19e maand

Dag 5

Het Bakbeest heeft een ouder-peuterspeelgroep georganiseerd. Vanmorgen kwamen drie kinderen langs met hun oppas.

Het zat me helemaal niet lekker. Ik wil niet dat andere kinderen met mijn speelgoed spelen. Bovendien kwamen ze allemaal al heel snel op het idee om terug te slaan.

En trouwens, het was geen ouder-peutergroep. Het was een oppas-peutergroep, met een stel zielepoten van kinderen die door hun ouders aan hun lot worden overgelaten terwijl die mooi weer spelen op hun werk. En als ze van mij verwachten dat ik met andere kinderen omga, zullen ze toch met een beter stelletje aan moeten komen. Deze mormels waren luidruchtig, stonken en…nou…sommige van hen konden veel harder slaan dan ik.

Dag 12

Ik ben bij een moeizaam stadium in mijn leven aangeland. Of eigenlijk moet ik zeggen dat ik bij een nóg moeizamer stadium in mijn leven ben aangeland. Het gaat erom dat ik tot nu toe in feite drie slaapjes per dag doe – een lange ‘s-nachts, en nog twee korte dutjes ‘s-morgens en ‘s middags. Ik heb me verzet tegen dit patroon omdat mijn slaapjes Haar of het Bakbeest de kans geven ongestoord iets af te maken. Maar ik ben bang dat ik uiteindelijk altijd toch door uitputting word overmand en in slaap val. Maar nu zijn de zaken aan het veranderen. Ik heb kennelijk niet meer zo veel slaap nodig als vroeger.

andaag heb ik het Bakbeest een eerste aanwijzing gegeven van de onaangename dingen die komen gaan. Ik had zoals gewoonlijk mijn ochtendslaapje gedaan, maar toen ze me na de lunch in bed legde, had ik gewoon geen slaap. Ze liet me achter met haar gebruikelijke: “Ga jij nou maar lekker slapen, dan kan ik tenminste opschieten met mijn werk, goed?” en ik begon onmiddellijk te brullen. Ze reageerde daar niet op, omdat ik dat heel vaak doe en dan ongewild na een paar minuten toch in slaap val. Maar ik hield het dit keer goed vol en ten slotte moest ze wel weer boven komen. Ze probeerde me nog drie of vier keer onder te stoppen voor ze het opgaf en me weer mee naar beneden nam.

Toen ontdekte ik iets dat ik al een poosje vermoedde. Al dat gezeur dat ik maar lekker moest gaan slapen zodat zij kon opschieten met haar werk was allemaal gelogen. Wat zij doet tijdens mijn middagdutje – en wat ze waarschijnlijk al doet sinds de eerste dag dat ze hier kwam werken – is op de bank naar Australische soapseries zitten kijken. Vanmiddag had ze het lef te proberen mij daar samen met haar naar te laten kijken. Bah. Ik gaf de eerste een paar minuten, maar o jé, o jé…na anderhalf jaar iedereen om de tuin leiden kan ik toneelspel aardig goed beoordelen en, ik kan je verzekeren, dat er in die rommel allemachtig slecht geacteerd wordt.

Dus ik krijste en brulde en zorgde ervoor dat ze er geen seconde plezier aan kon beleven.

Dag 13

Vandaag weer mijn middagdutje overgeslagen. Dit keer haalde het Bakbeest me meteen uit bed – zeker bang om iets van haar geliefde series te missen.

Ik gilde en krijste de hele eerste helft, maar daarna werd ik rustiger. Het acteren was er niet beter op geworden, maar er zit een zekere stuntelige charme in de manier waarop die verhaaltjes in elkaar zitten.

Dag 14

Ondanks het mislukken van haar eerdere pogingen had het Bakbeest vanmorgen de drie andere kinderen met hun oppas weer op bezoek voor een nieuwe ronde van de zo verkeerd genoemde ouder-peuterspeelgroep. Ik slaagde erin een van de kleine mormels een oplawaai te geven met het hamertje dat bedoeld is om die felgekleurde plastic staafjes in dat felgekleurde plastic tafeltje te kloppen. Dat werd niet erg gewaardeerd.

En de kat heeft een ander kind gemeen gekrabd. Ik heb misschien in het verleden onaardige dingen gezegd over die kat, maar vandaag herkende ik voor het eerst een verwante ziel in hem.

Dag 16

Haast niet geslapen tijdens mijn dutje halverwege de ochtend en omdat ik tussen de middag nog kribbiger en oorlogszuchtiger was dan anders, probeerde het Bakbeest me na het eten in bed te leggen.

Ik trappelde en krijste en schreeuwde de hele boel bij elkaar. Hoe haalt ze het in haar hoofd te proberen mij mijn Australische soapseries te onhouden!

Dag 20

Vanmorgen werd ik nog vóór mijn ouders wakker en het was heerlijk. De zon scheen naar binnen, gefilterd door de zomergordijnen en maakte bewegende stippeltjespatronen op mijn dekbedovertrek. Buiten kwinkeleerden vogels. Ik voelde me uitgerust, knus en warm.

Ik begon te gorgelen en kleine kraaigeluidjes te maken. Die breidde ik uit tot een stroom van gebabbel, zonder echte woorden, maar met de klank van echte zinnen.

