HOOFDSTUK 7
Er lag een gespannen uitdrukking op zijn gezicht en hij zag Nick niet meteen, maar hij leek zijn best te doen nonchalant te ogen. Om een of andere reden hoopte Nick dat Frankie en Joanne zouden vertrekken vóór Wally haar zag.
Ze realiseerde zich ineens dat ze Wally's echte naam niet kende en dat hij, noch Frankie, noch Joanne haar echte naam wist.
Alstublieft, God, zorg dat ik hen niet hoef te introduceren. Nick draaide Wally - zoals ze hem in gedachten weer noemde - haar rug toe en probeerde te bedenken hoe ze dit zou aanpakken. Maar voor haar iets te binnen schoot, stond Wally al bij de stoeprand.
'Hallo, Miss Nicholas,' zei hij, alsof hij werd verwacht.
'Hé, hallo. Hallo,' zei Nick, die koortsachtig nadacht maar niets kon verzinnen. Ze besloot de waarheid te vertellen, althans een deel daarvan.
'Dit zijn mijn vrienden, Frankie en Joanne...' Ze wist Frankies achternaam niet, dus liet ze het maar zo. 'Ze zijn zojuist getrouwd.' Frankie straalde en knikte, en stak zijn hand uit.
'Echt waar?' vroeg Wally, die zijn hand hartelijk schudde. 'Wat heerlijk voor jullie.' Hij keek naar Nick. 'Ik vroeg me af of ik je even zou kunnen spreken?'
'O, gut, eh, mag ik het ook te goed houden?' vroeg Nick, die zich afvroeg hoelang Wally had staan wachten. Hij was haar vanochtend dus inderdaad gevolgd.
'Een minuutje, langer niet,' zei Wally, die erin slaagde redelijk normaal te klinken maar er in Nicks ogen uitzag alsof hij een even beroerde dag als zij achter de rug had. Hij maakte aanstalten om haar bij Frankies Cadillac, in de richting van het flatgebouw, te loodsen. 'Leuk jullie ontmoet te hebben,' zei hij, alsof hij enorme haast had. 'Veel geluk.'
'Susan?' zei Joanne, met een spoor van bezorgdheid in haar stem. Nick stopte en draaide zich om. 'Alles goed met je?'
Hoe kan het dat die vrouw dwars door me heen kijkt?
'Ik... eh... ja hoor, Joanne. Bedankt voor de lift. Enne... bel me.'
Op dat moment verscheen Fernando, de nachtportier, om de deur open te doen voor Nick.
'Goedenavond, Miss Stallings,' zei hij automatisch. Wally keek verbaasd op, omdat hij die naam niet eerder had gehoord. Nick, die niet zeker wist of Joanne en Frankie het hadden gehoord, ging naar binnen met een uitdrukking op haar gezicht die zei: 'Ik zou het wel willen uitleggen, maar dit is niet de plaats noch het tijdstip.'
'Wat doe je hier?' vroeg Nick aan Wally, zodra ze binnen waren. Ze zag Frankies auto optrekken. Ze wist niet of ze daar blij mee moest zijn of juist niet.
'Miss Stallings' herhaalde Wally. 'Ik dacht dat het Miss Nicholas was.' Nu ze alleen waren, keek hij haar boos aan.
'O, maar ik heb mijn naam vandaag laten veranderen,' reageerde Nick grappend. 'Ja. Dat is het. Ik heb vanuit het gebouw van de burgerlijke stand alvast gebeld om tegen de portier te zeggen dat hij alleen mijn nieuwe naam mocht gebruiken. Wonderbaarlijk, nietwaar? En ziehier,' zei ze, terwijl ze hem meetrok naar de brievenbussen, 'ze hebben het etiket op mijn brievenbus ook al aangepast. Fantastische flat, of niet dan?'
'Waarover heb je nog meer gelogen?' vroeg hij, oprecht beledigd.
'Hoor eens,' zei Nick, op het knopje van de lift drukkend, 'ik heb een zware dag achter de rug. Een heel zware dag. Ik geef jou niet de schuld, maar je hebt er wel een tikkeltje mee te maken...'
