15e maand

Dag 1

Vanmorgen werd ik om tien uur voor de televisie neergepoot. Ze staat erop me verslaafd aan dat ding te maken. Eerlijk – over je eigen glazen ingooien gesproken. Trouwens ik was niet van plan me een-twee-drie in te laten pakken. Zodra Ze me even alleen liet, rolde ik om en begon te gillen en te schreeuwen, mijn hele repertoire van aandacht trekken.

En weet je wat Ze deed? Ze negeerde me volledig. Ze trok gewoon de deur van de woonkamer achter zich dicht en ging koffie zetten en een vriendin opbellen. Ik ging door met rollen, schreeuwen en krijsen, maar na vijf minuten was het duidelijk dat Ze niet toe zou geven, dus hield ik ermee op. En uit pure verveling, omdat ik niets anders te doen had, begon ik naar de televisie te kijken. Kinderprogramma’s? Allemachtig! Wat een troep!

Wat ik vandaag zag was een mannenhand met een opgerold stukje karton op een vinger waarin ik een muis zou moeten zien. Kom zeg, maak het nou een beetje! Zelfs ik kon zien dat het enige voordeel van dat programma was dat het spotgoedkoop was. Waarom zou je echte toneelspelers of goeie marionetten betalen als je de kijkende peutertjes kunt afschepen met opgerolde stukjes karton? Maar toch gaf het mij een idee wat je allemaal kunt doen met een rol wc-papier. Al moest ik wel eerst al het papier eraf trekken. Ik propte het in de wc om ervanaf te zijn, deed toen het kartonnen rolletje op mijn vinger en liet het aan Haar zien. Het is me een raadsel waar Ze zo kwaad over was.

Dag 2

Ik zag vanmorgen mijn ouders brood in het broodrooster doen. Lijkt me niet zo moeilijk. Ik denk dat ik dat ook wel kan.

Toen Hij naar Zijn werk was, deed ik een boterham in mijn broodrooster.

Dag 3

Enige opwinding vanavond. Hij bracht een videoband mee en die paste niet in de videorecorder. Tenminste niet voor Hij mijn boterham eruit had gehaald. Hij was woedend. Ik was ook behoorlijk woedend. Het was nog steeds een gewone boterham. Mijn broodrooster deed het niet.

Dag 4

Na het ontbijt zette Ze me weer voor de televisie.

Dit keer was er een zielig verhaaltje over dinosaurussen die naar school gingen met blauwe en rode broekjes aan. Het werd verteld met een paar plaatjes die haast niet bewogen.

Alleen gebeurde er zo nu en dan iets o zo bijzonders, een oog van de dinosaurus bewoog bijvoorbeeld – tjonge wat geweldig, maar niet heus.

Willen ze nou echt een hele generatie kinderen laten opgroeien met het idee dat dinosaurussen

  1. nog bestaan
  2. naar school gaan en
  3. blauwe en rode broekjes dragen?

Dag 5

Vandaag zei Ze dat het hoog tijd werd dat ik leerde op het potje te gaan. Ik had willen zeggen dat Ze zelf de pot op kon, maar ik dacht niet dat Ze op dat moment in was voor een geintje.

Dag 7

“Ik heb dat boek zitten lezen…” zei Ze vanavond na het eten. Dat is altijd een slecht begin. Hij deed net alsof Hij het niet had gehoord en zette het geluid van de televisie harder. Ik deed net alsof ik ontzettend geïnteresseerd was in het inhameren van felgekleurde plastic staafjes in een felgekleurd plastic tafeltje met een felgekleurd plastic hamertje. Omdat ik dat stomme ‘verantwoorde’ speeltje vanaf het eerste ogenblik genegeerd heb, dacht ik dat mijn plotselinge belangstelling haar wel zou afleiden.

Vergeet het maar. “Ik ben een paar heel interessante dingen over zindelijkheidstraining te weten gekomen,” vervolgde Ze.

Hij wist meteen dat Hij er niet onderuit kon. Hij zette gedwee het geluid van de televisie uit en draaide zich naar Haar toe alsof Hij zich niets boeienders ter wereld kon voorstellen dan een discussie over zindelijkheidstraining. Hij is zo hypocriet – Hij trok zelfs een hevig geïnteresseerd gezicht en zei: “O ja, lieveling?”

