13
Na de lunch slenterden Louisa en ik een paar uur rond. We staken de rivier over en namen tientallen foto's van elkaar vanaf het Trocadéro, waar ik zo poseerde dat het leek alsof ik de Eiffel toren in mijn hand hield en Louisa deed alsof-ie uit haar hoofd kwam. Ik moest er alles aan doen om te voorkomen dat deze kiekjes ooit online zouden verschijnen, omdat dit vermoedelijk niet het beeld was wat Belle-journalisten dienen uit te dragen. Toch lastig, want Parijs was gemaakt voor melige fotosessies. We konden niet anders dan een hele serie ‘cool chagrijnig meisje onder de Arc de Triomphe’ schieten. Ik deed ‘cool chagrijnig meisje’ veel beter dan Louisa, die veel te blond en te vrolijk was voor serieuze Parijse fotografie.
‘Ik wou dat je van gedachten veranderde en met me mee naar huis kwam,’ zei Louisa halverwege onze afscheidsomhelzing naast een taxi. ‘O, vergeet ik dit nog bijna.’
Met een schaapachtige grijns overhandigde ze me een envelop.
Ik grijnsde terug en begon de envelop open te schuren, maar de taxichauffeur toeterde. Blijkbaar mocht je in Parijs niet sta - tio nair draaiend midden op straat stilstaan. Vermoedelijk mocht dat nergens, maar dit terzijde.
‘Maak 'm later maar open.’ Louisa gooide haar handtas op de achterbank. ‘Schat, ik mis je en ik kan er met mijn kop niet bij dat ik al dit babygedoe zonder je zal moeten doen. Weet je zeker dat je niet terugkomt? Je breekt mijn hart, hoor.’
‘Ik weet het, ik beloof dat ik snel langs zal komen,’ zei ik plechtig en ik propte de envelop in mijn zwaar mishandelde handtas. ‘Maar nu kan ik niet weg. Ik moet eerst dit gedoe met Alex uit de wereld zien te krijgen.’
‘Je houdt echt van hem, hè?’ Ze streek mijn haar achter mijn oren en keek me streng aan. ‘Hij kan dit verdomme maar beter allemaal waard zijn, Angela Clark.’
‘Dat is hij ook,’ snifte ik, half in de taxi omdat ik haar niet los wilde laten en eigenlijk het liefste met haar mee was gegaan. Gewoon alle problemen achter me laten. Ik had het al eens eerder gedaan. ‘En als je hem ooit leert kennen, zul je me gelijk geven.’
‘Ik kan niet wachten.’ Lou stak haar hoofd uit het taxiraam. ‘Je snapt toch hopelijk wel dat je hem moet komen showen voor ik eruit zie als een olifant? Anders moet je wachten tot de baby geboren is. Het kan niet zo zijn dat jij en je beeldige vriend een beetje hip Londen onveilig maken terwijl ik eruit zie als een walvis in positiekleding.’
‘Begrepen,’ zei ik saluerend en ik wuifde haar uitzinnig na tot de taxi niet meer te zien was.
Vervolgens bleef ik veel te lang op de stoep naar het langs - razende verkeer staan staren, in de hoop dat mijn stemming wat evenwichtiger zou worden. Het was heerlijk geweest om Louisa weer te zien, maar vreselijk geweest om haar te zien vertrekken. Ik had niet beseft hoe ontzettend ik haar had gemist. En ze kreeg ook nog een kindje! Onvoorstelbaar brutaal van haar om gewoon door te gaan met haar leven zonder dat ik daar deel van uitmaakte, al was het wel een hele opluchting om te merken dat we gewoon de draad weer hadden opgepakt waar we die hadden laten vallen. Nou ja, een uurtje eerder dan, toen ze nog mijn beste vriendin was tegen wie ik alles kon zeggen. Niet het gierende, snikkende brok wanhoop dat net haar trouwdag in het water had zien vallen. Ik wilde niets liever dan in een taxi springen en haar achterna reizen, om mezelf opnieuw uit te vinden als Tante Angela, de favoriete tante die je altijd met haar makeup liet spelen en altijd snoepjes had. Ik wist echter dat het niets zou oplossen. Minder snoep zou waarschijnlijk wel helpen, maar afgezien daarvan, kon ik niet zomaar weglopen zonder mijn huidige hachelijke positie aan te pakken.