Ik bedacht hoe heerlijk het was een baby te zijn, hoe warm, beschermd en geliefd ik was. En ik dacht eraan hoe plezierig het was geen volwassene te hoeven zijn – te kunnen slapen tot je vanzelf wakker wordt, geen zorgen te hebben over geld of werk of waar de volgende maaltijd vandaan moet komen. En ik voelde een warm, teder gevoel van medelijden met mijn ouders.

Toen herinnerde ik me wie ik ook al weer was en begon als een gek te krijsen. Je dacht toch niet dat ik ze lekker ging laten slapen? Ik stel er een eer in ze wakker te maken vóór hun wekkerradio dat doet.

Dag 24

Zaterdag. Dat zindelijkheidstraininggedoe gaat Haar niet in Haar kouwe kleren zitten. Ik weet niet waarom, maar plotseling schijnt Ze zich daar nog meer zorgen over te maken. Ze heeft waarschijnlijk net het laatste nieuws over de vooruitgang van baby Einstein gehoord. Ja, dat engerdje heeft vast al een graad in de atoomfysica en heeft de Mount Everest beklommen zonder zuurstof. Terwijl mijn moeder zit opgescheept met een ettertje dat nog niet eens echt zindelijk is!

Misschien moet ik maar met mijn hand over mijn hart strijken. De volgende keer dat ik nodig moet – of liever een drol moet doen – moet ik misschien maar gewoon om het potje vragen en het gebruiken voor het doel waar het voor bestemd is.

Aan de andere kant is het wel zo leuk om me door Haar door het huis te laten achtervolgen met de po in de aanslag voor het geval dat. Waarom zou ik dit hoogtepunt van onze kwaliteitstijd samen bederven?

Dag 28

Vanavond viel ik heel hard met mijn bibs op mijn speelgoedbootje. Omdat ik dacht dat een nieuwe ontwikkeling in mijn taalvaardigheid Haar wat zou afleiden van de zindelijk-heidstraining, kwam ik met een nieuw woordje: “Bootje,” zei ik en toen nog eens voor het geval Ze het niet goed had gehoord: “Bootje!”

En weet je wat Ze deed? Ja hoor, Ze pakte het potje. Kom nou! Als ik potje had bedoeld, had ik wel potje gezegd.

Dag 29

Soms voel ik me bijna schuldig over de manier waarop ik Haar voor de gek houd, maar Ze vraagt er gewoon om. Het is net zo gemakkelijk als een snoepje van een baby afpakken. (Nou, ik wil best snoepjes van andere baby’s afpakken, maar ik zou wel eens willen zien wie van mij een snoepje zou durven afpakken!)

Vandaag kregen we een goed voorbeeld van Haar lichtgelovigheid te zien. Zoals altijd zeurde Ze maar door over dat zindelijkheidsgedoe, dus besloot ik na het avondeten Haar een pleziertje te doen. “Potje!” zei ik dringend. “Potje!”

“O, wat een knap kind,” kraaide Ze. “Vraagt mijn schattebout om het potje?” Ja, natuurlijk, deed ik dat! “Net als mijn hartje gisteren deed?” Nee hè, toch niet nog eens!

In elk geval scheen mijn verzoek Haar stoutste dromen in vervulling te doen gaan. Ze rende weg om de po te halen, rukte al mijn kleren onder mijn middel naar beneden en keek me veelbetekenend aan. Ze wees op de po en zei: “Daar – mijn honnepon weet toch waar die voor dient?”

“Aa.” Ik knikte “Aa, aa.” Ze lachte bemoedigend.

“Nou, doe dan wat je in een potje doet. Toe dan.” Ik knikte nog eens. Verrukt knikte Ze me toe. Ik pakte de po op en zette hem op mijn hoofd.

Dag 31

Zaterdag. Vandaag gaf ik mijn verzet eindelijk op. Deels omdat ik gewoon schoon genoeg had van de strijd, deels vanwege de zielige, bezorgde uitdrukking op Haar gezicht. Wat de reden ook was, na de lunch riep ik weer: “Potje! Potje!”

Dit keer had Ze het bij de hand en binnen een paar seconden was ik bloot vanaf mijn middel – van de vloer naar boven dan – en stond ik met de po tussen mijn voeten. “En gaat mijn knappe schatje nu op het potje zitten en een poepje doen?” smeekte Ze allerliefst. Met een zucht liet ik mijn bibs op het koude plastic zakken. “En ga je nou een mooie grote poep doen voor mama? Een grote poep voor mama. Toe dan…”

Het verlangen op Haar gezicht was zo meelijwekkend, dat ik perste, een paar keer kreunde en – plop, plop – twee volmaakte drollen in de po liet vallen.

Goeie genade! Het leek wel of Ze net was vrijgelaten na een gijzeling van vijf jaar en nog diezelfde dag de lotto had gewonnen. Terwijl ik bescheiden opstond, rukte Ze de po onder me uit en staarde erin alsof het de kroonjuwelen waren.

“O, wat knap van je! Kijk nou toch eens wat mijn schatte-bout voor mama heeft gedaan! Wat een knap, groot kind! O, dankjewel, zegt mama! Heel erg bedankt!” Met de po voor zich uit alsof hij op een satijnen kussentje stond, nam Ze me mee naar de wc.

“En weet je wat we nu gaan doen?” gorgelde Ze. “We gaan de bibs van mij snoepje afvegen, maar eerst…” Ze bleef voor de wc-pot staan. “Doen we dit.”

Plotseling keerde Ze het potje om, liet mijn prachtige drollen in de wc vallen en trok door. Nou zeg! Dat is de laatste keer dat ik Haar een cadeautje geef.