“Er staat in,” vervolgde Ze, “dat hoewel sommige deskundigen geloven dat je er niet mee moet beginnen voor het kind twee jaar oud is, veel peuters ervan profiteren als ze er al eerder toe worden aangemoedigd.”

“O,” zei Hij.

“Er staat ook dat het kind rond de vijftien maanden verband begint te leggen tussen de lichamelijke gewaarwordingen en het produkt.”

Hij keek alsof Hij er geen woord van begreep. Dat is niet moeilijk voor Hem – zo kijkt Hij altijd. “Zeg dat nog eens?” vroeg Hij. “Over welke lichamelijke gewaarwordingen en over welk produkt hebben we het eigenlijk?”

“De lichamelijke gewaarwordingen zijn plassen en persen en het produkt is, eh…” Ze giechelde koket, “…pies en poep.” Pies en poep? Wat is dit? Het klinkt als de tekenfilmfiguren van het kinderprogramma.

“Sorry…het is me nog steeds niet duidelijk.” Tjonge wat kan Hij soms stom zijn. “Wat is dat met dat verband?”

“Wanneer het kind verband begint te leggen tussen de lichamelijke gewaarwordingen en het produkt…”

“De pies en de poep…?”

“Precies. Nou, wanneer dat gebeurt, wordt de hele zindelijkheidstraining een stuk gemakkelijker.”

“O,” zei Hij.

Ze draaiden zich als één man naar mij om. Ik deed niets. Ik gun ze heus niet het plezier mij het verband te zien leggen. Natuurlijk weet ik er al alles van. Ik heb vanaf het eerste begin geweten dat al dat gekreun en gepers leidt tot een warm, soppig gloeien in de luierstreek, maar ik ga ze echt niet aan hun neus hangen dat ik het weet. Ik zal daar gek zijn!

Dag 8

Vanmorgen weer naar de televisie gekeken. De man met het wc-rolletje om zijn vinger was er weer. Het leek nog steeds niet op een muis, maar het was best leuk. Ik vraag me af waar hij het papier laat?

Dag 11

Het begint er onheilspellend uit te zien. Ze had vanmorgen het Bakbeest weer op bezoek. Ik dacht toch dat ik overduidelijk had gemaakt dat die vlieger niet opgaat, maar Ze schijnt nog steeds vastbesloten Haar poging mij te verlaten door te zetten.

Ze verklaarde dat ze de oppas zou laten zien hoe ‘het patroon van mijn dag’ eruitziet. Dus zorgde ik ervoor dat er geen enkel patroon in mijn dag te ontdekken viel. Ik weigerde mijn gewone dagelijkse dutjes te doen, braakte al mijn eten uit en maakte een hele doos luiers op. Ik hoop het Bakbeest zo’n schrik aan te jagen dat ze ervanaf ziet.

Dag 15

Het Bakbeest kan het allemaal geen bal schelen. Met mijn moeder is dat anders. Omdat Ze me vanaf de eerste dag heeft meegemaakt en omdat ik van Haar ben, kan ik Haar ongerust en van streek maken wanneer ik maar wil. Dus steeds wanneer Ze mijn Ik-stik-of-ik-krijg-hoge-koorts-nummer ziet begint een klein greintje potentiële paniek zich in Haar te roeren ook al heeft Ze dat al honderd keer gezien, en na een tijdje komt Ze toch aanstormen om te kijken of alles met me in orde is.

In tegenstelling tot het Bakbeest…wanneer ik bij haar met het nummer begin negeert ze me gewoon of kijkt me aan alsof ze wil zeggen: “Nou, we zullen maar even afwachten of je echt stikt of koorts krijgt.”

Dag 16

Vandaag kwam het Bakbeest weer en Zij had nota bene de gore moed om te gaan winkelen. “Ik moet nodig nieuwe kleren hebben voor volgende week. De meeste dingen die ik droeg vóór ik de baby kreeg, kan ik nog steeds niet aan.” Dit herinnerde me eraan dat ik er in elk geval in geslaagd ben Haar figuur te bederven, maar dat gaf me geen warm gevoel zoals anders. Mijn gedachten werden overschaduwd door vreselijke zorgen. Wat is er dan volgende week? Kan het zijn dat Ze echt van plan is zo gauw alweer aan het werk te gaan?

