8
De receptie leek er buitengewoon veel plezier in te hebben om me de volgende morgen tien minuten vroeger dan was afgesproken wakker te bellen. Het duurde drie rommelige, paniekerige minuten om te beseffen wat er aan de hand was. Alex was al vertrokken, die had iets met de band in een ochtendshow op de radio. Dat maakte mezelf uit bed hijsen er niet makkelijker op.
Onder de douche wachtte ik tot ik me weer een beetje mens zou voelen en dacht over alles wat ik op een rijtje moest zien te krijgen. Om te beginnen moest ik Jenny bellen. Het was hier nog maar half tien, bij haar half een 's nachts. Waarschijnlijk niet het beste moment voor een openhartig gesprek over dure opgeblazen spullen. Sinds dinsdagavond had ze niet meer gemaild of gebeld en met al het gedoe rond Solène had ik het ook maar even verdrongen. Wat – ik geef het eerlijk toe – behoorlijk naar van me was. Ik was echter maar in staat om één probleem tegelijk aan te pakken, dat had ik eerder al bewezen.
Nadat ik Jenny had gesproken, moest ik het artikel in de steigers zetten. Ik had mezelf er helemaal van overtuigd dat ik absoluut bekwaam genoeg was om deze klus te klaren en het idee dat dit misschien toch niet het geval was, was een hele schok. Gisteren was leuk geweest en ik had een paar namen van een paar coole winkels – nou ja, ik vond ze cool; het waren niet echt superhippe geheime vintageschatkamers – maar het was niet genoeg. Hoe ziek en fout het ook was, ik hoopte dat Cici me zou kunnen redden met haar lijst. Virginie was een schattig Frans engeltje, maar Belle had me nu niet echt geholpen door me op te zadelen met hun minst modieuze werknemer. Ik belde naar de receptie om te vragen of er faxen, mails of telefoontjes voor me waren binnengekomen, maar dat was niet het geval. Als ze ook haar mobieltje niet opnam, kon ik het schudden.
Als alle research voor het artikel gedaan was – hoop doet leven, nietwaar? – moest ik orde op zaken stellen qua Alex. Gezien de activiteiten van vannacht zat het wel goed tussen ons, maar ik was helemaal vergeten hem te vertellen dat ik Solène min of meer had beloofd dat we naar haar feestje zouden komen. Ik had zomaar het gevoel dat hij dat helemaal niet zou zien zitten.
Bovendien – en ik weet hoe zwak het was om dit zelfs maar voor mezelf toe te geven – zat het me nog steeds dwars dat ik zonder mijn mooie spullen zat. Soms vergat ik het even en dan kreeg ik weer een visioen van mijn goudkleurige Louboutins, en was het net alsof ik een klap in mijn gezicht kreeg. In mijn verbeelding had de beveiliging van het vliegveld inmiddels niet zozeer alleen de koffer opgeblazen, maar die uitgepakt en elk prachtig stuk apart aan gort geblazen. Snik. Het had me een jaar gekost om een beetje thuis te komen bij mezelf en in mijn nieuwe leven. Ik had het gevoel dat ik op de proef werd gesteld door me stukje bij beetje dingen te ontnemen. Te beginnen met mijn kleding. Shit.
Na in de lobby een kwartier op Virginie te hebben gewacht, werd ik ongerust. Ik had mezelf verstopt in de donkerste hoek die ik kon vinden. Donkere zonnebril, zwart T-shirt, zwarte jeans, haar in een paardenstaart. Ik begon me af te vragen of ik misschien niet te goed geslaagd was in mijn poging helemaal anoniem te blijven. Ik wilde niet dat de mensen achter de balie me herkenden, maar het was natuurlijk niet de bedoeling dat Virginie me niet kon vinden.
Na nog eens tien minuten zoemde mijn telefoon in mijn nu enige Marc Jacobs-tas.
‘Angela, het spijt me enorm,’ gooide Virginie er meteen uit, zonder me zelfs maar de kans te geven om haar te begroeten. ‘Ik ben nu onderweg naar je hotel. Moest eerst even langs de redactie om daar de fax van Cici op te halen.’
‘Ze heeft naar de redactie gefaxt?’ vroeg ik onthutst en opgelucht tegelijk. Ongelofelijk, Cici had zich aan haar woord gehouden. Al was het natuurlijk niet zo handig geweest om de redactie te faxen in plaats van het hotel. Hoe kon ik nu weten dat ze dat had gedaan?
‘Oui, ik heb hem hier voor me. Samen koffie drinken en haar suggesties doornemen?’