'Waarom wilde je mij je telefoonnummer niet gewoon geven?' wilde hij weten.
'Omdat gisteravond gisteravond was. Dat zijn zo... van die dingen. Niet bepaald het toppunt van romantiek bij kaarslicht, maar, nou ja, je snapt wel wat ik bedoel.' Hij vond het niet grappig. 'Of misschien ook niet.'
'Van die dingen?' zei hij. 'Zoals het feit dat mijn vrouw op me zat te wachten toen ik vanmorgen vroeg thuiskwam, bedoel je zeker? Ik ben bang dat ik nogal slecht kan liegen. Ik ben bang dat ik iets te veel had gedronken en dat mijn auto een paar deuken te veel had opgelopen onderweg naar huis. Kortom, ze heeft me eruit gegooid. In het bijzijn van de kinderen, nota bene. Ik heb geen plek om te slapen vannacht.'
'Mijn God,' zei Nick. Fernando, de portier, keek discreet toe. Nick had de neiging hem te hulp te roepen, maar besloot dat dat overdreven zou zijn.
'Hoor eens,' zei hij, haar bij de schouders grijpend. 'Er is het een en ander gebeurd vannacht.'
'Ik kan me het meeste... wel herinneren,' zei Nick, zonder zijn blik te beantwoorden.
'Misschien had het voor jou niets te betekenen, maar daar geloof ik geen moer van.'
'Ik ben erg moe,' zei Nick, 'en ik voel me niet lekker. Ik vind het echt rot watje later vannacht is overkomen.' De lift arriveerde, leeg. Pas na middernacht werd de lift door iemand bediend. 'Maar... je was niet verplicht me gisteravond op te zoeken. Ik denk datje gewoon uitgeput bent, en -'
'Uitgeput*! Mijn advocaat belde vanmiddag om te zeggen dat mijn vrouw de echtscheidingsprocedure in gang had gezet.'
'Jezus mina. Het spijt me vreselijk,' zei Nick, die zich duizelig begon te voelen. 'Maar wat wil je dat ik daar precies aan doe?'
Hij verhief zijn stem. 'Ik wil datje -' Hij brak de zin af en gooide het over een andere boeg. 'Luister. Je hebt gelijk. Ik ben inderdaad uitgeput. Ik moest je eenvoudig zien. Ik wilde je nog eens bekijken. Ik denk omdat... ik weet het niet... misschien om te zien of het die ellende allemaal waard is geweest.'
Op dat moment bedacht Nick dat ze er zeker niet op haar best uitzag en dat hij wellicht teleurgesteld zou zijn. En tegelijkertijd besloot hij Nick in de lift te trekken en op het knopje DEUR SLUITEN te drukken.
'Wat doe je?' vroeg Nick, die de situatie in de hand probeerde te houden.
'Het spijt me, het spijt me. Ik moet even alleen met je zijn. Op welke verdieping woon je?'
Nick had de afgelopen vierentwintig uur al zoveel leugens verteld dat ze nu leeg was. Ze zei niets. Hij drukte op de knoppen van elke verdieping.
'O, leuk is dat,' zei Nick. 'Ze hebben een gesloten televisiecircuit beneden, moet je weten.'
Was het maar zo.
Ze vervolgde: 'Als ik gil, sturen ze de politie naar boven.'
'O, alsjeblieft, doe dat niet,' smeekte hij. 'Ik smeek het je.' Nick keek hem strak aan. Er lag een akelig grijs-rood waas met een spoor van geel in zijn ogen, die Nick deed afvragen of hij behalve alle andere misère niet ziek was geworden. De liftdeuren schoven open op de tweede verdieping.
'Moet je horen,' zei Nick, die inmiddels een plan had bedacht. 'Waarom stappen we hier niet uit, dan gaan we met de trap naar beneden en drinken we aan de overkant een kop koffie.' Ze hield de liftdeuren met haar hand open. Hij trok haar er evenwel bij weg, de lift weer in.