Voor Ze wegging liet Ze het Bakbeest al mijn liefste speeltjes en spelletjes zien. “Daar is de baby uren zoet mee,” kwetterde Ze vrolijk.

En denk je dat ik er ook maar één van heb aangeraakt de hele tijd dat Ze weg was?

Dag 17

Mijn moeder liet me vandaag door het Bakbeest meenemen naar de supermarkt. Eerst gedroeg ik me volmaakt: ik stak geen hand uit, pakte niets van de schappen, at niets op uit het wagentje. Ik was echt een volmaakte brave Hendrik…tot we bij de kassa kwamen.

Toen graaide ik handenvol van de spullen die ze daar voor de impulsieve koper hebben uitgestald: chocoladerepen, weekbladen, lucifers, batterijen. Ik verscheurde, belebberde en vernielde zoveel ik maar kon in de tijd die me ter beschikking stond.

Dat voegde ƒ54,73 toe aan de rekening. Lang niet gek…

Dag 18

“Je maakt je er toch geen zorgen over dat je de baby alleen moet laten?” hoorde ik Hem vanavond aan Haar vragen. “Je weet wel, wanneer je weer gaat werken…?”

“Ach welnee,” zei Ze luchtig, al klonk er wel een bevredigende bezorgdheid in Haar stem. “Het zal heus wel goed gaan,” stelde Hij Haar gerust. “Natuurlijk,” zei Ze instemmend. “Het grootbrengen van kinderen is een voortdurend proces van uit elkaar groeien. Een scheiding kan de ouder-kindrelatie zelfs ten goede komen.” Ze heeft kennelijk weer een van die kinderverzorgingsboe-ken zitten lezen.

“En zul je de baby niet missen?” vroeg Hij met tedere bezorgdheid.

“Hemeltje, nee!” antwoordde Ze, een beetje al te snel naar mijn smaak. “Want, zie je, de baby en ik zullen ‘kwaliteitstijd’ met elkaar doorbrengen.”

Wat zullen we nou krijgen? Wat is kwaliteitstijd in vredesnaam? Eén ding kan ik je wel vertellen: wat het ook is, ik ben degene die de kwaliteit bepaalt en ik ben degene die de tijd uitzoekt.

Dag 19

Ze is zo achterbaks. De laatste weken is Ze begonnen met een appeltje voor me te schillen en in stukjes te snijden voor ik naar bed ga. Ik ben namelijk erg dol op een lekker knapperig stukje appel. Ik geniet van de manier waarop het breekt wanneer je erop zuigt en ik vind het heerlijk om stukjes over mijn pyjama en mijn dekbed te smeren. Maar vandaag heb ik me pas gerealiseerd dat ik het slachtoffer ben van een boosaardige samenzwering. Ze heeft me die appel alleen maar gegeven om mij af te leiden van mijn avondborstvoeding. Ze rekende erop dat als ik een appel had om mee te spelen en niemand me ervan weerhield die in mijn beddegoed te prakken, ik mijn snack van Haar borst wel zou vergeten. En het misselijke ervan is dat Ze nog gelijk had ook. Het maakt allemaal deel uit van Haar harteloze plan om zoveel mogelijk ruimte tussen ons te scheppen. Ik ben op verraderlijke wijze gespeend.

Dag 22

Ik ben wees.

Zo voelt het tenminste. Het gebeurde vanmorgen. Ze is weer aan het werk gegaan en heeft mij wanhopig en alleen achtergelaten met alleen het Bakbeest om me gezelschap te houden. Ik heb de hele morgen treurig door het huis gescharreld en in kasten en achter meubels gekeken op zoek naar mijn verloren moeder. Het was een hartverscheurend gezicht. De hele middag heb ik zachtjes zitten huilen. Goed, ik mag dan in het verleden zo nu en dan iets kwetsend over Haar gezegd hebben, maar zie je, vandaag miste ik Haar echt verschrikkelijk – en niet alleen om Haar te pesten. En had het Bakbeest medelijden met me, hoor ik je roepen? Poe. Ik neem aan dat dat een retorische vraag was.