Gelukkig had ik niet veel tijd om te tobben over mijn missers in verleden, heden of toekomst. Het was al na zevenen en ik had tussen zeven en acht met Virginie afgesproken in een of andere bar. Aangezien mijn telefoon het niet deed, wilde ik er zo vroeg mogelijk zijn. Onder geen enkel maar dan ook echt geen énkel beding waagde ik me nog eens aan de metro, dus ik sprong in een taxi en overhandigde de chauffeur het adres dat Virginie voor me op een papiertje had geschreven. Vervolgens trok ik mijn zwarte eyeliner te voorschijn en ging aan de slag.
Al snel had ik door dat je opmaken op de achterbank van een taxi de manier was om die besmeurde look te creëren waar al die Parijse meiden patent op hadden. Gecombineerd met diverse dikke lagen mascara en vrijelijk aangebrachte poeder op de rest van mijn gezicht, was het resultaat toonbaar, gezien mijn gesnik van eerder die middag. Het warme licht van de lage zon was zeer vergevingsgezind in de nauwe straatjes van Hipsterville-aande- Seine.
Ik stapte uit de taxi, hoopte dat ik de chauffeur genoeg geld toegooide en keek om me heen of ik Virginie ergens zag. Ze was nergens te vinden, maar al snel spotte ik het bord van Alimentation Générale, de plek waar we hadden afgesproken. Kribbig omdat ik voor gek stond met mijn schoolfrans – het was hele maal geen kruidenier, het was een trendy bar, waarom logen de Fransen tegen me? – waagde ik me naar binnen om daar te zoeken naar mijn nieuwe Franse vriendin. Ze was er nog niet, maar voor een vroege zaterdagavond was de tent al aardig vol en stond de muziek hard. Na aan de bar te hebben plaatsgenomen, bestelde ik een mojito, blijkbaar de huidige cocktail du jour en keerde me om zodat ik weer naar Virginie kon spieden.
De bar zag er leuk uit en was omgeven door meer van dezelfde prachtige mensen die ik in Café Chabon had gezien tijdens onze eerste avond, dus ik ging ervan uit dat het als cool bekend stond. Onvoorstelbaar kitschy, met porseleinkasten langs de muur en rare lampenkappen, maar toch cool. Het publiek leek het in elk geval allemaal schitterend te vinden, er werd gelachen en gedanst. Het zaterdagavondgevoel werkte zo aanstekelijk dat ik me begon te ontspannen en me met een glimlach overgaf aan eens even lekker schaamteloos mensen kijken. Het was absurd hoe cliché de wereld was. New Yorkers droegen zwart en vonden het acceptabel om op gympen naar kantoor te lopen. Parijzenaars rookten allemaal en zagen er stuk voor stuk uit als figuranten uit Amélie. Mijn belangrijkste observatie: zowel New Yorkers als Parijzenaren drinken als tempeliers. Maar misschien dat ik te veel tijd doorbracht onder het hippe volkje in deze steden, dat kon niet gezond zijn.
‘Bonsoir.’
Ik keek op en zag een lange, wat vreemd uitziende blonde man pal voor me staan. Nog nooit gehoord van persoonlijke ruimte, joh? Zijn shirt hing iets te ver open en hij loerde vrijmoedig in mijn V-hals.
‘Pardon, je ne parlez pas Français,’ gooide ik er zonder aarzeling uit.
‘Un boisson?’ vroeg hij desalniettemin en hij duwde zijn zware mon tuur terug op zijn neus. Hipster-cliché nummer één.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Je ne parlez pas Français. Je suis Anglaise, je suis en vacances,’ verklaarde ik en ik was behoorlijk trots op deze volzin.
Hij zei weer iets, ditmaal in mijn oor zodat hij achteloos over mijn borst kon wrijven om zichzelf een stijve te bezorgen. Helaas begreep ik hem nog steeds niet en triester was nog dat hij mij niet begreep. ‘Je wilt me een drankje aanbieden?’ vroeg ik, wijzend naar mijn mojito.
‘Oui!’ knikte hij opgewonden, wuifde naar de bartender en trok wat euro's uit zijn superstrakke jeans. Hipster-cliché nummer twee. ‘Deux mojitos.’
