Hoofdstuk 4

Toen ik thuiskwam zat mijn moeder met de ochtendkrant opengeslagen aan het ontbijt. Ze droeg haar geruite flanellen ochtendjas, die als een tent om haar slanke lichaam valt. Als mijn vader thuis is, verruilt ze die voor de lichtblauwe, glanzend satijnen peignoir die ze van hem heeft gekregen. Dan heeft ze ook haar haar los over haar schouders hangen. Nu had ze het vastgebonden in een slordige knot, zodat het donkerder leek dan mijn haar, hoewel dat niet zo is.

Haar verstrooide glimlach - waarmee ze me altijd begroet - verstijfde toen ze me zag. – Lieve help, wat zie jij er uit!

Ik snapte dat het niet gemeen was bedoeld. Moeders vinden hun kinderen altijd mooi.

Ik bekeek mezelf in de spiegel van de hal en begreep dat ze waarschijnlijk mijn kleren bedoelde. Op mijn lichte jas en lichtblauwe spijkerbroek zaten bloedvlekken. Geen wonder dat de kleine kinderen van buurvrouw Alm begonnen te krijsen toen ze mij en Woef net zagen. Terwijl ik dacht dat ze bang waren voor Woef!

– Wat heb jij gedaan?

Ik vertelde van Tingeling en hoewel het een vrij onsamenhangend verhaal was, begreep mijn moeder genoeg en was ze net zo aangedaan als ik. Nadat ik me had omgekleed, bood ze aan me met de auto naar school te brengen. Hierdoor konden we alles nog een tijdje van ons af praten.

Toen ik uit de auto stapte, was het volgens de klok boven de ingang van het lage, stenen schoolgebouw nog maar acht uur. Ik had het gevoel dat ik al veel langer wakker was.

Ik was Mikaela helemaal vergeten, maar zodra ik de klas binnenkwam wist ik het weer. Ik was niet de enige geweest die door de moeder van Mikaela was gewekt. Ze had iedereen gebeld. Dit was niet het juiste moment om over arme Tingeling te beginnen.

Niemand was eigenlijk ongerust. Niet eens verbaasd.

– Ha ha, dat snapt toch iedereen, zei Micke.

– Wie zou het deze keer zijn? vroeg Erik zich af.

Maar jaloers waren ze wel. Alle jongens zijn gek op Mikaela, op haar geblondeerde haar, op haar met mascara opgemaakte wimpers en de lipgloss op haar glanzende mond. Haar broeken en truitjes zitten perfect en om haar heen zweven wolken parfum.

Iedereen vond dat we gewoon geduld moesten hebben. Mikaela was al eens eerder weggelopen. Ze was ook wel op rockfestivals en feesten geweest, terwijl haar moeder dacht dat ze bij Hannamaria sliep. Mikaela doet wat ze wil. Ze doet dingen die wij allemaal nooit zouden durven.

Hoewel ik trouwens in diezelfde periode één keer samen met haar ben weggelopen. Nou ja, weggelopen. We zaten nog in de brugklas. Ik weet nog hoe spannend het was toen zij en ik er op het schoolplein tussenuit knepen. De leraren die toezicht hielden werden ergens door een ruzie in beslag genomen en toen grepen we onze kans.

Het was Mikaela’s idee. Uiteraard. Ik weet eigenlijk niet eens waarom we het deden. Er was niets bijzonders gebeurd. Niet met mij, tenminste. Misschien wel met haar. Het was in de tijd dat haar ouders gingen scheiden. Toen dacht ik dat ze gewoon naar vrijheid verlangde en ik was gemakkelijk over te halen. Eerst liepen we rustig naar het houten speelhuisje van de basisschool om de hoek. Daarna renden we een eind weg tot we niet meer konden en stonden we met kriebels in de buik te lachen. Vervolgens liepen we gewoon weer terug.

De ontsnapping op zich had niet veel langer dan een paar minuten geduurd, maar het gaf zoń kick dat ik het nog steeds weet. Misschien was ze nu op zoek naar een nieuwe kick?

De les begon, maar Mikaela kwam niet opdagen. Het zou kunnen dat ze al thuis was, maar zich schaamde omdat iedereen het wist en ze zich daarom niet op school durfde vertonen.

Het gekke was dat het Mikaela kennelijk deze keer niet was gelukt haar moeder voor de gek te houden. Waarschijnlijk had Hannamaria niet tegen haar willen liegen. Er gingen geruchten dat het door Oscar kwam dat zij en Mikaela geen vriendinnen meer waren. Dat Hannamaria ook verliefd op hem was.

In de grote pauze stond Hannamaria tussen de popi’s van de klas iets uit te delen, kauwgom waarschijnlijk.

– Gaaf, man. Gaaf.

