HOOFDSTUK 20
Nerveus en onpasselijk liep Nick om de auto heen en pakte de portierkruk van wat kennelijk een verouderd model van het merk Lincoln was. Het portier gaf niet mee. Ze hoorde elektronische sloten op en neer schokken, terwijl ze bleef proberen het portier te openen. Van binnen gilde Barbara: 'Laat dat handvat verdomme eens even los!' Nick liet los. Natter kon ze uiteindelijk toch niet worden. Ze hoorde de sloten opnieuw kraken. Bang om iets verkeerds te doen, wachtte ze tot Barbara ineens schreeuwde: 'Doe die klotedeur dan open!' Ze deed het en keek naar binnen, alsof ze op het volgende bevel wachtte. Barbara was verbazingwekkend droog.
'Stap nou in 's hemelsnaam in,' zei ze. Nick gehoorzaamde, sloeg het portier dicht en wendde zich tot Barbara, die recht voor zich uit staarde en aanvankelijk zweeg.
'Hij zou een rolberoerte hebben gekregen als iemand nat op zijn dierbare leren autostoelen was gaan zitten,' mompelde Barbara hoofdschuddend, zonder Nick aan te kijken. Nick zweeg.
'Vlak nadat u aan de deur was, werd het journaal uitgezonden,' zei Barbara ten slotte. 'Ik wilde niet dat de kinderen zouden kijken, maar kon het zelf niet laten. U... zei iets. Tegen mij. U sprak me - rechtstreeks - toe. U zei dat... dat het u speet.' Nick strak aanstarend, ademde ze tussen haar tanden door diep in. 'Waar sloeg dat op?'
'Ik wilde dat u wist hoe ik me voelde,' zei Nick behoedzaam. 'Ik wilde dat u wist dat ik hem niet -'
'Denkt u dat het mij kan schelen hoe u zich voelt?' snauwde Barbara. 'Luister. Ik ben niet zo kapot als u denkt. De situatie was... het was geen rozegeur en maneschijn... ik bedoel, alleen vanwege... de kinderen.' Ze schudde haar hoofd en vocht tegen de tranen. 'Ik weet niet wat zich heeft afgespeeld tussen u en mijn man...'
'Ik heb hem niet -'
'Kop dicht. Het zal me werkelijk een zorg zijn. Wat vindt u daarvan? Het kan me echt geen moer schelen. Maar toen u me zo rechtstreeks toesprak, op de televisie, toen... schrok ik.' Ze slaakte een diepe zucht. 'Het maakte u levensecht.'
Nick wilde iets zeggen, maar Barbara was haar te snel af. 'Luister. Ik ken u niet. Wat mij betreft bent u een of andere slet, en ik ben hier niet om gezellig te kletsen! Oké? Zijn we het daarover eens? Ik wil de komende twee dagen en de herdenkingsdienst gewoon zo goed mogelijk doorkomen en dan verder gaan met mijn leven.' Nick staarde haar aan en knikte even.
Barbara vervolgde. 'Er is alleen... iets dat u moet weten, waarna ik hoop dat u zo vriendelijk zult zijn om op te rotten. Oké?' Nick stemde zwijgend in met haar voorstel. 'Hij nam me die avond mee uit eten om het een en ander goed te maken.' Ze zweeg even, wendde haar blik af en keek uit het raampje aan de chauffeurszijde. 'Laten we zeggen... dat u niet de eerste was. Hij sloeg de kinderen. En mij. Hij sliep nooit. Was een alcoholist. Werd ontslagen.' Ze hapte naar lucht. 'Hij veranderde in een... enorme verliezer. De gedachte aan... seks met hem... ik moest wel dronken worden. Jezus - u was toch niet verliefd op hem, ofwel?'
'Nee,' antwoordde Nick met klapperende tanden. Ze verlangde vurig naar wat warmte, maar durfde nergens aan te komen of ernaar te vragen.