‘Nee!’ riep ik en ik sprong van mijn barkruk, min of meer boven op hem. ‘O, verdomme, nee, sorry.’
Met mijn drankje tegen mijn borst geklemd wrong ik me door de menigte op de steeds voller wordende dansvloer. Mijn potentiële amour staarde me na voor hij zijn schouders ophaalde en zijn zinnen zette op het eerstvolgende alleenzittende meisje aan de bar.
‘Angela?’ klonk een stem bij de deur. Op mijn tenen kon ik net Virginies hoofd zien. Of beter gezegd: de gigantische neonroze slappe strik die ze erop droeg. Ze stak haar hand omhoog bij wijze van groet en praatte verder in haar minuscule mobieltje.
Ik zwaaide geagiteerd terug en sloeg zo zeker drie mensen met mijn elleboog in het oog.
Virginie liet haar mobieltje in haar tas glijden, keek de drukke zaak rond en wenkte me naar de deur.
‘Het is hier te druk,’ verklaarde ze na me te hebben begroet met een hug en twee nonchalante luchtkussen. ‘Sorry dat ik zo laat ben. Ik had hier eerder willen zijn, maar werd opgehouden.’
‘Geeft niet, laten we ergens heen gaan waar we elkaar kunnen verstaan,’ stelde ik voor en hoopte dat dit niet al te oma-achtig klonk. ‘Ik wil maar zeggen: het zal straks bij het optreden nog lawaaierig genoeg worden.’ Tenslotte werd ik nu peettante, dus ik zou mijn gehoor nog hard nodig hebben. Zodat ik ten volle kon genieten van het gejank en geschreeuw van mijn petekind in aanbouw.
We liepen de straat uit tot we een kleinere, minder afgestampte bar vonden. Ergens achterin, gevaarlijk dicht bij de toiletten en de sigarettenautomaten, was nog een klein tafeltje vrij en we gingen snel zitten op de kleine krukken die aan weerszijden stonden.
‘Ik ga wel even wijn halen,’ kondigde Virginie aan en ze gooide mij haar helderpaarse vestje toe, voor ze naar de bar liep.
Onwillekeurig blikte ik even op het label. Sonia Rykiel, niet gek. De Laboutins hadden ook al bewezen dat miss Virginie niet zo onverschillig op het gebied van mode was als ze graag wilde doen voorkomen. Het zou wel een van de bijwerkingen zijn van voor een blad als Belle werken: onherroepelijk bleef daar wat van plakken, of je dat nu wilde of niet. Een jaar geleden zou ik ook het verschil tussen Prada en H&M niet hebben gezien als ik niet op het prijskaartje keek. Al leek ze wel getrouwd met haar jeans en ballerina's, wat een reden was om toch van haar te houden.
Zo snel als ze was verdwenen, keerde ze ook weer terug, met een fles rode wijn en twee niet al te schone glazen, maar gezien het allooi van de kroeg besefte ik al blij te mogen zijn dat we niet rechtstreeks uit de fles hoefden te drinken. Ik was helemaal voor buurtkroegen en underground kelderbars, maar lieve he - mel, dit was echt een ruige tent.
Terwijl Virginie inschonk en ratelend vertelde hoe ze haar dag had doorgebracht met mijn blog herlezen ter inspiratie (ik had de heldenverering blijkbaar nog niet uit haar geslagen) staarde ik naar de afbladderende rode verf op de muren, die volhingen met affiches van shows die al waren geweest en allerhande ingelijste popart.
Het viel me op dat het publiek verschilde met dat in Alimentation Générale. De feeststemming werd hier ietwat gedrukt door het overduidelijke verlangen tot zien en gezien worden, al was het overduidelijk een faux pas om dit er te dik op te leggen. En ik was er vrij zeker van dat ze hier nooit Britney zouden draaien, zelfs niet grappig bedoeld. Een zorgvuldig samengesteld groepje meisjes leunde tegen het raam en gooide hun haar over hun schouder. Regelmatig wierpen ze elkaar veelbetekende blikken toe om te laten zien hoe cool ze waren en allemaal deden ze hun uiterste best om niet naar de knappe donkere jongen te staren die in een hoek met zijn rug naar de rest zat. Hij ging duidelijk met de prijs voor Coolste Persoon naar huis vanavond.