'Op welke verdieping woon je?' vroeg hij met klem. Nick dacht razendsnel na. 'Ik weet wat je denkt,' merkte hij op. 'Waarom schreeuw ik niet om hulp? Laat me je een goede raad geven. Ik ben tenslotte advocaat. Als je om hulp gaat roepen, is het niet ondenkbaar dat iemand een aanklacht tegen me indient. Ik heb mijn gezin vandaag verloren vanwege jou. En ik ben absoluut niet van plan het risico te lopen een strafblad te krijgen en ook nog eens geroyeerd te worden. Ik kan je leven heel zuur maken, als je zoiets probeert, en je kunt ervan verzekerd zijn dat ik de vrienden en relaties heb om je in een dergelijk kwaad daglicht te stellen. Dus waarom gaan we niet gewoon naar jouw appartement op de... welke verdieping?'
Geef hem een veilig gevoel.
'Ik heb een kamergenoot,' zei Nick, een laatste poging wagend.
'Welnu,' zei hij, 'als zij - of is het hij...?'
Zeg dat het een hij is.
'Zij,' antwoordde Nick.
'Nou, als zij thuis is, kunnen we, zoals je al voorstelde, alsnog besluiten naar de overkant te gaan voor een kop koffie. Ik vrees echter dat mijn vrouw me nu al laat achtervolgen, en ik wil in het openbaar liever niet met jou gezien worden. Ik blijf liever binnen.'
Laat hem ontspannen.
'Ik woon op de zesde,' zei Nick. Ze waren onderhand op de vijfde verdieping. Hij liet de deur opengaan en weer sluiten. Nick overwoog de alarmknop in te schakelen en herinnerde zich toen opeens dat de bewoners een week eerder bericht hadden gekregen dat het alarmsysteem tijdelijk buiten werking was.
De liftdeuren gingen open op de zesde verdieping. Minder dan vierentwintig uur geleden was ze hier met Todd de lift uitgestapt. Toen ze haar sleutel in het bovenste slot stak, besloot Nick nog even vol te houden dat ze een kamergenoot had. 'Nick? Nick, ben je thuis?' riep ze.
'Ik dacht je daarnet zei dat je de flat deelde met een vrouw,' zei Wally.
'Het is een afkorting van Nicolette,' reageerde Nick, die er nauwelijks bij kon dat ze geen andere naam dan haar eigen had weten te verzinnen.
'En jij bent Susan... Stallings?'
'Ja. Het... het spijt me,' zei ze, terwijl ze haar best deed oprecht te klinken. 'Ik dacht enkel dat het leuk... spannend zou zijn, weet je, om onder een valse naam een hotelkamer te nemen. Ben je erg boos op me?' Ze waren nu alleen in het appartement. Nick deed de deur dicht, uiterlijk onbezorgd.
Hij is niet gevaarlijk. Hij is enkel in de war.
'Zo,' zei hij. 'Dus we zijn alleen?'
'Daar lijkt het op,' antwoordde Nick. 'Vreemd. Meestal is ze toch wel thuis rond deze tijd.'
'Wat ruik ik toch?' vroeg hij.
Het was haar kots van die ochtend in de prullenmand. Ervoor wakend dat ze geen adem haalde via haar neus, pakte ze de mand op en liep er nonchalant mee naar de keuken, waar ze hem omspoelde.
'Mijn kamergenote,' zei Nick, een lachje forcerend, 'is niet bepaald iemand die graag het huishouden doet.' Ze liet koud water in de prullenmand stromen. Een vleugje kotslucht drong haar neusgaten binnen en ze moest de neiging om te kokhalzen onderdrukken. Hij was haar naar de keuken gevolgd.
'Weet je, je hebt me helemaal niet verteld hoe jij heet,' zei Nick, zo vriendelijk als ze kon, terwijl ze de prullenmand met keukenrolpapier droogmaakte.
'Jeffrey,' zei hij, alsof daarmee alle onduidelijkheden waren opgelost. 'Jeff, als je dat liever zegt.'
'Wat heb jij liever?' vroeg Nick.
'Mensen die me beter kennen, noemen me meestal Jeffrey.'
Laat hem ontspannen en zorg dat hij verdwijnt.
'Goed... Jeffrey,' begon Nick. 'Ik neem aan dat ik je in sommige opzichten goed ken.'
