11
‘Hoe is het gegaan vandaag?’ vroeg ik en ik ik viel intussen aan op het broodmandje. Eerst brood. Daarna drank. Ik had mijn lesje geleerd. ‘Zijn al je afspraken goed verlopen?’
Alex knikte en dronk wat rode wijn. Ik had champagne voorgesteld, maar hij vond dat hij niets te vieren had. Jongens zijn ook zo kleinzerig.
‘Heb je alle mensen van de platenmaatschappij gesproken die je moest spreken?’ Ik bleef maar vragen stellen om het gesprek op gang te houden, ook al wist ik dat hij geen antwoord zou geven. Zodra we de hotel uit liepen, leek hij een knop te hebben omgezet. Er kwam geen stom woord meer uit. Niet dat hij normaal gesproken nu de oren van je hoofd kletste, maar hij gedroeg zich nu wel heel erg raar.
‘Ja, allemaal gelukt,’ zei hij en hij pakte een stukje brood waar hij toen bedachtzaam de korst vanaf trok. ‘Wat heb jij vandaan gedaan?’
‘Opgestaan, oplader voor mijn Mac gekocht, beetje gewerkt, geblogd en op jou gewacht,’ dreunde ik op. ‘Kom op, ik snak naar smerige details, door wie ben je allemaal geïnterviewd? Heb je heel Frankrijk verteld hoeveel je van me houdt?’
‘O, kom op Angela.’ Alex trok een gezicht. ‘Ik heb al de hele dag moeten praten. Mag ik even een uurtje zonder vragenvuur?’
‘Geen probleem.’ Het was nog een hele klus om zijn stemmingswisselingen bij te benen. ‘Eh, wat zullen we na het eten eens gaan doen?’
‘Ik dacht dat we álles zouden gaan doen?’
‘O ja.’ Ik beet op mijn lip en dacht even na. ‘Ik heb vanmiddag een heel mooie kleine tuin in de Marais gevonden.’
‘O ja?’ Alex knikte tegen de ober die twee borden steak frites voor ons neerzette. ‘Vertel eens?’
‘Het was een prachtige plek.’ Ik deed mijn best om me niet te veel af te laten leiden door het gigantische stuk vlees op mijn bord. Grote god, wat hield ik van eten. ‘Een oude binnenplaats, omringd door van die elegante stenen bogen, met een tuin met van die kleine heggen die in draaiende patronen waren gesnoeid. Zo vredig en mooi. Zo anders dan New York.’
‘Was het bij Musée Carnavalet?’ vroeg hij, tussen twee mondenvol door.
‘Ja, en het was er echt geweldig!’ knikte ik enthousiast. ‘Ja, als we de kans krijgen, zouden we er samen heen moeten gaan. Ik vergeet steeds dat jij hier de weg weet.’
‘Ja, nou ja, ik weet niet of dat gaat lukken.’ Hij keek naar zijn bord. ‘Morgen ga je lunchen met Louisa, toch? En zondag is het festival en daarna gaan we weer naar huis.’
‘Toch jammer.’ Mijn mes sneed als boter door het malse vlees. O, wat zou dat smaken. ‘Ik wou dat we meer samen hadden kunnen doen.’
‘Om eerlijk te zijn, kan ik niet wachten tot we weer thuis zijn.’ Alex schonk ons allebei nog eens in. ‘Dit was toch niet zo'n goed idee van me.’
‘O.’ Mijn steak smaakte opeens alsof ik op oude cornedbeef uit een blikje zat te kauwen. ‘Heb je het niet naar je zin?’
‘Hé, ik ben blij dat jij hier bent, hoor,’ probeerde hij zich er haastig uit te redden. ‘Ik had alleen niet verwacht dat we zoveel werk zouden hebben.’
‘Ja, populariteit is echt vreselijk, hè?’ Ik wilde een wenkbrauw optrekken, maar au au au.