‘Hoe was het met je vriendin?’ vroeg Virginie luid.
Ik keerde me naar haar toe en keek recht in haar grote ogen, inclusief geïnteresseerde blik. Grote god, ze had altijd overal zoveel belangstelling voor. Heel eng.
‘Goed.’ Ik slikte een mondvol wijn door. ‘We hebben geluncht, het was enig om haar weer eens te zien. Ze wist net dat ze zwanger was, dus dat was wel even vreemd. Vreemd op een goede manier, natuurlijk.’
‘Mis je haar?’
‘Ontzettend.’ Ik knikte zo hard dat mijn haar er van danste. ‘Ik wist niet eens hoe erg ik haar miste, tot ik haar weer zag. Morgen is ze één jaar getrouwd, dat wil zeggen dat het ook een jaar geleden is dat ik haar voor het laatst zag. En god, een jaar geleden dat ik naar New York ging.’
‘Overweeg je nooit om naar huis te gaan? Een jaar je familie en vrienden niet zien is lang.’
Ze keek over mijn schouder terwijl ze sprak, ik nam aan naar de donkerharige man in de hoek achter me. Há, ze was even gevoelig voor een knappe kerel als wij allemaal.
‘Vertel mij wat. En ik moet je eerlijk zeggen dat ik tot nu toe nauwelijks heimwee heb gehad, maar na vandaag – weet niet. Het voelt allemaal anders.’ Peinzend keek ik haar aan. ‘Louisa geeft morgen een feestje. Raar idee dat iedereen die ik zo'n beetje ken daar zal zijn en dat het maar twee uur met de trein is en dat ik er niet bij zal zijn.’
‘Heb je geen zin?’
‘O, jawel,’ gaf ik stilletjes toe. ‘Maar het is niet zo'n goed idee om puur en alleen te gaan omdat het in New York allemaal even niet zo lekker loopt.’
‘Maar jouw leven is fantastisch,’ protesteerde ze, voor mijn gevoel voor de duizendste keer. ‘Ik zou echt een moord…’
‘Je kunt dat nog zo vaak zeggen,’ zei ik waarschuwend. ‘Maar daar wordt het nog niet waar van. Zeker niet op dit moment.’
Virginie schudde haar hoofd. ‘Londen is vast geweldig, maar New York is toch zeker het einde? Wat kan er zo erg zijn dat je terug wilt naar Engeland?’
‘Nou ja, van alles.’ Ik nam nog een slok wijn voor ik een poging deed het uit te leggen. ‘Alex en ik, dat schiet niet echt op. Jenny praat niet meer met me en gisteravond heeft hij iets gezegd dat ik niet meer uit mijn kop krijg.’
‘Wil je erover praten?’ bood ze voorzichtig aan.
Ik rimpelde mijn neus en dacht na. Het lag niet voor de hand dat Virginie objectief advies zou geven en het laatste wat ik nodig had, was dat al mijn angstaanjagende meningen terug in mijn gezicht zouden worden geslingerd. Anderzijds had praten met Louisa geholpen en die kon er niet van beticht worden pro- Alex te zijn. Misschien was mijn eigen Franse cheerleader-annexpitbull wel precies wat ik nu nodig had.
Ik besloot er voor te gaan. Iets aan die slappe roze strik maakte dat ik haar in vertrouwen wilde nemen. ‘Oké, het zit zo. Om te beginnen maakte hij een stomme opmerking over het feit dat ik altijd alleen sta als hij speelt en dat zette me aan het denken. Hij heeft gelijk, ik heb naast Jenny en haar vriendinnen verder amper vrienden gemaakt in New York. Niet dat ik nu massa's mensen nodig heb, ik heb altijd maar een kleine vriendenkring gehad en dat is prima. Ik ben alleen bang dat die steeds kleiner en kleiner wordt en dat als dat zo doorgaat, ik straks alleen nog Alex heb. Zo is het ook in Londen gegaan: eerst waren we met massa's mensen op de universiteit, daarna met een hele groep in Londen, maar na een paar jaar waren ook daar alleen nog Mark en ik, en Louisa en Tim van over. Ik kan zelfs niet zeggen dat ik momenteel in New York een Louisa heb. Als Alex en ik er een punt achter zouden zetten, kan ik geen reden bedenken waarom ik nog in New York zou blijven.’
