig' te blijven uit haar hart kwam, maar ze dacht niet dat ze het er een middag zou volhouden. Haar eigen flat was nog altijd verzegeld, omdat er mogelijk een misdaad had plaatsgevonden. De gedachte haar moeder met dit alles te confronteren was al helemaal ondraaglijk en haar vader zat nog steeds vast op Sint-Maarten, vanwege de orkaan die, zoals de wind nu de rommel alle kanten uitblies, weleens onderweg zou kunnen zijn. Aan haar rechterhand zag ze een taxi staan, waar net iemand uitstapte. Ze richtte snel het woord tot haar vrienden.

'Jullie zijn enorme schatten en ik hou van jullie. Dat weet je. Ik ga nu die taxi daar nemen, Frankie. Volg me alsjeblieft niet - watje zou kunnen doen als je het écht wilt.'

'Susan,' zei Joanne, met een verslagen uitdrukking op haar gezicht. 'Wat -'

'Het spijt me. Ik bel jullie nog,' zei Nick, terwijl ze het portier opende en uitstapte. 'Ik zal bellen. Heus.'

'Susan!' schreeuwde Joanne, dwars door het raampje. Nick draaide zich om toen het raampje naar beneden werd gedraaid en Joanne haar regenjas aan Nick gaf. Nick pakte de jas vrijwel automatisch aan en gooide haar overjas in de auto. 'Wees voorzichtig,' zei Joanne. Op Frankies gezicht lag een spottende blik.

'Komt goed. Dank je. Dank je wel.' Nick sloeg het portier dicht en rende naar de taxi, haar hoofd gebogen tegen de wind. Een windvlaag deed haar bijna omvallen, maar ze kon nog net op tijd op het raampje van de taxi tikken voor deze de straat uitreed. De remlichten flitsten aan en Nick opende het portier.

'Naar het Centraal Station alstublieft,' zei ze.