‘Koffie klinkt uitstekend. Hoe lang denk je nodig te hebben om hier te zijn?’ Ik snakte naar koffie. Misschien zou ik zelfs wel bezwijken zonder. Mijn hoofd bonsde en mijn mond smaakte naar afbijtmiddel. Niet dat ik ooit afbijtmiddel had geproefd, het was meer een weloverwogen gok.
‘Misschien kun je alvast naar metrostation Alma Marceau komen?’ stelde ze voor. ‘We hebben gisteren al aardig wat tijd in de Marais en Saint-Germain doorgebracht. Het is niet ingewikkeld: je stapt in op Saint-Sebastien, stapt over op Bastille en dan ga je naar Roosevelt. Of je loopt naar Bastille, het is niet ver. Heb je een plattegrond?’
‘Ja,’ zei ik en ik controleerde dat nog even door in mijn tas te kijken. ‘Maar ik moet je eerlijk bekennen dat ik niet erg goed ben in kaartlezen. Misschien kunnen we beter hier afspreken.’
Virginie lachte, een en al belletjes en geruststelling in haar stem. Het tegenovergestelde van de Cici-kakel. ‘Angela, het lukt je vast. Ik zie je over een half uurtje. Bel me als je me niet kunt vinden.’
Ik was niet echt helder genoeg om zelf te navigeren in het Franse metrosysteem. En turend op de metroplattegrond achterop de stadskaart vond ik het helemaal niet zo eenvoudig als Virginie het had doen lijken. Dat kind had veel te veel vertrouwen in me. Ik sloot mijn ogen, liet mijn hoofd achteroverleunen en slaakte een diepe zucht.
‘Is alles in orde, madame?’ vroeg een erg bezorgde stem naast me. ‘Voelt u zich weer niet goed?’
Ik opende achter mijn zonnebril één oog en zag de receptio - nist van gisteravond links naast me staan, op veilige afstand. Hij was overduidelijk van mening dat ik elk ogenblik zijn smetteloze receptie kon gaan onderkotsen. Alweer.
‘Nee, alles oké,’ zei ik en ik kwam zo damesachtig mogelijk – dus niet erg – omhoog en deed een poging om mezelf een houding te geven.
Hij knikte kort en deed langzaam een stapje terug, duidelijk niet overtuigd.
Ik perste mijn lippen op elkaar. Hij mocht niet zomaar weglopen in de veronderstelling dat ik een mateloos drankorgel was. ‘Mijn beste vriendin was ooit receptionist,’ flapte ik eruit. ‘Van een hotel.’
‘Pardon?’ Hij staarde me aan, inmiddels weer met de balie als veilige buffer tussen ons in. ‘Uw vriendin werkt in ons hotel?’
Waarom? Waarom kon ik toch gewoon mijn kop niet houden?
‘O, nee, ze woont tegenwoordig in LA,’ ratelde ik door en negeerde het stemmetje in mijn hoofd dat me keer op keer zei dat ik mijn kop moest houden. ‘Maar ze heeft jaren in een hotel gewerkt. Werkt u hier al lang?’
‘Drie jaar,’ antwoordde hij, nog altijd met een verbijsterde en een inmiddels ook licht bange blik. ‘Mijn naam is Alain, fijn dat u bij ons verblijft, madame.’
Zijn woorden waren niet anders te interpreteren dan ‘alsjeblieft, rot op en laat me met rust’, maar was ik daartoe in staat? Nee, natuurlijk niet, dat zou te makkelijk zijn.
‘Wauw, drie jaar, dat is best lang om in één baan te zitten,’ zei ik, inmiddels leunend tegen zijn deel van de balie. Het kleine stemmetje in mijn hoofd was inmiddels aangezwollen tot een misthoorn die smekend loeide om weg te lopen, voor mijn nieuwe vriend Alain me het hotel uit zou gooien. ‘Vind je het leuk werk?’
Hij haalde zijn schouders op en deed een stapje terug.
Ik had mezelf niet in de hand. Ik haat het als mensen me niet aardig vinden of nare dingen over me denken. Op een of andere manier wist ik zeker dat mijn moeder erachter zou komen dat ik voor het hotel van deze man had staan overgeven. En dat kon dan niet goed aflopen, mijn moeder kennende.
‘Kan ik u ergens mee helpen, madame?’
‘Hou toch op, ga weg!’ loeide mijn stemmetje.