'In sommige opzichten, ja. In sommige opzichten ken je mij beter dan ik mezelf ken.'
'O, dat betwijfel ik.'
'Luister,' zei hij, 'ik heb nooit eerder op zo'n manier met iemand seks gehad. Ik hield het niet voor mogelijk. Ik was... ik was bijna opgelucht toen mijn vrouw me vanochtend de deur wees. Ik denk niet dat ik ooit weer de liefde met haar zou kunnen bedrijven zonder daarbij aan jou te denken.'
Mijn hemel...
'Dat is lief van je,' zei ze. 'Maar weet je, als jij en je vrouw - hoe heet ze?' Nick wilde zijn vrouw reëel maken in zijn ogen.
'Barbara.'
'Barbara,' herhaalde Nick. 'Prachtige naam.' Ze probeerde solidair te klinken. 'Als jij en Barbara dit alles uitpraten - en dat moet lukken - dan heb ik zo'n gevoel dat jullie een aantal van die dingen... die je nooit eerder had geprobeerd... in de praktijk zult gaan toepassen.'
'Je kent Barbara niet,' zei Jeffrey, terwijl hij zich op de bank liet vallen. 'Seks is niet... ze schijnt daar niet echt van te kunnen genieten.'
Nick wist niet wat ze daarop moest zeggen. Ze zag hem kijken naar iets wat tussen de hal en de woonkamer op de vloer lag. Het was Nicks perzikroze kasjmier jurk, een ineengefrommeld hoopje op de plek waar ze het kledingstuk eeuwen geleden had achtergelaten. Jeffrey stond op en liep ernaar toe. Hij bukte zich, raapte de jurk op en hield hem voor zich omhoog, alsof hij erover dacht het kledingstuk te kopen. Hij keek ernaar en schudde meewarig het hoofd. Het volgende moment begon hij er, tot Nicks schrik, tegen te praten.
'Jij. Jij bent de oorzaak van al mijn zorgen,' zei Jeffrey, de kreukels uit de jurk strijkend. 'Gewoon een stukje stof. Maar op haar,' zei hij, wijzend op Nick, 'veroorzaak je complete gezinsbreuken.' Hij lachte en schudde nogmaals zijn hoofd. 'O, mijn God.' Hij wierp Nick een sullige blik toe, een blik die leek te zeggen dat hij een arme drommel was en ondanks alles zijn gevoel voor humor had behouden. Nick ontspande zich enigszins.
'Trek hem eens aan,' zei hij.
'Wat?' zei Nick.
Hij hield haar de jurk voor. 'Doe eens aan. Ik wil je er graag nog een keer in zien. Ik wil weten waarom ik mijn leven vanochtend vroeg heb vergooid.'
'Heb je slaap gehad?' vroeg Nick, op zo rustig mogelijke toon. 'Je mag hier best een dutje op de bank doen, hoor.'
'Ik heb niet geslapen, nee. Maar ik kan wel zonder. Ik sla geregeld een nacht over als ik aan een grote zaak werk. Een nacht opblijven is voor mij geen enkel probleem. Als ik maar genoeg koffie binnenkrijg de volgende dag, is er geen vuiltje aan de lucht. Echt waar niet.' Hij lachte alsof hij werkelijk niets te verbergen had.
Zorg dat je hem kwijtraakt.
'Nou, ik ben doodop,'' zei Nick. 'Hier. Ik zal je mijn nummer geven. Je kunt zelfs via de telefoon controleren dat het mijn echte nummer is en dan... weet ik het, kunnen we samen uit eten gaan. Wat dacht je van morgenavond?' Ze probeerde uit te stralen dat ze een zorgeloos leventje leidde. 'Komt dat uit, morgen?'
'Morgen, morgen,' zong hij zachtjes, naar haar grijnzend. 'Nee. Morgen ben ik... de stad uit. Nee. Alsjeblieft. Trek dit nou even aan.' Hij zwaaide met de jurk en liep toen naar haar toe om hem te overhandigen.