‘Vreselijk inderdaad,’ gaf hij met een klein glimlachje toe, maar toen betrok zijn gezicht weer. ‘En, nou ja, ik had ook wel kunnen weten dat ik nou niet echt blij zou worden van Parijs. Ik ben hier niet echt mezelf.’
Je hoefde geen genie te zijn om te weten waar hij het over had, maar ik had mezelf beloofd dat de naam Solène vanavond niet over mijn lippen zou rollen.
‘Ik ben in elk geval heel blij dat je op dit moment tegenover me zit.’ Hij legde zijn bestek neer. ‘En het spijt me dat ik zo weinig tijd voor je heb gehad.’
‘We zijn nu tenminste samen,’ zei ik en ik dwong mezelf erbij te lachen. ‘Maar je zult nu toch even moeten kletsen, zodat ik deze zalige steak kan verslinden.’
‘Als we nu eerst eens eten en daarna praten?’ onderhandelde Alex en hij wreef met zijn voet langs de binnenkant van mijn been. ‘Luisteren we gewoon even naar de anderen.’
‘Jij hebt makkelijk praten,’ zei ik, met een mond vol bloederig vlees. Ik hield mijn hand ervoor, maar eigenlijk viel er niets meer te redden en bovendien hoefde ik me bij hem goddank niet te gedragen. ‘Jij kunt tenminste verstaan waar ze het over hebben.’
‘En jij wordt er natuurlijk gek van dat je dat niet kunt,’ zei hij, met de eerste oprechte grijns die ik in een uur van hem had mogen aanschouwen.
‘Ik ben een schrijver, ik ben van nature leergierig,’ pro tes - teerde ik.
‘Nieuwsgierig zul je bedoelen,’ kaatste hij terug.
‘Ik dacht dat we niet zouden praten onder het eten?’
Alex spietste een stuk steak aan zijn vork en grinnikte.
‘En, voelt het anders?’ vroeg ik later, toen we over straat slenterden met een ijsje in ons hand. Het was nog altijd warm en Alex stopte even om een lekkend straaltje van mijn hand te likken.
‘Voelt wat anders?’ vroeg hij en hij keerde terug naar zijn eigen hoorntje. Blijmoedig slingerde hij met zijn hand om de mijne mijn arm heen en weer.
‘Dertig zijn,’ verduidelijkte ik. ‘Voel je je anders?’
‘Nee,’ zei hij snel. ‘Hoe smaakt je ijsje?’
‘Het is niet zo lekker dat je met die vraag van onderwerp kunt veranderen,’ verklaarde ik. ‘Kom op, je moet je toch wel een beetje anders voelen?’
‘Volgens mij niet.’ Hij trok me een smal straatje in met links en rechts winkels waar ze felgekleurde stoffen verkochten. ‘Zie ik er anders uit?’
Ik nam een grote lik van mijn ijsje en stopte om hem eens goed te bekijken. Zelfde glanzende haar, kort en een beetje krullend in zijn nek, zoals altijd één pluk omhoog, omdat hij daar altijd zijn hand doorhaalde. Lang aan de voorkant, scheiding iets links zodat er eeuwig een lok net onder zijn wenkbrauw viel en voor zijn heldere groene ogen zwiepte. Hij zag er een beetje moe uit, maar ik ging ervan uit dat een halve nacht in een leunstoel slapen geen klaarwakkere oogopslag kon opleverde. De lachrimpeltjes om zijn ogen vertelden me dat hij, afgezien van de laatste dagen, nog altijd meer lachte dan broeierig mokte. Zijn donkere haar stak af bij zijn bleke huid. Zijn lippen waren even vol en roze als altijd. Toen hij lachte, zag ik dat ze nog een beetje gekleurd waren van de rode wijn die we hadden gedronken.
‘En, zie ik er volgens jou oud uit?’
Ik schudde mijn hoofd en ging op mijn tenen staan om hem te kussen. Dat het ijs over mijn vingers smolt, negeerde ik gemakshalve maar even. ‘Je ziet er prima uit.’
