3
De volgende morgen stormde ik na mijn gebruikelijke hardlooprondje mijn huis binnen en dook vol overgave rechtstreeks in de koelkast. Buiten was het al snikheet en het was nog niet eens negen uur. Ik trok mijn oordopjes los, legde mijn iPhone op het aanrecht en liet mezelf met een koud flesje water op de bank vallen. Ik zou nooit het soort meisje worden dat van sporten houdt, elke stap was een kwelling voor me. Maar, zoals mijn moeder graag tegen me zegt: ‘Alleen met het juiste aas vang je een lekkere vis’, en in New York was veel meer aas dan vis. Dus liep ik hard.
Mijn lijst met dingen die ik vandaag moest doen was ongelooflijk lang, dus keek ik niet eens naar de hoop vuile was in de hoek, de vaat op het aanrecht en de stapel rekeningen die moest worden betaald. In plaats daarvan pakte ik mijn laptop en liet die op mijn niet zo heel erg platte buik rusten. Morgen zou ik een kilometer langer hardlopen.
Sigge de Seksgod had gebeld en zou vrijdagavond de kamer komen bekijken, zodat ik nog zesendertig uur de tijd had om de ruimte een beetje toonbaar te maken. Aan de andere kant: als hij nu in een modellenflat vol Derek Zoolanders woonde, zou hij mijn flat zelfs in de huidige staat een paleisje vinden. Even een nat doekje erdoor en wat luchtverfrisser rondspuiten, dan leek het al heel wat.
Al kon ik er natuurlijk niet op rekenen dat hij de kamer zou nemen. Sterker nog, ik wist niet eens of ik de kamer wel aan hem wilde verhuren. Het deel van mijn hersenen dat de geile meid in mij bestuurde, dacht verlekkerd aan de stoot die met enige regelmaat halfnaakt door de flat zou rondwandelen. De potentiële ouwe vrijster in mij waarschuwde me dat samenwonen met de knapste homo ter wereld terwijl mijn seksleven in coma lag misschien niet mijn beste plan ooit was. Ik kon net zo goed meteen een kat nemen, gemakkelijke schoenen kopen en me schikken in mijn lot.
Dus op naar Craigslist.
‘Wat zal ik er eens opzetten?’ vroeg ik aan de laptop. Die zoemde een beetje bij wijze van antwoord, maar had verder weinig zinvols te zeggen. Zoals gewoonlijk.
In plaats van zelf een tekstje te schrijven, las ik eerst een paar advertenties van anderen. Iedereen had een knusse, rustgevende kamer te huur. Wat mijn bullshit-detector onmiddellijk vertaalde als ‘donker en klein’. Dit was me te ingewikkeld. En trouwens, als ik het maar lang genoeg uitstelde, zou Angie het wel voor me doen, tenslotte is zij een echte schrijver. Ik ben meer een doener. Een planner. Iemand voor actie. Ik ben veel beter in het afstruinen van de Bergdorf-site dan in het vinden van huisgenoten. Man, wat maakte Brian Atwood toch mooie schoenen. Ik miste mijn klussen als stylist. Gratis shoppen is geweldig, zelfs als het voor andere mensen is.
‘Aangezien we het nu toch hebben over shoppen voor andere mensen…’ mompelde ik en tikte ‘online daten’ in op Google. Iedereen deed het, dus waarom ik niet? Het was niets bijzonders. Ik klikte op OK Cupid, een site waar ik vrienden vaak over hoorde praten en vulde mijn criteria in. Het was niet mogelijk ergens ‘geen klootzakken’ aan te vinken, dus dat filter zou ik zelf moeten aanbrengen. Hm. Aan de foto’s kon ik al zien waarom er geen ‘geen klootzakken’-optie was. Elke kerel die hierop stond, was een loser. Het was een kwestie van wachten tot ik Brian Williams’ foto in beeld zou krijgen.
‘Eikel… lelijk… klein… lelijk én klein,’ somde ik hardop op, en ik scrolde door de profielen. ‘Kleine, lelijke klootzak… gaat wel… gaat wel… ziet er dom uit… kan niet spellen.’
Het was online mannen shoppen zonder ook maar enige greep op de kwaliteit te krijgen. Als ik designerkleding wilde, dan ging ik naar de site van Barney’s, niet naar Forever21. Online daten was één grote uitverkoop van Prada tot Payless – hoe moet een mens daaruit kiezen? Maar goed, het was altijd nog beter dan wat ik eigenlijk zou moeten doen.
