11
‘Het is mijn eigen schuld,’ mompelde ik in mijn cocktail. ‘Ik had hier veel eerder over moeten nadenken. Ik had me hier beter op moeten voorbereiden.’
‘Neeee.’ Krachtig woelde Jenny door mijn haar. ‘Zo werkt het niet. Als het goed gaat, denk je niet na over shit die verkeerd kan gaan. Weet je wel?’
‘Ik weet het maar al te goed.’ Ik hield mijn glas omhoog voor een enthousiaste toost. ‘En het was ook allemaal goed. Toppie. Beter dan ooit. En nu is het allemaal voorbij.’
‘Het was beter dan best,’ stemde Jenny in.
‘Het was beter dan ooit, met mannen en met jou en met mij en alles.’ Ik dronk van mijn martini en probeerde niet te slurpen. Hij was verrukkelijk. Nog lekkerder dan de eerste drie. ‘En nou is alles voorbij.’
‘Moet je niet zeggen.’ Jenny wenkte de barkeeper om ons nog eens in te schenken. Hij knikte en schoof twee nieuwe glazen naar ons toe. Wat een pro. We hingen al een tijdje aan de bar van het Bellagio en ik voelde me nog geen greintje beter over de hele situatie. Al vond ik het wel lastiger om me te herinneren wat de situatie ook alweer was, dus dat was wel weer meegenomen.
‘Het gaat allemaal te gek, Angie. Geloof me nu maar. Je hebt Alex. Je hebt mij. Er is nog niks voorbij.’
‘Nou ja, als ik weg moet, heb je in ieder geval Sadie nog,’ snufte ik. Ik miste mijn mond met een olijf. Was misschien maar beter ook.
‘Waah?’ Jenny mepte me op mijn schouder. ‘Doe niet zo achterlijk.’
De barkeeper glimlachte.
‘Nee, ik meen het,’ zei ik. ‘Jij hebt Sadie nog en laten we eerlijk zijn, zij is heel wat leuker gezelschap dan ik. Wanneer heb ik nou voor het laatst een Jägerbom gedronken? Ik weet niet eens wat een Jägerbom is. En ze is natuurlijk jonger dan ik. En spannender. En hipper. En bladibla.’
‘Bladibla, je kletst uit je nek.’ Ze zette haar glas iets te hard terug op de bar. ‘Ga je me nu vertellen dat je jaloers bent op Sadie?’
‘Ik ben jaloers op iedereen,’ jammerde ik. ‘Ik ben jaloers op Sadie omdat jullie goede vriendinnen zijn. Ik ben jaloers op jou omdat je een topbaan en een topvriend hebt. Ik ben jaloers op Erin omdat ze een baby krijgt en ik ben jaloers op Louisa omdat ze een baby krijgt zonder dat ik in de buurt ben. Iedereen gaat door met zijn leven, iedereen gaat op een of andere manier vooruit. Behalve ik. Ik heb alleen maar een martini.’ Ik keek op naar de barkeeper en probeerde hem mijn beste lach te geven. ‘Maar het is wel een goeie martini, man. Echt heel lekker.’
‘O, Angie, je kletst uit je nek.’ Jenny duwde haar hand tussen mijn mond en mijn glas, zodat ik een slok cocktailring nam. ‘Je draait alleen maar een beetje door over alle visum-shit en dat gaan we in orde maken, oké? Jouw leven gaat ook hartstikke vooruit.’
‘Hoe dan? Hoe ga ik vooruit?’
‘Je woont samen met je vriend, je weet wat je wilt van het leven en je doet je best dat waar te maken. Hoezo is dat geen vooruitgang?’
‘Ik woon samen met mijn vriend, ik heb geen werk, ik hou een blog bij dat niemand leest en ik weet niet in welk land ik volgende maand zal wonen. Ik ben gewoon achttien maanden terug in de tijd gegaan.’