‘Nou, gelukkig maar. Kom mee’
‘Waar gaan we heen?’ Mijn hart huppelde sneller dan ik in mijn geleende Louboutins kon bijhouden. Alex knaagde zijn ijshoorntje weg, ik gooide dat van mij in een prullenbak.
‘Jij wilde zo nodig Parijs zien,’ zei hij en hij wees naar een stel steile trappen. ‘Dus nu gaan we Parijs zien.’
Ik keek omhoog en zag een schitterende kerk met een grote koepel erop. ‘Sacre Coeur?’ vroeg ik, spittend in mijn inner- Rough Guide.
‘Sacre Coeur,’ bevestigde Alex. ‘Kun je deze trappen aan op die schoenen?’
‘Ik ben zo blij dat je me goed genoeg kent om dat te vragen,’ zei ik en ik keek neer op de snoezige martelwerktuigen aan mijn voeten. ‘En ik ben ook zo blij dat ik me bij jou genoeg op mijn gemak voel om eerlijk te kunnen zeggen dat ik dat niet ga redden.’
‘Kom op,’ zei Alex lachend en hij trok me naar een kabelbaantje. ‘We hebben niet meer zo lang voor de kerk dichtgaat.’
Na spitsroeden te hebben gelopen tussen mannen die ons plastic Eiffeltorens en schudbollen van de Sacre Coeur wilden aansmeren, en ons door de menigte mensen te hebben gewrongen die de kerk al fotografeerden voor ze er zelf maar voor stonden, keerde ik me even om en keek uit over Parijs. Het was adem - benemend mooi: een pikzwarte hemel met sterren die de lichtjes van de stad leken te weerspiegelen. Nadat ik weer op adem was gekomen, keerde ik me om en nam de kerk in me op. Het woord leek tekort te schieten voor het witte wonder van steen dat leek op te lichten in het donker. Het was een prachtig gebouw, mooier dan de Notre Dame, eerder verwelkomend dan imponerend en toch zo dramatisch dat ik er geen woorden voor had. Spotlights beschenen de muren van onder af en toonden zo elk facet van het gebouw. Als er al vlekjes opzaten, dan zag ik die niet. Jenny zou een moord doen om erachter te komen wie hier de belichting had gedaan en ze inhuren voor haar eerstvolgende headshots.
‘Vind je het mooi?’ Alex was achter me komen staan en legde zijn handen op mijn schouders.
‘Schitterend,’ antwoordde ik en ik keek van het panorama weer naar de kerk. ‘Dank je wel dat je me hier mee naartoe hebt genomen.’
‘Ik weet dat je een mooi uitzicht kunt waarderen,’ fluisterde hij. ‘En ik ben er vrij zeker van dat dit ding het enige in Parijs is wat ouder is dan ik.’
‘Ja, jullie zien er inderdaad ongeveer even oud uit.’ Ik stompte hem even zachtjes op zijn arm.
‘Het heeft geen zin nog eens tegen je te zeggen dat je je mond moet houden, hè?’ Met een sprongetje ging hij op het lage muurtje voor ons zitten. ‘Mooi hè? Ik kwam hier vroeger graag, te gek om Parijs aan je voeten te zien liggen.’
‘Mooier dan de Eiffeltoren?’ Ik zocht in het panorama naar de spitse vorm.
‘Aan de andere kant,’ zei Alex die mijn gedachten weer eens las. ‘En ja, dit is mooier. Parijzenaars hebben de pest aan de Eiffeltoren, moet je weten.’
‘Snobs,’ zei ik en ik klapte zijn handen tussen die van mij. ‘Maar je hebt gelijk, deze plek is echt te mooi. Ik vind het zo prachtig, hoe Parijs rimpelt.’
‘Rimpelt?’
