Inleiding
Voor wie niet bekend is met mijn bestseller, het eerste deel van mijn memoires Dagboek van een ettertje (en veel kunnen dat er niet zijn), volgt nu een kort overzicht van mijn memorabele eerste jaar.
Na een nogal traumatisch entree in deze wereld (geen ervaring die ik graag nog eens mee zou willen maken) maakte ik een verbazingwekkende ontwikkeling door. Ik nam in gewicht toe, ging over op vast voedsel, kreeg zitten (en omkukelen) en rondkruipen onder de knie en zei zelfs mijn eerste woordje…De lijst is eindeloos lang en er waren gelegenheden in overvloed er een puinhoop van te maken. En in dat eerste jaar maakten ook mijn ouders een hele ontwikkeling door. Hun vorderingen waren wel niet zo spectaculair als de mijne, maar ze waren toch aardig indrukwekkend.
Ja, wanneer ik erop terugkijk, zijn ze toch een heel stuk verder gekomen. De eerste maanden gingen ze gebukt onder allerlei naïeve illusies. Om te beginnen dachten ze dat een baby – ik dus – niet veel verschil zou maken in hun leven. Nou, dat ideetje heb ik binnen de kortste keren uit hun hoofd weten te krijgen.
Ze dachten ook – ik krijg er bijna tranen van in de ogen – dat ze gewoon konden doorgaan met dat zelfzuchtige leventje voor hun eigen plezier. Ze gingen ervan uit dat ze na mijn komst een even actief sociaal leven zouden kunnen leiden als tevoren, wat ik nogal onnozel vind. Ze verbeeldden zich bovendien dat ze er een even ongeremd seksleven op na zouden kunnen houden…Kan je net denken! Ik hoef zeker niet te zeggen dat ze deze illusies maar korte tijd hebben gekoesterd. Daar heb ik wel voor gezorgd. En natuurlijk ging niet alles van een leien dakje. Zo nu en dan kostte het mijn ouders pijnlijk veel tijd het gepaste gedragspatroon voor mensen in hun positie aan te leren. Ze deden bij gelegenheid zelfs net alsof ze enige macht over mij hadden…belachelijk natuurlijk. Maar ik bleef volhouden; het was zwaar werk en ik had er veel geduld voor nodig, maar aan het einde van het jaar waren mijn ouders zo mak als men zich maar kon wensen. Ze hadden volledig aanvaard dat in ons huis maar één iemand de dienst uitmaakte en dat was IK. Dus begin ik vol zelfvertrouwen aan mijn tweede jaar, maar ik blijf op mijn hoede. Ouders bedoelen het goed, maar je kunt ze geen ogenblik uit het oog verliezen. Als je ze ook maar één seconde de rug toekeert, zijn ze al in staat om kat-tekwaad uit te halen en dus moet ik ze altijd heel streng aanpakken. Het spijt me zeer, maar als je met ouders te maken hebt geldt: zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Maar voor jou, beste lezer, is wat ik te bieden heb puur amusement. Jij hebt het unieke voorrecht uitgezochte stukjes uit het dagboek van mijn tweede levensjaar te mogen lezen. Bof jij even!