‘Zeg maar Angela,’ zei ik en ik bood hem mijn hand aan. ‘En nee, dank je, alles is onder controle. Maar toch bedankt.’ Na hem nog eenmaal iets te monter te hebben toegelachen, koos ik eie - ren voor mijn geld en holde de deur uit. Memo aan mezelf: probeer je niet te vernederen tegenover hotelpersoneel als je nog een beetje dronken bent van de avond ervoor. En verdorie, hij noemde me nog steeds madame, terwijl ik er toch vrij zeker van was dat ik hem had gezegd dat het mademoiselle was. Wel twee keer.
Op één punt had ik vandaag alvast gelijk gekregen en dat was dat de metro geen makkie was. De eerste halte had ik zonder problemen gevonden, maar ik had kans gezien al drie stations in de verkeerde richting te reizen, voor ik besefte dat ik niet onderweg was naar Bastille. Elke seconde dat ik in die stomme wagon zat, zag ik Donna Gregory's gezicht voor me terwijl ze mijn kopij las. Haar wenkbrauwen gingen zo ver de hoogte in, dat ze op een gegeven moment gewoon helemaal van haar gezicht afvielen. Ik had het verkloot. Grondig verkloot. De tunnels waren groter en helderder dan die van de Londense underground of de New Yorkse subway, maar als ik de tientallen trappen combineerde met honderden verschillende uitgangen en een erg verwarrende bewegwijzering, was het geen wonder dat het ruim anderhalf uur duurde voor ik heet, bezweet en totaal uitgedroogd op Alma Marceau arriveerde.
Buiten deed ik een poging om me te oriënteren. Aan de ene kant zag ik de Eiffeltoren en de Seine, aan de andere kant een grote rotonde. Waar kon Virginie in vredesnaam zijn? Voor ik me in de Seine kon gooien, ging mijn telefoon.
‘Angela, is alles oké?’
Virginie was blijkbaar helderziend.
‘Ik heb je gebeld en gebeld, maar je nam niet op.’
Oké, misschien alleen bezorgd.
‘Sorry, volgens mij leef ik nog.’ Maar het hield niet over, in mijn ogen. Ik was doodmoe. Alsof mijn eerste solotrip in de metro al niet erg genoeg was, waarom was ik er in vredesnaam aan begonnen met een kater? ‘Sorry, mijn hersens doen het nog niet helemaal. Waar ben je?’
‘In een café, aan de overkant. Kun je me zien zwaaien?’
Ik keerde me langzaam om in de veronderstelling dat het gods onmogelijk was om in een zee van miljoenen knappe brunettes Virginie te spotten, maar zag haar vrijwel meteen op een terras aan de overkant van de straat, zwaaiend als een maniak. Eindelijk ging er eens iets goed.
‘Stop maar met zwaaien, je krijgt nog een beroerte,’ zei ik, zwaaide terug en verbrak blij de verbinding.
Gelukkig wist ik zonder brokken de overkant te bereiken en toen ik in de stoel viel die ze voor me had uitgetrokken, bleek ze ook al verse koffie voor me te hebben besteld, die ik in één keer naar binnen gooide.
‘Angela, het spijt me ontzettend.’ Virginie verborg haar gezicht achter haar handen. ‘Ik vind de metro zelf zo simpel, net als de subway – ik was helemaal vergeten dat het voor jou hele - maal vreemd is.’
‘Niet jouw schuld,’ zei ik grootmoedig en ik wenkte om nog meer koffie, nog altijd te kattig om haar echt gerust te kunnen stellen. ‘Ik had ook een taxi kunnen nemen.’
‘Daar heb ik niet eens aan gedacht.’ Ze stopte een losgeraakte pluk terug in haar rommelige knotje. ‘Je zult wel erg kwaad op me zijn.’
‘Echt niet,’ was niet eens gelogen. Ik was te uitgeput om kwaad te zijn. ‘En weet je, ik kan het vast gebruiken in mijn stuk, de New Yorkse ondergrondse met de Parijse metro vergelijken of zo.’
Virginie knikte gretig. ‘Dat zou erg interessant zijn.’
‘Nee, helemaal niet,’ zei ik en ik dronk mijn tweede kop koffie slechts iets minder snel dan de eerste. ‘Maar misschien kan het de shopgids voor ingewijden vervangen die in mijn ogen inmiddels onhaalbaar is geworden.’
‘Nou ja, we hebben nu in elk geval Cici's tips.’ Ze duwde een dikke stapel papier naar me toe voor ze in haar katoenen shopper dook om nog meer papier te voorschijn te halen. ‘Voor iemand die je vriendin niet is, wil ze je wel graag helpen, zeg.’
Ik zette mijn koffie neer en probeerde me te concentreren op de kleine letters en de minuscule plattegrondjes op de pagina's. Er moest een halve riem papier in Virginies tas hebben gezeten, het was onmogelijk om al deze plekken te bezoeken. Een blik op mijn horloge leerde me dat het al na twaalven was, ik zou niet eens tijd hebben om deze aantekeningen te lezen. Shit, shit, shit, shit, shit.