‘En jij denkt echt dat uit elkaar gaan erin zit?’ Virginie schonk me nog eens in en keek me toen gegeneerd aan. ‘Sorry, ik weet dat ik te snel drink.’
‘Geeft niet,’ zei ik en ik beloofde mezelf dat ik niet eens zou probéren om haar bij te houden. ‘Ik kan niet zo goed tegen alcohol. Eén kater te veel in LA. Sindsdien probeer ik te voor - komen dat ik totaal bezopen raak.’
‘Bezopen?’
‘Vallen, kotsen, buiten westen raken en dronken wakker worden met een vreemde man naast je,’ wijdde ik uit en ik dronk langzaam nog wat wijn. ‘En uit elkaar gaan, daar moet ik echt nog niet aan denken.’
‘Heb je nog aan je artikel kunnen werken vandaag?’ Handig veranderde Virginie van onderwerp. ‘Ik voel me zo schuldig, ik hoop dat je je artikel afkrijgt nu je nog maar twee dagen hier hebt.’
‘God, ik moet echt al bijna weer weg, hè?’ Onvoorstelbaar dat deze week zo voorbij gevlogen was. Zij het dan niet zonder brokken. ‘Het zal best lukken,’ zei ik geruststellend tegen haar (en tegen mezelf). ‘Ik heb gisteren wat aantekeningen samengevoegd en ik heb er al een beter gevoel over. Niet dat ik zoveel toe te voegen had, maar ik kan de bars van vanavond erbij doen. Het komt wel goed. Hoe heet deze tent ook alweer?’
‘UFO.’ Virginie keek naar de bar waar het steeds drukker werd. ‘Maar misschien is het toch niet zo'n geheim adresje?’
‘Misschien niet voor jou, maar ik zie hier weinig Amerikanen,’ zei ik en ik volgde haar blik. De andere kant van de kroeg leek wel een andere wereld, het publiek daar verschilde hemelsbreed van de somberende trendsetters achterin. Iedereen kletste, gebaarde, sloeg elkaar op de schouders, zoende.
Het was al een hele tijd geleden dat ik ergens was geweest waar ik maar één taal om me heen hoorde spreken. Het voelde echt alsof ik op vakantie was. Waar ik in Londen had gewoond, leefden meerdere nationaliteiten door elkaar, met de taalmengelmoes die erbij hoorde. En in New York kon ik de straat niet oversteken zonder drie verschillende talen en nog eens zes verschillende accenten te horen. Het rappe Frans om me heen ontspande me. Het was een mooie taal om naar te luisteren. Tenzij het werd gesproken door een vent die je een drankje wilde aanbieden terwijl je dat niet wilde, natuurlijk.
‘Ik geloof dat er misschien één Amerikaan is.’ Virginie wees met haar bijna lege wijnglas naar de donkerharige jongen die met zijn rug naar ons toe had gezeten. Dat was inmiddels niet meer het geval. Hij was opgestaan, met zijn hoofd iets naar links om het lage plafond te vermijden. Met een gitaarkoffer in zijn hand liep hij weg. Het was Alex, met in zijn kielzog Solène.
‘Is dat niet…’ begon Virginie en ze keek toe hoe het tweetal buiten het raam de pas inhield.
‘Ja,’ zei ik en ik probeerde niet monumentaal te freaken over wat ik zag. ‘Dat is hem.’
Solène toverde een pakje sigaretten uit haar skinny jeans tevoorschijn en nam er voorzichtig een tussen haar lippen. Ze tilde haar kin een beetje op om zijn vuurtje aan te nemen. Na hem de brandende sigaret te hebben gegeven herhaalde ze de hele scène, voor het geval ik het de eerste keer niet goed had kunnen zien.
Ze inhaleerde diep, veegde haar lange pony uit haar ogen, hield haar hoofd koket schuin en lachte naar hem voor ze samen wegliepen. Voor ik kon besluiten wat ik zou doen, keek Solène over haar schouder, recht in mijn ogen en gaf me de meest zelfingenomen, arrogante lach die ik ooit had gezien. Snel stak ze nog even opzichtig haar arm door die van hem, voor ze er vandoor gingen.