‘Afgezien dan van het feit dat je huidige vriend geen ontrouwe klootzak is,’ zei Jenny opbeurend. ‘En je hebt al zoveel bereikt! We moeten alleen nog een manier bedenken om dat allemaal in de praktijk te brengen. En dat gaat ook gebeuren, maar pop – niet vandaag.’
‘Weet ik.’ Ik liet mijn hoofd op mijn armen op de bar rusten. ‘Weet ik. En ik ben ook niet echt jaloers, echt niet. Ik ben alleen een beetje de weg kwijt. En ik ben blij voor jou, echt waar.’
Jenny plukte aan haar leren legging en schonk me een halfslachtige lach. ‘Dank je wel.’
‘En je verdient het ook. Je werkt zo hard. En na dat gezeik met Jeff – nou ja, je verdient het om gelukkig te zijn. Heel gelukkig. Ontzettend gelukkig.’
‘Dank je wel, lieverd.’
‘Sigge is te gek. En ja, ik weet dat ik dacht dat hij homo was toen we hem voor het eerst zagen, maar dat is hij niet. Hoera!’
De bartender schoot in de lach.
‘Hij is echt een schat. En aantrekkelijk. En geestig. En is hij ook nog slim? Ik wed dat hij ook nog slim is. Ik weet dat hij een model is, maar dat sluit slim toch niet meteen uit? En hij is niet homo.’
‘Angie, je zwatelt.’
Inderdaad, ik kon er zelf ook geen touw meer aan vastknopen.
Jenny had dezelfde gezichtsuitdrukking als toen Ben haar de kledingzak had gegeven.
‘Niet homo.’ Ik zwaaide met een onzichtbare vlag. ‘Jippie.’
‘Jippie.’ Er kon eindelijk een glimlachje af. ‘Hartstikke jippie.’
‘Je bent gelukkig, toch? Want dat zou je wel moeten zijn. Je hebt je leven helemaal op de rails terwijl dat van mij… God, wat wil ik nou toch eindelijk zeggen?’ Ik groef in mijn beperkte vocabulaire. ‘Ik bewonder je. Je bent mijn heldin.’
‘O, Angie.’ Jenny legde haar hand op die van mij. ‘Ik ben niet bepaald een rolmodel.’
‘Welles.’ Ik wilde geen tegenspraak horen. ‘Je zou op t-shirts moeten staan en die zouden we aan kleine meisjes moeten uitdelen. Ze zouden jou moeten willen worden als ze later groot zijn. Ik wil jou worden als ik later groot ben.’
‘Jij wilt alleen maar mijn kont,’ zei ze met een wrang lachje. ‘En je zou niet overleven wat daar voor nodig is. Het hardlopen in de vroege ochtend. Niet eten. Niet drinken. Je zou jezelf nog in de East River gooien.’
Ik staarde in mijn glas. ‘Goed punt. Maar ik meen het. Het is gewoon zo. Ik hou van je, Jenny Lopez. Je bent mijn beste vriendin. Soms voel ik me zo schuldig, weet je wel, omdat Louisa altijd mijn beste vriendin is geweest. Maar jij bent even belangrijk voor me als zij. Belangrijker, zelfs. Ik kan altijd alles tegen je zeggen en ik weet dat je me nooit zult veroordelen of zult uitkafferen. Je hebt altijd begrip voor me. Dat is fantastisch.’
Jenny keek me aan met haar grote bruine ogen, die aanzienlijk minder bloeddoorlopen waren dan de laatste keer dat ik erin had gekeken, maar die nog wel altijd even wazig stonden. Drank in de middag was te gek. En te vreselijk voor woorden.
‘Meen je dat?’ Ze schoot er zowaar een beetje vol van.
‘Ja.’ Ik knikte nog eens bevestigend. ‘Dat meen ik. Helemaal. Je bent degene bij wie ik altijd terecht kan voor alles. Fijne dingen, rotdingen, moeilijke dingen. Weet je nog van Sex and the City, toen Carrie haar pessarium er niet meer uit kreeg en Samantha haar moest helpen?’
Jenny rimpelde haar neus. ‘Ja, dat weet ik nog.’