‘Heb jij ze gelezen?’ vroeg ik, in de hoop dat ze me een sa men - vatting van de hoogtepunten zou kunnen geven.
‘Non, ik dacht dat je dat zelf zou willen doen.’ Virginie kromp in elkaar. ‘Het spijt me, ik had natuurlijk alvast moeten beginnen.’
‘Nee, nee, nee,’ mompelde ik en ik bladerde door de stapel papier. ‘Maar al sla je me dood, ik heb geen idee hoe ik dit voor kerst allemaal moet doornemen, laat staan voor acht uur vanavond.’
‘Wat is er om acht uur vanavond?’ wilde Virginie weten en bestelde nog een koffie voor me, wat helemaal niet erg was, want ik zou toch geen tijd hebben om te slapen.
‘O, eh, ik heb tegen Solène gezegd dat we vanavond naar haar feestje komen,’ zei ik en ik deed net alsof ik mateloos gefascineerd was in Cici's favoriete massagecafé. Jakkes, bestond zoiets echt? ‘Het begint om een uur of acht. Ergens in de buurt van de Seine.’
‘Het meisje van het concert?’ Virginie sloeg met haar vlakke hand de papieren uit mijn handen op tafel. ‘Angela?’
‘Ja, het meisje van het concert,’ beaamde ik, bedachtzaam proevend van mijn koffie.
‘Maar die is verliefd op je vriend!’
‘Niet waar.’
‘Wel waar.’
Ik kon best zonder Jenny nu ik haar reisversie bij me had. Virginie was even vinnig en zou met gemak in een weekendtas passen.
‘Nee, want ze is zijn ex-vriendin,’ zei ik in mijn koffiekopje. Waarom hadden ze geen bekers hier? Was er dan nergens een Starbucks?
‘Sorry?’
‘Solène en Alex hebben ooit iets gehad samen,’ zei ik en ik deed mijn best om er onaangedaan uit te zien bij deze mededeling. Viriginies ontzette blik maakte me duidelijk dat ik het misschien toch niet zo nonchalant had gebracht als ik hoopte. ‘Het is al jaren geleden, het stelde niet zo veel voor. En ik heb gezegd dat ik zou komen.’
‘Alex wil naar dit feestje?’ vroeg Virginie. ‘Van zijn mooie exvriendin die als een hoer voor hem danst?’
‘Ho maar.’ Ik zette mijn kopje neer. ‘Ik heb hem nog niet gezegd dat we zijn uitgenodigd.’
‘Hij zal niet gaan.’ Ze sloeg haar armen over elkaar en keek me streng aan. ‘Ik denk niet dat hij zal gaan.’
‘Oké dan.’ Ik wist ook niet goed wat ik moest zeggen. Als le moment daar was, zou ik wel zien. ‘Nou, we moeten echt even besluiten waar we gaan beginnen met al die plekken die Cici aanbeveelt. En ik moet mijn vriendin even mailen over eh… het een en ander.’
Ik spreidde de pagina's voor me uit op tafel en probeerde wijs te worden uit de adressen, maar op een of andere manier snapte ik er niet veel van.
‘Het spijt me, ik ken jouw Alex niet,’ zei Virginie en ze legde even haar hand op die van mij. ‘Ik zal Cici's voorstellen even bekijken en uitzoeken wat hier in de buurt is, dan kun jij je vriendin mailen en Alex bellen. Is dat een idee?’
‘Dat zou geweldig zijn.’ Ik voelde me een beetje een oplichter dat ik haar mijn werk liet doen, maar het goedmaken met Jenny zou niet eenvoudig zijn. Het was nog altijd te vroeg om haar te bellen, dus een goedgeschreven e-mail moest volstaan.
‘En je weet zeker dat je naar dat feestje wilt?’ vroeg ze en ze verzamelde alle blaadjes papier op een stapel, waarna ze een zwartleren schrijfmap uit haar tas haalde.
‘Ja,’ zei ik, al had ik geen idee waarom.
‘D'accord.’ Virginie gaf me een kort knikje. En zuchtte diep.
Mijn e-mail aan Jenny kostte me meer tijd dan ik had gehoopt. Aan haar stemmingen was ik wel gewend, maar we hadden nog nooit ruzie gehad terwijl we ieder aan een andere kant van het land zaten, laat staan ieder op een ander continent. Het voelde niet goed en bovendien was het allemaal mijn schuld, terwijl Orkaan Jenny normaal gesproken ook voor vijftig procent verantwoordelijkheid nam. Wat moest ik doen? Door mij was er, weliswaar niet opzettelijk, maar toch, voor ongeveer tienduizend dollar aan geleende kleren verloren gegaan. Zou iemand geloven wat er met de spullen was gebeurd?