'Hoe dan ook,' zei Barbara. 'De blauwe plek.' Nick sperde haar ogen wijd open. 'Ik zie dat ik je aandacht heb. Ze hebben me vanmorgen gebeld om na te vragen hoe het zit met die... blauwe plek. weet je, hij kwam namelijk gistermorgen naar huis.' Ze schudde haar hoofd. 'Jezus, ik kan er niet bij dat het pas gistermorgen was.' Ze haalde diep adem. 'Ik had een straatverbod geregeld, en opeens stond die klootzak weer voor mijn neus. Alsof er niets was gebeurd. Nou, toen ging ik gewoon over de rooie. Ik heb een grote -' Ze lachte bedroefd. 'Het was eigenlijk diep triest! Ik heb een grote, kristallen asbak naar hem toe gesmeten. Mijn God. Het was nota bene een huwelijksgeschenk van zijn ouders. Ik verstopte het ding keer op keer, en hij haalde het afzichtelijke geval telkens weer te voorschijn en dan liet hij het staan, puur om mij - Hoe dan ook, ik raakte hem. Hard. Ergens in zijn zij. Ik dacht even dat hij de asbak zou terug- smijten. Maar hij is eenvoudig vertrokken. Ik heb het niet aan de politie verteld. Ik schaamde me. De kinderen waren erbij en... ik voelde me gewoon... vernederd dat ik zoiets had gedaan. Ik dacht dat het er niet toe deed, aangezien hij toch al dood was. Dus toen ze vandaag weer opbelden, heb ik gezegd dat ik Jeffrey vrijdagmorgen de deur heb gewezen en hem daarna niet meer heb gezien. Ik was bang dat ze zouden denken dat als ik hem met zoiets kon verwonden, ik ook in staat zou zijn tot een moord. Ik zag overal spoken. Ik wist niet dat ik iemand in moeilijkheden zou brengen. Ze leken me te geloven. Ik vroeg hen of er een verdachte was. Ik kreeg de indruk dat ze iemand op het oog hadden, maar pas nadat ik had opgehangen, bedacht ik dat het mogelijk met die blauwe plek in verband stond.'
Nick bleef stokstijf zitten.
'Zo zit het dus.' Ze staarde voor zich uit. 'Dat zal ik ook aan de politie vertellen. Ik zal het politiebureau opbellen en het uitleggen. Nu ik wat gekalmeerd ben, snap ik ook wel dat ik op geen enkele manier verdacht kan zijn, en... wat u ook hebt aangericht, u verdient het niet in de gevangenis te belanden vanwege die blauwe plek. Ik heb liever een zuiver geweten. Vandaar. Dat wilde ik even kwijt.'
'Dank u wel,' zei Nick. Ze zag de lichten van de trein naar New York aankomen, zo'n twee kilometer verderop. 'Dank u zeer.'
'Ja. Oké.'
Nick wilde uitstappen, maar Barbara hield haar tegen. 'Tussen haakjes. Nog één ding. Hèbt u het gedaan? Hem vermoord?' Nick staarde haar wezenloos aan. 'Uit pure nieuwsgierigheid,' voegde ze eraan toe.
'Mevrouw White. Hij... heeft de hand aan zichzelf geslagen.'
'Tja,' zei ze, bruusk lachend, 'dat moet u natuurlijk volhouden.' Ze draaide het contactsleuteltje om. 'U zult het geld nooit krijgen, moet u weten.'
'Wat?' vroeg Nick, half buiten, terwijl ze haar hoofd weer naar binnen stak.
'Of hij heeft zelfmoord gepleegd of u hebt hem vermoord. In beide gevallen vist u achter het net.' Ze wendde haar blik opnieuw af. 'Hij moet wel volkomen hoteldebotel van u zijn geweest om u tot begunstigde te maken.'
'Mevrouw White. Ik heb uw man donderdagavond voor het eerst ontmoet. Die hele toestand met de verzekeringspapieren... ik heb geen idee -'
'Kreng! Leugenachtig kreng! Hoe durf je!'
'Mevrouw White, ik zweer u -'
'Bewaar het maar voor de rechtszaak! Ik hoop dat ze u dit betaald zetten. Misschien bel ik de politie toch maar niet om ze over de blauwe plek te vertellen. Misschien vertel ik alleen dat u hierheen bent gekomen en geprobeerd hebt mijn huis binnen te dringen - en misschien heeft dit hele gesprek wel nooit plaatsgevonden. Christus nog aan toe. Ik hoop dat jullie elkaar ergens in de hel zullen tegenkomen.' Ze startte de motor en trok op, hoewel het portier aan Nicks kant nog openstond. Toen ze een bocht maakte, sloeg het met een klap dicht. Nick draaide zich om en rende om de trein naar de stad te halen.