Twintig minuten later had oprahlopez2011 een profiel aangemaakt. De foto’s waren leuk, mijn antwoorden op alle stomme vragen kort, maar origineel. ‘Op een vrijdagavond ben ik meestal…’ Iemand die daar een antwoord op heeft dat niet al te sneu klinkt, heeft niets te zoeken op een datingsite, toch? Nu was het een kwestie van wachten. Helaas ben ik daar niet zo goed in.
‘Hoe moeilijk kan dit zijn?’ De computer zweeg in alle talen. Shit. ‘Ik stuur ze een berichtje en zij sturen een berichtje terug?’ Ik moest echt een goudvis of iets anders levends in huis nemen waartoe ik mijn sprankelende conversatie kon richten.
‘Lengte: minimaal een meter tachtig.’ Het was hoog tijd om mijn lot in eigen handen te nemen. Eens kijken wat dit systeem te bieden had. ‘Haar: blond. Leeftijd: tussen de dertig en zevenendertig. Hij moet geen kinderen hebben, maar wel van ze houden. Atletisch gebouwd, sterrenbeeld: waterman en inkomen minimaal honderdduizend dollar.’
Alsof OK Cupid een kandidaat in huis had die aan al deze criteria voldeed.
O. O mijn god. Allejezus. En wie er verder nog bij die club mag horen.
Opeens verscheen mijn droomman in beeld. Eén blik op zijn blauwe kijkers volstond om direct te fantaseren over zomerhuizen in de Hamptons, gestreepte overgooiers en twee schattige kindjes die in de tuin dartelden. Dartelden kinderen eigenlijk wel of was dat exclusief weggelegd voor lammetjes? Hoe dan ook, het was liefde op het eerste gezicht.
Dit was mijn aanstaande echtgenoot. En hij heette AJJ78. Een korte blik op zijn profiel leerde me dat hij geen gevaarlijke gek was, dat hij online daten ook eigenlijk maar niets vond en dat er niet meteen redenen voor gele of rode kaarten waren. Nergens liet hij doorschemeren dat Ayn Rand op een of andere manier zijn leven had veranderd. Deze man was wel een berichtje waard. Of een knipoog, die stond ook tussen de reageeropties. Op straat ging ik dan wel liever dood dan dat ik naar iemand knipoogde, maar hier moest het kunnen, toch? En zo, voor ik me kon bedenken, had Jenny Lopez zomaar virtueel geknipoogd naar een man.
Nu kon ik niet meer terug.
Na een paar uur, een dutje en twee taco’s ging mijn telefoon.
‘Hoi, Erin.’ Ik probeerde de slaap uit mijn stem te bannen. ‘Hoe is het?’
‘Ik bel even over morgen.’ Erin klonk totaal niet vermoeid, maar zakelijk en kordaat. ‘Ik heb het schema voor de presentatie en het nummer van je chauffeur naar je gemaild, heb je die ontvangen?’
‘Heb ik een chauffeur?’ Deze klus klonk steeds beter.
‘Sadie Nixon heeft een chauffeur, en jij hebt Sadie Nixon,’ corrigeerde ze me.
O ja, het demonische supermodel dat als nazaat van Satan door het leven ging. Naar verluidt.
‘Dus ik haal haar op, breng haar naar de show en zorg dat ze rechtop kan staan?’
‘Precies.’
Ik begreep niet waarom Erin zich hier zo druk over maakte.
‘Mail me even je dagtarief als je klaar bent,’ zei ze. ‘Met alle onkosten die je hebt gemaakt. Sadie heeft normaal gesproken geen geld op zak.’
‘Wie denkt ze wel niet dat ze is, de koningin?’
‘Zoiets,’ bevestigde Erin. ‘Hoor eens, Jenny, ik weet dat je dit aankunt en ik weet dat je niet dom bent, maar laat me nog één keer benadrukken hoe belangrijk het voor me is om die wandelende kleerhanger op het juiste moment op de juiste plek te hebben. Is dat duidelijk?’
Jezus, ze was nog nerveuzer dan op haar eerste huwelijk. Maar wel een stuk relaxter dan op haar derde, dat moest ik haar nageven.
‘Begrepen, baas.’ Ik salueerde in de spiegel.
‘Het betreft hier een nieuwe klant en eentje die ik graag wil houden. Ze laten me vallen als een baksteen als ik hun topattractie niet op tijd paraat heb.’
‘Erin, komt goed,’ zei ik geruststellend, al leek dat weinig zin te hebben. ‘Ik weet hoe belangrijk dit voor je is, ik zal het niet verkloten.’
‘Ze is gewoon zo…’ Erin zocht naar woorden. ‘Ik heb al eens eerder met haar gewerkt en Jenny, ze gaat echt alle perken te buiten. Ze was al een kreng met kapsones voordat ze Supermodel Sadie was. Ik kan me niet voorstellen dat geld en bekendheid een beter mens van haar hebben gemaakt.’