‘Als jij je pessarium er niet meer uitkreeg en je niet naar een ziekenhuis kon en Sigge je niet zou kunnen helpen en je het echt tig keer geprobeerd had eruit te krijgen, zou ik je helpen. Absoluut.’
‘Angela.’ Ze sloeg haar hand voor haar mond. ‘Dat is het liefste dat iemand ooit tegen me gezegd heeft.’
‘Graag gedaan.’ Ik hief mijn glas en wachtte tot Jenny hetzelfde zou doen.
‘En ik zou ook echt jouw voorbehoedsmiddel weghalen,’ antwoordde ze, en ze toostte met me. ‘Waar en wanneer het ook maar zou zijn.’
De barkeeper begon inmiddels wat ongemakkelijk te kijken.
‘Als ik het er niet uit kreeg,’ legde ik hem uit. ‘Uit mijn vagina.’
‘Shots, dames?’ bood hij aan. ‘Van het huis.’
Wat een schat van een man. Ik accepteerde mijn shot met een knikje, een lach en een huivering toen de tequila zich door mijn keel vrat. Zo zo. Het kon wel eens een spannende avond worden.
‘We zouden een taxi moeten nemen,’ mompelde ik toen we een uur later over de Strip wankelden. We waren al aan de late kant om Sadie in het hotel te treffen en ik had geen zin die zuurpruim nog kwaaier te maken door nog later te komen. Jenny kwam echter niet erg vlot vooruit en ik had eigenlijk geen idee waar we waren. De heerlijke limousine die altijd paraat stond, was opeens spoorloos verdwenen, dus waren we midden in Vegas gestrand en probeerden naar een groot wit gebouw in de verte te kuieren. ‘Ik heb het gevoel dat we al uren lopen.’
‘We zijn nog steeds bij het Bellagio,’ onderwees Jenny. ‘Alles lijkt hier dichtbij omdat het zo idioot groot is. Het De Lujo ligt hiernaast, maar voor een buurhotel is het nog best ver.’ Ze wees met haar handen hoe ver, voor het geval afmetingen een begrip was dat mijn verstand te boven ging. Niet onredelijk, want ik was een beetje dronken, maar gelukkig had de frisse lucht een ontnuchterend effect op me, zodat ik niet geheel instortte. Helaas gold dat niet voor mevrouw Lopez, die met de minuut groener werd.
‘Laten we even bij de fonteinen gaan kijken,’ stelde ze voor. Ze greep zich vast aan een muur bij het kunstmatige meer en ging zitten voor ik ‘ja’ of ‘nee’ had kunnen zeggen. Dus we gingen naar de fonteinen kijken, zoveel was me duidelijk.
Ik pakte mijn mobieltje om Alex te sms’en, maar mijn inbox stond nog open. De afwijzingsorgie deed me even scherp ademhalen. Jenny had gelijk, er was een andere manier om in het land te blijven. Ik had alleen geen idee wat het was. Tenzij het echt tijd was om met Alex te gaan praten.
‘Wat doe je?’ Jenny klauwde naar mijn telefoon. ‘Trut, niet naar die mails kijken, daar word je maar depri van. Je vernaggelt mijn zweef nog.’
‘Je zweef is al op sterven na dood,’ zei ik, en ik hield mijn hand uit. ‘Mag ik ’m terug?’
‘Zodat je je weer in zelfmedelijden kunt wentelen tot we terug in het hotel zijn? Ik dacht het niet.’ Uitdagend keek ze me aan, opende de handtas op haar knie en gooide mijn mobieltje erin. Behalve dan dat ze de tas miste. Ik zag mijn telefoon met een dwaze boog in het meer van de Bellagio-fonteinen vallen. Het plonsje viel in het niets bij de enorme spuiters, die volmaakt synchroon figuren maakten op ‘It’s The Most Wonderful Time of the Year.’
‘O, shit.’