Jenny was nog nieuw in het stylistenvak, alles hing af van haar reputatie, zoals ze me op menige beschonken middag had verteld. Blijkbaar was stevig drinken geen storende factor in haar carrière. Prachtige dure spullen verliezen, daarentegen, was een ramp. Laat staan als degene voor wie ze de kleren had verzameld er voor vernietiging nog niet eens mee op tv geweest – zoals Mischa Barton bijvoorbeeld.
Na vier verschillende versies van hetzelfde bericht koos ik uiteindelijk voor: Het spijt me enorm, laat me weten wanneer ik je kan bellen, dan probeer ik iets te regelen. Ik zal de kleren op een of andere manier vervangen. Hou van je, x.
Ik had alleen geen idee hoe ik al die prachtige kleding zou kunnen vervangen. Na het mailtje te hebben verstuurd, haalde ik diep adem en belde Alex.
Hij nam meteen op, wat ongebruikelijk was, maar ook wel een opluchting. ‘Hé, hoe gaat-ie?’
Doe het alsof je er een pleister af moet trekken, Angela, hield ik mezelf voor. Hoe sneller, hoe minder pijn het doet.
‘Hé,’ zei ik en ik beet op de nagel van mijn pink. ‘Hoe ging het radioding?’
Als ik ergens goed in was, dan was het wel uitstellen.
‘Prima. We hebben gepraat, we hebben gespeeld. Gewoon.’
De lijn kraakte een beetje, maar hij klonk goedgehumeurd. Tijd om door de zure appel heen te bijten. ‘Dus, eh, ik wou het alleen even checken, maar we hebben vanavond niets op de agenda staan, toch?’ Ik draaide in mijn stoel om Virginies opgetrokken wenkbrauwen niet te hoeven zien. ‘We zijn namelijk uitgenodigd voor een feestje en ik heb min of meer toegezegd dat we zouden komen.’
‘Je hebt kans gezien om een uitnodiging voor een feestje te krijgen?’ Hij schoot in de lach. ‘En dat is toevallig niet gisteravond gebeurd?’
‘Dat zou best eens kunnen,’ gaf ik toe en draaide nog wat verder weg van Virginie. ‘Je weet hoe makkelijk ik vrienden maak als ik er een paar op heb.’
‘Je doet wel meer wat mijn goedkeuring niet kan weg dragen als je dronken bent. En overigens ook wel dingen die te gek zijn.’
Alex verlaagde zijn stem net genoeg om me kippenvel te bezorgen. ‘Laat me maar weten waar ik moet zijn.’
‘Nou eh, het punt is – het is bij Solène,’ zei ik kleintjes. ‘In haar appartement.’
Het werd opeens akelig stil op de lijn.
‘We gaan niet naar een feestje van Solène.’
Hij klonk niet eens boos, alleen gedecideerd.
‘Ja, maar ik heb eigenlijk al gezegd dat we zouden komen en zij zei dat ze zo graag met jou wilde bijpraten en dat ze haar vriend aan ons wilde voorstellen en we hoeven vast niet lang te blijven, maar ik denk wel dat we moeten gaan, omdat ik al gezegd hebt dat we zouden komen. Anders denkt ze misschien…’
‘Wat?’ onderbrak hij mijn geratel. ‘Anders denkt ze wat?’
‘Dat we onbeschoft zijn?’
‘Ik ben er vrij zeker van dat het me geen ruk kan schelen wat ze van jou vindt. En ik ben er honderd procent zeker van dat het mij geen donder kan schelen wat ze van mij vindt. Ik ga niet en jij gaat ook niet.’
‘Je kunt niet voor mij bepalen wat ik wel en niet kan doen.’ Raar om Alex tegen me te horen vloeken. Niet fijn, ook. Ik probeerde zo stil en discreet mogelijk te zijn, omdat Virginie ongetwijfeld klaar zat met de Franse versie van zei ik het niet? ‘Ik snap niet waarom je hier zo ingewikkeld over doet. We hoeven alleen maar even ons hoofd om de deur te steken en “Hallo” te zeggen. Misschien zal het je zelfs goed doen om even met haar te praten. Het is niet verstandig om nog zo boos te zijn over iets wat zo lang geleden is gebeurd.’
