17      Depressie en werk

Voor depressieve mensen is een zinvolle dagbesteding even belangrijk als voor mensen zonder stemmingsstoornis. Vaak kan werk zelfs revaliderend zijn, omdat je gedwongen wordt bezig te zijn met iets anders dan jezelf. Werk geeft een duidelijke structuur, je hebt een reden om je bed uit te komen, bepaalde taken, afleiding, er wordt iets van je verwacht, je hebt contact met collega’s of anderen die je via het werk ontmoet en misschien krijg je ook nog wel positieve respons op de dingen die je doet. Het kan een soort ruggengraat vormen in je bestaan. Bovendien willen de meeste mensen liefst zelf hun brood verdienen.
Werk levert echter ook stress op en stress kan weer een depressie uitlokken. Onvrede en spanningen op het werk kunnen ertoe bijdragen dat je depressief wordt of terugvalt. Het gevoel verantwoordelijkheden te hebben die je eigenlijk niet (meer) aankunt, kan heel beklemmend zijn. Een koffiepauze waarin het je niet meer lukt om vrolijk mee te babbelen, kan een bezoeking worden. Soms wil je contacten liever uit de weg gaan, maar binnen de sociale setting van een werkkring is dat niet altijd mogelijk en gewenst.
Op de werkvloer zou je de depressie aan de volgende dingen kunnen herkennen:

 

•     afname van de productiviteit;

•     motivatieproblemen;

•     gebrek aan samenwerking;

•     onveilig gedrag, ongelukken;

•     verzuim;

•     frequent klagen over vermoeidheid;

•     onverklaarbare pijnen en pijntjes;

•     alcohol- en drugsmisbruik.

Wanneer je merkt dat je functioneren duidelijk onder de maat raakt, kan het positief uitwerken om steun te vragen, minder uren te gaan werken of simpeler taken op je te nemen, die je ook op je routine kunt doen. Maar er kan altijd een moment komen dat het echt niet meer gaat. Bij twee werkgevers heb ik – onafhankelijk van elkaar – te horen gekregen dat ik erbij zat als een dood vogeltje. Dat was erg pijnlijk. Ik heb daar wel van geleerd dat je ook het inzicht moet hebben om je op tijd ziek te melden. Niemand is erbij gebaat als je als een soort krepeergeval op je werkplek blijft rondhangen of, zoals men ook een keer tegen mij zei ‘als een schim door de organisatie loopt’. Een fout die ik ook met regelmaat gemaakt heb, is tijdens een depressie ontslag nemen. Als een soort laatste vluchtpoging uit een voor mijn gevoel onhoudbare situatie (‘ik moet hier weg, dit is niet vol te houden’) beëindigde ik dan mijn arbeidscontract, ging voor een uitzendbureau werken en in het voorjaar, als ik weer een beetje op mijn pootjes terechtkwam, zocht ik een nieuwe leuke baan. Het is echt een feit dat je dergelijke drastische beslissingen beter niet tijdens een depressie kunt nemen. In elk geval heb je steeds meer uit te leggen naarmate je cv langer wordt. Wat ik ook door schade en schande ondervonden heb is, dat je als mens met terugkerende depressies de lat wat lager moet leggen. Spannend en creatief werk dat hoge eisen stelt aan je geestelijke vermogens en je sociale vaardigheden, is fantastisch mooi, zolang het goed met je gaat. Maar wanneer je een groot deel van het jaar die kwaliteit niet kunt waarmaken, dan kun je beter een paar stappen terug doen. Het voordeel daarvan is dat je dan misschien het hele jaar in het arbeidsproces kunt blijven en je bovendien niet te veel belastende stress oploopt, waardoor je zou kunnen struikelen. Het is belangrijk om je een goed en eerlijk beeld te vormen van je sterke en zwakke punten, ook in slechte tijden, en daar een passende baan bij te zoeken.

Persoonlijk denk ik dat structuur en activiteit bijzonder goed zijn voor depressieve mensen, al geven een vrijwilligersbaan of een aantal belangrijke hobby’s dat natuurlijk ook wel. Als je een betaalde baan wilt, moet je ook solliciteren! En wat moet je dan zeggen over je depressiegevoeligheid? Vroeger ging aan een nieuwe baan standaard een medische keuring vooraf. Tegenwoordig is dat alleen het geval wanneer voor de functie specifieke lichamelijke vereisten worden gesteld (een piloot moet bijvoorbeeld een goed gezichtsvermogen hebben). De kans dat je er zonder keuring afkomt, is groot. Wanneer er in het sollicitatiegesprek naar je gezondheid geïnformeerd wordt, hoef je daar geen antwoord op te geven. Het kan je wel in verlegenheid brengen als het tóch gebeurt. En het maakt een rare indruk om in alle talen te zwijgen. Bijna net zo raar als wanneer je zou zeggen: ‘Ik overleg dit eerst met mijn advocaat.’ Bedenk van tevoren of je wel of niet openheid van zaken gaat geven, en zorg dat je een goed verhaal hebt over eventuele vreemde sprongen of gaten in je cv. Welsprekendheid en zelfvertrouwen zijn het geheim van een geslaagd sollicitatiegesprek. Wanneer je wel gekeurd wordt, mag je je psychiatrische verleden formeel niet verzwijgen als daarnaar gevraagd wordt, maar het komt niet vaak voor dat mensen daar daadwerkelijk juridisch door in de problemen komen.