‘Angela?’
Ik staarde uit het raam en reageerde niet op de kalme stem naast me.
‘Angela, voorzichtig, straks breek je het glas nog.’
Ik schrok op uit mijn trance en realiseerde me dat ik het goedkope wijnglas zo stevig omknelde dat het op het punt van barsten stond. Wat het een uitstekend wapen zou maken om Solènes hart mee te doorboren. Als ze al een hart had.
‘Wist je niet dat Alex had afgesproken met dat meisje?’
Ik schonk Virginie een blik die hopelijk in één keer duidelijk maakte dat dit een heel domme vraag was.
‘Volgens mij heeft hij jou niet gezien,’ zei ze. ‘En het stelt vast niets voor, joh.’
Ik had nog steeds geen woorden. Om in de efficiënte afkortingstijl van Jenny te blijven: WTF?
‘Ze spelen allebei in een band, toch? En ze spelen morgen op het festival? Het was vast een voorbespreking of zo.’
Ik nam niet eens de moeite om mijn wenkbrauwen op te trekken. Dacht ze soms dat ik achterlijk was?
‘Zoals je al zei, ze hebben niets meer met elkaar. Voltooid verleden tijd.’
Maar de geschiedenis herhaalde zich soms, dacht ik in mezelf, al kon ik het niet opbrengen de woorden hardop uit te spreken. Vooral omdat het zo truttig klonk. Ik sloeg de rest van mijn glas achterover en schonk mezelf nog eens in, uit de nu halflege fles. Dat glas gooide ik er ook maar in.
‘Angela, ik…’
‘Virginie?’
‘Ja?’
‘Met alle respect, maar kun je even je kop houden?’
‘Natuurlijk.’
In stilte zaten we naast elkaar terwijl ik het bewijsmateriaal herkauwde. Er moest een goede verklaring te vinden zijn voor het feit dat mijn vriendje een borrel dronk met zijn ex zonder dat even tegen mij te zeggen. Misschien waren ze elkaar toevallig tegen het lijf gelopen en wilde hij alleen maar beleefd zijn. Of had zij gedreigd zich in de rivier te gooien als hij niet wat met haar ging drinken. Of hij hoopte op een vluggertje met haar voor de show, omdat hij was afgeknapt op mij. Wauw, ik was echt lekker bezig.
Meerdere minuten verstreken terwijl visioenen van Solène en Alex door mijn hoofd cancanden. Virginie zat tegenover me en concentreerde zich op haar mond houden. Ik wist dat ze er bijna aan onderdoor ging, maar ik kon haar goedbedoelde theorieën er op dat moment even niet bij hebben. Die fles wijn moest zo snel mogelijk op, zodat ik een handig wapen zou hebben, om onheil mee aan te richten.
‘Angela?’
Ik keerde mijn hoofd een klein stukje naar Virginie. ‘Als je me weer gaat vertellen dat het allemaal vast niets voorstelde, kun je je die moeite besparen,’ meldde ik dreigend.
‘Nee, ik wou je alleen maar zeggen dat je vannacht even - tueel bij mij kunt slapen,’ zei ze aarzelend. ‘Mocht het verkeerd aflopen.’
‘O.’ Ik was een tikje geschokt. Hoorde ze niet op en neer te springen en te schreeuwen dat Solène een grote slet was en dat ik geweldig was en dat Alex niet goed bij zijn hoofd was als hij mij liet schieten voor haar?’
‘Ik ken jouw Alex niet, maar ik vertrouw die Solène voor geen meter, dat heb ik al eerder gezegd.’ Ze schonk me bij tot de fles leeg was.
‘Ja, dat heb je al eerder gezegd.’ Ik pakte het glas aan en dronk het leeg. Het stadium waarin ik nog wat proefde, was ik allang gepasseerd, wat in dit geval zegen en vloek tegelijk was. Het was echt geen goede wijn. En ik moet het ook eigenlijk bij wit houden. ‘Nou ja, ik moet in elk geval met hem praten. Misschien dat ze elkaar gewoon tegen zijn gekomen en dat hij niet onbeleefd wilde zijn.’
‘Ik dacht dat hij haar onder geen beding wilde zien?’ herinnerde Virginie me, terwijl ik dat echt ook nog wel wist. ‘Daarom wou hij toch niet met je naar haar feestje?’