‘Nou, Oprah, dank je wel,’ zei Alex effen. ‘Ik was ervan uitge - gaan dat je van de de zelfhulpshit af was toen Jenny weg was. En ik wil helemaal niet bepalen wat je wel of niet kunt doen, maar ik ga vanavond niet naar dat feest. Als je zin hebt vanavond sa - men te gaan eten, bel me dan maar.’
Pruilend stopte ik mijn telefoon terug in mijn tas.
‘Hij wil niet mee naar het feest?’
Ik staarde even over de rivier. Eiffeltoren, Seine, heel veel mooie mensen op fietsen – yep, ik was wel degelijk in Parijs. En yep, ik zat nog altijd onder de plak bij mijn vriendinnen.
‘Hij wil niet mee naar het feest,’ bevestigde ik. ‘Ik snap het wel, ze is zijn ex. Ik zou ook niet graag naar een feestje van mijn ex gaan. Ik zou ook niet moeten gaan.’ Het zieke was echter dat ik wel wilde gaan. Ik wilde Solènes appartement zien, ik wilde haar nieuwe vriend zien en om onverklaarbare redenen wilde ik dat ze me aardig vond. En als dat er niet in zat, dan wilde ik er minimaal fantastisch uitzien, om haar duidelijk te maken dat ik goed genoeg was voor Alex. Even goed als zij was geweest.
Hmm, ik moest eens ophouden met klagen dat ik jongens niet begreep. Ik begreep mezelf niet eens.
Virginie tikte me voorzichtig op mijn schouder. ‘Ik heb eens zitten denken,’ zei ze. ‘Jij moet wel naar dat feest gaan.’
‘Sorry?’ Ik keerde me met een ruk om. ‘Net zei je nog iets heel anders.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik heb gezegd dat Alex niet zou willen gaan. Het is heel moeilijk voor een jongen om zijn ex te zien, al helemaal als zijn nieuwe vriendin erbij is. Maar jij moet wel gaan. En je moet er fantastisch uitzien.’
Dus toch helderziend. ‘Gemakkelijker gezegd dan gedaan,’ mopperde ik. ‘Hoe kun je er nou fantastisch uitzien zonder stijltang?’
Virginie legde me haar plan voor terwijl we Avenue Montaigne overstaken. Ik probeerde te luisteren, ze had het over een geweldige jurk kopen, ik kon van haar een paar briljante schoenen lenen en de extravagante haarstyling die de noodzaak van mijn stijltang teniet zou doen. Ik had cynisch tegenover haar initiatief moeten staan, maar gelukkig voor mijn Franse petemoei was ik enigszins afgeleid. In theorie waren we onderweg naar metrostation Roosevelt om verder te gaan met onze strooptocht, maar Virginie had verzwegen dat aan Avenue Montaigne zo'n beetje elk bestaand designerlabel, alle mogelijke couturehuizen en allerhande wonderbaarlijke zaakjes waren gevestigd.
Ik drukte mijn neus tegen de etalage van Paul & Joe, keek vol verlangen naar een beeldschone grijze zijden jurk en probeerde geen traan te laten om de Paul & Joe-jurk die in het Kofferdrama verloren was gegaan.
‘Die jurk zou volmaakt zijn voor vanavond,’ fluisterde Vir - ginie in mijn oor.
Ik knikte, ze had helemaal gelijk. De jurk was kort, zilvergrijs en aan de voorkant was een handgeschilderde Siamese kat te zien. Beetje typisch, maar wel gaaf. En zeker zo cool als Solène.
‘Je moet 'm even passen.’
‘Ik kan me die jurk niet veroorloven.’ Ik schudde het beeld van mezelf in die jurk van me af. Een berg eyeliner, rommelig haar en glimmende zwarte kousen. Nou ja, het was toch veel te warm om kousen te dragen. Niet dat de jurk niet ook fantastisch zou zijn zonder kousen. ‘Bovendien staat er een gigantische kat op.’
‘Alleen een echte fashionista kan zoiets dragen,’ beaamde Virginie. ‘Misschien iemand als Solène?’
‘Ik weet precies waar je mee bezig bent,’ zei ik en ik duwde grimmig de winkeldeur open. ‘En je hebt mazzel, want ik ben zeer beïnvloedbaar.’