'Maar ik ben echt doodop, en ik heb de hele dag al een kater,' zei Nick, die niet onnodig dwars wilde liggen. 'Ik betwijfel of de jurk hetzelfde effect zal hebben.'
'Dat bepaal ik dadelijk wel,' zei Jeffrey. 'Alsjeblieft.' Hij gaf de jurk aan haar. Nick wist niet wat ze anders moest.
'Tja, dan zal ik... maar naar de slaapkamer gaan en me omkleden, en mijn haar kammen, en zo.'
'Te gek,' zei hij. 'Dank je. Ik voel me dadelijk vast stukken beter.'
'Hé,' zei Nick, naar de slaapkamer lopend. 'Behagen is ons streven.'
'Ik kan me niet voorstellen,' riep hij haar na, 'dat dat ooit mislukt bij jou.'
Nick trok haar schoenen en spijkerbroek uit en gooide het onderhand verkreukelde werkmansoverhemd op bed. Ze aarzelde, maakte toen haar beha los, trok haar slipje uit en schoot in de kasjmier jurk. Ze keek in de spiegel. Het lijkt niet op gisteravond, dacht ze. Ze snakte naar slaap. Bovendien was ze bang.
Ze besloot de telefoon te pakken en te bellen... met wie? Ze draaide het nummer van haar ouders. Toen ze de hoorn tegen haar oor zette, hoorde ze echter geen van de gebruikelijke geluiden die met telefoneren gepaard gaan. In plaats daarvan hoorde ze Jeffrey's stem boven de kiestoon uit.
'Kom nou maar naar buiten, Susan.'
Ze hing op. Ze vroeg zich af of ze hem kon kalmeren door hem opnieuw te verleiden. Maar seks was momenteel ondenkbaar. Het brandde nog steeds tussen haar benen vanwege de afgelopen nacht. Ze had het gevoel alsof ze in haar leven nog nooit naar seks had verlangd. Ze haalde vluchtig een kam door haar haren en liep de woonkamer weer in.
Hij stond bij de ramen in de woonkamer. Dat waren van die hoge, openslaande ramen, tot bijna op de grond. Haar appartement was oorspronkelijk bedoeld geweest als studio voor kunstschilders. Hij had de gordijnen dichtgetrokken. Hij was naakt. En hij rookte een sigaret.
Hij keek op toen ze binnenkwam. Nick vertrok geen spier.
'Ik heb de hele dag gerookt,' merkte hij op. 'Snap je dat nou?'
'Tja,' zei Nick eenvoudig, 'ik geloof wel dat het zo'n soort dag is geweest.'
'Hoe is het met je been ?' vroeg hij, een trekje van de sigaret nemend. In het niet erg flatterende, sobere licht van haar appartement zag Nick hoe bleek zijn huid was, iets wat ze gisteravond bereidwillig door de vingers had gezien.
'Mijn been?' vroeg ze verbaasd.
'Je dijbeen, bedoel ik eigenlijk. Gaat het een beetje?'
Nee. Het brandt als een gek.
'Jawel, hoor.'
'Ik denk dat ik even werd meegesleept,' zei hij. Nick probeerde het luchtigjes af te doen. Ze vroeg zich af of hij dacht dat zijn penis er momenteel aantrekkelijk uitzag. Ze kon zich op dit moment niet voorstellen hoe iemand ooit een penis aantrekkelijk kon vinden.
'Doe je mee?' vroeg hij. Nick wist niet of hij doelde op de sigaret of op het naakt rondlopen. Haar antwoord sloot beide uit.
'Nee, dank je. Maar ga rustig je gang.'
Hij nam opnieuw een diepe haal en gebaarde dat ze naast hem bij het raam moest komen staan. Ze liep naar hem toe en bleef op een meter afstand staan, als een gek proberend niet achterdochtig te lijken.
'Fantastisch,' zei hij. 'Je ziet eruit, nou ja, precies zoals ik je in mijn herinnering had.'
'Zo lang is het niet geleden,' zei Nick, een lamp aanknippend. 'Ik ben blij datje niet teleurgesteld bent.'
Je bent blij dat hij niet teleurgesteld is. Je bent niet goed wijs.