Opeens leek de klus niet meer zo aanlokkelijk. Desalniettemin: een auto met chauffeur!
‘Mijn klanten in LA hadden allemaal sterallures,’ loog ik. ‘Denk je dat het makkelijk is om stylist te zijn in het koolhydraatvrije land der Size Zero’s? Het zal allemaal best goed gaan: ik pik haar op, ik zeg dat ze er fantastisch uitziet, we gooien er een trendy tarwegrassapje in, ik hou haar weg bij de coke en zorg dat ze heelhuids voor je neus staat.’
‘Maak alsjeblieft geen grapjes over coke.’
‘Moet ik die juist wel aanbieden?’ Ik had geen idee wat het protocol rond supermodellen op dit moment was. Persoonlijk hoefde ik geen honderd dollar neer te tellen voor opgeblazen zelfvertrouwen en opgefokt gedrag, gevolgd door diepe ellende de dag erna. Ik kon hetzelfde effect bereiken met een paar dirty martini’s en een blik op Jeffs Facebookpagina, maar modellen? Soms verwachtten ze van je dat je even een andere kant op keek. Ik had al samengewoond met een hoer, ik was inmiddels een expert in de andere kant op kijken, ook al beviel het me niet.
‘Als ze zelfs maar kijkt naar iets dat sterker is dan Red Bull ga je ervoor liggen,’ beval Erin streng. ‘Groene thee is het heftigste pepmiddel dat ze mag hebben, oké?’
‘Groene thee, begrepen.’
‘Ik wens je sterkte, Jenny Lopez.’ Erin berustte in haar lot. ‘Ik zie je morgen op locatie.’ Ze hing op. Geen seconde te vroeg, want er stond een gesprek in de wacht.
‘Hallo!’ Ik schakelde vlot over naar de andere beller. ‘Met Jenny.’
‘Hé, met mij,’ antwoordde Angela. ‘Alles oké?’
‘O, de keuken staat in brand en mijn been is er half af, maar verder is alles prima.’
‘jenny.’
‘Oké dan, ik heb wat toast verbrand en heb bij het scheren mijn been opengehaald. Vraag dan ook niet steeds hoe het met me gaat, dan voel ik me verplicht iets interessants te vertellen.’
‘Natuurlijk.’ Angela klonk al even berustend als Erin. ‘Heb je plannen voor vanavond?’
‘Het is net drie uur en ik sta op het punt om een tosti te maken.’ Ik staarde naar het enigszins dubieuze Wonderbrood dat al twee weken over het aanrecht zwierf. ‘En ik heb al twee taco’s op. Rond de avond verwacht ik het formaat van een koe te hebben.’
‘Laat die tosti maar zitten, we gaan uit vanavond.’ Angela klonk niet erg enthousiast. ‘Alex heeft een date voor je geregeld.’
‘En dat ben jij?’ Dat ze ‘we’ zei vond ik nogal verwarrend. ‘En hij zit daar niet mee?’
‘Niet met mij, suffie, met een jongen.’
‘Wat voor jongen?’
‘De lat lag toch laag? Je was toch niet kieskeurig?’
‘Touché.’
Maar ter verdediging: dat had ik allemaal gezegd vóór ik online mijn droomprins had gevonden.
‘Acht uur, Hotel Delano.’
O, leuk! Ik ben dol op Hotel Delano.
‘En draag geen stomme hoge hakken, want we blijven daar waarschijnlijk niet.’
O.
‘De cocktails kosten daar vijftien dollar per stuk,’ vervolgde Angela, die door mijn stilte schijnbaar het gevoel kreeg dat ze zich moest verdedigen. ‘Ik heb geen vaste baan en mijn vriend is een arme muzikant.’
‘Jij bent een succesvolle freelancer en hij is een stinkend rijke rocker,’ wierp ik tegen. ‘Maar goed, ik zie je daar. Die man kan maar beter echt geweldig zijn, hoor, als ik mijn tosti voor hem moet laten schieten.’
‘Hij is muziekproducer,’ zei ze hoorbaar trots. ‘Alex heeft hem een tijdje geleden leren kennen toen hij bezig was met die soundtrackdingetjes voor de nieuwe film van James Jacobs en blijkbaar zijn ze nu dikke vrienden. Hij is net als jij net terugverhuisd van LA naar New York, dus jullie hebben sowieso iets om over te praten.’
‘Klinkt goed,’ moest ik toegeven. ‘Dank je wel, pop. Ik zie je straks.’
‘Tot dan.’
Ik had nog vijf uur om me fabuleus op te tutten, dus liet ik me weer op de bank vallen. Tijd genoeg om nog een dutje te doen.