Gelukkig – nou ja, tot het schuldgevoel toesloeg – bood mijn creditcard nog net genoeg ruimte om de jurk te kopen. Of beter gezegd: de aardige mensen van de creditcard-maatschappij waren bereid om mijn krediet te verhogen met het bedrag van de jurk. Ik mocht graag denken dat ik telepathische banden met Barclays heb en dat ze begrepen dat het een noodsituatie was. Als er een jurk op het spel stond, was ik in staat mezelf echt van alles te overtuigen. In dit geval, met deze jurk, zou ik Solène in elk geval op haar eigen niveau partij kunnen bieden. De jurk was prachtig en zat als gegoten. En trouwens, Virginie had gelijk. Ik moest absoluut naar dat feest. De ex van mijn vriend mocht niet denken dat ik onbeschoft was. Of erger nog, te schijterig om haar onder ogen te komen. Ondanks het feit dat ze een van de mooiste vrouwen was waar ik met tegenzin mijn oog op had laten vallen. En in een supercoole band speelde. En ook nog sexy en Frans was. Het gaf allemaal niet, ik had de kattenjurk. Er kon niets misgaan, behalve dan misschien dat Alex kwaad zou kunnen blijven.
Ik stuurde hem een flirterig (vooruit, onzedelijk) sms'je met potentiële plannen voor die avond vanuit de paskamer van Paul & Joe, waarin ik uitlegde dat ik even mijn gezicht zou laten zien op het feestje en dat hij echt niet mee hoefde. Daarna zouden we kunnen afspreken in het hotel, ergens in een leuk restau - rantje kunnen dineren, om af te sluiten met een herhaling van vannacht. Eenmaal terug in het hotel, natuurlijk. We mochten dan in de hoofdstad van de liefde zijn, ik was er vrij zeker van dat ook hier onzedelijk gedrag in de openbare ruimte strafbaar was.
Na Paul & Joe werd het alleen maar erger. Prada, Max Mara, Dior, Valentino en – o god – Chanel. Voor iemand die niets om high fashion gaf, had Virginie er wel oog voor. Ik zag kans mijn creditcard in mijn portemonnee te houden, maar ik kon mezelf er niet van weerhouden etalages te bepotelen of hier en daar even binnen te lopen. Nog even afgezien van de geneugten van airconditioning, kreeg ik een prettig tintelend gevoel van alle mooie dingen. Chanel 2.55-tassen, couture van Dior, avondtasjes van Prada – het maakte de wereld allemaal mooier. Tot ik op mijn horloge keek en zag dat het al bijna drie uur was.
‘Shit, Virginie, sleep me hiervandaan!’ In gedachten sloeg ik mezelf in het gezicht. ‘We moeten research doen, anders wordt het echt helemaal niets met mijn artikel.’
‘Maar je hebt het zo naar je zin!’ Ze gaf een kneepje in mijn arm. ‘En er zijn nog veel meer winkels, je hebt het belangrijkste deel nog niet gezien. We moeten nog naar Collette en…’
‘J'accuse,’ zei ik, rukte mijn arm los en wees priemend naar de schattige, onschuldige brunette. ‘Jij zou een alcoholist nog een borrel aanbieden. Begrijp me niet verkeerd, ik heb het reuze naar mijn zin, maar we moeten aan het werk. Dit is precies het tegenovergestelde van wat Belle wil. Het spijt me dat ik me zo heb laten afleiden, maar we moeten door.’
‘Sorry, je hebt helemaal gelijk.’ Ze pakte de schrijfmap uit haar tas en zocht de aantekeningen op die ze had zitten maken in de tijd dat ik mijn hoofd had gebroken over de vraag wat ik eens tegen Jenny moest zeggen. Verspilling van tijd, gezien de waardeloze e-mail die het uiteindelijk was geworden.
‘Oké, volgens Cici moeten we Mim proberen, dat is een winkel die hier in de buurt is, bij Les Halles.’
‘Perfect.’ Vergevingsgezind stak in mijn arm door de hare. ‘In New York is een restaurant dat Les Halles heet. Erg snobbistische tent.’
‘Ooit was Les Halles de belangrijkste markt van Parijs, maar nu niet meer,’ verklaarde Virginie. ‘Het verbaast me dat ze ons daarheen stuurt, maar ze geeft in de buurt nog meer adresjes aan die goed zouden zijn. Volgens Cici is dit haar favoriete winkel in de stad, haar geheime modewapen.’
‘En ere wie ere toekomt, ze weet hoe ze zich moet kleden,’ moest ik toegeven en begon bijna te hollen toen ik het bordje Metro zag. ‘Op naar dat geheime wapen, dus.’
‘Dat vuile kreng.’ Ongelovig keek ik naar de winkel. ‘Ze heeft me genaaid, nietwaar?’
Cici's geheime wapen was geen geweldige, geheime super vintagewinkel, maar een shop vol kleine maatjes, gericht op een groot publiek. In vergelijking hiermee was de Britse budgetstore Primark nog haute couture. Ik zou nog eerder Primark op mijn eigen trouwdag dragen dan deze rotzooi, maar dat terzijde: Cici had ons volledig op het verkeerde been gezet.