Het was mijn tweede telefoon die aan een verdrinkingsdood ten onder ging, maar dit was de eerste die ik niet zelf in het water had gegooid. Ditmaal was het lang niet zo bevredigend.
‘Geen probleem.’ Jenny schopte haar laarzen uit en duwde haar tas in mijn armen. ‘Ik pak ’m wel.’
‘Jenny, nee.’ Ik graaide nog om haar tegen te houden, maar ik was veel te langzaam. Of misschien wilde ik haar niet graag genoeg tegenhouden. Voor ik overeind stond, stond zij al tot haar middel in het Meer van Bellagio in het water te speuren naar mijn telefoon.
‘Getver, wat is het hier smerig,’ riep ze. ‘Ik kan niets zien.’
‘Jenny, kom eruit.’ Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. ‘Straks word je nog opgepakt.’
‘Ze doen maar, ik zoek alleen maar je telefoon,’ schreeuwde ze terug. ‘Ze kunnen me niet arresteren voor een goede vriendin zijn, toch?’
Dat misschien niet, maar ze trok al heel wat kijkers. De spectaculaire fonteinen hielden zich trouw aan het oude adagio the show must go on terwijl Jenny intussen naar een telefoon viste op de tonen van ‘White Christmas.’
‘Há!’ riep ze triomfantelijk, en ze hield het mobieltje omhoog. ‘Dit is beter dan je pessarium terugvinden, toch?’
Ik was behoorlijk onder de indruk. ‘Hypothetisch mijn pessarium terugvinden,’ legde ik bereidwillig uit aan het stel naast me, uitgedost met petten en heuptasjes. ‘Jullie hoeven niet zo raar te kijken, ze is mijn beste vriendin.’
Ik leunde over de muur en pakte haar bij haar pols om haar weer op het droge te hijsen, terwijl Jenny intussen pogingen deed een been over het muurtje te krijgen. ‘Wat is dit voor flauwekul?’ vroeg ik. ‘Gisteren klom je over een hoge wand van een toilethokje en nu heb je moeite met zo’n lullig muurtje?’
‘Ik ben nat,’ verklaarde ze geheel overbodig.
‘Dat was me al opgevallen.’ Ik probeerde haar wat steviger vast te pakken. Het was onmogelijk, ze was te glibberig.
‘Wacht even, ik pak jou wel vast,’ zei ze, en ze greep mijn polsen vast. ‘En nu trekken.’
Voor ik haar omhoog kon halen, voelde ik haar uitglijden en met haar volle gewicht achterover vallen. Elke doorweekte kilo van haar werd gegrepen door de zwaartekracht en trok me mee over het muurtje, het water in.
Mijn instinct schakelde meteen over op overlevingmodus: ik moest mijn Marc Jacobs redden. Manmoedig hield ik mijn tas omhoog, in de hoop hem te kunnen sparen, terwijl ik rondspartelde om vaste grond onder mijn voeten te krijgen. In een kunstmatig meer. Voor het Bellagio. Met fonteinen die een waterballet opvoerden op kerstliedjes. Er was geen ontkomen aan: de spuiters waren eleganter dan ik.
‘Nou, volgens mij ben ik nu wel weer nuchter.’
Naast me dook een verzopen kat op, die ik kende als Jenny Lopez. Ze veegde over haar uitgelopen pandaogen, ik ving haar zonnebril op en overhandigde die aan haar.
‘Dank je wel.’ Ze zette de zonnebril weer op en knikte. ‘Veel beter. Zullen we gaan?’
‘Welja.’
Met grote moeite waadden we door het water naar de groeiende menigte aan de kant.
‘Oké mensen, jullie kunnen doorlopen, de show is voorbij,’ riep Jenny nadat ze zich over het muurtje had gewerkt en op het trottoir was gerold als ’s werelds slankste gestrande walvis. Ik trok mezelf ook op het droge en liet mijn doorweekte tas naast me vallen. Geruïneerd. Niet meer te redden. Vreselijk. Ik zou later wel verwerken dat ik kopjeonder in een fontein was terechtgekomen met al mijn kleren aan. En dat het in zijn geheel niet had geleken op La Dolce Vita.