Toon Vriens van Stichting Pandora meldt dat het over het algemeen wordt afgeraden om bij de sollicitatie al over de ziektegeschiedenis te vertellen, tenzij je het heel duidelijk als een pluspunt kunt formuleren. De ervaring is dat als het gesprek eenmaal op de psychische aandoening komt, daar dan heel lang over doorgepraat wordt en het de rest van het gesprek vaak doodslaat, waarna de sollicitant vervolgens niet wordt aangenomen. Hoewel er in de persoonlijke omgeving misschien wel openheid mogelijk is, blijkt men op de werkvloer toch vaak van een koude kermis thuis te komen als men dit onderwerp aankaart. Voor een deel omdat er nog van een stigma sprake is: een depressie is beladen, men weet er niet goed raad mee. Ook ontstaat er makkelijk een soort wantrouwen. Wanneer iemand zich met een griepje ziek meldt, kan er al snel worden gedacht dat hij of zij wel weer depressief zal zijn. Vaak vermelden mensen het daarom niet tijdens de sollicitatie en vertellen ze het, nadat ze aangenomen zijn, slechts mondjesmaat tegen collega’s. De brochure van Pandora ‘Ooit een haan horen zeggen dat-ie vroeger een eitje was?’ gaat over het dilemma van openheid op het werk. Pandora doet momenteel ook een voorlichtingsproject waarbij mensen die ervaring hebben met psychische aandoeningen aan werkgevers voorlichting geven.

Ik heb een enorme hekel aan liegen, en een iets minder grote hekel aan verzwijgen. Maar ik vind wel dat je recht hebt op een nieuwe, frisse kans in het arbeidsproces en dat je daarom je nieuwe werkgever niet alles aan zijn neus hoeft te hangen. Zeker niet wanneer je denkt dat de kans groot is dat je goed zult functioneren. Wanneer je echter op je vingers kunt natellen dat je eerstvolgende ziekmelding of opname al op de loer ligt, kun je je afvragen of het niet ethischer is om het gewoon maar te vertellen. De werkgever die je dan tóch nog wil hebben, is in elk geval een sociale baas, die welwillend staat tegenover mensen die het niet makkelijk hebben in het leven, maar die desondanks graag aan het arbeidsproces willen deelnemen. Het blijft een heel persoonlijke en moeilijke afweging.

Als je wel vertelt dat je depressies hebt, krijg je misschien eerder extra begeleiding en hulp als je wat steken laat vallen. Je loopt echter ook het risico om als kneus gezien en behandeld te worden. Ik heb er weleens bewust voor gekozen om het ook later niet aan collega’s te vertellen, omdat het goed is om een plek te hebben waar men gewoon verwacht dat je helemaal oké bent, want dat maakt dat je erg je best moet doen om dat ook te blijven. Tot het moment waarop je toch weer in een dood vogeltje verandert.

Het kan soms ook zinvol zijn om te zeggen dat je depressief geweest bent, omdat het wat druk van de ketel kan halen wanneer je geen stralend arbeidsverleden hoeft te fingeren. Misschien ben je wel langdurig ziek geweest of heb je een opname achter de rug en het kan heel beklemmend zijn als je het gevoel hebt met een geheim rond te lopen waar men met een beetje pech ook nog achter komt. Het risico is echter zeker aanwezig dat je in geval van eerlijkheid eenvoudigweg niet wordt aangenomen. Een mens met een stemmingsstoornis vormt uiteindelijk toch een risico voor een organisatie, dat valt niet te ontkennen. De Katholieke Universiteit Brabant deed onderzoek onder 8000 werknemers. Het bleek dat veertig procent van het ziekteverzuim was toe te schrijven aan depressies. Overigens scoorde tijdens dit onderzoek een op de tien mensen hoog op de afgenomen depressietest. Er wordt wat afgekwakkeld in dit land. Ik las ergens de stelling dat je gemakkelijker een baan krijgt na een gevangenisstraf dan wanneer je kampt met een psychische kwaal. Zou dat werkelijk zo zijn? Mogelijk vrezen werkgevers dat de kans op terugval bij een depressie groter is dan bij crimineel gedrag. Het blijkt dat van de nieuwe WAO-gevallen ruim dertig procent een psychische aandoening heeft. In sommige gevallen kan de werkgever subsidie krijgen als hij een ‘werknemer met een vlekje’ aanneemt. Dat zou juist weer in je voordeel kunnen werken. Pandora heeft trouwens ook een brochure voor mensen die, na eruit geweest te zijn, weer terugkeren in vrijwillig of betaald werk:‘Ook na de langste winterslaap doet een beer nog wel eens een dutje’.