‘O ja.’ Ik deed alsof ik dat even vergeten was, maar in werkelijkheid kon ik echt geen enkele goede reden bedenken waarom Alex in een bar zou moeten zitten met Solène op een tijdstip waarop hij wist dat ik een afspraak had. En dat allemaal zonder iets tegen mij te zeggen. Misschien had zijn moeder een nieuwe nier nodig en was Solène de enige donor ter wereld met wie ze matchte? Nee, daar kwam ik ook niet mee weg, hij zag zijn moeder zelden.
Virginie dronk haar glas leeg. ‘Wil je nog wel naar het concert?’ vroeg ze. ‘We kunnen ook naar het hotel gaan en daar even wat spullen voor je pakken. Je hebt al zoveel doorgemaakt met ontrouwe vriendjes, daar hoef je niet nog een keer alleen doorheen.’
‘O, god, nee.’ Snel schudde ik mijn hoofd en trachtte te negeren dat de kroeg om me heen draaide. ‘Nee, echt, dit is stom. Ik haal me stomme dingen in mijn hoofd. Ik moet er gewoon naartoe en het hem op de man af vragen. Dit is belachelijk, ik zit mezelf helemaal op te fokken terwijl ik geen idee heb wat er nu echt aan de hand is.’
Uiteraard had ik wel een idee, dat was het probleem. Het was een heel expliciet idee en het beviel me helemaal niet.
‘D'accord,’ pruilde Virginie. ‘Als je het zo wilt. Maar als je daarna niet terug naar het hotel wilt, dan kom je met mij mee.’
‘Virginie, echt, zo'n vaart zal het niet lopen,’ probeerde ik ons allebei te overtuigen. Ik wist niet of, als het doemscenario waarheid zou worden, snikken op de vloer van een meisje dat ik amper kende wel zou helpen, zelfs als ze mijn eigen erg chique Franse versie van Mary Poppins was: praktisch perfect op elke denkbare manier. ‘En scha t, je hoeft me alleen maar te helpen met mijn kopij, je hoeft je niet op te werpen als crisismanager.’
‘Maar ik wil je helpen,’ hield ze vol en ze reikte over de tafel om even een kneepje in mijn hand te geven. Ze realiseerde zich meteen dat dit een beetje te veel van het goede was, zelfs voor een Angela die drieëneenhalf glas wijn in een lege maag had gestort, en liet me weer los. In een poging achteloos te lijken, haalde ze haar schouders op. ‘Anders kun je altijd nog naar je vriendin in Engeland gaan, daar heb je nu misschien meer aan.’
‘Virginie, je bent mijn rots in de branding geweest,’ zei ik, opgelucht om eens even over andermans gevoelens in te zitten. ‘Ik had niet geweten wat ik zonder je had moeten doen. En als je ooit weer in New York bent, kun je altijd bij mij komen logeren.’
‘Dank je wel,’ mompelde ze, trok een pluk haar naar voren en inspecteerde die op gespleten haarpunten, die ze uiteraard niet had.
‘Hoor eens, het is ontzettend lief dat je het aanbiedt.’ O, god, ze kon me niet eens meer aankijken. Shit, ik had haar niet willen beledigen. ‘Je bent echt een goede vriendin voor me geweest, Virginie. Echt waar. O, en ik heb aan Alex gevraagd om je voor het festival van zondag op de gastenlijst te zetten. Ik zou het enig vinden als je kwam. Ik weet bijna zeker dat hij het geregeld heeft, ook al is hij nogal vergeetachtig.’
‘Dat is geen probleem, ik heb een perskaart.’ Ze keek op en switchte naar haar vrolijke humeur. ‘Zullen we nog wat bestellen? Je hebt vast gelijk. Die Solène, die deugt niet, maar Alex, die gaat niet vreemd. We nemen er nog eentje en dan gaan we naar Nouveau Casino, zodat je met hem kunt praten. Alles komt vast goed.’
Ik lachte stijfjes en stond op om naar de bar te lopen. Misschien was het toch prettiger als ze gewoon kwaad op me was. Ze was er weer. Zoals mijn lunch er binnenkort ook weer zou zijn als we in dit tempo bleven drinken.