‘Ik praat niet graag over andere vrouwen in die termen,’ zei Virginie, ‘maar ik vrees dat je gelijk hebt.’ Ze bladerde koortsachtig door Cici's andere suggesties. ‘Dit is het adres, ik heb het gecontroleerd.’
‘Zijn alle winkels op haar lijst zoals deze? Totaal prak?’ Ik wil - de niet eens echt een antwoord op die vraag, ik was ook zo al misselijk, zonder hulp van mojito's, sangria of sigaretten.
‘Ik weet niet wat je met prak bedoeld, maar volgens mij zijn het geen heel bijzondere adresjes,’ zei Virginie en ze pakte het pak papier er weer bij. ‘Niet één komt me bekend voor. Een paar hotels en cafés zien er wel echt uit, ik herken de straten, maar de winkels – sorry, ik tast in het duister.’
Ik keek om me heen of we ergens konden zitten en zeeg op een betonnen muurtje neer. Les Halles was bepaald niet de mooiste plek van Parijs, hoewel ik blijkbaar willekeurig welk plaatje op een T-shirt kon laten drukken voor veertig euro. Maar waarom zou iemand willen rondlopen met een naakte Kate Moss, zoals op het voorbeeld in de etalage? Hoezo, modehoofdstad?
‘O, deze herken ik,’ zei Virginie opeens.
‘Een goed adresje?’ vroeg ik, hopend en biddend.
‘Eh, nee.’ Ze beet op haar lip en keek op. ‘Het gaat om Tati in Montmartre. Daar wil je echt niet heen.’
‘Tati? Is dat ironisch bedoeld of zo?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Volgens mij niet. Tati is nog groter dan Mim. Het heeft aparte winkels voor sieraden en trouwjurken, maar het is niet wat je zoekt.’
Omzichtig nam ze plaats naast me. ‘Mijn excuses, ik had deze suggesties moeten controleren. Misschien kunnen we zelf online wat research doen?’
Ik keek om me heen, op zoek naar iets om over te schrijven. Iets zei me dat fastfood van Flunch de eindredactie niet zou ha - len. Aten mensen daar echt? Mijn god, ik had Parijs verlaten en was de hel van Dante binnengegaan.
‘Dat is een uitstekend idee, alleen heb ik geen oplader voor mijn laptop,’ zei ik. Onvoorstelbaar dat zoeken naar een verkooppunt van Apple niet hoog op mijn agenda had gestaan, ik was het straal vergeten. Cici hoefde me helemaal niet te naaien, ik deed echt zelf alles al om deze kans te verpesten. ‘Het is al bijna sluitingstijd, ik kan het nu wel vergeten.’
‘We hebben morgen nog,’ stelde Virginie voor en ze deed zichtbaar haar best om me te kalmeren. ‘En misschien zaterdag nog een paar uur?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Morgen is Alex jarig en ik heb beloofd dat ik de dag met hem zou doorbrengen. Zaterdag misschien, al heb ik een vriendin beloofd dat ik met haar zou lunchen. Maar dan heb ik in elk geval nog een deel van de ochtend en middag. Maar ik kan niet van jou vragen dat je op zaterdag gaat werken.’
‘Maar ik wil je graag helpen,’ bood Virginie opgewekt aan. ‘En ik ben bang dat je Parijs zonder mij niet echt aankunt.’
‘En daar heb je helemaal gelijk in,’ gaf ik toe, zowaar een beetje opgelucht. ‘Als je het echt niet erg vindt?’
‘Non.’ Ze sprong van het muurtje en sloeg even kort haar ar - men om me heen. ‘Ik zei toch dat ik wil helpen?’
‘Geen plannen voor het weekend, geen spannende dates?’ vroeg ik streng. Niet dat het mij veel kon schelen, als ze me per se wilde helpen, zou ik wel de laatste zijn om dat te verhinderen. Ik stond al min of meer op het punt om Alex’ verjaardag, lunch met Louisa, het festival en Kerstmis af te zeggen, om het artikel maar rond te krijgen.
‘Ik ben er voor je,’ beloofde Virginie. ‘En ik geloof niet dat we vandaag nog iets zullen vinden. We kunnen maar beter naar huis gaan en je bloedmooi maken voor vanavond. De winkels gaan toch zo dicht en ik heb geweldige ideeën voor je haar.’
‘Vooruit dan maar.’ Ik wist wanneer ik een nederlaag moest accepteren. En ik wilde er ook echt bloedmooi uitzien op dat feest.