‘Ja, je weet wel.’ Ik probeerde mijn gevoel onder woorden te brengen, maar kwam niet verder dan algemene gebarentaal. ‘Het gaat op en neer. De gebouwen zijn dan weer rond en dan weer recht, hoog en laag – ik weet niet, het is een stad met rondingen.’
‘En hoe voelt New York dan?’ vroeg hij verbijsterd. Geen wonder, ik was nota bene schrijver, als ik al geen woorden had…
‘New York is mager,’ verklaarde ik. ‘Alles is er lang en dun en houdt zijn adem in. Dat is het enige wat ik mis aan Londen: er is zo weinig groen in New York. De stad kan je zo claustrofobisch maken, er zijn niet genoeg plekken waar je een minuutje kunt gaan zitten om tot jezelf te komen.’
‘Manhattanites hebben geen minuutje,’ weerlegde hij. ‘Die hebben het altijd druk.’
Ik knikte en brak mijn hoofd over een manier om het gesprek op samenwonen te brengen. ‘Daar heb je gelijk in. En als ik hier zou wonen, zou ik vermoedelijk nooit meer een deadline halen. Dit is een stad om hand in hand in rond te dwalen.’
‘En om dronken in te worden. Heb je gezien hoeveel cafés we onderweg gepasseerd zijn?’ Hij trok me naar zich toe en liet zijn hoofd op mijn boezem rusten.
‘Ik probeer me er niet door af te laten leiden,’ zei ik en ik dacht aan hoeveel ik dronk toen ik nog in LA was. Niet fraai. Sinds ik terug was, had ik geen nieuwe fles wodka meer hoeven te kopen en lag er wel eens een week lang een onaangebroken fles wijn in de koelkast. Er was veel veranderd sinds Jenny was vertrokken.
‘Dus Londen is misschien wel de perfecte mix tussen New York en Parijs?’ opperde hij.
Ik was het niet met hem eens. ‘Londen is ook niet volmaakt, ik zou er een paar dingen missen die alleen New York te bieden heeft.’
‘O ja?’ vroeg Alex en hij keek naar me op zodat ik mijn voorhoofd tegen dat van hem kon laten leunen.
‘Ja.’ Ik drukte mijn lippen op de zijne zo lang ik kon zonder adem te halen. Hij smaakte warm naar rode wijn, met een beetje koud en zoet van het ijs.
‘Even serieus,’ zei ik en ik nestelde mezelf tussen zijn benen met mijn handen op zijn schouders. ‘Voel je je helemaal niet anders, nu je dertig bent?’
‘Om eerlijk te zijn, ben ik er niet zo mee bezig,’ zei Alex en hij streek een paar pieken uit mijn gezicht. ‘Maar nee, ik voel met niet anders.’
‘Goed zo.’ Ik schudde de plukken terug. Hij mocht mijn blauwe oog dan vergeten zijn, ik was me er zeer van bewust, net als de Amerikaanse toeristen die naast ons stonden te fluisteren en wijzen. Maar aangezien die allebei boven de veertig waren, een petje droegen en een dikmakend heuptasje om hadden, maakte ik me niet erg druk over wat zij van mijn uiterlijk vonden. ‘Vertel eens, toen je jonger was, wat waren toen je dromen voor als je rond de dertig was? Wat dacht je toen dat je dan zou doen?’
‘Geen idee.’ Hij kwam overeind en keek langs me heen naar de kerk. ‘Ik denk daar al een hele tijd niet meer over. Dertig worden overvalt je onwillekeurig.’
‘Je doet net alsof je al stokoud bent,’ zei ik en ik leunde tegen hem aan. ‘Je zult toch wel ambities hebben gehad, dingen die je wilde doen?’
Hij kuste mijn haar. ‘O, zeker. Ik wilde mezelf graag kunnen bedruipen met muziek maken en ik heb geluk gehad dat me dat al vrij jong is gelukt.’