En toen mijn moeder thuiskwam, helemaal in de vernieling, had het valse mens de gore moed Haar voor te liegen. “Hoe ging het met de baby?” vroeg Ze zodra Ze een voet over de drempel zetten. “O prima,” was het antwoord. “Heeft Baby me niet te erg gemist?” vroeg Ze bezorgd. “Nee hoor, helemaal niet!”

O, wat een leugenaars zijn ze toch, die volwassenen. “En zal mijn schatje verder zoet zijn?” vroeg Ze toen het Bakbeest weg was. “Mammie is erg moe – dood- en doodop. Ik was vergeten hoe vermoeiend werken is – en ik heb echt een goede nachtrust nodig. Dat zal mijn hartepitje mij toch wel gunnen, hè?”

Het spijt me zeer. Maar na de dag die ik achter de rug had, kon ik dat echt niet, zeg nou zelf?

Ik schreeuwde en krijste de godganse nacht. Ze heeft nooit langer dan tien minuten achter elkaar Haar ogen dicht kunnen doen.

Ten einde raad heeft Ze ten slotte Haar nachtjapon openge-knoopt en mij aan Haar borst gelegd. Er was nog niet veel melk, maar ik weet zeker dat ik de stroom wel weer op gang krijg met een beetje toegewijd zuigwerk.

Dag 24

Het Bakbeest was zo brutaal mij vanmorgen om tien uur mee te nemen toen ze boodschappen ging doen. Ik gilde en maakte het haar zo zuur mogelijk. Ik slaagde er zelfs in een hele doos eieren uit het winkelwagentje te gooien. Op twee na waren ze allemaal kapot.

“Ik begrijp niet waarom je je zo gedraagt,” zei ze steeds. Ik ben bang dat ze niet erg snugger is. De reden was overduidelijk: IK MISTE HET KINDERPROGRAMMA.

Ik wou heus weten hoe het verder ging met de muis gemaakt van het wc-rolletje.

Ik geef het niet graag toe, maar het doet me echt iets.

Dag 26

Vandaag was het de laatste dag van Haar eerste werkweek. Het Bakbeest duwde me in Haar armen zodra Ze de deur inkwam, riep ‘Tot maandag’ en weg was ze.

Ze keek me aan. “God, ik kan niet meer,” zei Ze. “Ik ga de hele avond plat op de bank liggen. En jij zal vast een zoet kindje zijn en lekker vroeg gaan slapen, hè?”

Wacht eens even. Ze is klaar met Haar werk voor deze week.

Waar blijft al die kwaliteitstijd die Ze me beloofd heeft?

Dag 27

Zaterdag. Dit zou dan kennelijk de dag voor de kwaliteitstijd moeten worden. Ze zag er een stuk menselijker uit toen Ze wakker werd en Haar eerste woorden waren: “Ben jij even een kleine bofkont. Mammie gaat elke minuut van deze dag voor jou zorgen.”

Ze had elke minuut ook nodig, daar zorgde ik wel voor. Aan het einde van de dag was Ze een totaal gebroken mens en vroeg Ze zich vol ontzetting af wat Ze voor monster op de wereld had gezet.

Er kwam een gedachte bij Haar op toen Ze weer probeerde mij in slaap te krijgen, en Ze vroeg aan Hem: “Je denkt toch niet dat de oppas Baby slechte gewoonten aanleert, hè?”

“Het is heel natuurlijk dat de baby een beetje opspeelt na de eerste week dat je weer werkt,” zei Hij geruststellend. “Misschien wel, maar zoals Baby zich nu gedraagt heb ik het nog nooit meegemaakt,” zei Ze. Waarmee Ze mijn eigen beoordeling van mijn vorderingen bevestigde.

Dit is goed, dacht ik, dit belooft wat. Als ik de twijfel kan aanmoedigen dat ze hun kostbare schat overlaten aan iemand die moreel ongeschikt is, dan kan ik er misschien voor zorgen dat dit belachelijke besluit om weer aan het werk te gaan, wordt teruggedraaid.

Poe. Ik zal Haar leren wat kwaliteitstijd is!