Ebba, Faduma en Nilla, klonen van elkaar met hun zwarte warrige haar. Ze stonden zich aan te stellen en de een klonk als een echo van de ander.

Jo en ik horen niet bij het populaire groepje. Wij halen goede cijfers, dragen gewone kleren en maken ons maar een klein beetje op, zo weinig dat het niet of nauwelijks te zien is. In de pauze staan we niet bij de grote groep die altijd hardop ergens om lacht. Of soms iemand uitlacht. Je moet iemand zijn om er bij te mogen horen.

Mikaela is zo knap als een fotomodel en heeft het figuur van een soapster na plastische chirurgie. Hannamaria is bijna net zo knap en heeft bijna net zo’n goed figuur. Ebba heeft steenrijke ouders.

De oudere broer van Faduma is gitarist in een band die zojuist een single heeft uitgebracht. De neef van Nilla is in een realityshow op tv geweest. Viktor is knap, Erik een veelbelovend hockeytalent, Alexander is overal goed in en ook nog knap. En Micke is de clown van de klas, waardoor de popi’s zich nog populairder voelen.

Ze hebben ook vrienden in 2 B - Oscar bijvoorbeeld, waar Mikaela verliefd op is - en ook een paar in de derde. Jo en ik stonden er zoals gewoonlijk weer eens buiten.

Jo heet eigenlijk Jolene Jones. We zijn al vriendinnen vanaf de eerste schooldag. Want zodra er leukere mensen in de buurt waren, liet Mikaela mij altijd links liggen.

Buiten schooltijd zien Jo en ik elkaar niet vaak. We hebben niet dezelfde hobby’s. Ik houd van zwemmen en trimmen en zij van paardrijden. Ze woont op een boerderij en heeft een eigen paard.

Iedereen op het schoolplein had het over Mikaela. De hele bovenbouw stond verspreid in groepjes bij elkaar en de leerlingen overschreeuwden elkaar terwijl ze stonden te gissen waar ze kon zijn.

Iedereen weet wie Mikaela is. De coolste en leukste van allemaal. Naar haar naam hoef je in het jaarboek niet te zoeken.

Met mij is het erger. Als iemand bij het doorbladeren van het jaarboek mijn naam tegenkomt, trekt hij misschien even zijn wenkbrauwen op. Zo gaat het als je lang noch kort bent, lelijk noch knap en meestal in een spijkerbroek en een T-shirt rondloopt. Maar Jo is duizend keer knapper dan Mikaela en Hannamaria samen. Ze heeft lange benen en dik zwart haar tot op haar middel.

Ook heeft ze grote bruine ogen en altijd een kleurtje - haar vader komt uit Louisiana. Ze zou vast wel bij de popiś mogen horen als ze dat zou willen. Maar dat wil ze niet. Ik zou dat wel willen, maar mij heeft niemand gevraagd.

– Belachelijk, zei Jo.

Even dacht ik dat ze mij bedoelde. Toen zei ze:

– Die zijn echt niet goed bij hun hoofd. Moet je horen!

Ik luisterde.

– Moet je m’n haar zien, het zit voor geen meter, of wel soms!

– Meid, je ziet er super goed uit. Moet je mij dan eens zien!

– Jij zeker, jij bent gaaf knap, man.

Hannamaria zei iets wat ik niet hoorde en de andere meiden lachten schel en luidruchtig.

– Wat hebben ze weer een lol, zei ik.

Toen zwegen we weer. Toch had ik voor één keertje iets te vertellen. Dat wat met Tingeling was gebeurd was veel erger dan dat Mikaela ergens was blijven overnachten. Maar ik wilde dat iedereen het zou horen.

Ik kreeg pas de kans toen Per - onze klassenleraar - ons het lokaal binnenliet. Zodra het enigszins stil werd, maakte ik van de gelegenheid gebruik.

– De hond van Linus is vanochtend door een auto aangereden. Ik heb haar gevonden.

Ik deed net alsof ik het alleen aan Jo vertelde, maar ik praatte zo hard dat het niemand zou kunnen ontgaan.

Eerst werd het helemaal stil. Daarna begon iedereen tegelijk te praten. Per probeerde onze aandacht te vestigen op een saaie zeventiende-eeuwse veldslag in Polen, maar besefte al gauw dat dat niet zou lukken.

Terwijl iedereen door elkaar praatte, dacht ik dat dit de eerste keer moest zijn dat ik met een verhaal de interesse van mijn klasgenoten had gewekt. Het voelde goed, hoewel ik me wel een beetje schaamde omdat ik de arme Tingeling ervoor had gebruikt. Wat een geluk dat deze kans zich nu juist vandaag voordeed, net nu Mikaela voor een keer de show niet had gestolen!