‘En je wilde toch ook soundtracks maken, filmmuziek?’ herinnerde ik me. Zijn lijf was altijd zo heerlijk warm, zelfs nu de avond koeler werd. ‘Daar had je het een tijd geleden al een keer over.’
‘Dat is zo,’ zei hij. ‘En dat wil ik nog steeds. James Jacobs mailde me gisteren, ik zou eens met hem om de tafel moeten gaan zitten.’
‘Moet je doen,’ antwoordde ik en ik voelde me een beetje in mijn nopjes dat ik hem in elk geval in contact had kunnen brengen met James Jacobs, in mijn met drank doordrenkte LAdagen. Soms maakte ik me zorgen over hoe weinig ik Alex te bieden had, er was niet zoveel wat hij niet al had of zelf kon regelen. ‘Maar verder niets? Niets wat je graag zou willen doen?’
‘Wat zou jij eigenlijk willen?’ vroeg hij en hij omhelsde me wat steviger. ‘Wat wil jij nog bereiken voor je dertigste?’
Hm, ik had er niet op gerekend dat hij de rollen zou omkeren. ‘Geen idee, misschien zou ik dan wel graag een boek op mijn naam hebben staan. En ik zou voor meer bladen willen schrijven, dus niet alleen het blog, maar klussen zoals deze, voor Belle.’
‘In New York?’
‘Ja, in New York.’ In Williamsburg, in jouw appartement, met jou in de buurt, voegde ik er in gedachten aan toe. Waarom kon ik dat niet hardop zeggen? Nu was het perfecte moment.
‘Cool. Ik dacht net even één angstaanjagende seconde dat je zou zeggen dat je dan getrouwd en moeder zijn zou gaan zeggen.’ Hij lachte. ‘Nou, hele opluchting.’
‘Ja, nou,’ herhaalde ik.
Wacht even, dit klopte niet.
‘Alex?’
‘Zeg het eens.’
‘Wat zou je hebben gezegd als ik wel “getrouwd en moeder zijn” had gezegd?’
Hij zei niets, maar ik voelde hem even verstijven.
‘Maar dat wil je toch niet?’
‘Niet nu en misschien ook nog niet op mijn dertigste,’ zei ik en ik koos mijn woorden zo omzichtig als menselijk mogelijk was. ‘Maar ik zeg niet dat ik dat nooit wil.’
‘Oké,’ zei hij diplomatiek.
‘Jij niet dan?’ Ik staarde aandachtig naar de knopen op zijn shirt. ‘Jij wilt geen kinderen?’
‘Ooit dacht ik van wel,’ zei hij langzaam.
Ik wist dat hij zijn woorden even zorgvuldig koos als ik zonet en dat zorgde er bepaald niet voor dat ik me meer op mijn ge - mak voelde.
‘Maar daarna dacht ik er niet meer aan en toen is het onderwerp min of meer van de radar verdwenen. Ik denk dat ik zonder ook gelukkig zou kunnen zijn.’
Ik liet hem los, mijn handen vielen op het muurtje achter hem. ‘Oké,’ zei ik stilletjes en ik hoopte dat ik mijn tranen zou kunnen bedwingen. Dat meisje wilde ik niet zijn. Hoezeer zijn reactie me ook verbaasde, ik stond nog veel meer te kijken van hoe ik me zelf voelde. Trouwen en kinderen krijgen van zijn radar verdwenen? Hij kon ook zonder gelukkig zijn? Had hij mij dan ook niet meer nodig?
‘Daar schrik je toch hopelijk niet van?’ zei hij ergens boven mijn kruin. ‘Omdat je niet bij me in wilt trekken, ging ik ervan uit dat jij helemaal niet met trouwen en kinderen bezig bent.’
‘Uhmm,’ mompelde ik en ik hoopte dat dit vrijblijvend klonk. Wat dacht hij niet? Ik was een meisje, natuurlijk was ik met die dingen bezig! Misschien niet dag en nacht en misschien niet nu meteen, maar toch zeker in een prachtige Parijse tuin, fantaserend over hoe geweldig ik eruit zou zien in mijn Funny Face trouwjurk met Louisa en Jenny in afschrikwekkend kanariegeel achter me.