De huistelefoon rinkelde. Nick maakte aanstalten om naar de hal te gaan en op te nemen.
'Laat maar rinkelen,' zei Jeffrey, die zijn best deed om niet te praten alsof hij bevelen gaf. Nick bleef staan. De huistelefoon rinkelde opnieuw.
'Ik wil niet dat Fernando zich zorgen maakt,' zei ze. 'Hij weet dat we hier zijn. Ik vraag gewoon even wie het is.'
'Oké, tuurlijk. Maar zorg dat ze weggaan.'
Nick nam op en mompelde een paar keer bevestigend in de hoorn. Terwijl ze praatte, ontgrendelde ze de voordeur. Ze wendde zich tot Jeffrey en zei: 'Jeetje. Ik was helemaal vergeten de deur op slot te doen. Snap je dat nou?' Het liet Jeffrey kennelijk onverschillig.
'Ga zitten. Ga zitten,' zei hij. 'Ik heb de uren geteld. Ik wil iets doen. En ik wil dat jij toekijkt. Alsjeblieft. Ga zitten.'
Nick nam plaats op de bank.
'Ik wil datje hiernaar kijkt, Miss Nicholas,' zei hij op een toon die Nick op een akelige manier deed herinneren aan de afgelopen nacht. Hij nam opnieuw een trekje van zijn sigaret, zodat het uiteinde gloeide. Nick dacht dat ze enige opwinding bij hem bespeurde toen hij de peuk naar zijn dijbeen bracht, naar exact dezelfde plek waar hij haar om vijf uur vanochtend, onder invloed van champagne, had aangemoedigd zichzelf te branden.
'Dit is voor jou, Susan,' zei hij.
Toen hij op het punt stond de peuk op zijn huid te drukken, sloeg de voordeur met een geweldige dreun open tegen de muur van de hal. Het was Frankie.
Joanne volgde hem op de hielen toen ze getweeën, als een bescheiden ME-peloton, de kamer instormden.
'Susan!' riep Frankie uit. 'Alles goed?'
'God allemachtig,' riep Joanne.
'Jeffrey, dit zijn Joanne en Frankie,' zei Nick. 'Ik geloof dat jullie elkaar al hebben ontmoet.'
Jeffrey stond als bevroren. Toen Nick naar hem keek, vond ze het ineens geweldig gênant dat ze tegen Joanne en Frankie had gezegd dat ze naar boven moesten komen. Jeffrey zag er plotseling zo hulpeloos uit.
Niemand zei de eerste paar seconden iets. Jeffrey nam opnieuw een trekje van zijn sigaret en legde deze, toen hij niet zo snel een asbak kon vinden, naast zich op de vensterbank. Hij strekte zijn hand uit naar de leuning van de bank, waar hij zijn kleren overheen had gegooid.
'Ik denk dat ik maar eens ga,' zei hij, met een blik naar Nick die leek te zeggen dat het niet voorbij was. Als eerste trok hij zijn overhemd aan.
'Kun je niet met je onderbroek beginnen?' vroeg Joanne.
'Je hoeft niet te kijken,' reageerde Jeffrey, die geen aanstalten maakte zichzelf te bedekken.
'Dit is mijn huwelijksnacht,' zei Joanne, 'en de eerste pik die ik zie is klein, slap en niet van mijn man. Mooie boel.'
'Susan,' zei Frankie. 'Wat is hier in vredesnaam aan de hand?'
Het kwam Nick voor dat als Jeffrey een wapen had gehad, ze nu allemaal dood waren geweest. Jeffrey pakte zijn sigaret, nam nog een haal en schoot de peuk naar buiten.
'Wil je dat ik de politie bel?' vroeg Joanne.
'Nee. Nee,' zei Nick. 'Dat is niet nodig. Of wel, Jeffrey?'
Jeffrey, die zijn riem omdeed, mompelde: 'Het heeft nu allemaal geen zin meer.'
Frankie liep naar Nick toe. 'Wat wil je dat ik doe?'
'Ik weet het niet goed,' antwoordde Nick. 'Ik denk datje beter naar huis kunt gaan, Jeffrey.'