‘Hé, Angela?’
Ik keek op en zag Jenny nog altijd wijdbeens en druipend op de grond zitten, besmeurd met mascara. Ze hield iets in haar hand.
‘Hier, je telefoon.’
Ik nam het ding van haar aan, liet het woordeloos in mijn tas glijden en sloeg mijn ogen hemelwaarts. ‘Dank je wel, aardig van je.’
‘Zeg niet dat ik niets voor je over heb.’
Na een sneue, soppende wandeling terug naar het hotel, belandden we samen met een keurig gezinnetje in de lift. Pa en ma deden hun best niet naar ons te kijken, maar hun zonen hadden niet zoveel last van de beperkingen der beschaving.
‘Heb ik wat van je aan?’ blafte Jenny tegen de oudste, na vijftien verdiepingen door hem aangestaard te zijn. Schichtig stapten ze twee verdiepingen later uit. ‘Pas maar op, ik krijg je zo aan het janken, hoor,’ riep ze hen na
‘Jenny,’ zei ik, proberend m’n lachen in te houden.
‘Ze kunnen de tering krijgen,’ was haar antwoord.
Daar kon ik niet veel tegen inbrengen.
Terug in de suite vonden we een enorm rek kleren van Ben, een fles gekoelde champagne en een briefje van Sadie, die ons vroeg om middernacht naar Tryst te komen. Onze namen zouden op de gastenlijst staan. Ik was nog nooit zo opgelucht geweest over iemands afwezigheid. Het enige wat ik wilde was in een warm bad vallen en een dutje doet; haar magere sarcasme was me echt even te veel geweest. Terwijl bijna verdrinken in een fontein toch wonderen had gedaan voor mijn relativeringsvermogen.
Jenny snuffelde even door het rek met kleren, las Sadies briefje en kokhalsde bij de aanblik van de champagne voor ze me een kort knikje gaf en naar haar kamer verdween. Ik volgde haar voorbeeld en sloot mijn kamerdeur achter me.
Ik pelde me uit mijn natte kleren, liet het bad vollopen en dacht na. Afgaande op de mails van deze middag zou ik niet in aanmerking komen voor een mediavisum. En als ik realistisch was, zou ik binnen drie weken niet het soort buitenlander met buitengewone capaciteiten kunnen worden dat bestaansrecht had binnen de Verenigde Staten. Tijd voor Plan B. De gedachte aan Alex verliezen en met mijn staart tussen mijn benen terugkeren naar Engeland brak mijn hart meer dan de aanblik van mijn arme, arme tas. Die toch hartverscheurend verpest was.
Ik strekte mijn armen boven mijn huid en voelde koude druppels over mijn rug glijden voor ik me door het warme bad liet omarmen. Het was een aanzienlijk prettigere aquatische ervaring dan het eerdere Bellagio-bad.
Misschien had Jenny al die tijd al gelijk gehad. Misschien stelde ik me aan en pakte ik dit niet slim aan. Ik zou gewoon rustig met Alex moeten praten en het uitleggen. Het ging tenslotte alleen maar om een papiertje. We konden gewoon trouwen voor de wet, ergens een krabbel zetten, naar huis gaan en er verder niet meer over nadenken. Als dan het moment kwam dat we het goed wilden doen – en dat moment kon maar beter komen, verdorie nog an toe – dan zouden we flink uitpakken en niet tegen de gasten zeggen dat we officieel al een tijdje man en vrouw waren. Geen punt.
Alleen was het wel een punt. Maar maakte ik er niet meer van dan het was? Ik was een meisje, ik had hier allemaal meidengevoelens bij. Alex was een man, hij zou praktisch en redelijk zijn. En het zou geen kwaad kunnen om erover te praten, toch? Ik slaakte een lange zucht en doopte mijn haar onder water. De kou vocht nog even tegen de warmte voor ik van top tot teen gloeide. Maar toch bleef het koud vanbinnen.