‘Dat is een van de weinige goede dingen die uit deze trip naar Parijs zijn voortgekomen,’ filosofeerde hij opgelucht. ‘Het is tot me doorgedrongen dat ik je onder druk zette met dat aandringen om samen te gaan wonen. Ik wil dat je weet dat je alle tijd van de wereld hebt. Als je er nog niet aan toe bent, dan is dat oké. Als je zoiets overhaast, kan het alleen maar misgaan.’
Ik perste mijn vingers tegen de koude stenen van de muur tot ik de spanning helemaal in mijn schouders kon voelen en mijn handen begonnen te beven.
‘Heb je het koud?’ vroeg Alex en hij keek me even aan.
Ik blikte weg, probeerde een traan met een gaap te verdoezelen en knikte achter mijn hand. ‘En ik ben ook best moe.’
‘Dan gaan we terug,’ besloot hij, pakte mijn hand en gaf er een kneepje in. ‘We nemen wel een taxi, het is nog een heel eind naar het hotel en ik weet dat ik ondanks mijn verjaardag van je op mijn flikker zal krijgen als er iets met die schoenen gebeurt.’
Als hij al doorhad dat er iets mis was, liet hij dat niet merken. Ik probeerde zijn lange passen bij te houden en keek strak voor me uit. Ik had mezelf beloofd dat ik het niet zou zeggen, maar niets weerhield me ervan het te denken. Je hoefde geen genie te zijn om te zien hoe het zat. Met Solène had hij wel willen trouwen en kinderen willen krijgen, maar met mij wilde hij dat niet.
‘Alex?’ merkte ik op toen we overstaken naar een taxistandplaats. ‘Als ik heel eerlijk ben, heb ik wel veel nagedacht over bij je intrekken.’
‘Angela, geen probleem. Rue Amelot, s'il vous plaît,’ voegde hij eraan toe tegen de taxichauffeur. ‘Zoals ik al zei, ik heb veel te veel lopen drammen. Samenwonen is van tafel, je hoeft niet meer bang te zijn dat ik ermee zit. Ik snap het.’
‘Maar ik was min of meer tot de conclusie gekomen dat ik eraantoe was om, nou ja, bij je in te trekken,’ zei ik en ik schoof over de achterbank naar mijn plek. Zelfs ik vond dat ik niet erg overtuigend overkwam. Waar had ik nu nog overtuiging vandaan moeten halen?
‘Echt waar?’ Hij klonk zo mogelijk nog minder overtuigd. ‘Als we terug zijn in New York moeten we het daar maar eens over hebben. Vanavond niet, als je het niet erg vindt.’
In stilte reden we terug naar het hotel. Alex staarde uit het raam, met zijn hand tegen zijn slaap en zijn voorhoofd tegen het glas gedrukt. Ik staarde naar de achterkant van zijn hoofd en probeerde erachter te komen hoe de avond zo'n onvoorstelbaar beroerde wending had kunnen nemen. Dus hij wilde niet meer met me samenwonen? Hij wilde niet trouwen en kinderen hoefden voor hem ook niet meer? En had hij niet min of meer gezegd dat het een ramp was, hij en ik in Parijs? Ik haalde diep adem en wist dat ik de zaak aan het opblazen was. Ik was aangeschoten, ik was gestrest, ik was moe. Maar toch: ik zou niet bij Alex intrekken, laat staan met hem trouwen en kinderen krijgen.
‘We zijn er,’ zei hij uiteindelijk en hij gaf me een klopje op mijn dij. ‘Ben je nog wakker?’
‘Hmm, ja.’ Ik opende het portier aan de straatkant, stapte uit en miste maar net een passerende scooter. De scooterrijder toeterde en blafte me een Franse verwensing toe terwijl ik me haastig tegen de auto drukte, inmiddels klaarwakker.