'Naar huis,' herhaalde Jeffrey, alsof hij die woorden voor het eerst in zijn leven hoorde. 'Ja.' Hij liep naar de plek waar Nick en Frankie stonden. Frankie rechtte zijn rug.
'Ik moet echt... echt... met je praten, Susan,' zei Jeffrey, haar met glazige ogen aankijkend, terwijl hij kennelijk op het punt stond in tranen uit te barsten. Onwillekeurig had Nick medelijden met hem.
'Wat het ook is, je kunt het in het bijzijn van mijn vrienden zeggen,' zei Nick.
'O, alsjeblieft,' smeekte hij, hoofdschuddend. 'Wees redelijk. Het spijt me, maar ik kan niet zeggen wat ik op mijn hart heb in aanwezigheid van je vrienden.' Hij keek Nick strak aan in een poging Frankie en Joanne aan haar aandacht te onttrekken.
Nick staarde terug.
'Alsjeblieft,' zei hij, een traan wegvegend die over zijn wang liep. 'Kan ik je niet alleen spreken? Een minuutje maar. Daarna ga ik weg.' Hij keek naar Frankie. 'Echt. Ik beloof het.' Frankie en Joanne wendden zich tot Nick.
'Waarom gaan jullie niet even naar de slaapkamer?' zei Nick tegen het pasgetrouwde stel. Vervolgens keek ze Jeffrey weer aan. 'Goed? En daarna moet je naar huis gaan, zodat ik wat slaap kan krijgen.'
'Natuurlijk, natuurlijk,' zei Jeffrey, enorm opgelucht. En tegen Frankie en Joanne zei hij: 'Het spijt me vreselijk.'
'Kom, echtgenoot van me,' zei Joanne, haar blik op de slaapkamerdeur.
'Het is een grote zooi,' merkte Nick op. 'Ik had vanmorgen haast.'
'Zooi?' herhaalde Joanne, terwijl ze Frankie meetrok naar de slaapkamer. 'Je kent de betekenis van het woord blijkbaar niet. Ik laat de deur open, Susan. Meteen gillen als die vervelende klier wat probeert.'
'Geloof me, dat doe ik echt niet,' zei Jeffrey.
'Tjemig,' reageerde Joanne. 'Ik voel me ineens een stuk geruster.'
Zij en Frankie verdwenen achter de openstaande deur van Nicks slaapkamer.
Jeffrey zag er zielig en berouwvol uit. Hij pakte zijn schoenen van de grond, liep naar het raam en nam plaats op de lage vensterbank. Hij trok zijn sokken aan.
'Wat is er, Jeffrey?' vroeg Nick, die haar best deed niet ongeduldig te lijken. Hij strikte zijn veters en antwoordde niet meteen. Daarna keek hij haar in de ogen.
'Ik wilde... bepaalde dingen tegen je zeggen.'
'Oké,' zei ze knikkend. 'Tuurlijk. Ga je gang.'
'Kom eens hier,' zei hij, kloppend op de vensterbank naast hem.
'Ik sta hier goed.'
'Ik wil graag... dingen aan je kwijt. In je oor fluisteren. Alsjeblieft.'
'Nee. Zeg het nou maar, wat het ook is.'
'Je weet toch wat ik wil vragen, of niet soms?' zei hij wanhopig. 'Ik wil weten... wanneer we elkaar weer kunnen ontmoeten.'
'O,' zei Nick. 'Dat zit er gewoon niet in.' Ze beet een stukje nagelriem van haar linkerwijsvinger. 'Het spijt me.'
Jeffrey keek haar aan als een herdershond die zojuist op zijn donder had gehad van zijn baasje. 'Is dat definitief?'
'Ik ben hier niet erg goed in, Jeffrey, maar je geeft me geen keus.' Ze haalde diep adem. 'Gisteravond was gisteravond. Als ik je nog eens had willen zien, had ik je mijn telefoonnummer wel gegeven.'
'Ik begrijp het,' zei hij, langzaam knikkend. 'Ik begrijp het. Nou, het spijt mij ook.' Hij draaide zich om, gooide het raam zo ver mogelijk open en sprong naar buiten.