‘Hé, probeer je overreden te worden of zo?’ Ik hoorde Alex’ stem voor de taxi optrok. Hij sloeg zijn arm om me heen en duwde me naar de stoep. ‘Gauw naar binnen.’
Ik schudde zijn arm niet af en samen liepen we zonder iets te zeggen langs de receptie, die weer Alain-loos was. Alex had het over het warming-upconcert op zaterdagavond, hoe laat we weg moesten voor het optreden op zondag en hoe hij als een berg opzag tegen de vlucht terug. Ik knikte met hem mee, maar het was meer alsof ik mezelf van een afstandje zag, dan dat ik aan het gesprek deelnam.
Eenmaal in de hotelkamer nam ik mijn tijd in de badkamer en haalde elk spoortje mascara weg, in plaats van stiekem een beetje op te laten en dat pas na de seks te verwijderen. Ik nam zelfs de volle drie minuten om mijn tanden te poetsen. Na voor de tweede keer te hebben geplast, kon ik het niet langer uitstellen. O, god, zag ik er echt tegen op om met Alex in bed te liggen?
Toen ik de badkamerdeur opende, zag ik dat hij er al in lag. Alle lichten waren uit, behalve dat op het nachtkastje. Ik liep naar het bed en schoof onder het dek, waar ik mijn vertrouwde positie innam: mijn rechterarm over zijn buik, mijn hoofd op zijn sleutelbeen. Zo lagen we een paar minuten een pijnlijke stilte uit waarin zijn hand over mijn onderarm gleed en ik afwezig met de mouw van zijn T-shirt speelde. Dit was ook voor het eerst. Niet alleen had hij opeens een T-shirt aan in bed, maar ik scheurde het niet van zijn lijf. Hij leek ook niet van plan te zijn mij te bespringen. En ik wist niet of ik dat wel wilde, zou hij aanstalten maken.
Na nog een paar minuten rolde ik mezelf om en deed het licht uit. Volgens de klokradio was het half twee. Ik was al twaalf uur wakker zonder dutje, geen wonder dat ik zo moe was.
Voor ik terug kon rollen, keerde Alex zich naar mij, drukte zijn lichaam tegen me aan en sloeg zijn arm om mijn middel. Ik voelde een warme kus in mijn nek en hij geeuwde luid.
‘Ongelofelijk dat we op mijn verjaardag in Parijs zijn en dat we gewoon gaan slapen,’ zei hij in mijn haar.
Hij klonk helemaal niet alsof hij het niet geloofde, hij klonk eerder alsof hij mij nog even duidelijk wilde maken dat er niet meer inzat dan dit.
Ik wist niet wat ik ervan moest denken. Meende hij dit nu? Hij probeerde niet eens wat, zodat ik het onhandig kon afweren? Ik wilde niet met hem vrijen omdat ik kwaad was, en behoorlijk in de war, maar what the hell – hij had ook geen zin in mij? Hij zou altijd zin moeten hebben in seks met mij! Was hij niet genetisch geprogrammeerd om altijd seks te willen? Is dat niet waar het Y-chromosoom voor is gemaakt?
‘Het komt natuurlijk allemaal omdat ik zo oud ben.’ Hij gaapte opnieuw en gaf me even een kneepje.
Een paar minuten later voelde ik zijn ademhaling dieper en trager worden, en verslapte zijn greep om mijn middel. Ik tuurde naar de klokradio tot mijn ogen aan het licht gewend waren. kwart voor twee. Ik wist dat 's nachts altijd alles erger leek. Morgen zou ik het vast allemaal niet meer zo zwart inzien. Dan zou mijn maag niet meer aanvoelen alsof er een hamstergezin in was getrokken dat nu een housewarming hield. En ik zou niet meer willen huilen tot mijn ogen uit hun kassen vielen. Ik zou me vast beter voelen, als ik er een nachtje over had geslapen.